Samenvatting van Inhoud voor Volvo XC90 TWIN ENGINE 2018
Pagina 1
XC90 T W I N E N G I N E G EB RUIK E RSHA N DLE IDIN G...
Pagina 3
Rijd niet wanneer u onder de invloed bent Om nog meer plezier van uw Volvo te hebben, adviseren we u om de van alcohol of medicijnen – of als u rijvermogen om wat voor reden dan instructies en de onderhoudsinformatie in deze gebruikershandleiding ook beperkt is.
Pagina 4
INFORMATIE VOOR DE UW VOLVO VEILIGHEID EIGENAAR Volvo ID Veiligheid Bedieningsinformatie Volvo ID aanmaken en registreren Veiligheid tijdens de zwangerschap Gebruikershandleiding op middendisplay Drive-E - schoner rijplezier Whiplash Protection System Navigeren in de gebruikershandlei- IntelliSafe – rijhulp en veiligheid Veiligheidsgordels ding op het middendisplay Sensus –...
Pagina 5
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Positie van kinderzitje Instrumenten en bediening bij een Melding op bestuurdersdisplay hanteren auto met het stuur links Kinderzitje monteren Opgeslagen bestuurdersdisplaymel- Instrumenten en bediening bij een dingen hanteren Plaatsingstabel voor kinderzitjes die auto met het stuur rechts de veiligheidsgordel in de auto gebruiken Overzicht van het middendisplay Bestuurdersdisplay...
Pagina 6
VERLICHTING RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Contextuele instellingen openen op Verlichtingsbediening het middendisplay Ruiten, lampglazen en spiegels Verlichtingsfuncties aanpassen via Gebruikersgegevens resetten bij het middendisplay Inklembeveiliging op ruiten en zon- doorverkoop neschermen Stadslichten voor/achterlichten Instellingen resetten op middendisplay Resetprocedure voor de inklembe- Dagrijlicht veiliging Tabel met instellingen op middendisplay...
Pagina 7
STOELEN EN STUURWIEL KLIMAAT Handmatig bediende voorstoel Stuurslot Klimaatregeling Elektrisch bedienbare* voorstoel Stuurwiel verstellen Klimaatzones Klimaatsensoren Elektrisch bedienbare* voorstoel ver- stellen Gevoelstemperatuur Stand opslaan voor stoel, buitenspie- Stembediening klimaat gels en head-updisplay* Luchtkwaliteit Opgeslagen stand voor stoel, buiten- spiegels en head-updisplay gebruiken* Clean Zone* Instellingen voor massagefunctie* Clean Zone Interior Package*...
Pagina 8
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Elektrische stuurverwarming* active- Klimaat derde zitrij* activeren en ren en deactiveren deactiveren Vergrendelingsindicatie Automatische inschakeling van elek- Parkeerklimaat Instelling voor vergrendelingsbevestiging trische stuurverwarming* activeren Preconditioning een transpondersleutel en deactiveren Preconditioning in- en uitschakelen Vergrendelen en ontgrendelen met Automatische klimaatregeling activeren transpondersleutel Timerinstelling voor preconditioning...
Pagina 9
BESTUURDERSONDERSTEUNIN Locatie antennes voor start- en ver- Cruisecontrol activeren en starten grendelingssysteem Rijhulpsystemen Snelheidsbegrenzer deactiveren en Vergrendelen en ontgrendelen van stand-by zetten Snelheidsafhankelijke stuurkracht de binnenzijde van de auto Cruisecontrol heractiveren vanuit de Elektronische stabiliteitsregeling Achterklep ontgrendelen vanaf de stand-bystand Elektronische stabiliteitsregeling in binnenzijde Cruisecontrol uitschakelen...
Pagina 10
Beperkingen van Pilot Assist Obstakeldetectie met City Safety Verkeersbordinformatie met snel- heidswaarschuwing en instellingen* Symbolen en meldingen voor City Safety bij kruisend verkeer Pilot Assist* Snelheidswaarschuwing van ver- Beperkingen van City Safety bij krui- keersbordinformatie activeren/deac- send verkeer Waarschuwing rijhulpsystemen bij tiveren een dreigende botsing City Safety bij ontoereikende uitwijk-...
Pagina 11
HYBRIDE-INFORMATIE Niveau van stuurhulp bij dreigende Fileparkeervak verlaten met actieve Algemene informatie over Twin Engine bermongelukken parkeerhulp* Hybride-accu opladen Stuurhulp bij dreigende bermongelukken Beperkingen van de Actieve parkeer- Laadstroom hulp* Stuurhulp bij dreigende tegenligger- Laadkabel botsing Meldingen voor Actieve parkeerhulp* Aardlekschakelaar in de laadkabel Stuurhulp bij dreigende staartbotsing* Temperatuurcontrole van de laadkabel...
Pagina 12
STARTEN EN RIJDEN Motor starten Versnellingsbak Hold en Charge-functie Auto afzetten Schakelstanden van een automati- Voorbereidingen voor een lange rit sche versnellingsbak Contactslotstanden Rijden tijdens de winter Schakelen met stuurpaddles* Contactslotstand kiezen Doorwaaddiepte Keuzehendelblokkering Alcoholslot* Tankvulklep openen en sluiten Kickdownfunctie Brandstof tanken Alcoholslot* omzeilen Schakelindicator...
Pagina 13
GELUID, MEDIA EN INTERNET ® Audio, media en internet Video afspelen HomeLink * gebruiken ® ® Audio-instellingen DivX weergeven Typegoedkeuring voor HomeLink Geluidservaring* Instellingen voor video Kompas* Apps ® Media via Bluetooth Kompas* activeren en deactiveren Apps downloaden ® Kompas kalibreren* Eenheid aansluiten via Bluetooth Apps bijwerken Media AUX/USB-poort...
Pagina 14
WIELEN EN BANDEN Telefoon handmatig verbinden met Gebruiksvoorwaarden en gegevens- Banden de auto via Bluetooth uitwisseling Maataanduiding voor banden Telefoon met Bluetooth-verbinding Gegevensuitwisseling activeren en Maataanduiding voor wielen loskoppelen deactiveren De draairichting van de banden. Andere telefoon met Bluetooth-ver- Vrije geheugenruimte op harde schijf binding kiezen Slijtage-indicator van banden Licentieovereenkomst voor audio en...
Pagina 15
LAADMOGELIJKHEDEN, ONDERHOUD EN SERVICE OPBERGMOGELIJKHEDEN EN Noodreparatieset voor banden Serviceprogramma van Volvo INTERIEUR Noodreparatieset voor banden gebruiken Gegevensoverdracht tussen auto en werkplaats via wifi Auto-interieur Band oppompen met compressor uit reparatieset voor banden Download Center Tunnelconsole Systeemupdates hanteren via Down-...
Pagina 16
SPECIFICATIES Zekering vervangen Autolak Typeaanduidingen Zekeringen in motorruimte Geringe lakschade herstellen Maten Zekeringen onder dashboardkastje Kleurcodes Gewichten Zekeringen in bagageruimte Wisserbladen achterruit vervangen Trekgewichten en kogeldruk Interieur reinigen Wisserblad voorruit vervangen Motorspecificaties Middendisplay reinigen Wisserbladen in servicestand Specificaties van de motorolie Head-updisplay* reinigen Vulopening voor sproeiervloeistof Ongunstige rijomstandigheden voor...
Pagina 17
ALFABETISCH REGISTER Alfabetisch register...
Pagina 20
De informatie is door- Guide en een supplement bij de gebruikers- gebruik en het bezit van uw Volvo. De site is zoekbaar en ook beschikbaar in een indeling in handleiding met onder meer informatie over beschikbaar voor de meeste markten.
Pagina 21
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR Gebruikershandleiding op Het is mogelijk een gedrukt exemplaar van de Supportsite van Volvo Cars (p. 23) • middendisplay gebruikershandleiding en het bijbehorende sup- Gebruikershandleiding doornemen (p. 24) • plement te bestellen. Neem voor bestelling con- Via het middendisplay van de auto kunt u de tact op met een Volvo-dealer.
Pagina 22
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR Dit geldt alleen voor bepaalde apps in de auto. Gebruikershandleiding Contextuele gebruikershandleiding Voor gedownloade boordapps van derden zijn bijv. geen appspecifieke artikelen beschikbaar. Gerelateerde informatie Navigeren in de gebruikershandleiding op • het middendisplay (p. 21) Navigeren in schermen op het middendisplay •...
Pagina 23
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR Navigeren in de Menu openen op het hoofdmenu Quick Guide gebruikershandleiding op het Tik op het symbool om een Tik op in de bovenste lijst in de gebrui- – middendisplay pagina te openen met koppe- kershandleiding. lingen naar enkele artikelen die De digitale gebruikershandleiding is te bereiken >...
Pagina 24
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR Zoekfunctie gebruiken op het Hotspots voor exterieur en interieur Favorieten Overzichtsbeelden (exterieur en Tik op het symbool om de arti- hoofdmenu interieur) van de auto. Diverse kelen te openen die als favorie- 1. Druk op op het hoofdmenu van de delen zijn voorzien van hotspots ten zijn opgeslagen.
Pagina 25
Supportsite van Volvo Cars desbetreffende gebieden. De navigatie tussen de apparaten verschillende artikelen van de gebruikershandlei- Op de web- en supportsite van Volvo Cars staat ding verloopt eenvoudig en de inhoud is door- De gebruikershandleiding is beschikbaar als meer informatie over uw auto.
Pagina 26
Cars Een goede manier om vertrouwd te raken met lijke informatie over hoe en waar u professionele Registreert uw eigen Volvo ID en meld u aan op uw nieuwe auto is om de gebruikershandleiding hulp kunt krijgen. www.volvocars.com. Zodra u bent aangemeld,...
Pagina 27
INFORMATIE VOOR DE EIGENAAR tekstveld. Worden gebruikt om te attenderen op Informatie BELANGRIJK een risico dat, bij het negeren van de waarschu- Belangrijk-teksten geven informatie over kans wing, kan resulteren in ernstig letsel met mogelijk op materiële schade. dodelijke afloop. Gevaar voor materiële schade N.B.
Pagina 28
• (p. 23) gebruikershandleiding in drukvorm gemaakt is ® afkomstig zijn uit FSC -gecertificeerde bossen of Supportsite van Volvo Cars (p. 23) • andere gecontroleerde bronnen. Gerelateerde informatie Drive-E - schoner rijplezier (p. 30) •...
Pagina 30
Volvo ID aanmaken en registreren N.B. Volvo ID is een persoonlijke ID waarmee u Een Volvo ID is op verschillende manieren aan te Bij wijziging van een gebruikersnaam/wacht- gebruikmakend van één gebruikersnaam en maken. Als u een Volvo ID registreert op woord voor een bepaalde dienst (zoals Volvo wachtwoord toegang krijgt tot diverse diensten.
Pagina 31
Lees hieronder over hoe u het ID regis- treert voor de auto. 2. Start de app en vul uw Volvo ID/mailadres in. Volvo ID registreren via de Volvo On Call- 3. Volg de instructies op, die automatisch naar 1.
Pagina 32
Volvo Car Corporation werkt voortdurend aan de ontwikkeling van veiliger en effectievere produc- Milieuzorg is een van de kernwaarden van Volvo milieu heeft de volle aandacht van Volvo - de Brandstofverbruik Cars die van invloed is op alle activiteiten. De...
Pagina 33
Interieur Bijdragen aan een schoner milieu Een zuinige auto levert niet alleen een beperking Uw Volvo is gebouwd volgens het concept De gebruikte materialen voor het interieur van van de milieu-effecten op, maar betekent ook "Schoon aan binnen- en buitenkant" - een con- een Volvo zijn zorgvuldig geselecteerd en uitvoe- lagere kosten voor de eigenaar van de auto.
Pagina 34
UW VOLVO tact op te nemen met een dealer voor de locatie van een gecertificeerd/erkend recyclingbedrijf. Gerelateerde informatie Brandstofverbruik en CO -uitstoot (p. 698) • Zuinig rijden (p. 490) • Preconditioning in- en uitschakelen (p. 241) • Milieu-aspecten van de gebruikershandlei- •...
Pagina 35
UW VOLVO IntelliSafe – rijhulp en veiligheid Verkeersbordinformatie* • N.B. Elektronische stabiliteitsregeling IntelliSafe is het rijveiligheidsconcept van Volvo • Lees de artikelen over de afzonderlijke syste- Cars. IntelliSafe omvat enkele systemen die de Roll Stability Control • men door voor een goed inzicht in de werking...
Pagina 36
UW VOLVO Sensus – connectiviteit en Sensus biedt een intelligente bedieningsinterface schijnt, hangt af van hoe belangrijk de informatie entertainment en contact met de digitale wereld. Dankzij de is voor u als bestuurder. intuïtieve navigatiestructuur kunt u altijd toegang Sensus biedt u de mogelijkheid om diverse apps...
Pagina 37
UW VOLVO Waar welke informatie verschijnt, hangt af van hoe belangrijk de informatie is. informatie over snelheid en navigatie*. Ook infor- Bestuurdersdisplay Head-updisplay* matie over verkeersborden en telefoonoproepen verschijnen op het head-updisplay. Dergelijke informatie is te hanteren met de rechter stuur- knoppenset en vanaf het middendisplay.
Pagina 38
UW VOLVO te bedienen met de twee knoppensets op het Stembediening stuurwiel. Als bestuurder kunt u de stem- bediening gebruiken om uw Middendisplay handen aan het stuur te kun- nen houden. Het systeem begrijpt bepaalde stemcom- mando's. Gebruik de stembe-...
Pagina 39
Vastlegging van gegevens Dit kan een bijdrage leveren aan een beter inzicht in de omstandigheden waarin bepaalde Om ervoor te zorgen dat u als Volvo-bezitter uw In het kader van de veiligheids- en kwaliteitsin- verkeersongevallen en schades ontstaan. De auto ten volle kunt benutten blijven we de auto-...
Pagina 40
Volvo en de werkplaatsen die een contract hebben met Gerelateerde informatie Volvo. Volvo ziet erop toe dat de gegevens, die in Gebruiksvoorwaarden en gegevensuitwisse- • verband met reparatie en onderhoud worden ling (p. 565) doorgegeven aan Volvo, zorgvuldig worden opge- Servicevoorwaarden (p.
Pagina 41
Volvo waar acces- De uitrusting die in de gebruikershandleiding Installatie van accessoires (p. 39) • soires al dan niet veilig in uw Volvo mogen wordt beschreven is niet op alle auto's aanwezig worden geïnstalleerd. Vraag altijd een Uitrusting aansluiten op de diagnoseaanslui- •...
Pagina 42
Meer informatie over de garantie vindt u Een verkeerde aansluiting en montage van soft- voor de gevolgen indien niet-goedgekeurde in het service- en garantieboekje. Volvo wijst ware kan een nadelige invloed hebben op de apparatuur wordt aangesloten op de On-...
Pagina 43
Systeeminformatie Vehicle Identification Number. Uw nieuwe Volvo is, of kan zijn uitgerust met een inhoudelijk rijke entertainment- en communicatie- > Het voertuigidentificatienummer van de Het VIN staat bij alle modellen op dezelfde plek. systemen. Dat kan een mobiele telefoon met auto verschijnt.
Pagina 44
UW VOLVO adviezen geven voor enkele nieuwe functies waarmee de auto kan zijn uitgerust: WAARSCHUWING Gebruik tijdens het rijden nooit een hand- • held mobiele telefoon. In bepaalde gebie- den is het voor de bestuurder verboden om een mobiele telefoon te gebruiken wanneer de auto rijdt.
Pagina 46
Volvo adviseert u om zo spoedig moge- groot deel van de kracht bij een aanrijding wordt lijk contact op te nemen met een erkende verdeeld over de balken, de stijlen, de vloer, het Volvo-werkplaats.
Pagina 47
VEILIGHEID Veiligheid tijdens de zwangerschap Whiplash Protection System Zithouding Naarmate de zwangerschap vordert moeten Het is belangrijk dat zwangere passagiers hun Het Whiplash Protection System (WHIPS) is zwangere bestuurders de stoel en het stuurwiel veiligheidsgordel op de juiste manier dragen en een beveiliging die het risico van letsel door whi- dusdanig verstellen dat ze de auto volledig onder dat een zwangere bestuurder haar zithouding...
Pagina 48
WHIPS aan en probeer deze nooit zelf te geklemd zitten tussen het zitgedeelte van de repareren. Volvo adviseert u om contact op te achterbank en de rugleuning van de voorstoe- Gerelateerde informatie nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 49
Let erop dat alle passagiers hun veiligheidsgor- gordels aan en probeer ze nooit zelf te repa- del om hebben voordat u gaat rijden. reren. Volvo adviseert u om contact op te Voor optimale bescherming van de veiligheids- nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 50
VEILIGHEID 2. Zet de gordel vast door de borglip in de bij- 3. Voorin en op de beide buitenste zitplaatsen behorende gordelsluiting te steken. op de tweede zitrij kunt u de gordel hoger of lager zetten. > Een duidelijke "klik" geeft aan dat de gor- del vastzit.
Pagina 51
VEILIGHEID Gordelspanners Gerelateerde informatie WAARSCHUWING Veiligheidsgordels (p. 47) • De auto is voorzien van standaardgordelspan- Elke veiligheidsgordel is bedoeld voor slechts Gordelspanners (p. 49) ners en elektrische gordelspanners die de veilig- • één persoon. heidsgordels in kritieke situaties en bij aanrijdin- Portier- en gordelwaarschuwing (p.
Pagina 52
WAARSCHUWING gordels aan en probeer ze nooit zelf te repa- Breng nooit zelf wijzigingen in de veiligheids- reren. Volvo adviseert u om contact op te gordels aan en probeer ze nooit zelf te repa- nemen met een erkende Volvo-werkplaats. reren. Volvo adviseert u om contact op te Als een veiligheidsgordel aan grote krachten nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 53
VEILIGHEID Portier- en gordelwaarschuwing U kunt de grafische voorstelling resetten door Voorstoel een druk op de O-knop van de rechter knoppen- Er worden visuele en akoestische signalen afge- Het systeem herinnert inzittenden eraan om de groep op het stuurwiel. geven, wanneer u en een eventuele voorpassa- veiligheidsgordel om te doen en waarschuwt gier niet in de gordel zitten.
