RIJHULP
||
Auto Brake
In allerlaatste instantie wordt de automatische
remfunctie geactiveerd.
Als u in deze fase nog steeds niet aan een uit-
wijkmanoeuvre bent begonnen en er een aanrij-
ding dreigt, wordt er automatisch geremd, onge-
acht of u zelf remt of niet. De auto wordt daarbij
maximaal afgeremd om de botssnelheid te
beperken of zoveel als nodig is om een aanrijding
te voorkomen.
Bij activering van de automatische remfunctie
worden mogelijk ook de gordelspanners geacti-
veerd. Zie voor meer informatie onder "Gordel-
spanners".
Auto Brake kan in bepaalde situaties de remin-
greep met lichter remmen beginnen en vervol-
gens overgaan op de volledige remwerking.
Wanneer City Safety een botsing met een stil-
staand obstakel heeft voorkomen, blijft de auto
stilstaan totdat u bepaalde actie onderneemt. Als
de auto wordt afgeremd wegens een langzamer
rijdende voorligger, wordt uw snelheid afgestemd
op die van de voorligger.
U kunt een remingreep altijd afbreken hard op
het gaspedaal te trappen.
N.B.
Als City Safety™ remt, gaan de remlichten
branden.
320
Wanneer City Safety ingrijpt en remt, verschijnt
op het bestuurdersdisplay de melding dat het
systeem actief is/was.
WAARSCHUWING
Gebruik City Safety niet om uw rijgedrag aan
te passen – als u er blind op vertrouwt dat
City Safety remt, raakt u vroeg of laat betrok-
ken bij een botsing.
Gerelateerde informatie
•
Waarschuwingsafstand instellen voor City
Safety (p. 320)
•
Obstakeldetectie met City Safety (p. 321)
•
City Safety bij kruisend verkeer (p. 323)
•
Beperkingen van City Safety (p. 323)
•
Meldingen voor City Safety (p. 326)
•
Gordelspanners (p. 63)
Waarschuwingsafstand instellen
voor City Safety
City Safety is altijd actief, maar het is wel moge-
lijk om de waarschuwingsafstand voor de functie
in te stellen.
N.B.
De functie City Safety™ kan niet worden uit-
geschakeld maar wordt bij het starten van de
motor automatisch geactiveerd en is vervol-
gens aan totdat de motor wordt uitgezet.
De waarschuwingsafstand bepaalt de gevoelig-
heid van het systeem en geeft aan bij welke
afstand de visuele, akoestische en haptische
waarschuwing moeten worden geactiveerd.
Als u vindt dat er te vaak wordt gewaarschuwd en
de signalen als storend ervaart, kunt u de waar-
schuwingsafstand verkleinen. Het systeem waar-
schuwt dan minder snel en minder vaak.
1. Druk op
Instellingen
in het hoofdscherm op
het middendisplay.
2. Druk op
My Car
IntelliSafe.
3. Kies onder
City Safety
voor
Vroeger
of
voor het instellen van de gewen-
ste waarschuwingsafstand.
Probeer het eerst met
Vroeger
. Als deze instel-
ling te vaak tot waarschuwingen leidt (wat in
bepaalde situaties als hinderlijk kan worden erva-
Later
,
Normaal