Pagina 54
Laat de auto wegsle- Bestuurdersairbags (p. 53) • pen. Volvo adviseert u de auto te laten weg- Passagiersairbag (p. 54) • slepen naar een erkende Volvo-werkplaats. Zijairbags (p. 57) •...
Pagina 55
WAARSCHUWING Volvo adviseert u om voor reparatie contact op te nemen met een erkende Volvo-werk- plaats. Een verkeerde ingreep in het airbag- systeem kan tot een onjuiste werking leiden met ernstig letsel als gevolg.
Pagina 56
WAARSCHUWING Volvo adviseert u om voor reparatie contact op te nemen met een erkende Volvo-werk- Sticker op zonneklep aan passagierszijde. plaats. Een verkeerde ingreep in het airbag-...
Pagina 57
VEILIGHEID Passagiersairbag* activeren en kinderzitje kunnen veilig op de passagiers- WAARSCHUWING deactiveren stoel zitten. Laat nooit iemand voor de passagiersstoel zit- De passagiersairbag is te deactiveren als de ten of staan. WAARSCHUWING auto is voorzien van een speciale schakelaar, Vervoer kinderen nooit in een tegen de rijrich- Passenger Airbag Cut Off Switch (PACOS).
Pagina 58
VEILIGHEID Passagiersairbag activeren 2. Bevestig de melding door de O-knop van de Passagiersairbag deactiveren rechter stuurknoppenset in te drukken. Trek de schakelaar naar buiten en draai deze Trek de schakelaar naar buiten en draai deze vanuit OFF naar ON. vanuit ON naar OFF. >...
Pagina 59
VEILIGHEID Zijairbags 2. Bevestig de melding door de O-knop van de Gerelateerde informatie rechter stuurknoppenset in te drukken. Gordelspanners (p. 49) • De zijairbags aan bestuurders- en passagiers- Kinderzitje (p. 61) zijde dienen ter bescherming van borstkas en • heupen bij een aanrijding. >...
Pagina 60
Opblaasgordijnen WAARSCHUWING WAARSCHUWING De gordijnairbags, Inflatable Curtain (IC) helpen Volvo adviseert u om voor reparatie contact Volvo adviseert u om voor reparatie contact voorkomen dat bestuurder en eventuele passa- op te nemen met een erkende Volvo-werk- op te nemen met een erkende Volvo-werk- giers bij een botsing met hun hoofd tegen de plaats.
Pagina 61
Safety Mode heeft gestaan. Dit zoals de brandstofleidingen, de sensoren voor kan aanleiding geven tot letsel of een slechte functie van de auto. Volvo adviseert u de auto de veiligheidssystemen of het remsysteem. Gerelateerde informatie altijd in een erkende Volvo-werkplaats te laten Airbags (p.
Pagina 62
Bij minder ernstige schade en als er gecon- BELANGRIJK op een bergingsvoertuig worden afgevoerd. stateerd is dat geen sprake is van brandstof- Volvo adviseert u hem te laten afvoeren naar Als de melding Safety mode Zie lekkage, kan er een startpoging worden een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 63
Laat kinderen nooit bij passagiers op schoot zit- lend voor de te gebruiken producten. ten. Bij gebruik van kinderveiligheidsproducten is Volvo adviseert u kinderen zo lang mogelijk te het belangrijk om de bijgeleverde montage- Gerelateerde informatie vervoeren in een achterstevoren gemonteerd kin- voorschriften door te nemen.
Pagina 64
VEILIGHEID Bovenste bevestigingspunten voor Bovenste bevestigingspunten voor kinderzi- • WAARSCHUWING kinderzitjes tjes (p. 62) Haal de bovenste bevestigingsband van het Onderste bevestigingspunten voor kinderzi- • De auto is voorzien van bovenste bevestigings- kinderzitje door de opening in de ene poot tjes (p.
Pagina 65
VEILIGHEID Onderste bevestigingspunten voor i-Size/ISOFIX-bevestigingspunten De bevestigingspunten voorin zijn alleen gemon- kinderzitjes voor kinderzitjes teerd als de auto is voorzien van een schakelaar voor het activeren/deactiveren van de passa- De auto is voorzien van onderste bevestigings- De auto is voorzien van i-Size/ISOFIX-bevesti- giersairbag *.
Pagina 66
VEILIGHEID Positie van kinderzitje gaan de bevestigingspunten voor het i-Size/ N.B. ISOFIX-systeem schuil. Het is belangrijk om het kinderzitje op de juiste De wettelijke bepalingen voor hoe een kind in stoel in de auto te plaatsen. De positie hangt Duw het zitkussen van de zitplaats omlaag om bij de auto moet worden geplaatst, verschillen onder meer af van het type kinderzitje en van de de bevestigingspunten te komen.
Pagina 67
Zet de bevestigingsbanden van het kinderzitje bag geactiveerd is. niet vast aan de hendel waarmee u de voor- De waarschuwingssticker voor passagiersairbag Gebruik alleen door Volvo geadviseerde kin- • stoel in de lengterichting verstelt of aan de is aangebracht als hierboven.
Pagina 68
Vergeet Op tweede zitrij monteren ligheidsgordel in de auto gebruiken (p. 67) niet om bij het demonteren van een kinder- Gebruik alleen door Volvo geadviseerde kin- • zitje ook altijd eventuele onderste bevesti- Plaatsingstabel voor i-Size-kinderzitjes •...
Pagina 69
VEILIGHEID Plaatsingstabel voor kinderzitjes die N.B. de veiligheidsgordel in de auto Neem alvorens een kinderzitje in de auto te gebruiken monteren altijd het hoofdstuk over de mon- De tabel geeft aanbevelingen voor de te gebrui- tage van kinderzitjes in de gebruikershandlei- ken kinderzitjes op de verschillende zitplaatsen ding door.
Pagina 70
Voor kinderen in deze gewichtsgroep adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje. Volvo adviseert: In de rijrichting geplaatst omkeerbaar Volvo-zitje (typegoedkeuring E5 04192); verhogingskussen met of zonder rugleuning (typegoedkeuring E5 04216); Volvo-kinderzitje met rugleuning (type- goedkeuring E1 04301169); Volvo-kinderzitje (typegoedkeuring E1 04301312).
Pagina 71
Voor kinderen in deze gewichtsgroep adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje. Volvo adviseert: In de rijrichting geplaatst omkeerbaar Volvo-zitje (typegoedkeuring E5 04191); verhogingskussen met of zonder rugleuning (typegoedkeuring E5 04216); Volvo-kinderzitje met rugleuning (type- goedkeuring E1 04301169).
Pagina 72
Volvo adviseert: Volvo-babyzitje (typegoedkeuring E1 04301146). Volvo adviseert: Tegen de rijrichting in geplaatst omkeerbaar Volvo-zitje (typegoedkeuring E5 04192). Volvo adviseert: In de rijrichting geplaatst omkeerbaar Volvo-zitje (typegoedkeuring E5 04191); verhogingskussen met of zonder rugleuning (typegoedkeuring E5 04216); Volvo-kinderzitje met rugleuning (type- goedkeuring E1 04301169).
Pagina 73
VEILIGHEID WAARSCHUWING Vervoer kinderen nooit in een tegen de rijrich- ting in geplaatst kinderzitje op de passagiers- stoel voorin, wanneer de passagiersairbag geactiveerd is. Gerelateerde informatie Positie van kinderzitje (p. 64) • Kinderzitje monteren (p. 65) • Plaatsingstabel voor i-Size-kinderzitjes •...
Pagina 74
Geschikt voor i-Size-kinderzitje met "universele" goedkeuring dat in of tegen de rijrichting in geplaatst is. X: Niet geschikt voor kinderzitjes met universele goedkeuring. Volvo adviseert een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje voor deze categorie. Tabel voor de XC90 Excellence...
Pagina 75
VEILIGHEID Tabel voor de XC90 Excellence Lounge Type kinderzitje Achterbank i-Size-kinderzitje X: Niet geschikt voor kinderzitjes met universele goedkeuring. Gerelateerde informatie Positie van kinderzitje (p. 64) • Kinderzitje monteren (p. 65) • Plaatsingstabel voor kinderzitjes die de vei- • ligheidsgordel in de auto gebruiken (p. 67) Plaatsingstabel voor ISOFIX-kinderzitjes •...
Pagina 76
VEILIGHEID Plaatsingstabel voor ISOFIX- plaatsen en voor de desbetreffende gewichts- N.B. kinderzitjes groepen. Neem alvorens een kinderzitje in de auto te De tabel geeft aanbevelingen voor de te gebrui- Het kinderzitje moet zijn goedgekeurd conform monteren altijd het hoofdstuk over de mon- ken ISOFIX-kinderzitjes op de verschillende zit- UN Reg R44 en de producent van het zitje moet tage van kinderzitjes in de gebruikershandlei-...
Pagina 77
Volvo adviseert: Volvo-babyzitje bevestigd met ISOFIX-systeem (typegoedkeuring E1 04301146). Geldt bij een auto zonder ISOFIX-console. Voor kinderen in deze gewichtsgroep adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje. Volvo adviseert: BeSafe iZi Kid X3 ISOfix (typegoedkeuring E5 04200). * Optie/accessoire.
Pagina 78
Voor kinderzitjes met een ISOFIX-systeem zijn er afmetingscategorieën om te helpen bij het kiezen van het juiste type kinderzitje. De afmetingscategorie staat aangegeven op het etiket van het kinderzitje. Bij montage van kinderzitjes dient het verlengbare zitkussen altijd te zijn ingeschoven. Volvo adviseert: Volvo-babyzitje bevestigd met ISOFIX-systeem (typegoedkeuring E1 04301146). Voor kinderen in deze gewichtsgroep adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje.
Pagina 79
Bij montage op de buitenste plaats aan de passagierszijde schuift u de Lounge Console van de auto naar de voorste stand. Bij montage van kinderzitjes dient het verlengbare zitkussen altijd te zijn ingeschoven. Volvo adviseert: Volvo-babyzitje bevestigd met ISOFIX-systeem (typegoedkeuring E1 04301146). Voor kinderen in deze gewichtsgroep adviseert Volvo een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje.
Pagina 80
Als een i-Size/ISOFIX-kinderzitje geen afme- tingscategorie heeft, moet het automodel op de voertuiglijst van het kinderzitje staan. N.B. Volvo raadt u aan om contact op te nemen met een erkende Volvo-dealer voor de i-Size/ ISOFIX-kinderzitjes die Volvo adviseert. Gerelateerde informatie Positie van kinderzitje (p.
Pagina 81
15–36 kg (33–80 lbs) en een lengte van minimaal 97 cm (38 inch). WAARSCHUWING Volvo adviseert om de reparatie of vervanging van het geïntegreerde kinderzitje alleen te laten uitvoeren door een erkende Volvo-werk- plaats. Het kinderzitje mag niet worden aan- gepast of van extra's worden voorzien.
Pagina 82
VEILIGHEID Zitkussen van geïntegreerd Zitkussen van geïntegreerd kinderzitje* uitklappen kinderzitje* inklappen Als het geïntegreerde kinderzitje gebruikt wordt, Als het geïntegreerde kinderzitje niet gebruikt moet het zitkussen worden opgeklapt. wordt, moet het zitkussen in de achterbank wor- den geklapt. Duw het zitkussen naar achteren om het te vergrendelen.
Pagina 83
VEILIGHEID Duw het zitkussen met uw hand omlaag om het te vergrendelen. BELANGRIJK Controleer vóór het omlaag klappen of er geen losse voorwerpen (bijvoorbeeld speel- goed) zijn achtergebleven in de ruimte onder het zitgedeelte van het kinderzitje. N.B. Bij het inklappen van rugleuningen achter moet eerst het zitgedeelte van het kinderzitje worden neergeklapt.
Pagina 86
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instrumenten en bediening bij een Stuurwielafstelling Midden- en tunnelconsole auto met het stuur links Claxon In de overzichten wordt aangegeven waar dis- plays en bedieningselementen dicht bij de Linker knoppenset op het stuur bestuurder zitten. Motorkap openen Stuurwiel en instrumentenpaneel Displayverlichting, achterklep ontgrendelen/ openen* / vergrendelen/sluiten*, koplam-...
Pagina 87
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instrumenten en bediening bij een Overzicht van het middendisplay (p. 114) • auto met het stuur rechts Versnellingsbak (p. 469) • In de overzichten wordt aangegeven waar dis- plays en bedieningselementen dicht bij de bestuurder zitten. Stuurwiel en instrumentenpaneel Geheugens voor instellingen van elektrisch bedienbare voorstoel*, buitenspiegels en head-updisplay*...
Pagina 88
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Stuurwielafstelling Linker knoppenset op het stuur Plafondconsole Stadslicht, dagrijlicht, dimlicht, groot licht, Middendisplay richtingaanwijzers, mistachterlicht, op nul zet- Alarmlichten, ontwaseming, media, klep ten van dagtellers dashboardkastje ontgrendelen Stuurpaddles om handmatig te schakelen Schakelhendel/keuzehendel met een automatische versnellingsbak* Leeslampjes en interieurverlichting voorin Head-updisplay* Startknop...
Pagina 89
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Bestuurdersportier Overzicht van het middendisplay (p. 114) • Versnellingsbak (p. 469) • Geheugens voor instellingen van elektrisch bedienbare voorstoel*, buitenspiegels en head-updisplay* Centrale vergrendeling Elektrisch bedienbare ruiten, buitenspiegels, elektrisch kinderslot* Instelling van voorstoel Gerelateerde informatie Handmatig bediende voorstoel (p. 192) •...
Pagina 90
Wat er op het bestuurdersdisplay play of delen ervan onleesbaar zijn. Bezoek wordt weergegeven, hangt af van de uitrusting, onmiddellijk een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. instellingen en de op dat moment actieve func- ties van de auto. WAARSCHUWING Het bestuurdersdisplay wordt geactiveerd zodra er een portier wordt geopend, d.w.z.
Pagina 91
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Links In het midden Rechts Laadstatus Actieradius op tank Mediaspeler Actieradius op accu Navigatiekaart* Momentaan brandstofverbruik Telefoon Appmenu (te activeren met de stuurknoppenset) Stembediening Kompas Afhankelijk van de gekozen rijmodus. Gecumuleerde afstand. Dynamisch symbool Gerelateerde informatie Het dynamische symbool in zijn Instellingen voor bestuurdersdisplay (p.
Pagina 92
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instellingen voor bestuurdersdisplay Instellingen via middendisplay 2. Tik op Systeem Systeemtalen en - Instellingen voor de weergave-opties van het eenheden Systeemtaal om een taal te Informatietype kiezen bestuurdersdisplay zijn te verrichten via het kiezen. 1. Tik op Instellingen op het hoofdscherm van applicatiemenu van het bestuurdersdisplay en...
Pagina 93
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Brandstofmeter Hybridemeter Geeft het vermogensniveau aan waar- bij de verbrandingsmotor aanslaat. Een De brandstofmeter op het bestuurdersdisplay In de rijmodi Hybrid en Pure verschijnt een hybri- gevuld symbool betekent dat de ver- geeft het brandstofpeil in de tank aan. demeter op het bestuurdersdisplay die u kunt brandingsmotor wordt gebruikt.
Pagina 94
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Hybridemeter Bijvoorbeeld: De hybridemeter geeft de resterende hoeveel- heid stroom in de hybride-accu aan. De auto genereert stroom voor de accu en de accu wordt opgeladen bij lichte druk op het rempedaal of bij De auto is gestart maar staat stil, geen vermogensbe- het afremmen op de motor op een aflopende helling.
Pagina 95
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Boordcomputer Symbolen op de hybridemeter Actieradius op accu • Toerist (alternatieve snelheidsmeter) De boordcomputer van de auto registreert waar- • den zoals afgelegde afstand, brandstofverbruik Eenheden voor afstand, snelheid en dergelijk zijn en gemiddelde snelheid tijdens het rijden. te wijzigen via de systeeminstellingen op het mid- dendisplay.
Pagina 96
De digitale snelheid wordt dan weergegeven in heeft Volvo ervoor gekozen om een startwaarde de eenheid die de analoge snelheidsmeter juist te hanteren bij een volledig opgeladen auto. De Actieradius op accu niet geeft.
Pagina 97
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Ritstatistieken tonen op het Bestuurdersdisplay (p. 88) 1. Open het appmenu op het bestuurdersdis- • bestuurdersdisplay play door op (1) te drukken. Systeemeenheden wijzigen (p. 138) • De door de boordcomputer geregistreerde en (Het appmenu is niet te openen als er nog berekende waarden kunnen worden weergege- een onbevestigde melding op het bestuur- ven op het bestuurdersdisplay.
Pagina 98
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Dagteller resetten Verbruiksinfo weergeven op het 3. Blader verder omlaag naar de alternatievenk- middendisplay noppen om te kiezen welke informatie op het Reset de dagteller met de linker stuurhendel. bestuurdersdisplay moet worden weergege- De verbruiksinfo van de boordcomputer ver- ven: schijnt in grafische vorm op het middendisplay en biedt u het overzicht waarmee u eenvoudig...
Pagina 99
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instellingen voor verbruiksinfo Gerelateerde informatie Verbruiksinfo weergeven op het middendis- • De instellingen voor verbruiksinfo zijn op nul te play (p. 96) stellen of aan te passen. Boordcomputer (p. 93) • 1. Open de app Bestuurder prestaties op het Dagteller resetten (p.
Pagina 100
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Datum en tijd Buitentemperatuurmeter Automatische tijd voor auto's met gps Bij een auto met navigatiesysteem kunt u De klok is zichtbaar op zowel bestuurders- als De buitentemperatuurmeter staat aangegeven Automatische tijd kiezen. De tijdzone wordt dan middendisplay. op het bestuurdersdisplay.
Pagina 101
ABS-regeling. Rijd voor een controle naar een werkplaats. Volvo adviseert u con- tact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 102
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Symbool Betekenis Symbool Betekenis Symbool Betekenis Richtingaanwijzer links en Groot licht aan Preconditioning aan rechts Het symbool brandt, wanneer u het Het symbool brandt, wanneer de De symbolen knipperen als de rich- groot licht voert of grootlichtsigna- motor- en interieurverwarming/ tingaanwijzers worden gebruikt.
Pagina 103
Symbool Betekenis Lees de melding op het bestuur- men. dersdisplay. Volvo adviseert u con- Waarschuwing Amberkleurig symbool: Rijbaanas- tact op te nemen met een erkende sistent waarschuwt/grijpt in. Het rode waarschuwingssymbool Volvo-werkplaats.
Pagina 104
Engelse versie van de overeenkomst USE OR OTHER DEALINGS IN THE moet u contact opnemen met een tussen Volvo en producenten of ontwikkelaars. SOFTWARE. werkplaats. Volvo adviseert u con- Boost Software License 1.0...
Pagina 105
DISPLAYS EN STEMBEDIENING AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE endorse or promote products derive from this BSD 4-clause "Original" or "Old" License ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL THE software without specific prior written Copyright (c) 1982, 1986, 1990, 1991, 1993 REGENTS OR CONTRIBUTORS BE LIABLE permission.
Pagina 106
DISPLAYS EN STEMBEDIENING OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR distribution) o You can use this software for BSD 2-clause “Simplified” license Copyright (c) <YEAR>, <OWNER> All rights OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF whatever you want, in parts or full form, THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF without having to pay us.
Pagina 107
DISPLAYS EN STEMBEDIENING must contact us to verify this. The FreeType documentation. The copyright notices of the Discusses bugs, as well as engine internals, project is copyright (C) 1996-1999 by David unaltered, original files must be preserved in design issues, specific licenses, porting, etc. Turner, Robert Wilhelm, and Werner all copies of source files.
Pagina 108
DISPLAYS EN STEMBEDIENING libpng versions 0.97, January 1998, through For the purposes of this copyright and license, Libpng License 1.0.6, March 20, 2000, are Copyright (c) 1998, "Contributing Authors" is defined as the following This copy of the libpng notices is provided for 1999 Glenn Randers-Pehrson, and are set of individuals: your convenience.
Pagina 109
DISPLAYS EN STEMBEDIENING 1. The origin of this source code must not be Permission is hereby granted, free of charge, to This software is provided 'as-is', without any misrepresented. any person obtaining a copy of this software and express or implied warranty. In no event will the associated documentation files (the "Software"), authors be held liable for any damages arising 2.
Pagina 110
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Applicatiemenu op Except as contained in this notice, the name of SGI Free Software B License Version 2.0. bestuurdersdisplay Silicon Graphics, Inc. shall not be used in SGI FREE SOFTWARE LICENSE B (Version 2.0, advertising or otherwise to promote the sale, use Sept.
Pagina 111
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Appmenu op bestuurdersdisplay Appmenu openen/sluiten Functies hanteren Druk op Openen/sluiten (1). – Boordcom- Dagteller kiezen, kiezen wat op > Het appmenu wordt geopend/gesloten. Het applicatiemenu (appmenu) op het bestuur- puter het bestuurdersdisplay moet dersdisplay is te gebruiken via de rechter stuur- worden weergegeven en derge- knoppenset.
Pagina 112
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Melding op bestuurdersdisplay Gerelateerde informatie voorstellingen, symbolen en knoppen om de des- betreffende melding bijvoorbeeld te bevestigen Applicatiemenu op bestuurdersdisplay • Op het bestuurdersdisplay kunnen in uiteenlo- of in te stemmen met een bepaald verzoek. (p. 108) pende situaties meldingen verschijnen om u te Melding op bestuurdersdisplay (p.
Pagina 113
Deel van een melding, verschijnt samen met gegevens over de te laten controleren. Bepaalde meldingen op het bestuurdersdisplay locatie van de storing. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. worden gecombineerd met een of meer knoppen Normaal Het is tijd voor een service-...
Pagina 114
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Opgeslagen Nieuwe melding hanteren Opgeslagen melding lezen bestuurdersdisplaymeldingen Voor meldingen met knoppen: Lees de opgeslagen melding direct: hanteren 1. Wissel van knop door op links of rechts (1) Druk op de knop rechts van de melding – Meldingen die zijn opgeslagen vanuit het te drukken.
Pagina 115
> De gebruikershandleiding gaat open op het middendisplay en deze geeft informa- tie die aan de melding is gekoppeld. Afhankelijk van de markt. Er moet ook een Volvo ID zijn geregistreerd en een voorkeurswerkplaats zijn gekozen.
Pagina 116
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Overzicht van het middendisplay Vanaf het middendisplay zijn tal van autofuncties te regelen. Hier volgt een beschrijving van het middendisplay en de mogelijkheden ervan.
Pagina 117
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Drie van de basisschermen van het middendisplay. Veeg naar rechts of naar links om het functie- of appscherm te openen Functiescherm – autofuncties die met één mige functies zijn ook zogenoemde trigger- den openen. Bijvoorbeeld Camera. Instellin- druk te activeren of deactiveren zijn.
Pagina 118
DISPLAYS EN STEMBEDIENING richten vanuit het functiescherm, maar aan- Media – laatst gebruikte apps die verband Gebruikershandleiding op middendisplay • passingen verricht u met de rechter stuur- houden met media. Druk op het scherm om (p. 19) knoppenset. het uit te vouwen. Mediaspeler (p.
Pagina 119
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Middendisplay hanteren een lijst en apps verplaatsen door het scherm op BELANGRIJK verschillende manieren aan te raken. Veel autofuncties zijn te bedienen en regelen Raak het scherm niet met scherpe voorwer- vanaf het middendisplay. Het middendisplay is Dankzij IR-stralen vlak boven het schermopper- pen aan om krassen te voorkomen.
Pagina 120
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Methode Uitvoering Resultaat Vegen Wisselen tussen schermen, bladeren in een lijst, tekst of scherm. Ingedrukt houden en verslepen om apps of kaartpunten op de kaart te verplaatsen. Horizontaal of verticaal over het scherm slepen. Snel vegen/slepen Wisselen tussen schermen, bladeren in een lijst, tekst of scherm. Horizontaal of verticaal over het scherm slepen.
Pagina 121
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Terugkeren naar homescherm vanuit het bedieningselement naar de gewenste • temperatuur te slepen, een ander scherm 1. Druk kort op de homeknop onder het mid- − te drukken om de temperatuur in • dendisplay. stapjes te verhogen of te verlagen, of >...
Pagina 122
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Middendisplay activeren en Navigeren in schermen op het 1. Houd de fysieke homeknop onder het display deactiveren middendisplay langere tijd ingedrukt. > Het display dooft, met uitzondering van Het middendisplay is te dimmen en te activeren Het middendisplay heeft vijf verschillende basis- het klimaatveld dat nog steeds zichtbaar met de homeknop onder het display.
Pagina 123
DISPLAYS EN STEMBEDIENING het tabblad te klikken of door van boven naar N.B. N.B. beneden over het scherm te slepen/vegen. In het homescherm van de standaardstand – Het hoofdscherm is niet beschikbaar tijdens Het hoofdscherm biedt altijd toegang tot: druk kort op de homeknop. Op het scherm het starten/uitschakelen of als er een display- verschijnt een animatie die uitlegt hoe u de tekst op het scherm staat.
Pagina 124
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Applicatiescherm rechtstreeks op het appscherm, zoals het aantal Functiescherm ongelezen sms-berichten voor Berichten Tik op een app om deze te openen. De app wordt vervolgens in het desbetreffende deelscherm geopend, bijvoorbeeld Media Afhankelijk van het aantal apps kunt u omlaag- bladeren in het appscherm.
Pagina 125
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Afhankelijk van het aantal functies kunt u ook Functiescherm op het middendisplay • omlaagbladeren in het scherm. U doet dat door (p. 127) van onder naar boven te vegen/slepen. Overzicht van het middendisplay (p. 114) • In tegenstelling tot het appscherm waar bij een tik op een app de bijbehorende app wordt geopend, wordt bij een tik op een functieknop in het functiescherm alleen de desbetreffende...
Pagina 126
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Deelschermen op middendisplay hanteren Het homescherm bestaat uit vier deelschermen: Navigatie Media Telefoon en een extra deel- scherm. Deze schermen zijn uit te vouwen.
Pagina 127
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Een deelscherm uitvouwen vanuit standaardstand Standaardstand en uitgevouwen stand van het deelscherm van het middendisplay.
Pagina 128
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Deelscherm uitvouwen: scherm voor nog meer informatie en aanvullende instelmogelijkheden. Voor de deelschermen Navigatie Media – Telefoon Als er een deelscherm is geopend als volledig : Tik op een willekeurige plaats op scherm, verschijnt er geen informatie van de ove- het deelscherm.
Pagina 129
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Functiescherm op het Verschillende soorten knoppen autofuncties. Navigeer vanuit het homescherm middendisplay Er zijn drie verschillende soorten knoppen voor naar het functiescherm door van links naar autofuncties, zie hieronder: rechts over het display te vegen. In het functiescherm, een van de basisschermen van het middendisplay, liggen alle knoppen voor Soort knop Eigenschap...
Pagina 130
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Verschillende standen van de knoppen Het systeem is gedeactiveerd, wanneer het led- lampje is gedoofd. Wanneer het groene led-lampje brandt van een functie- of parkeerknop, is de desbetreffende functie geactiveerd. Bij het activeren van functies verschijnt voor sommige functies een extra tekst over wat deze inhouden.
Pagina 131
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Apps en knoppen op middendisplay Symbolen op de statusbalk van het N.B. verplaatsen middendisplay Verberg de apps die u zelden of nooit De apps en de knoppen voor autofuncties op Overzicht van de symbolen die mogelijk op de gebruikt door ze helemaal onderaan te plaat- het app- en functiescherm zijn te verplaatsen en statusbalk van het middendisplay verschijnen.
Pagina 132
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Eenheid aansluiten via USB-poort (p. 540) • Symbool Betekenis Telefoon (p. 549) • Automodem geactiveerd. Datum en tijd (p. 98) • Internet delen via USB actief. Proces gaande. Timer voor preconditioning actief. Weergave audiobron gestart. Weergave audiobron gestopt. Telefoongesprek gaande.
Pagina 133
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Toetsenbord op middendisplay Met het toetsenbord van het middendisplay kunt u met toetsen tekst invoeren op het scherm, maar ook handmatig door letters en tekens "in te tekenen" op het scherm. Met het toetsenbord kunnen tekens, letters en cijfers worden ingevoerd, bijv.
Pagina 134
DISPLAYS EN STEMBEDIENING De afbeelding laat een overzicht zien van een aantal van de knoppen die op het toetsenbord kunnen verschijnen. De opzet wisselt, al naar gelang de taalinstellingen en in welk verband het toetsenbord wordt gebruikt.
Pagina 135
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Regel met suggesties voor woorden of voor de eerste letter in het tekstveld. In tekst- Bij eenmaal indrukken van de bevestigingsknop velden die bestemd zijn voor namen of boven het toetsenbord (niet zichtbaar op de tekens . De voorgestelde woorden worden adressen begint automatisch elk woord met afbeelding) bevestigt u de ingevoerde tekst.
Pagina 136
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Gerelateerde informatie Taal wijzigen voor toetsenbord van midden- • display (p. 135) Handmatig tekens, letters of woorden invoe- • ren op middendisplay (p. 135) Middendisplay hanteren (p. 117) • Berichtfuncties (p. 555) •...
Pagina 137
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Taal wijzigen voor toetsenbord van Handmatig tekens, letters of Op het toetsenbord wisselen tussen middendisplay woorden invoeren op middendisplay verschillende talen Om op het toetsenbord tussen de verschillende Het toetsenbord van het middendisplay biedt u Wanneer u in Instellingen ver- talen te kunnen wisselen, moeten de talen eerst...
Pagina 138
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Suggesties voor tekens/letters/woorden/ Tekens/letters/woorden handmatig invoeren Tekens/letters verwijderen/wijzigen die woorddelen. U kunt bladeren in de lijst. 1. Schrijf een teken, een letter, een woord of handmatig zijn ingevoerd delen van een woord in de ruimte voor hand- Spatie.
Pagina 139
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Opzet van middendisplay Volume van systeemgeluid Van regel wisselen in het vrije veld met aanpassen uitschakelen of aanpassen op handgeschreven tekst middendisplay U kunt de opzet van het middendisplay aanpas- sen door een thema te kiezen. Het volume van het systeemgeluid is op het mid- dendisplay te wijzigen of uit te schakelen.
Pagina 140
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Systeemeenheden wijzigen Systeemtaal wijzigen Instellingen wijzigingen op het hoofdscherm van het Instellingen voor de eenheden verricht u in het Instellingen voor de taal verricht u in het menu middendisplay Instellingen Instellingen menu van het middendisplay. van het middendisplay. Via het middendisplay kunt u instellingen en 1.
Pagina 141
Gerelateerde informatie Apps van derden Overzicht van het middendisplay (p. 114) • Apps van derden zoals Volvo-id zijn bij aflevering Instellingen resetten op middendisplay van de auto niet voorgeïnstalleerd en moeten • (p. 140) naderhand worden gedownload. Bij dergelijke Hoofdscherm met de knop voor contextuele instellingen.
Pagina 142
Bij verkoop van de auto is het ook belangrijk om bestanden en herstelt de standaardwaarden Instellingen wijzigingen op het hoofdscherm • de doorverkoop te registreren in Volvo On Call* voor alle instellingen. van het middendisplay (p. 138) te wijzigen. Persoonlijke instellingen resetten - wist •...
Pagina 143
Subcategorie dat ze opgeslagen kunnen worden voor een Bestuurdersprofielen . Andere zijn algemeen Internet via automodem Kaart zijn, wat betekent dat ze niet zijn gekoppeld aan Volvo On Call een bestuurdersprofiel. Route en begeleiding Volvo-servicenetwerken Verkeer My Car Subcategorie Klimaatregeling...
Pagina 144
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Bestuurdersprofielen Systeem Algemene instellingen De algemene instellingen en de parameters wijzi- Tal van auto-instellingen zijn naar wens aan te Subcategorie gen niet als het ene bestuurdersprofiel wordt ver- passen en op te slaan in een of meer bestuur- Bestuurdersprofiel ruild voor een ander.
Pagina 145
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Bestuurdersprofiel kiezen Instellingen resetten in bestuurdersprofielen 2. Tik op Profiel • (p. 146) > Dezelfde lijst als die voor alternatief 1 ver- Bij het inschakelen van het middendisplay ver- schijnt. Tabel met instellingen op middendisplay • schijnt boven aan het display het gekozen (p.
Pagina 146
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Naam van bestuurdersprofiel Bestuurdersprofiel beveiligen Naam van bestuurdersprofiel wijzigen • wijzigen (p. 144) In sommige gevallen wilt u liever niet dat de ver- Transpondersleutel koppelen aan bestuur- • U kunt de verschillende bestuurdersprofielen die schillende auto-instellingen worden opgeslagen dersprofiel (p.
Pagina 147
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Transpondersleutel koppelen aan 5. Sla de optie om het profiel te beveiligen op Kies eerst het profiel dat u aan de sleutel wilt bestuurdersprofiel door te tikken op Terug Sluiten koppelen, voor zover het te koppelen profiel niet al actief is.
Pagina 148
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instellingen resetten in 5. Kies Sleutel koppelen om het profiel aan Gerelateerde informatie bestuurdersprofielen de sleutel te koppelen. Het is niet mogelijk Bestuurdersprofielen (p. 142) • om een bestuurdersprofiel te koppelen aan Naam van bestuurdersprofiel wijzigen Instellingen die zijn opgeslagen onder een of •...
Pagina 149
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Melding op het middendisplay Meldingen op middendisplay Pop-upmeldingen hanteren In bepaalde gevallen verschijnen pop-upmeldin- Op het middendisplay kunnen in uiteenlopende gen. Pop-upmeldingen zijn belangrijker dan mel- situaties meldingen verschijnen om u te informe- Meldingen op het middendisplay zijn te hanteren dingen op de statusbalk en verdwijnen alleen na ren of helpen.
Pagina 150
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Opgeslagen 2. Tik op een melding om deze uit te vouwen/ Nieuwe melding hanteren middendisplaymeldingen hanteren minimaliseren. Voor meldingen met knoppen: > Er verschijnt meer informatie over de mel- Meldingen die zijn opgeslagen vanuit het Druk op de knop om de maatregel uit te voe- –...
Pagina 151
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Head-updisplay* N.B. Het head-updisplay is een aanvulling op het U kunt de informatie op het head-updisplay bestuurdersdisplay van de auto en projecteert mogelijk minder goed zien bij informatie van het bestuurdersdisplay op de gebruik van een polariserende zonnebril •...
Pagina 152
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Head-updisplay* activeren en Het sneeuwvloksymbool gaat branden Gerelateerde informatie deactiveren bij gevaar voor gladheid. Head-updisplay* activeren en deactiveren • (p. 150) Het head-updisplay is na het starten van de auto Head-updisplay* reinigen (p. 665) te activeren en deactiveren. •...
Pagina 153
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instellingen voor head-updisplay* Lichtsterkte en hoogte aanpassen Positie verlagen Pas de instellingen aan voor de weergave van Bevestigen het head-updisplay op de voorruit. De lichtsterkte van de grafische voorstellingen De instellingen zijn te verrichten wanneer de auto wordt automatisch afgestemd op de heersende is gestart en er een beeld op de binnenkant van lichtomstandigheden.
Pagina 154
Head-updisplay* activeren en deactiveren een via Bluetooth aangesloten telefoon, de kli- • vangen van de voorruit of de displayeenheid. Kali- (p. 150) maatregeling en Volvo’s navigatiesysteem* met breren houdt in dat de geprojecteerde afbeelding stemcommando’s te bedienen. Bestuurdersprofielen (p. 142) •...
Pagina 155
DISPLAYS EN STEMBEDIENING De stembediening vindt plaats in de vorm van Stembediening gebruiken Om het volume van de systeemreacties te wijzi- een dialoog; de gebruiker zegt commando's en gen kunt u tijdens de stemsynthese aan de volu- krijgt een verbale reactie van het systeem. De Druk op de stuurknop voor meknop draaien.
Pagina 156
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Commando's voor specifieke functies, zoals de 1. Druk op Instellingen in het hoofdscherm. Stembediening telefoon telefoon en de radio, staan beschreven in de des- Bel naar een contact, laat berichten voorlezen of 2. Tik op Systeem Stembediening en kies betreffende artikelen.
Pagina 157
DISPLAYS EN STEMBEDIENING functie moet de auto verbinding hebben met Stembediening radio en media " Radio " – FM-radio starten. • internet. " FM Radio " – FM-radio starten. • Hier volgen commando's voor stembediening van radio en mediaspeler. Gerelateerde informatie "...
Pagina 158
DISPLAYS EN STEMBEDIENING Instellingen voor stembediening Gerelateerde informatie Stembediening (p. 152) • Hier kiest u de instellingen voor de stembedie- Stembediening gebruiken (p. 153) ning. • Stembediening telefoon (p. 154) • Instellingen Systeem Stembediening Stembediening klimaat (p. 213) • Stembediening radio en media (p. 155) •...
Pagina 160
Draairing op linker stuurhendel. Volvo adviseert om stand te gebruiken als Wanneer het elektrische systeem van de auto in er met de auto wordt gereden.
Pagina 161
VERLICHTING Verlichtingsfuncties aanpassen via Groot licht gebruiken (p. 162) • WAARSCHUWING het middendisplay Dimlicht (p. 161) • Het verlichtingssysteem van de auto kan niet Via het middendisplay zijn meerdere verlichtings- in elke situatie bepalen of het daglicht te Mistachterlicht (p. 165) •...
Pagina 162
VERLICHTING Stadslichten voor/achterlichten Dagrijlicht Als u bij een ingeschakelde en stilstaande auto de draairing vanuit een willekeurige andere stand De stadslichten voor/achterlichten zijn te gebrui- De auto heeft sensoren die de lichtomstandighe- naar de stand voor de stadslichten voor/achter- ken om zichtbaar te blijven voor medewegge- den rondom registreren.
Pagina 163
VERLICHTING Dimlicht Wanneer de draairing van de stuurhendel in Tunneldetectie De auto detecteert dat hij een tunnel inrijdt en stand staat, brandt het dagrijlicht (DRL Tijdens ritten met de draairing van de stuurhen- schakelt dan over van dagrijlicht op dimlicht. wanneer de auto overdag rijdt.
Pagina 164
VERLICHTING Groot licht gebruiken Automatisch groot licht tie deactiveren door de stuurhendel naar achteren te halen. Het groot licht is te bedienen met de linker Automatisch groot licht is een systeem dat met stuurhendel. Het groot licht is de felste verlich- een camerasensor boven aan de voorruit de Wanneer het groot licht ontstoken is, brandt het tingsfunctie op de auto en dient tijdens ritten in...
Pagina 165
VERLICHTING Automatisch groot licht activeren Als dit symbool samen met de melding Actief grootlicht Tijdelijk niet Het automatisch groot licht is te activeren en beschikbaar deactiveren door de draairing op de rechter op het bestuurdersdis- play verschijnt, moet u handmatig over- stuurhendel naar de stand te draaien.
Pagina 166
VERLICHTING Richtingaanwijzers gebruiken Gerelateerde informatie N.B. Verlichtingsbediening (p. 158) • De richtingaanwijzers van de auto zijn te bedie- Deze reeks automatische knipperingen is • Groot licht gebruiken (p. 162) nen met de linker stuurhendel. De richtingaanwij- • te onderbreken door de stuurhendel zers knipperen driemaal of blijven knipperen, Beperkingen van de gecombineerde camera •...
Pagina 167
VERLICHTING Mistachterlicht Actieve bochtverlichting* De functie is alleen actief bij een zwakke verlich- ting overdag of in het donker en alleen, wanneer Actieve bochtverlichting is ontworpen om in Omdat het mistachterlicht veel feller brandt dan de auto rijdt of het dimlicht is ontstoken. bochten en op kruisingen voor maximale verlich- de standaardachterlichten, moet u de verlich- tingsfunctie alleen gebruiken bij een beperkt...
Pagina 168
VERLICHTING Remlichten Noodremlichten bestuurdersdisplay, wanneer het mistachterlicht brandt. De remlichten gaan automatisch branden, wan- De noodremlichten worden geactiveerd om ach- neer u remt. terliggers erop te attenderen dat u krachtig remt. De mistachterlichten doven automatisch, wan- neer u de auto uitschakelt of wanneer u de draai- Daarbij knipperen de remlichten in plaats van dat De remlichten gaan branden wanneer het rempe- ring op de stuurhendel naar stand...
Pagina 169
VERLICHTING Alarmlichten Follow Me Home-verlichting N.B. gebruiken De alarmlichten waarschuwen medeweggebrui- De regels voor het gebruik van alarmlichten kers doordat alle richtingaanwijzers gelijktijdig Het is mogelijk om een deel van de buitenver- kunnen per land variëren. knipperen. De functie is te gebruiken om te lichting enige tijd ingeschakeld te houden en als waarschuwen voor gevaarlijke verkeerssituaties.
Pagina 170
VERLICHTING Approach-verlichting Interieurverlichting Automatische bediening voor interieurverlich- ting De Approach-verlichting wordt geactiveerd als Het interieur is uitgerust met diverse soorten ver- Leeslampje rechterzijde de auto wordt ontgrendeld en wordt gebruikt om lichtingsfuncties voor een betere rijbeleving. Zo de verlichting van de auto op afstand in te scha- is voorzien in leeslampjes, dashboardkastverlich- Leeslampjes kelen.
Pagina 171
VERLICHTING lichtsterkte is aan te passen door de knop inge- Automatische bediening voor drukt te houden. interieurverlichting De automatische verlichting is te activeren door Verlichting dashboardkastje de AUTO-knop op de plafondconsole kort in te De verlichting in het dashboardkastje wordt in- drukken.
Pagina 172
VERLICHTING Interieurverlichting aanpassen tevens fijn af te stemmen met het duimwiel op Deze verlichting brandt, wanneer de auto is inge- het instrumentenpaneel. schakeld. Afhankelijk van de contactslotstand gaat de inte- rieurverlichting op een bepaalde manier bran- Verlichtingssterkte wijzigen Sfeerverlichting* den. De verlichting in het interieur is aan te pas- 1.
Pagina 173
VERLICHTING Gerelateerde informatie Interieurverlichting (p. 168) • Verlichtingsfuncties aanpassen via het mid- • dendisplay (p. 159) Contactslotstanden (p. 456) •...
Pagina 176
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Ruiten, lampglazen en spiegels Inklembeveiliging op ruiten en Voorruitwissers gebruiken (p. 185) • zonneschermen Voorruit- en koplampsproeiers gebruiken In de auto zitten bedieningselementen voor rui- • (p. 188) ten, lampglazen en spiegels. Enkele ruiten van Alle elektrisch bedienbare ruiten en zonnescher- de auto zijn verstevigd met gelaagd glas.
Pagina 177
Inklembeveiliging op ruiten en zonnescher- • Bedieningsknoppen voor voorste zijruiten. men (p. 174) Elektrisch bedienbare ruiten (p. 176) • De elektrisch bedienbare ruiten zijn voorzien van Zonnescherm gebruiken* (p. 177) • een inklembeveiliging. Bij problemen met de Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 178
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Elektrisch bedienbare ruiten inklembeveiliging kunt u een resetprocedure pro- beren. Via het bedieningspaneel op het bestuurders- portier zijn alle ruiten te bedienen – via het WAARSCHUWING bedieningspaneel op de overige portieren is alleen de ruit in het desbetreffende portier te Kinderen, andere passagiers of voorwerpen bedienen.
Pagina 179
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Zonnescherm gebruiken* Bediening is tevens mogelijk met behulp van de Gerelateerde informatie transpondersleutel of passieve opening* via de Elektrisch bedienbare ruiten (p. 175) • De zonneschermen zijn geïntegreerd in de beide portiergreep. Inklembeveiliging op ruiten en zonnescher- achterportieren.
Pagina 180
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Achteruitkijkspiegel en Dimfunctie van spiegels aanpassen Stand opslaan voor stoel, buitenspiegels en • buitenspiegels head-updisplay* (p. 194) Fel licht van achteren kan hinderlijke reflecties in Elektrische achterruit- en buitenspiegelver- De achteruitkijkspiegel en de buitenspiegels die- de spiegels veroorzaken en u verblinden. Acti- •...
Pagina 181
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Buitenspiegels kantelen Autodimfunctie* De buitenspiegels zijn alleen uitgerust met auto- dimfunctie als ook de achteruitkijkspiegel is voor- Als het licht dat van achteren in de spiegel valt te Voor optimaal zicht naar achteren moet u de bui- zien van iets dergelijks.
Pagina 182
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS 3. Druk opnieuw op knop L of R. Het lampje 3. Kies onder Buitenspiegel kantelen bij Kantelen bij parkeren mag niet langer branden. achteruit Bestuurder Passagier voor De buitenspiegels zijn omlaag te kantelen zodat Beide om te activeren/deactiveren en om u bijvoorbeeld tijdens het parkeren de kant van Elektrisch inklapbare buitenspiegels* te kiezen welke buitenspiegel moet worden...
Pagina 183
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Panoramadak* WAARSCHUWING BELANGRIJK Het panoramadak is verdeeld in twee glasseg- Kinderen, andere passagiers of voorwerpen Verwijder sneeuw en ijs van het panora- • menten. Het voorste kan aan de achterkant verti- kunnen bekneld raken door bewegende madak alvorens het te openen.
Pagina 184
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Panoramadak* bedienen Passief vergrendelen en ontgrendelen* • BELANGRIJK (p. 281) Het panoramadak en het zonnescherm zijn te Open het panoramadak niet, wanneer • Vergrendelen en ontgrendelen met trans- bedienen met een bedieningsknop aan het pla- • lastdragers zijn gemonteerd.
Pagina 185
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Openen en sluiten, ventilatiestand Panoramadak volledig openen en BELANGRIJK sluiten via bediening aan plafond Controleer of het panoramadak bij sluiten goed vergrendelt. Het dak komt tot stilstand, als u bij handmatige bediening de bedieningsknop loslaat of als het glas de comfortstand heeft bereikt of maximaal geopend of gesloten is.
Pagina 186
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Automatische sluiting van bedieningsknop nu echter vooruit/omlaag naar Handmatige bediening zonnescherm van panoramadak* de stand voor automatisch sluiten. 1. Zonnescherm openen – duw de bedienings- knop achteruit naar de stand voor handmatig Volautomatische bediening – snel openen of Dankzij deze functie sluit het zonnescherm als openen.
Pagina 187
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Wisserbladen en sproeiervloeistof Voorruitwissers gebruiken Passief vergrendelen en ontgrendelen* • (p. 281) De wissers en de sproeiervloeistof dienen om De voorruitwissers reinigen de voorruit. Met de Vergrendelen en ontgrendelen met trans- het zicht en de reikwijdte van de koplampen te rechter stuurhendel zijn verschillende instellin- •...
Pagina 188
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Regensensor gebruiken Intervalstand Geheugenfunctie van regensensor gebruiken • (p. 187) Met het duimwiel kunt u het aantal wis- De regensensor registreert de hoeveelheid slagen per eenheid van tijd instellen wan- Achterruitwisser en -sproeier (p. 188) • regen op de voorruit en schakelt automatisch de neer u de intervalstand hebt geselecteerd.
Pagina 189
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Geheugenfunctie van regensensor staan en de ruitenwisserhendel in stand 0 of die BELANGRIJK gebruiken voor een enkele wisslag. In de wasstraat kunnen de ruitenwissers van De regensensor registreert de hoeveelheid Activeer de regensensor door op de regensen- de voorruit starten en beschadigd raken.
Pagina 190
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Voorruit- en koplampsproeiers Achterruitwisser en -sproeier Koplampsproeiers* gebruiken Om vloeistof te besparen worden ingeschakelde De achterruitwisser en -sproeiers reinigen de koplampen automatisch volgens bepaalde patro- De ruiten- en koplampsproeiers reinigen de achterruit. Via de rechter stuurhendel is de reini- nen gesproeid.
Pagina 191
RUITEN, GLASWERK EN SPIEGELS Automatische activering Duw de rechter stuurhendel naar voren om Wisserbladen achterruit vervangen (p. 677) • – achterruitwisser bij achteruitrijden de achterruit schoon te sproeien en te wis- Voorruitwissers gebruiken (p. 185) • sen. Als u de achteruitversnelling inschakelt terwijl de voorruitwissers actief zijn, zal de achterruitwisser Gerelateerde informatie starten.
Pagina 194
STOELEN EN STUURWIEL Handmatig bediende voorstoel Zet de hele stoel hoger/lager door de hand- Lendensteun* voorstoel verstellen (p. 200) • greep omhoog/omlaag te bewegen. Passagiersstoel verstellen vanaf bestuur- Voor optimaal zitcomfort hebben de voorstoelen • Pas de hellingshoek van de rugleuning aan verschillende instelmogelijkheden.
Pagina 195
STOELEN EN STUURWIEL Elektrisch bedienbare* voorstoel Elektrisch bedienbare* voorstoel Opgeslagen stand voor stoel, buitenspiegels • verstellen en head-updisplay gebruiken* (p. 195) Voor optimaal zitcomfort hebben de voorstoelen verschillende instelmogelijkheden. De elektrisch Instellingen voor massagefunctie* voorstoel • Stel de gewenste zitpositie in met de handgreep bedienbare stoel is naar voren/achteren en aanpassen (p.
Pagina 196
STOELEN EN STUURWIEL Stand opslaan voor stoel, wegverstelling* de ronde knop om de len- Verlengbaar zitkussen* voorstoel verstellen • buitenspiegels en head-updisplay* densteun naar voren/achteren te zetten. (p. 198) Zet de voorkant van de zitting hoger/lager Instellingen voor massagefunctie* van voor- •...
Pagina 197
STOELEN EN STUURWIEL Opgeslagen stand voor stoel, Stand opslaan Verlengbaar zitkussen* voorstoel verstellen • buitenspiegels en head-updisplay (p. 198) 1. Zet de stoel, buitenspiegels en het head- gebruiken* updisplay in de gewenste stand. Instellingen voor massagefunctie* van voor- • stoel (p. 196) 2.
Pagina 198
STOELEN EN STUURWIEL Instellingen voor massagefunctie* Stand opslaan voor stoel, buitenspiegels en Gesloten voorportier • van voorstoel head-updisplay* (p. 194) Houd een van de geheugenknoppen 1-3 – ingedrukt, totdat de stoel, de buitenspiegels Instellingen voor massagefunctie* voorstoel • Voor verstelling kunt u zowel de multifunctionele en het head-updisplay de standen innemen aanpassen (p.
Pagina 199
STOELEN EN STUURWIEL Instellingen voor massagefunctie* Intensiteit : kies uit Laag Normaal Passagiersstoel verstellen vanaf bestuur- • • voorstoel aanpassen Hoog dersstoel* (p. 201) Snelheid Langzaam Normaal : kies uit • Voor verstelling kunt u zowel de multifunctionele Snel bediening op de stoel als het middendisplay gebruiken.
Pagina 200
STOELEN EN STUURWIEL Verlengbaar zitkussen* voorstoel 2. Kies Massage op het stoelverstellings- 2. Kies Kussenverl. op het stoelverstellings- verstellen scherm. scherm. 3. Om een van de verschillende massagefunc- Afhankelijk van het gekozen uitrustingsniveau is Druk op de voorkant van de vierwegknop •...
Pagina 201
STOELEN EN STUURWIEL Zijsteunen* voorstoel verstellen Gerelateerde informatie 2. Kies Zijsteunen op het stoelverstellings- scherm. Handmatig bediende voorstoel (p. 192) • Verhoog het comfort van de voorstoelen door de zijsteunen van de rugleuningen te verstellen. Elektrisch bedienbare* voorstoel (p. 193) Druk op de voorkant van de vierwegknop •...
Pagina 202
STOELEN EN STUURWIEL Lendensteun* voorstoel verstellen De lendensteun is te verstellen met de multifunc- 2. Kies Lenden op het stoelverstellingsscherm. tionele bediening (bij auto's met een lendensteun De lendensteun is te verstellen met behulp van Druk de ronde knop omhoog /omlaag •...
Pagina 203
STOELEN EN STUURWIEL Passagiersstoel verstellen vanaf Gerelateerde informatie bestuurdersstoel* Handmatig bediende voorstoel (p. 192) • Elektrisch bedienbare* voorstoel (p. 193) De voorste passagiersstoel is vanaf de bestuur- • dersstoel te verstellen. Elektrisch bedienbare* voorstoel verstellen • (p. 193) Functie activeren Stand opslaan voor stoel, buitenspiegels en De functie is te activeren via het functiescherm •...
Pagina 204
STOELEN EN STUURWIEL Rugleuning tweede zitrij omklappen Verlengbaar zitkussen* voorstoel verstellen • BELANGRIJK (p. 198) De tweede zitrij bestaat uit drie afzonderlijke zit- Het zitgedeelte van het geïntegreerde kinder- Instellingen voor massagefunctie* van voor- plaatsen. De rugleuningen zijn elk apart om te •...
Pagina 205
STOELEN EN STUURWIEL Middelste zitplaats Buitenste zitplaatsen 2. Zorg ervoor dat de rugleuning met hoofd- steun bij het omklappen niet in aanraking komt met de voorstoel. Klap de rugleuning om totdat deze vergrendelt. > Bij het omklappen van de rugleuning beweegt het zitkussen omlaag/naar voren om een vlakke vloer te creëren.
Pagina 206
STOELEN EN STUURWIEL Hoofdsteun tweede zitrij verstellen WAARSCHUWING Stel de hoofdsteun van de middelste zitplaats af Controleer of de rugleuningen en hoofdsteu- aan de hand van de lengte van de passagier. nen van de achterbank na het rechtop zetten Klap de hoofdsteun* van de buitenste zitplaatsen goed vergrendeld zijn.
Pagina 207
STOELEN EN STUURWIEL Achterbank tweede zitrij naar voren/ Buitenste hoofdsteunen achterbank WAARSCHUWING achteren* elektrisch omklappen* Klap de buitenste hoofdsteunen niet om, als Bij een 7-zitter* zijn de zitplaatsen van de er passagiers op de achterbank zitten. tweede zitrij elk apart naar voren of achteren te zetten om de inzittenden op de tweede en derde WAARSCHUWING zitrij voldoende beenruimte te bieden.
Pagina 208
STOELEN EN STUURWIEL Hellingshoek ruggedeelte tweede Buitenste zitplaatsen WAARSCHUWING zitrij aanpassen Verstel de stoel vóór vertrek en zorg dat • De hellingshoek van het ruggedeelte is voor elk deze vaststaat. Wees voorzichtig bij het van de zitplaatsen op de tweede zitrij apart aan verstellen van de stoel.
Pagina 209
STOELEN EN STUURWIEL In- en uitstappen derde zitrij* WAARSCHUWING N.B. U kunt de tweede zitrij verstellen om het in- en Verstel de stoel vóór vertrek en zorg dat Als de rugleuning in de middelste zitrij na in- • uitstappen voor de derde zitrij* te vereenvoudi- deze vaststaat.
Pagina 210
STOELEN EN STUURWIEL Ruggedeelte derde zitrij Bedieningselementen op stuurwiel 2. Zorg ervoor dat de rugleuning met hoofd- omklappen* en claxon steun bij het omklappen niet in aanraking komt met de stoel ervóór. Klap het rugge- Op het stuurwiel zitten de claxon en bedienings- De derde zitrij bestaat uit twee afzonderlijke zit- deelte naar voren toe om.
Pagina 211
STOELEN EN STUURWIEL Stuurslot Claxon Het stuurslot bemoeilijkt de besturing zoals bij gebruik van de auto door onbevoegden. Er is mogelijk een mechanisch geluid waarneembaar, wanneer u het stuurslot inschakelt of opheft. Stuurslot activeren Wanneer u de auto van de buitenzijde vergren- delt en de motor is uitgeschakeld, wordt het stuurslot geactiveerd.
Pagina 212
STOELEN EN STUURWIEL Stuurwiel verstellen Het stuurwiel is in verschillende standen te zet- ten. Hendel voor verstelling van het stuurwiel. 1. Beweeg de hendel naar voren om het stuur- wiel te ontkoppelen. 2. Zet het stuurwiel vervolgens in de gewenste Het stuurwiel is in diepte en hoogte te verstellen.
Pagina 214
KLIMAAT Klimaatregeling Klimaatzones Klimaatsensoren De auto is voorzien van elektronische klimaatre- Afhankelijk van het aantal klimaatzones van de De klimaatregeling beschikt over enkele senso- geling. De klimaatregeling zorgt ervoor dat de auto kunt u verschillende temperaturen instellen ren voor de regeling van het autoklimaat. lucht in het interieur gekoeld, verwarmd of van voor verschillende delen van het interieur.
Pagina 215
KLIMAAT Gevoelstemperatuur Bij het Interior Air Quality System* is er ook een Stembediening klimaat luchtkwaliteitssensor, die in de luchtinlaat van de De klimaatregeling regelt het autoklimaat op Opdrachten voor klimaatregeling met stembe- klimaatregeling zit. basis van de gevoelstemperatuur en niet de wer- diening om bijvoorbeeld de temperatuur te wijzi- kelijke temperatuur.
Pagina 216
één " Schakel max. ruitontdooiing uit " – acti- en schoon te maken. stap. veert/deactiveert maximale ontwaseming. Gebruik de door Volvo geadviseerde schoon- Schakel elektrische ruitverwarming " • Gerelateerde informatie maakmiddelen en autoverzorgingsproducten voor " / "...
Pagina 217
KLIMAAT Clean Zone* Interior Air Quality System* (p. 216) De interieurventilator is geactiveerd. • • Interieurfilter (p. 217) De luchtrecirculatie is gedeactiveerd. Clean Zone controleert en geeft aan of wel of • • niet is voldaan aan alle voorwaarden voor een goede luchtkwaliteit in het interieur.
Pagina 218
KLIMAAT Clean Zone Interior Package* Interior Air Quality System* Clean Zone Interior Package* (p. 216) • Interieurfilter (p. 217) Clean Zone Interior Package (CZIP) omvat een Het Interior Air Quality System (IAQS) ontdoet • aantal aanpassingen om stoffen die aanleiding de binnenkomende lucht van gassen en stof- kunnen geven tot allergieën en/of astma uit het deeltjes om zo hinderlijke geurtjes en verontreini-...
Pagina 219
U kunt de luchtkwaliteitssensor desgewenst acti- ven moet u het filter op gezette tijden vervangen. luchtverdeling veren/deactiveren. Raadpleeg het Serviceprogramma van Volvo voor Wanneer u de automatische klimaatregeling hebt het aanbevolen vervangingsinterval. In zeer sterk geactiveerd, verloopt de luchtverdeling automa- 1.
Pagina 220
KLIMAAT Luchtverdeling aanpassen stijlen tussen de voor- en achterportieren (aan weerszijden één). De luchtverdeling is desgewenst handmatig te Extra bij zevenzitters – twee blaasmonden in wijzigen. de portierstijlen (aan weerszijden één) achter de achterportieren. Gerelateerde informatie Klimaatregeling (p. 212) • 1.
Pagina 221
KLIMAAT Blaasmonden openen, sluiten en richten Sommige blaasmonden in het interieur zijn apart te openen, sluiten en richten. Als u de buitenste blaasmonden op de zijruiten richt kunt u condens voorkomen. Als u de buitenste blaasmonden in de auto naar binnen richt, creëert u een warm en comfortabel autoklimaat.
Pagina 222
KLIMAAT Tabel met luchtverdelingsstanden De luchtverdeling is desgewenst handmatig te wijzigen. De volgende standen zijn in te stellen. Luchtverdeling Doel Bij deactivering van alle luchtverdelingsknoppen in de handmatige stand schakelt de klimaatregeling weer over op automatische klimaat- regeling. De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen. Er komt een bepaalde hoeveel- Gaat condens- en ijsvorming tegen (om dat te heid lucht uit de overige blaasmonden.
Pagina 223
KLIMAAT Luchtverdeling Doel De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen en blaasmonden in het dash- Voor voldoende comfort bij warm en droog board. Er komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit de overige blaasmonden. weer. De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen en de blaasmonden bij de vloer. Voor voldoende comfort en ontwaseming bij Er komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit de overige blaasmonden.
Pagina 225
KLIMAAT Klimaatregelingsbediening Hoofdklimaat Klimaat hoofdinstelling Op het tabblad kunt u De klimaatregelingsfuncties zijn te bedienen via behalve de klimaatfuncties in het klimaatveld ook de fysieke knoppen op de middenconsole, het de hoofdklimaatfuncties regelen. middendisplay en de klimaatregelingsbediening achter op de tunnelconsole. Fysieke knoppen op middenconsole Temperatuurregeling voor bestuurders- en passagierszone.
Pagina 226
KLIMAAT Ventilatorbediening voorin. Parkeerklimaat Parkeerklimaat Op het tabblad is het parkeer- AUTO – Automatische klimaatregeling. klimaat van de auto te regelen. Klimaat achterin Klimaatregelingsbediening achter op Op het tabblad Klimaat achter zijn alle klimaat- de tunnelconsole functies voor achterin te regelen. Bediening voor elektrische achterbankver- warming*.
Pagina 227
KLIMAAT Elektrische voorstoelverwarming* Na ontgrendeling zijn vanuit het klimaatpaneel Airconditioning activeren en deactiveren • activeren en deactiveren ook de ventilatorstand en temperatuur te wijzigen (p. 239) en verschijnen alle gekozen klimaatinstellingen. Klimaat derde zitrij* activeren en deactiveren • De stoelverwarming is te activeren om het com- Het scherm wordt automatisch vergrendeld na (p.
Pagina 228
KLIMAAT Automatische inschakeling van Gerelateerde informatie WAARSCHUWING elektrische stoelverwarming voorin* Klimaatregelingsbediening (p. 223) • Een elektrisch verwarmde stoel mag niet wor- activeren en deactiveren Elektrische voorstoelverwarming* activeren • den gebruikt door personen die niet goed De stoelverwarming is te activeren om het com- en deactiveren (p.
Pagina 229
KLIMAAT Elektrische stoelverwarming achter* Elektrische stoelverwarming achterin WAARSCHUWING activeren en deactiveren activeren en deactiveren vanaf de Een elektrisch verwarmde stoel mag niet wor- achterstoelen De stoelverwarming is te activeren om het com- den gebruikt door personen die niet goed fort voor bestuurder en inzittenden te verhogen, kunnen voelen dat de temperatuur toeneemt of die om een andere reden moeilijkheden wanneer het koud is.
Pagina 230
KLIMAAT Stoelventilatie voor* activeren en Elektrische stuurverwarming* deactiveren activeren en deactiveren De stoelventilatie is in te schakelen voor bijvoor- De stuurverwarming is te activeren om het stuur- beeld een groter comfort bij warm weer. comfort te verhogen, wanneer het koud is. 2.
Pagina 231
KLIMAAT Automatische inschakeling van Automatische klimaatregeling Gerelateerde informatie elektrische stuurverwarming* activeren Klimaatregelingsbediening (p. 223) • activeren en deactiveren Automatische inschakeling van elektrische Bij automatische klimaatregeling worden meer- • dere klimaatfuncties automatisch geregeld. stuurverwarming* activeren en deactiveren De stuurverwarming is te activeren om het stuur- (p.
Pagina 232
KLIMAAT Luchtrecirculatie activeren en Gerelateerde informatie N.B. deactiveren Klimaatregelingsbediening (p. 223) • Het is mogelijk om de temperatuur en de De luchtrecirculatie houdt vieze lucht, uitlaatgas- Timerinstelling voor luchtrecirculatie active- • ventilatorstand te wijzigen zonder deactivering sen en dergelijke buiten door recirculatie van de ren en deactiveren (p.
Pagina 233
KLIMAAT Timerinstelling voor luchtrecirculatie Maximale ontwaseming activeren en activeren en deactiveren deactiveren De luchtrecirculatie houdt vieze lucht, uitlaatgas- U kunt de maximale ontwaseming gebruiken om sen en dergelijke buiten door recirculatie van de de ruiten snel te ontwasemen en ontdooien. lucht in het interieur.
Pagina 234
KLIMAAT Elektrische voorruitverwarming* Auto's met elektrische voorruitverwarming: activeren en deactiveren Druk meerdere keren op de knop om de drie – standen te doorlopen: De elektrische voorruitverwarming dient om de voorruit snel van condens en ijs te ontdoen. elektrische voorruitverwarming geacti- 2.
Pagina 235
KLIMAAT Automatische inschakeling van Druk meerdere keren op de knop om de drie – N.B. elektrische voorruitverwarming* standen te doorlopen: Aan de beide uiteinden van de voorruit zitten activeren en deactiveren elektrische voorruitverwarming geacti- • driehoekige gebieden zonder elektrische ver- veerd De elektrische voorruitverwarming dient om de warming, zodat het ontdooien daar mogelijk...
Pagina 236
KLIMAAT Elektrische achterruit- en Automatische inschakeling van Elektrische achterruit- en buitenspiegelverwarming activeren elektrische achterruit- en buitenspiegelverwarming activeren en en deactiveren buitenspiegelverwarming activeren deactiveren vanaf middendisplay en deactiveren De elektrische achterruit- en buitenspiegelver- warming dient om de ruiten en buitenspiegels De elektrische achterruit- en buitenspiegelver- snel van condens en ijs te ontdoen.
Pagina 237
KLIMAAT Ventilatorstand voorin regelen Ventilatorstand achterin regelen BELANGRIJK De ventilator is in te stellen op diverse automa- De ventilator is in te stellen op diverse automa- Als de ventilator volledig uitstaat, start de air- tisch geregelde ventilatorstanden voor de voor- tisch geregelde ventilatorstanden voor de ach- conditioning niet, waardoor er mogelijk con- stoelen.
Pagina 238
KLIMAAT N.B. De klimaatregeling past de luchtstroom zo nodig automatisch aan, wat betekent dat de ventilatorsnelheid kan veranderen ondanks dat de ventilatorstand ongewijzigd is. Gerelateerde informatie Klimaatregelingsbediening (p. 223) • Klimaat Ventilatorregeling op klimaatpaneel achter op tunnel- Ventilatorstandknoppen op het tabblad console.
Pagina 239
KLIMAAT Temperatuur voorin regelen Temperatuur achterin regelen De temperatuur voor de klimaatzones voorin is in De temperatuur voor de klimaatzones achterin is te stellen op het gewenste aantal graden. in te stellen op het gewenste aantal graden. Temperatuur achterin regelen vanaf voorstoelen 1.
Pagina 240
KLIMAAT Temperatuur synchroniseren De temperatuur in de verschillende klimaatzones van de auto is te synchroniseren met de inge- stelde temperatuur voor de bestuurderszijde. Temperatuurbediening. Temperatuurregeling op klimaatpaneel achter op tunnel- console. 4. Regel de temperatuur door: 2. Druk op de <...
Pagina 241
KLIMAAT Airconditioning activeren en Gerelateerde informatie N.B. deactiveren Klimaatregelingsbediening (p. 223) • Het is niet mogelijk de airconditioning te acti- De airconditioning koelt en droogt zo nodig de veren, wanneer de ventilatorknop in stand binnenkomende lucht. staat. Bij een actieve airconditioning bepaalt de kli- maatregeling op basis van de behoefte automa- Gerelateerde informatie tisch de tijdstippen voor in- en uitschakeling.
Pagina 242
KLIMAAT Parkeerklimaat Preconditioning Klimaat derde zitrij* activeren en deactiveren Parkeerklimaat is een verzamelnaam voor ver- Preconditioning is een klimaatfunctie die, indien schillende functies die het klimaat in de passa- mogelijk, probeert om vóór vertrek de comfort- De derde zitrij heeft zijn eigen airconditioning die giersruimte van een geparkeerde auto verbete- temperatuur in het interieur te bereiken.
Pagina 243
KLIMAAT Preconditioning in- en uitschakelen N.B. N.B. Preconditioning verwarmt of koelt het interieur Preconditioning is alleen beschikbaar als de Preconditioning is alleen beschikbaar als de vóór het rijden, indien mogelijk. De functie is auto is aangesloten op een stroomaanslui- auto is aangesloten op een stroomaanslui- vanaf het middendisplay of een mobiele telefoon ting .
Pagina 244
Via de app starten* om het interieur kortstondig te koelen door de Via een apparaat met de Volvo On Call-app* is preconditioning direct te starten. het mogelijk de preconditioning in te schakelen én informatie te krijgen over de gekozen instellin-...
Pagina 245
KLIMAAT Timerinstelling voor preconditioning Timerinstelling voor preconditioning activeren 3. Tik op Timer toevoegen • toevoegen en bewerken en deactiveren (p. 244) > Er verschijnt een pop-upvenster. Timerinstelling voor preconditioning verwijde- • De timer voor preconditioning kan tot 8 verschil- ren (p. 245) lende tijdstippen hanteren.
Pagina 246
KLIMAAT Timerinstelling voor preconditioning 7. Tik op Bevestig om het ingestelde tijdstip 3. Tik op het tijdstip dat u wilt wijzigen. activeren en deactiveren toe te voegen. > Er verschijnt een pop-upvenster. > Het ingestelde tijdstip wordt toegevoegd Zo nodig kunt u een timertijdstip voor de pre- 4.
Pagina 247
KLIMAAT Timerinstelling voor preconditioning Gerelateerde informatie WAARSCHUWING verwijderen Preconditioning (p. 240) • Maak geen gebruik van de preconditioning Een timerinstelling voor de preconditioning die u Timerinstelling voor preconditioning (p. 242) • Binnen in ongeventileerde ruimten. Bij • niet langer nodig hebt kunt u verwijderen. Timerinstelling voor preconditioning toevoe- •...
Pagina 248
KLIMAAT Klimaatcomfort bij parkeren Klimaatcomfort tijdens het parkeren N.B. inschakelen en uitschakelen Het interieurklimaat van de auto is tijdens het Handhaving klimaatcomfort wordt uitgescha- parkeren nog enige tijd te handhaven, bijvoor- Bij handhaving van het klimaatcomfort wordt na keld als de auto van buitenaf wordt vergren- beeld als u of een of meer inzittenden na uit- afloop van een rit het interieurklimaat nog enige deld om niet onnodig restwarmte te gebrui-...
Pagina 249
Bij een actieve standverwarming brandt parkeerklimaat zijn ook weer te geven op een eenheid met de dit symbool op het bestuurdersdisplay Volvo On Call*-app. Op het bestuurdersdisplay kunnen enkele sym- bolen en meldingen verschijnen ten aanzien van het parkeerklimaat. Symbool...
Pagina 250
De inschakelduur van het parkeerklimaat is beperkt, omdat de ladingsgraad van de hybride-accu te laag is. Start de motor. Beperkt beschikbaar. Laadniveau te laag Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Geldt voor verwarming op brandstof. Geldt voor verwarming op stroom. Gerelateerde informatie Parkeerklimaat (p.
Pagina 251
De verwarming maakt gebruik van brandstof uit Extra verwarming (p. 251) de normale brandstoftank van de auto. • Een erkende Volvo-dealer heeft informatie over welke markten welke verwarming gebruiken. Geldt voor een verwarming op brandstof. Geldt voor verwarming op brandstof.
Pagina 252
KLIMAAT Standverwarming N.B. WAARSCHUWING De standverwarming verwarmt indien nodig het Zorg dat er voldoende brandstof in de tank Maak geen gebruik van de preconditioning interieur bij geactiveerde preconditioning. van de auto zit voor het geval dat u de stand- Binnen in ongeventileerde ruimten. Bij •...
Pagina 253
De verwarming is wijderen. Volvo adviseert u om voor reparatie op de wielkast rechtsvoor gemonteerd. contact op te nemen met een erkende Volvo- werkplaats. N.B. Gerelateerde informatie...
Pagina 254
Extra verwarming voor activeren/ deactiveren automatische inschakeling van extra verwarming. N.B. Volvo adviseert u om de automatische start van de extra verwarming uit te schakelen tij- dens korte ritten N.B. Als de automatische start van de extra ver- warming wordt gedeactiveerd, kan dat tot...
Pagina 256
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Vergrendelingsindicatie Vergrendelings- en alarmindicatie op Led in vergrendelingsknoppen het dashboard De alarmlichten knipperen bij vergrendeling of Voorportier ontgrendeling van de auto. Indicatie exterieur Vergrendeling Bij vergrendeling knipperen de alarmlichten • van de auto eenmaal en daarnaast worden de buitenspiegels ingeklapt Ontgrendelen Bij ontgrendeling knipperen de alarmlichten...
Pagina 257
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Instelling voor Gerelateerde informatie Achterportier* vergrendelingsbevestiging Vergrendelingsindicatie (p. 254) • In het instellingsmenu van het middendisplay kunt u verschillende alternatieven kiezen voor de wijze waarop de auto bevestigt dat er is vergren- deld en ontgrendeld. Om de instelling voor vergrendelingsbevestiging te wijzigen: 1.
Pagina 258
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM een transpondersleutel en lichtere transpondersleutel zonder knoppen Bij lang indrukken worden alle ruiten tegelij- (Key Tag) geleverd. kertijd gesloten. Deze doorluchtfunctie is Met de transpondersleutel zijn de portieren en onder te meer te gebruiken om de auto bij de achterklep te vergrendelen en ontgrendelen.
Pagina 259
Volvo On Call tromagnetische velden en afschermingen. Gerelateerde informatie of bij het indrukken van de ontgrende- Vergrendelen en ontgrendelen met trans- •...
Pagina 260
Volvo On Call. De sleutel wordt opnieuw geactiveerd bij ont- grendeling van de auto via Volvo On Call of bij het indrukken van de ontgrende- De afbeelding is schematisch, zodat er afhankelijk van lingsknop op een andere geldige sleutel.
Pagina 261
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Instellingen voor ontgrendeling op Achterklep ontgrendelen met Automatische hervergrendeling afstand en van de binnenzijde transpondersleutel Als u geen van de portieren noch de achterklep binnen twee minuten na ontgrendeling van de U kunt verschillende procedures voor externe Met een knop op de transpondersleutel is het buitenzijde met de transpondersleutel opent, wor- ontgrendeling kiezen.
Pagina 262
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Bereik transpondersleutel Voor passieve vergrendeling/ontgrendeling moet 1. Druk op de knop op de transponder- een transpondersleutel of de transpondersleutel sleutel. Voor een goede werking van de transponder- zonder knoppen Key Tag zich binnen een straal sleutel moet de sleutel zich binnen een bepaalde >...
Pagina 263
BELANGRIJK auto/sleutel wordt gebruikt. Lever een uitgediende Key Tag in bij een erkende Volvo-werkplaats. De sleutel moet uit de auto worden gewist, omdat die nog steeds kan worden gebruikt om de auto te starten met back-upstart.
Pagina 264
Houd de transpondersleutel met de voor- draaien, zodat deze markering uitkomt bij de kant enkele millimeters omhoog. zijde zichtbaar en het logo van Volvo naar de tekst OPEN. juiste kant. Schuif de knop bij de sleutelring De behuizing komt los en is van de sleu- aan de onderkant naar rechts.
Pagina 265
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM N.B. Volvo adviseert u om batterijen voor de trans- pondersleutel te gebruiken die voldoen aan UN Manual of Test and Criteria, Part III, sub- section 38.3. Voor batterijen die in de fabriek zijn geplaatst of in een erkende Volvo-werk- plaats zijn vervangen is dit het geval.
Pagina 266
> Nog een klik geeft aan dat de behuizing nieuwe bestellen bij een werkplaats – geadvi- in positie zit. seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Neem de resterende transpondersleutels mee BELANGRIJK naar de werkplaats. Ter preventie van diefstal...
Pagina 267
U kunt een of meer Red Key bestellen bij een programmeren, snelheidswaarschuwingen instel- Gedetailleerde informatie en Volvo-dealer. Er zijn in totaal elf transpondersleu- len en beperkingen instellen voor het maximale tels met beperkte functionaliteit te programme- instellingen bij het eerste gebruik volume van het audiosysteem.
Pagina 268
Maximum snelheid inst. voor sleutel De unieke code van de sleutelbladen is bekend Verkeersbordinformatie* • bij de erkende Volvo-werkplaatsen, waar ook Bij het eerste gebruik staat de functie "Aan" en nieuwe sleutelbladen kunnen worden besteld. is de snelheid 120 km (75 mph).
Pagina 269
• omhoog te kantelen. Houd de transpondersleutel met de voor- tieren te activeren en deactiveren. zijde zichtbaar en het logo van Volvo naar de De transpondersleutel zonder knoppen heeft juiste kant. Schuif de knop bij de sleutelring geen afneembaar sleutelblad. Gebruik zo nodig aan de onderkant naar rechts.
Pagina 270
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Vergrendelen en ontgrendelen met 5. Trek de handgreep naar buiten. afneembaar sleutelblad > Het portier wordt ontgrendeld. Het afneembare sleutelblad is onder meer te Het vergrendelen gaat op dezelfde manier. Daar- gebruiken om de auto van de buitenzijde te ont- bij wordt dan bij stap (3) 45 graden linksom grendelen –...
Pagina 271
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM tel: bij stroomuitval bijvoorbeeld of als de batterij Het portier is zowel vanaf de buitenzijde als Alarm uitschakelen* in de transpondersleutel leeg is. vanaf de binnenzijde te openen. N.B. Het portier is niet vanaf de buitenzijde te Het linker voorportier is te vergrendelen met de openen.
Pagina 272
Neem contact op met de dichtstbij- zijnde Volvo-dealer voor meer informatie over het systeem en hulp bij de activering ervan. Alleen bepaalde markten en uitsluitend in combinatie met Volvo On Call.
Pagina 273
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Typegoedkeuring voor Passief starten (Passive Start) en transpondersleutels passieve vergrendeling/ontgrendeling (Passive Entry*) De typegoedkeuring voor de transpondersleutels van de auto staan in de volgende tabellen. Voor meer informatie over de typegoedkeuring, zie support.volvocars.com. CEM-markering voor transpondersleutels. Zie de vol- gende tabellen voor aanvullende typegoedkeuringsnum- mers.
Pagina 274
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Brazilië MT-3245/2015 Indonesië Nomor: 38301/SDPPI/2015 Maleisië RAAT/37A/1215/S(15-5198) Mexico IFETEL: RLVDEVO15-0396 Rusland Verenigde Arabische ER37847/15 Emiraten DA0062437/11...
Pagina 275
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Namibië TA-2016-02 Zuid-Afrika TA-2014-1868 een transpondersleutel Land/regio Typegoedkeuring Europa Huf Hülsbeck & Fürst GmbH & Co. KG verklaart bij dezen dat de radioapparatuur van het type HUF8423 in overeenstemming is met de Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is te vinden op support.volvocars.com.
Pagina 276
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Marokko AGREE PAR L'ANRT MAROC Numéro d’agrément: MR 10668 ANRT 2015 Date d’agrément: 24/07/2015 Mexico IFETEL Marca: HUF Modelo (s): HUF8423 NOM-121-SCT1-2009 La operación de este equipo está sujeta a las siguientes dos condiciones: (1) es posible que este equipo o dispositivo no cause interferencia perjudicial y (2) este equipo o dispositivo debe aceptar cualquier interferencia, incluyendo la que pueda causar su operación no deseada.
Pagina 277
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Oman Servië...
Pagina 278
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Zuid-Afrika TA-2015-432 Verenigde Ara- bische Emiraten Key Tag Land/regio Typegoedkeuring Europa Huf Hülsbeck & Fürst GmbH & Co. KG verklaart bij dezen dat de radioapparatuur van het type HUF8432 in overeenstemming is met de Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is te vinden op support.volvocars.com.
Pagina 279
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Marokko AGREE PAR L'ANRT MAROC Numéro d’agrément: MR 10667 ANRT 2015 Date d’agrément: 24/07/2015 Mexico IFETEL Marca: HUF Modelo (s): HUF8432 NOM-121-SCT1-2009 La operación de este equipo está sujeta a las siguientes dos condiciones: (1) es posible que este equipo o dispositivo no cause interferencia perjudicial y (2) este equipo o dispositivo debe aceptar cualquier interferencia, incluyendo la que pueda causar su operación no deseada.
Pagina 280
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Oman Servië...
Pagina 281
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Land/regio Typegoedkeuring Zuid-Afrika TA-2015-414 Verenigde Ara- bische Emiraten Gerelateerde informatie een transpondersleutel (p. 256) •...
Pagina 282
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Keyless vergrendeling/ Gerelateerde informatie N.B. ontgrendeling en aanraakgevoelige Passief vergrendelen en ontgrendelen* • Het is belangrijk dat u slechts één aanraak- zones* (p. 281) gevoelig vlak tegelijk aanraakt. Als u de hand- Dankzij de passieve vergrendeling en ontgrende- Achterklep passief ontgrendelen* (p.
Pagina 283
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Passief vergrendelen en Passief ontgrendelen N.B. ontgrendelen* Pak een portiergreep beet of druk voor ont- – Let erop dat het systeem kan worden geacti- grendeling lichtjes op het met rubber Bij een auto met passieve vergrendeling en ont- veerd bij het wassen van de auto als de trans- beklede drukplaatje aan de onderzijde van de grendeling hoeft u voor het ontgrendelen van de...
Pagina 284
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Instellingen voor passieve Achterklep passief ontgrendelen* Gerelateerde informatie ontgrendeling* Instellingen voor passieve ontgrendeling* • Bij een auto met passieve vergrendeling en ont- (p. 282) grendeling hoeft u voor het ontgrendelen van de U kunt verschillende procedures voor passieve achterklep alleen op de aanraakgevoelige zone Achterklep passief ontgrendelen* (p.
Pagina 285
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Locatie antennes voor start- en Om te openen: Gerelateerde informatie vergrendelingssysteem Passief vergrendelen en ontgrendelen* • 1. Druk lichtjes op het met rubber beklede (p. 281) In de auto zijn een antenne voor het startsysteem drukplaatje onder op de handgreep van de achterklep.
Pagina 286
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Vergrendelen en ontgrendelen van Alternatieve ontgrendelingsmethode WAARSCHUWING de binnenzijde van de auto Personen met een pacemaker mogen niet De portieren en de achterklep zijn te vergrende- dichter dan 22 cm (9 inch) bij de antennes len en ontgrendelen met de knop voor centrale van het Keyless-systeem komen.
Pagina 287
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Achterklep ontgrendelen vanaf de Vergrendelen met de knop op het Gerelateerde informatie binnenzijde voorportier Instellingen voor ontgrendeling op afstand en • van de binnenzijde (p. 259) Druk op de knop – beide voorportieren De achterklep is van de binnenzijde te ontgren- –...
Pagina 288
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Kinderslot activeren en deactiveren Gerelateerde informatie N.B. Vergrendelen en ontgrendelen van de bin- • Het kinderslot voorkomt dat de achterportieren De vergrendelbus van een portier dient • nenzijde van de auto (p. 284) vanaf de binnenzijde kunnen worden geopend. alleen om het desbetreffende portier te Elektrisch bedienbare achterklep* openen en •...
Pagina 289
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Automatische vergrendeling bij het 2. Druk op de bijbehorende knop van het Symbool Melding Betekenis wegrijden bedieningspaneel op het bestuurdersportier. Kinderslot ach- Het kinderslot > Op het bestuurdersdisplay staat de mel- Bij het wegrijden worden de portieren en de is geactiveerd.
Pagina 290
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Elektrisch bedienbare achterklep* openen en sluiten Functie die het mogelijk maakt om de achterklep met één druk op een knop te openen en te slui- ten. Openen Open de elektrisch bediende achterklep op een van de volgende manieren: Schopbeweging* onder de achterbumper.
Pagina 291
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Sluiten en vergrendelen Druk lang op de knop op de transpon- – dersleutel. > De achterklep sluit automatisch en er klinkt een signaal – de achterklep blijft onvergrendeld staan. Druk lang op de knop op het dashboard. –...
Pagina 292
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM dersleutels van de auto zich binnen bereik Als de achterklep stopt in de buurt van de geslo- Voorgespannen veren bevindt. ten stand, zal de achterklep bij een volgende handsfree activering worden geopend. Bij passief* vergrendelen of sluiten klinken •...
Pagina 293
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Maximale openingshoek voor Achterklep openen en sluiten met N.B. elektrische achterklepbediening* een schopbeweging* Om oververhitting tegen te gaan wordt • programmeren Een handige functie wanneer u de handen vol het systeem na langdurig en continu Stem de openingshoek van de achterklep af op hebt, omdat u de achterklep kunt openen en gebruik automatisch even uitgeschakeld.
Pagina 294
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Openen en sluiten met een Houd uw voet tijdens de schopbeweging niet onder de auto, aangezien de activering hierdoor schopbeweging kan mislukken. Handsfree openen of sluiten onderbreken Maak tijdens het openen of sluiten van de – achterklep een langzame voorwaartse schopbeweging om de beweging van de achterklep te onderbreken.
Pagina 295
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Privacy locking Auto met het accessoire skid plate* Als de auto is uitgerust met een skid plate zit de De achterklep en het dashboardkastje zijn te ver- sensor dichter bij de linkerhoek van de achter- grendelen via de functie Privacy locking die bumper.
Pagina 296
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Privacy locking activeren en Om een hoofdcode in te stellen: 2. Voer de code in die na vergrendeling moet deactiveren worden gebruikt om het dashboardkastje en 1. Tik op de knop Privacy locking in het functie- de achterklep te ontgrendelen en tik op Privacy locking is te activeren met de functiek- scherm.
Pagina 297
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Alarm* Als u de auto ontgrendelt via Volvo On Call* of de Alarmindicatie Volvo On Call-appen, wordt de Privacy locking Het alarm waarschuwt met akoestische en visu- automatisch gedeactiveerd. ele signalen als iemand zonder een geldige...
Pagina 298
Neem dan contact op pen. van de auto door met een werkplaats – geadviseerd wordt een De bewegingsmelder laat het alarm afgaan bij erkende Volvo-werkplaats. op de vergrendelingsknop op de transpon- • bewegingen in de passagiersruimte – ook even- dersleutel te drukken tuele luchtstromen worden geregistreerd.
Pagina 299
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM 1. Open het bestuurdersportier met het Automatische activering en afneembare sleutelblad. heractivering van het alarm > Het alarm gaat af. De automatische heractivering van het alarm voorkomt dat u de auto verlaat zonder het alarm- systeem uit te schakelen. Als u geen van de portieren noch de achterklep binnen twee minuten na uitschakeling van het alarm opent wanneer de auto met de transpon-...
Pagina 300
De auto is alleen te ontgrendelen via de trans- keer dat u de auto vergrendelt pondersleutel, passieve ontgrendeling* of met de uit te schakelen. Volvo On Call*-app , wanneer de Safelock-functie geactiveerd is. Tegelijkertijd wordt de Safelock-functie gedeacti- veerd, zodat ontgrendeling van de binnenzijde Het linker voorportier is ook te ontgrendelen met mogelijk is.
Pagina 301
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM Safelock-functie* tijdelijk Als de auto wordt ontgrendeld en weer wordt ver- deactiveren grendeld, moet de Safelock-functie weer worden gedeactiveerd. Als u de portieren van de buitenzijde wilt ver- grendelen terwijl er iemand in de auto achter- De volgende keer dat u de motor start, wordt het blijft, dient u de Safelock-functie te deactiveren.
Pagina 304
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijhulpsystemen Snelheidsafhankelijke stuurkracht Camera (p. 354) • City Safety™ (p. 360) De auto is voorzien van verschillende rijhulpsys- • De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging temen die u in verschillende situaties actief of zorgt ervoor dat de stuurbekrachtiging afneemt Rear Collision Warning (p. 375) •...
Pagina 305
BESTUURDERSONDERSTEUNING Elektronische stabiliteitsregeling WAARSCHUWING WAARSCHUWING De elektronische stabiliteitsregeling (ESC Als de temperatuur te hoog oploopt, moet de De functie is een systeem voor aanvul- • helpt u voorkomen dat de wielen doorslippen en bekrachtiging mogelijk helemaal worden uit- lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- verbetert de tractie van de auto.
Pagina 306
(zoals zand of een tiveerd als u ESC-sportmodus activeert. dikke laag sneeuw) rijdt. Engine Drag Control Aanhangwagenstabilisering is inbegrepen bij installatie van een originele trekhaak van Volvo. Trailer Stability Assist Electronic Stability Control Trailer Stability Assist * Optie/accessoire.
Pagina 307
BESTUURDERSONDERSTEUNING Sportstand van elektronische De deelfunctie ESC-sportmodus is niet te kie- stabiliteitsregeling activeren/ zen wanneer een van de volgende functies is deactiveren geactiveerd: Snelheidsbegrenzer • De stabiliteitsregeling (ESC ) is altijd geacti- veerd – uitschakelen is niet mogelijk. U kunt ech- Cruisecontrol •...
Pagina 308
BESTUURDERSONDERSTEUNING Symbolen en meldingen voor In de volgende tabel staan enkele voorbeelden. elektronische stabiliteitsregeling Op het bestuurdersdisplay kunnen enkele sym- bolen en meldingen verschijnen voor de elektro- nische stabiliteitsregeling (ESC Symbool Melding Betekenis Brandt zo'n 2 seconden lang con- Systeemtest bij het starten van de motor. tinu.
Pagina 309
U kunt meldingen verwijderen door kort te druk- ken op de -knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Elektronische stabiliteitsregeling (p. 303) •...
Pagina 310
BESTUURDERSONDERSTEUNING Stabiliteitsregeling Snelheidsbegrenzer : Vanuit de actieve stand – deactiveert de snelheidsbegrenzer/zet deze stand-by De stabiliteitsregeling (RSC ) minimaliseert het Een snelheidsbegrenzer (SL ) is te vergelijken risico dat de auto kantelt en over de kop slaat bij met een omgedraaide cruisecontrol – u regelt de : Verlaagt de opgeslagen maximumsnel- plotselinge uitwijkmanoeuvres of slippartijen.
Pagina 311
BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer activeren en Snelheidsbegrenzer heractiveren vanuit de • WAARSCHUWING starten stand-bystand (p. 311) De functie is een systeem voor aanvul- • Aan te houden snelheid instellen voor rijhulp- • Om de snelheid te kunnen regelen moet u eerst lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- systemen (p.
Pagina 312
BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer deactiveren en Druk, wanneer de snelheidsbegrenzer stand- Tijdelijk deactiveren met het gaspedaal – stand-by zetten De ingestelde maximumsnelheid is tijdelijk te by staat en het symbool is versche- deactiveren en te overschrijden met het gaspe- De snelheidsbegrenzer (SL ) is tijdelijk te deac- nen, op de stuurknop (2).
Pagina 313
BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer heractiveren Snelheidsbegrenzer uitschakelen Druk op de stuurknop (2). – vanuit de stand-bystand > De snelheidsbegrenzermarkeringen en - De snelheidsbegrenzer (SL ) is uit te schake- symbolen op het bestuurdersdisplay ver- len. De snelheidsbegrenzer (SL ) is te heractiveren kleuren van GRIJS naar WIT en de auto nadat deze tijdelijk gedeactiveerd en stand-by is gebruikt daarna de actuele snelheid als...
Pagina 314
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de Automatische snelheidsbegrenzer Gerelateerde informatie snelheidsbegrenzer Snelheidsbegrenzer (p. 308) • De automatische snelheidsbegrenzer (ASL Snelheidsbegrenzer activeren en starten helpt u om de maximumsnelheid van de auto af • Op steile aflopende hellingen volstaat de rem- (p. 309) te stemmen op de op verkeersborden aangege- werking van de snelheidsbegrenzer (SL ) moge-...
Pagina 315
BESTUURDERSONDERSTEUNING Is SL of ASL actief? Gerelateerde informatie WAARSCHUWING Symbolen op het bestuurdersdisplay geven aan Rijhulpsystemen (p. 302) • De functie is een systeem voor aanvul- • welke snelheidsbegrenzer actief is: Automatische snelheidsbegrenzer activeren/ • lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- deactiveren (p.
Pagina 316
BESTUURDERSONDERSTEUNING Automatische snelheidsbegrenzer ASL deactiveren N.B. activeren/deactiveren Om de automatische snelheidsbegrenzer te Als de automatische snelheidsbegrenzer • deactiveren: Als aanvulling op de snelheidsbegrenzer (SL geactiveerd is, verschijnt verkeersbordin- Hulp maximum snelheid is de automatische snelheidsbegrenzer (ASL Druk op de knop –...
Pagina 317
BESTUURDERSONDERSTEUNING Tolerantie voor de automatische Gerelateerde informatie Druk op de stuurknop (1) totdat – snelheidsbegrenzer wijzigen Automatische snelheidsbegrenzer (p. 312) 70 km/h (43 mph) in het midden van de • snelheidsmeter (4) is gewijzigd in 75 km/h Beperkingen van de automatische snelheids- De automatische snelheidsbegrenzer (ASL ) is •...
Pagina 318
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de automatische Cruisecontrol : Vanuit de stand-bystand – activeert snelheidsbegrenzer de cruisecontrol en slaat de actuele snelheid De cruisecontrol (CC ) helpt u een gelijkmatige snelheid aan te houden, wat voor een comforta- De automatische snelheidsbegrenzing (ASL beler rijervaring kan zorgen tijdens lange ritten vindt plaats op basis van snelheidsinformatie : Vanuit de actieve stand –...
Pagina 319
BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol activeren en starten Doe in dat geval het volgende: WAARSCHUWING Om de snelheid te kunnen regelen moet u eerst Druk het gaspedaal tot ongeveer halverwege – De functie is een systeem voor aanvul- • in en laat het pedaal weer los. de cruisecontrol (CC ) kiezen en activeren.
Pagina 320
BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidsbegrenzer deactiveren en Om de cruisecontrol te starten: Stand-by vanwege ingreep van bestuurder stand-by zetten De cruisecontrol wordt in de volgende gevallen – Als het symbool/de functie wordt tijdelijk gedeactiveerd en stand-by gezet: De cruisecontrol (CC ) is tijdelijk te deactiveren weergegeven - druk op de stuurknop en stand-by te zetten en vervolgens weer te acti- u bedient het rempedaal...
Pagina 321
BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol heractiveren vanuit de Gerelateerde informatie Om de cruisecontrol vanuit de stand-bystand te stand-bystand starten: Cruisecontrol (p. 316) • Cruisecontrol heractiveren vanuit de stand- • De cruisecontrol (CC ) is tijdelijk te deactiveren Druk op de stuurknop (2). – bystand (p.
Pagina 322
BESTUURDERSONDERSTEUNING Cruisecontrol uitschakelen Gerelateerde informatie Afstandswaarschuwing* Cruisecontrol (p. 316) • De cruisecontrol (CC ) is uit te schakelen. De afstandswaarschuwing kan de bestuurder Wisselen tussen cruisecontrol en adaptieve erop helpen attenderen dat het tijdsverschil ten • cruisecontrol* (p. 329) opzichte van voorliggers te gering is. De auto moet zijn uitgerust met een head-updisplay* om Cruisecontrol activeren en starten (p.
Pagina 323
BESTUURDERSONDERSTEUNING Afstandswaarschuwing activeren/ op voorliggers die in dezelfde richting rijden. Voor N.B. voertuigen die langzaam in tegengestelde rich- deactiveren De afstandswaarschuwing is uitgeschakeld, ting rijden of stilstaan wordt geen afstandsinfor- De afstandswaarschuwing is uit te schakelen. zolang de adaptieve cruisecontrol (ACC ) of matie gegeven.
Pagina 324
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van Gerelateerde informatie WAARSCHUWING afstandswaarschuwing Afstandswaarschuwing* (p. 320) • De functie is een systeem voor aanvul- • Beperkingen van de gecombineerde camera De afstandswaarschuwing kent mogelijk beper- • lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- en radarsensor (p. 355) kingen in bepaalde situaties.
Pagina 325
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol* Wanneer de weg voor u weer vrij is, hervat de De adaptieve cruisecontrol streeft ernaar de snel- auto de ingestelde snelheid. heid zo weinig mogelijk aan te passen. In situ- De adaptieve cruisecontrol (ACC ) helpt u om aties waarin krachtig moet worden geremd moet een gelijkmatige snelheid en een bepaald tijds- u dan ook zelf te remmen.
Pagina 326
Gerelateerde informatie bystand en hervat de opgeslagen snelheid Rijhulpsystemen (p. 302) • : Verhoogt de opgeslagen snelheid Bediening en displayweergave van de adap- • : Verlaagt de opgeslagen snelheid tieve cruisecontrol* (p. 324) Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 327
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol activeren Vergroot het tijdsverschil ten opzichte van de Adaptieve cruisecontrol starten/ en starten* voorligger activeren Om ACC te kunnen starten, is het volgende ver- Verkleint het tijdsverschil ten opzichte van de De adaptieve cruisecontrol (ACC ) moet, om eist: voorligger de snelheid en het tijdsverschil te kunnen rege-...
Pagina 328
BESTUURDERSONDERSTEUNING Adaptieve cruisecontrol Om de adaptieve cruisecontrol tijdelijk uit te Als het symbool/de functie (4) wordt – deactiveren/heractiveren* schakelen en stand-by te zetten: weergegeven - druk op de stuurknop (1). De adaptieve cruisecontrol (ACC ) is tijdelijk te Druk op de stuurknop (2).
Pagina 329
BESTUURDERSONDERSTEUNING de parkeerrem wordt geactiveerd. Stand-by vanwege ingreep van bestuurder • WAARSCHUWING De adaptieve cruisecontrol wordt tijdelijk gedeac- de gecombineerde camera en radarsensor • Wanneer de auto automatisch stand-by staat, tiveerd en stand-by gezet in de volgende geval- wordt afgedekt door sneeuw of zware regen- wordt u gewaarschuwd met een geluidssig- len: val (blokkering cameralens/radarsignalen).
Pagina 330
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van adaptieve Gerelateerde informatie Gerelateerde informatie cruisecontrol* Adaptieve cruisecontrol* (p. 323) Adaptieve cruisecontrol* (p. 323) • • Adaptieve cruisecontrol activeren en starten* Beperkingen van de gecombineerde camera • De adaptieve cruisecontrol (ACC ) kent moge- • (p. 325) en radarsensor (p.
Pagina 331
BESTUURDERSONDERSTEUNING Wisselen tussen cruisecontrol en 2. Druk op de knop Cruise control op het Overschakelen van CC op ACC adaptieve cruisecontrol* functiescherm van het middendisplay – de U doet dat als volgt: kleur van het controlelampje in de knop ver- Bij een auto met adaptieve cruisecontrol 1.
Pagina 332
BESTUURDERSONDERSTEUNING Symbolen en meldingen voor Op de voorgaande afbeelding ziet u dat de adap- adaptieve cruisecontrol* tieve cruisecontrol is ingesteld op het aanhouden van een snelheid van 110 km/h (68 mph) en dat Op het bestuurdersdisplay en/of head-updis- er geen voorliggers zijn die het systeem kan vol- play* kunnen enkele symbolen en meldingen ver- gen.
Pagina 333
-knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Adaptieve cruisecontrol* (p. 323) • * Optie/accessoire.
Pagina 334
BESTUURDERSONDERSTEUNING Pilot Assist U kiest de gewenste snelheid en het aan te hou- De kleur van het stuursymbool den tijdsverschil ten opzichte van voorliggers. geeft de actuele status van de Pilot Assist helpt u om tussen de zijmarkeringen Pilot Assist registreert de afstand tot de voorlig- stuurhulp aan: van de rijbaan te blijven rijden dankzij stuurhulp, ger en de zijmarkeringen van de rijstrook op de...
Pagina 335
In situaties waarin krachtig afwachten maar altijd klaar moet staan om de moet worden geremd moet u dan ook zelf te besturing over te nemen, vooral in bochten. remmen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij grote Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 336
BESTUURDERSONDERSTEUNING Bediening en displayweergave van Als de auto een afslag of splitsing van de Symbolen en meldingen voor Pilot Assist* • • Pilot Assist rijstrook nadert, dient u in de richting van de (p. 340) gewenste rijstrook te sturen om de gewenste Waarschuwing rijhulpsystemen bij een drei- Een overzicht van de bediening van de Pilot •...
Pagina 337
BESTUURDERSONDERSTEUNING Pilot Assist activeren en starten Bestuurdersdisplay : Verlaagt de opgeslagen snelheid Pilot Assist moet, om de snelheid en het tijdsver- Vergroot het tijdsverschil ten opzichte van de schil te kunnen regelen en stuurhulp te kunnen voorligger bieden, eerst worden geactiveerd en vervolgens Verkleint het tijdsverschil ten opzichte van de worden gestart.
Pagina 338
BESTUURDERSONDERSTEUNING Met de adaptieve cruisecontrol stand-by: De hogere snelheid is de opgeslagen/gekozen Gerelateerde informatie snelheid en de lagere snelheid is de snelheid van Pilot Assist (p. 332) • 1. Druk op de stuurknop ▶ (6). de voorligger (het doelvoertuig). Pilot Assist deactiveren/heractiveren •...
Pagina 339
BESTUURDERSONDERSTEUNING Pilot Assist deactiveren/ ...of... u bedient het koppelingspedaal langer dan • heractiveren ca. 1 minuut – geldt voor auto's met handge- Druk op de stuurknop ◀ (3). – schakelde versnellingsbak. Pilot Assist is tijdelijk te deactiveren en stand-by > Pilot Assist wordt uitgeschakeld en scha- Wanneer u gas bijgeeft met het gaspedaal zoals te zetten en vervolgens weer te activeren.
Pagina 340
BESTUURDERSONDERSTEUNING de gecombineerde camera en radarsensor Om Pilot Assist opnieuw te activeren: Automatische stand-bystand • wordt afgedekt door sneeuw of zware regen- Pilot Assist is afhankelijk van andere systemen Druk op de stuurknop (1). – val (blokkering cameralens/radarsignalen). zoals de stabiliteitsregeling/antislipregeling >...
Pagina 341
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van Pilot Assist slechte lichtomstandigheden, tegenlicht, WAARSCHUWING een natte rijbaan et cetera. In bepaalde situaties gelden mogelijk beperkin- In bepaalde situaties heeft de stuurassistentie Let er ook op dat Pilot Assist de volgende gen voor de werking van Pilot Assist. van Pilot Assist moeite om u op de juiste beperkingen heeft: manier te helpen of wordt de stuurassistentie...
Pagina 342
BESTUURDERSONDERSTEUNING Symbolen en meldingen voor gebruiken, wat wisselende prestaties kan Overig Pilot Assist* betekenen. Off Road U kunt niet kiezen, wanneer Pilot • Assist is geactiveerd. Pilot Assist wordt uitgeschakeld, als de • Op het bestuurdersdisplay en/of head-updis- snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging play* kunnen enkele symbolen en meldingen ver- N.B.
Pagina 343
BESTUURDERSONDERSTEUNING Op de voorgaande afbeelding ziet u dat Pilot Op de voorgaande afbeelding ziet u dat Pilot Op de voorgaande afbeelding ziet u dat Pilot Assist is ingesteld op het aanhouden van een Assist is ingesteld op het aanhouden van een Assist is ingesteld op het aanhouden van een snelheid van 110 km/h (68 mph) en dat het sys- snelheid van 110 km/h (68 mph) en dat het sys-...
Pagina 344
BESTUURDERSONDERSTEUNING Waarschuwing rijhulpsystemen bij wingssignaal op attent gemaakt dat u onmiddel- N.B. een dreigende botsing lijk moet ingrijpen. In de felle zon, bij lichtschitteringen, extreme De rijhulpsystemen Pilot Assist en adaptieve contrastverschillen en het gebruik van een WAARSCHUWING cruisecontrol* kunnen u waarschuwen, als de zonnebril of als u niet recht vooruit kijkt, zijn afstand tot voorliggers plotseling te klein wordt.
Pagina 345
BESTUURDERSONDERSTEUNING Van doelvoertuig veranderen met Tijdsverschil instellen voor WAARSCHUWING rijhulpsystemen rijhulpsystemen Wanneer de rijhulpsystemen een rijdende Het is mogelijk om het tijdsverschil ten opzichte De rijhulpsystemen adaptieve cruisecontrol* voorligger volgen bij snelheden boven van voorliggers in stellen die de functies adap- en Pilot Assist kunnen bij auto's met een auto- 30 km/h (20 mph) en het doelvoertuig verrui- len voor een stilstaand voertuig, dan zullen de...
Pagina 346
BESTUURDERSONDERSTEUNING Om voorliggers soepel en comfortabel te kunnen Gerelateerde informatie N.B. blijven volgen staat de adaptieve cruisecontrol in Rijhulpsystemen (p. 302) • Als het symbool op het bestuurdersdisplay bepaalde situaties aanzienlijke variaties in het Adaptieve cruisecontrol* (p. 323) • twee voertuigen toont, volgt ACC de voorlig- tijdsverschil toe.
Pagina 347
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijmodus voor rijhulp Aan te houden snelheid instellen Wijzig de opgeslagen snelheid door kort op – voor rijhulpsystemen de stuurknoppen (1) of (2) te druk- U kunt aangeven op welke manier de rijhulpsys- ken of door ze ingedrukt te houden. temen een bepaalde afstand tot voorliggers Het is mogelijk om de snelheid in te stellen die moeten aanhouden.
Pagina 348
BESTUURDERSONDERSTEUNING Automatische remfunctie van Automatische versnellingsbak N.B. rijhulpsystemen De rijhulpsystemen kunnen voorliggers volgen bij De rijhulpsystemen kunnen de auto maximaal snelheden van stilstand tot 200 km/h (125 mph). De Pilot Assist en adaptieve cruisecontrol* 5 minuten stilhouden – daarna wordt de par- Pilot Assist kan stuurhulp bieden bij snelheden (ACC ) hebben een speciale remfunctie voor...
Pagina 349
BESTUURDERSONDERSTEUNING Inhaalassistent Dit gebeurt als de functie de auto staande houdt Adaptieve cruisecontrol* (p. 323) • met behulp van de bedrijfsrem en: Pilot Assist (p. 332) De inhaalassistent kan u helpen bij het inhalen • van andere voertuigen. De functie is te gebrui- u het bestuurdersportier opent of de veilig- •...
Pagina 350
BESTUURDERSONDERSTEUNING Inhaalassistent gebruiken Radarsensor WAARSCHUWING Er gelden enkele voorwaarden voor het gebruik De radarsensor wordt door meerdere rijhulpsys- Let erop dat de inhaalassistent bij plotselinge van de inhaalassistent. temen gebruikt en heeft tot taak om andere voer- wijzigingen tijdens het gebruik ervan soms tuigen te detecteren.
Pagina 351
BESTUURDERSONDERSTEUNING Gerelateerde informatie Rijhulpsystemen (p. 302) • Beperkingen van de gecombineerde camera • en radarsensor (p. 355) Aanbevolen onderhoud van de gecombi- • neerde camera en radarsensor (p. 359) Typegoedkeuring voor radarsensor (p. 350) •...
Pagina 352
BESTUURDERSONDERSTEUNING Typegoedkeuring voor radarsensor Hier staan de typegoedkeuringen voor de radar- sensoren van de ACC -, PA - en BLIS -func- ties. ACC & Markt BLIS Symbool Typegoedkeuring Este equipamento opera em caráter secundário, isto é, não tem direito à proteção contra interferência prejudicial, mesmo de estações do mesmo tipo, e não pode causar interferência a sistemas operando em caráter primário.
Pagina 355
і і ь і Delphi : Delphi. Typegoedkeuring voor radioapparatuur Markt Symbool Typegoedkeuring Volvo Cars verklaart hier- bij dat alle radioappara- tuur conform de essenti- Europa ele eisen en andere rele- vante bepalingen is van de Richtlijn 2014/53/EU. Gerelateerde informatie Radarsensor (p.
Pagina 356
BESTUURDERSONDERSTEUNING Camera Gerelateerde informatie Rijhulpsystemen (p. 302) • De camera wordt gebruikt door meerdere rij- hulpsystemen en heeft tot taak om bijvoorbeeld Beperkingen van de gecombineerde camera • de zijlijnen van de weg of verkeersborden te en radarsensor (p. 355) detecteren.
Pagina 357
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de gecombineerde De camera zit aan de binnenkant op het boven- In de volgende tabel staan voorbeelden van camera en radarsensor ste deel van de voorruit, samen met de radarsen- mogelijke oorzaken van het verschijnen van de sor van de auto.
Pagina 358
Bezoek een werkplaats om de binnenkant van de voorruit achter de behuizing van camera en radarsensor gekomen. de eenheid te laten reinigen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Fel tegenlicht Valt niets aan te doen. In betere lichtomstandigheden wordt de camera automa- tisch opnieuw geactiveerd.
Pagina 359
BESTUURDERSONDERSTEUNING beeld als een inhalend voertuig invoegt tus- val, in dichte mist of in dikke stofwolken of stuif- Beperkt blikveld sen u en uw voorligger. sneeuw. In dergelijke omstandigheden kunnen De radarsensor heeft een beperkt blikveld. In functies die gebruikmaken van de camera grote bepaalde gevallen wordt een voorligger niet ont- Ook kleine voertuigen, zoals motorfietsen of beperkingen ondervinden of tijdelijk gedeacti-...
Pagina 360
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulpcamera* kan variëren wat lichtsterkte en kwaliteit betreft. Defecte camera Slechte lichtomstandigheden leveren mogelijk Als een camerasector zwart Dode hoeken een slechtere beeldkwaliteit op. blijft en het nevenstaande sym- bool bevat, betekent dit dat de Parkeerhulpcamera achter desbetreffende camera defect WAARSCHUWING Hieronder een voorbeeld.
Pagina 361
Maak cameralenzen regelmatig schoon met • lauw water en autoshampoo. Wees voorzich- tig zodat er geen krassen op de lens komen. BELANGRIJK Laat het onderhoud aan rijhulpcomponenten over aan een werkplaats Positie van de sensoren. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 362
BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety™ peld aan onoplettendheid tot bijna-ongelukken WAARSCHUWING kunnen leiden. City Safety kan u met licht- en geluidssignalen Auto Brake van City Safety kan een bot- • Het systeem helpt u door automatisch te rem- en rempedaaltrillingen attenderen op plotseling sing geheel voorkomen of de botssnel- men, wanneer het gevaar voor een botsing met opdoemende voetgangers, fietsers, grotere die-...
Pagina 363
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parameters en deelfuncties van City City Safety bij ontoereikende uitwijkma- • WAARSCHUWING Safety noeuvre (p. 369) De functie is een systeem voor aanvul- • City Safety bij kruisend verkeer (p. 367) • City Safety kan een botsing met een voorligger, lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- fietser, voetganger of een groter dier voorkomen Beperkingen van City Safety bij kruisend ver-...
Pagina 364
BESTUURDERSONDERSTEUNING Deelfuncties van City Safety Bij een auto met een head-updisplay* verschijnt dacht getrokken met licht- en geluidssignalen en een waarschuwing op de voorruit in combinatie rempedaaltrillingen. Bij lagere snelheden, krach- met een knipperend symbool. tig afremmen door de bestuurder of het geven van gas worden geen rempedaaltrillingen ver- strekt.
Pagina 365
BESTUURDERSONDERSTEUNING Waarschuwingsafstand instellen U kunt een remingreep altijd afbreken hard op 3 – Auto Brake voor City Safety het gaspedaal te trappen. In allerlaatste instantie wordt de automatische remfunctie geactiveerd. City Safety mag dan altijd geactiveerd zijn, u N.B. kunt wel een waarschuwingsafstand kiezen. Als u in deze fase nog steeds niet aan een uit- wijkmanoeuvre bent begonnen en er een aanrij- Als City Safety remt, gaan de remlichten bran-...
Pagina 366
BESTUURDERSONDERSTEUNING Safety niet alleen minder vaak waarschuwt, maar WAARSCHUWING N.B. ook minder snel. Geen enkel automatisch systeem kan in Waarschuwingen via de richtingaanwijzers • Gebruik waarschuwingsafstand Laat daarom alle situaties een 100 % feilloze werking voor de Rear Collision Warning worden alleen in uitzonderingsgevallen, zoals bij sportief garanderen.
Pagina 367
BESTUURDERSONDERSTEUNING Obstakeldetectie met City Safety Voor optimale systeemprestaties moet de functie WAARSCHUWING die verantwoordelijk is voor identificatie van fiet- City Safety kan u helpen bij het detecteren van City Safety is een systeem voor aanvullende sers zo uniform mogelijke informatie over de voertuigen, fietsers, grotere dieren en voetgan- bestuurdersondersteuning dat niet altijd alle lichaams- en fietscontouren ontvangen –...
Pagina 368
BESTUURDERSONDERSTEUNING Voetganger City Safety kan dankzij de koplampen van de auto Grotere dieren ook in het donker voetgangers detecteren. WAARSCHUWING City Safety is een systeem voor aanvullende bestuurdersondersteuning dat niet altijd alle voetgangers kan detecteren en bijvoorbeeld moeite heeft met: slechts gedeeltelijk zichtbare voetgan- •...
Pagina 369
BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety bij kruisend verkeer City Safety kan dankzij de koplampen van de auto Beperkingen van City Safety bij kruisend ver- • ook in het donker grotere dieren detecteren. keer (p. 368) City Safety kan u helpen als uw auto tijdens het afslaan op een kruising het pad van een tegen- WAARSCHUWING ligger kruist.
Pagina 370
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van City Safety bij Gerelateerde informatie WAARSCHUWING kruisend verkeer City Safety™ (p. 360) • Rijhulpsystemen waarschuwen alleen voor In bepaalde gevallen kan het voor City Safety Beperkingen van City Safety bij kruisend ver- • door de radareenheid gedetecteerde obsta- moeilijk zijn om u te helpen bij een dreigende keer (p.
Pagina 371
BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety bij ontoereikende via een uitwijkmanoeuvre een botsing te voorko- N.B. uitwijkmanoeuvre men. De functie maakt gebruik van de gecombi- City Safety kan u helpen door de auto automa- Als City Safety echter inschat dat u niet kunt uit- neerde camera en radarsensor van de auto tisch eerder te remmen, wanneer een botsing wijken door verkeer in de aangrenzende rijstro-...
Pagina 372
BESTUURDERSONDERSTEUNING City Safety remt voor tegenliggers uw eigen rijbaan heeft duidelijke zijmarkerin- • N.B. City Safety kan u in noodgevallen helpen bij het De functie maakt gebruik van de gecombi- u rijdt recht vooruit in uw eigen rijbaan remmen voor een tegenligger in uw rijstrook. •...
Pagina 373
Laat het onderhoud aan rijhulpcomponenten visuele waarschuwingssignaal aan de binnenkant over aan een werkplaats van de voorruit mogelijk niet werkt. De functie is niet op alle markten beschikbaar. Electronic Stability Control Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 374
BESTUURDERSONDERSTEUNING Ingreep van bestuurder Overig zaam rijdende of stilstaande voorliggers en grote dieren. Achteruitrijden WAARSCHUWING Er wordt niet gewaarschuwd noch • Wanneer u achteruitrijdt, is City Safety tijdelijk geremd voor voetgangers en fietsers bij gedeactiveerd. Als de gecombineerde radarsensor en •...
Pagina 375
BESTUURDERSONDERSTEUNING Gerelateerde informatie City Safety™ (p. 360) • Beperkingen van City Safety bij kruisend ver- • keer (p. 368) Beperkingen van de gecombineerde camera • en radarsensor (p. 355)
Pagina 376
U kunt meldingen verwijderen door kort te druk- ken op de -knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie • City Safety™ (p. 360)
Pagina 377
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van Rear Collision Rear Collision Warning N.B. Warning De Rear Collision Warning (RCW) kan u hel- Waarschuwingen via de richtingaanwijzers In bepaalde gevallen kan het voor Rear Collision pen om aanrijdingen van achteren door nade- voor de Rear Collision Warning worden Warning (RCW) moeilijk zijn om u te helpen bij rende achterliggers te voorkomen.
Pagina 378
BESTUURDERSONDERSTEUNING BLIS* waarschuwing wordt gegeven, schakelt het con- trolelampje over van constant branden op knippe- Het BLIS dient om u te helpen bij het ontdek- ren met een feller licht. ken van naderende achterliggers schuin achter en naast u bij ritten in druk verkeer op wegen N.B.
Pagina 379
BESTUURDERSONDERSTEUNING BLIS activeren of deactiveren Meldingen voor BLIS (p. 379) • WAARSCHUWING De BLIS is te activeren of te deactiveren. De functie is een systeem voor aanvul- • lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- ten en de rijveiligheid te verhogen, maar het systeem werkt niet in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden.
Pagina 380
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van BLIS start nog steeds zo en zal er geen controlelampje dergelijks op de trekhaak van de auto te branden. monteren. BLIS kent mogelijk beperkingen in bepaalde situaties. Gerelateerde informatie WAARSCHUWING • BLIS* (p. 376) BLIS werkt niet in scherpe bochten. •...
Pagina 381
In de volgende tabel staan enkele voorbeelden. Melding Betekenis Dodehoeksensor Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Service vereist Dodehoeksysteem uit BLIS en CTA zijn gedeactiveerd, omdat er een aanhangwagen op het elektrische systeem van de auto is aangesloten.
Pagina 382
BESTUURDERSONDERSTEUNING Cross Traffic Alert Als CTA detecteert dat er van de zijkant iets aan- WAARSCHUWING komt, wordt dit aangegeven met: Cross Traffic Alert (CTA) is een hulpmiddel bij De functie is een systeem voor aanvul- • een geluidssignaal – het geluid komt uit de •...
Pagina 383
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van Cross Traffic BLIS* (p. 376) Cross Traffic Alert activeren/ • deactiveren Alert Parkeerhulp* (p. 408) • U kunt ervoor kiezen om de functie CTA uit te kent mogelijk beperkingen in bepaalde schakelen. situaties. Activeer of deactiveer de func- CTA werkt niet in alle situaties optimaal, maar tie met deze knop in het func- heeft zijn beperkingen –...
Pagina 384
BESTUURDERSONDERSTEUNING dergelijks op de trekhaak van de auto te monteren. N.B. De functie maakt gebruik van de gecombi- neerde camera en radarsensor van de auto die enkele algemene beperkingen heeft. Gerelateerde informatie • Cross Traffic Alert* (p. 380) Beperkingen van de gecombineerde camera •...
Pagina 385
In de volgende tabel staan voorbeelden. Melding Betekenis Dodehoeksensor Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Service vereist Dodehoeksysteem uit BLIS en CTA zijn gedeactiveerd, omdat er een aanhangwagen op het elektrische systeem van de auto is aangesloten.
Pagina 386
BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie* WAARSCHUWING De verkeersbordinformatie (RSI ) kan u atten- De functie is een systeem voor aanvul- • deren op snelheidsspecifieke verkeersborden en lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- bepaalde verbodsborden. ten en de rijveiligheid te verhogen, maar het systeem werkt niet in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden.
Pagina 387
BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie* activeren/ Verkeersbordinformatie met snelheidswaar- • N.B. deactiveren schuwing en instellingen* (p. 388) Als de automatische snelheidsbegrenzer • Verkeersbordinformatie met flitspaalinforma- • De verkeersbordinformatie (RSI ) is optioneel – geactiveerd is, verschijnt verkeersbordin- tie* (p. 390) u kunt zelf kiezen of de functie geactiveerd of formatie op het bestuurdersdisplay, ook al gedeactiveerd moet zijn.
Pagina 388
BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie en Samen met het symbool voor Bij een auto met Sensus Navigation* worden nor- bordweergave* de geldende maximumsnelheid maal alleen directe snelheidsborden getoond – indirecte snelheidsborden verschijnen alleen als kan ook een aanvullend bord De verkeersbordinformatie (RSI ) toont ver- in de kaartgegevens geen informatie staat over verschijnen, bijvoorbeeld het keersborden op verschillende manieren, afhan-...
Pagina 389
BESTUURDERSONDERSTEUNING symbool met het corresponderende verkeersborg Aanvullende borden Sommige snelheden gelden op het bestuurdersdisplay getoond. bijvoorbeeld alleen een bepaald traject of op een bepaalde tijd Voorbeeld van een direct snel- van de dag. U wordt hierop heidsbord geattendeerd met een symbool voor een aanvullend bord onder het snelheidssymbool.
Pagina 390
BESTUURDERSONDERSTEUNING Verkeersbordinformatie en Sensus Verkeersbordinformatie met U krijgt altijd een snelheids- Navigation* snelheidswaarschuwing en waarschuwing bij overschrijding instellingen* van de maximumsnelheid voor Bij een auto met Sensus Navigation*, wordt er in flitspalen die in verband met de Waarschuwing max. snelheid De deelfunctie de volgende gevallen snelheidsspecifieke infor- flitspaalinformatie geregistreerd...
Pagina 391
BESTUURDERSONDERSTEUNING Instellingen U kunt de instelling voor de akoestische waar- 2. Vink Audiowaarschuwing flitspaal aan/uit schuwing als volgt wijzigen: om de akoestische waarschuwing voor snel- Limiet voor snelheidswaarschuwing heidscamera's in/uit te schakelen. aanpassen 1. Kies Instellingen My Car IntelliSafe U kunt kiezen om te worden gewaarschuwd bij Gerelateerde informatie Road Sign Information in het hoofd-...
Pagina 392
BESTUURDERSONDERSTEUNING Snelheidswaarschuwing van Verkeersbordinformatie met N.B. verkeersbordinformatie activeren/ flitspaalinformatie* Om een akoestisch waarschuwingssig- • deactiveren Auto's met verkeersbordinformatie (RSI ) en naal te krijgen bij overschrijding van de Sensus Navigation* kunnen op het bestuurders- maximumsnelheid moet Waarschuwing U activeert de deelfunctie Waarschuwing max.
Pagina 393
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van Driver Alert Control N.B. Verkeersbordinformatie* Driver Alert Control (DAC) dient om u erop te De RSI-functie kan sommige soorten fiets- attenderen dat u de auto op ongecontroleerde De verkeersbordinformatie (RSI ) kent mogelijk dragers die zijn aangesloten op de elektrische wijze bestuurt (omdat u bijvoorbeeld afgeleid beperkingen in bepaalde situaties.
Pagina 394
BESTUURDERSONDERSTEUNING Een camera tast de zijmarkeringen van de rijbaan WAARSCHUWING WAARSCHUWING af en vergelijkt de wegrichting met uw stuurbe- Gebruik Driver Alert Control niet om langer te Neem een waarschuwing van Driver Alert wegingen. blijven rijden dan normaal, maar plan altijd Control altijd serieus, omdat u bij slaperigheid regelmatig pauzes in en zorg ervoor dat u uit- uw lichamelijke conditie vaak minder goed...
Pagina 395
BESTUURDERSONDERSTEUNING Driver Alert Control activeren/ Begeleiding naar parkeerplaats Beperkingen van Driver Alert deactiveren kiezen bij waarschuwing van Driver Control Alert Control De Driver Alert Control (DAC) is te activeren/ De Driver Alert Control (DAC) kent mogelijk Begeleiding deactiveren. beperkingen in bepaalde situaties. U kunt aangeven of de functie ruststop moet zijn geactiveerd/gedeactiveerd.
Pagina 396
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent beweging de auto actief terug de rijbaan in sturen. De rijbaanassistent (LKA ) moet op snelwegen, Waarsch geactiveerd: Als de auto een zijlijn • hoofdwegen en dergelijke het risico beperken dreigt te passeren, wordt u gewaarschuwd dat uw auto onbedoeld de eigen rijbaan verlaat. met stuurtrillingen.
Pagina 397
BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij rijbaanassistent Rijbaanassistent grijpt niet in WAARSCHUWING Voor het gebruik van de stuurhulp met rijbaanas- De functie is een systeem voor aanvul- • sistent (LKA ) moet u uw handen aan het stuur lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- houden.
Pagina 398
BESTUURDERSONDERSTEUNING Rijbaanassistent activeren/ Assistentie-opties voor Beperkingen van rijbaanassistent deactiveren rijbaanassistent kiezen In bepaalde veeleisende situaties kan de rijbaa- nassistent (LKA ) u moeilijk op de juiste De rijbaanassistent (LKA ) is optioneel – u kunt U kunt kiezen wat de rijbaanassistent (LKA manier helpen –...
Pagina 399
BESTUURDERSONDERSTEUNING N.B. De functie maakt gebruik van de gecombi- neerde camera en radarsensor van de auto die enkele algemene beperkingen heeft. Gerelateerde informatie Rijbaanassistent (p. 394) • Snelheidsafhankelijke stuurkracht (p. 302) • Beperkingen van de gecombineerde camera • en radarsensor (p. 355)
Pagina 400
Betekenis Best.onderst.systeem Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Beperkte functionaliteit Service vereist Voorruitsensor Het vermogen van de camera om de rijbaan vóór de auto af te tasten is beperkt.
Pagina 401
-knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Rijbaanassistent (p. 394) • Symbolen op het bestuurdersdisplay voor de •...
Pagina 402
BESTUURDERSONDERSTEUNING Symbolen op het Gerelateerde informatie Niet beschikbaar bestuurdersdisplay voor de Rijbaanassistent (p. 394) • rijbaanassistent De rijbaanassistent (LKA ) wordt gevisuali- seerd met een symbool op het bestuurdersdis- play. Het symbool is afhankelijk van de situatie. Hier volgt een aantal voorbeel- den van het uiterlijk van het symbool en in welke situaties dit verschijnt:...
Pagina 403
BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij botsgevaar Niveau van stuurhulp bij dreigende bermon- • WAARSCHUWING gelukken (p. 402) Hulp bij het voorkomen van De functie De functie is een systeem voor aanvul- • aanrijdingen Beperkingen van de stuurhulp bij een drei- kan het risico helpen beperken dat •...
Pagina 404
BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij botsgevaar activeren/ Niveau van stuurhulp bij dreigende N.B. deactiveren bermongelukken Hulp bij het Bij deactivering van De stuurhulp is optioneel – u kunt zelf kiezen of Het systeem heeft twee activeringsniveaus bij voorkomen van aanrijdingen worden alle de functie geactiveerd of gedeactiveerd moet een ingreep: betrokken deelfuncties uitgeschakeld:...
Pagina 405
BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij dreigende Stuurhulp en remingreep WAARSCHUWING bermongelukken De functie is een systeem voor aanvul- • De stuurhulp kent enkele deelfuncties. De stuur- lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- hulp bij dreigende bermongelukken kan het ten en de rijveiligheid te verhogen, maar gevaar helpen beperken dat u onbedoeld van de het systeem werkt niet in alle verkeers-, weg raakt door de auto actief terug de weg op...
Pagina 406
BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij dreigende Als u de rijbaan dreigt te verlaten en daarbij het WAARSCHUWING tegenliggerbotsing pad van een tegenligger kruist, kan het systeem De functie is een systeem voor aanvul- • u helpen om de auto terug de eigen rijbaan in te De stuurhulp kent enkele deelfuncties.
Pagina 407
BESTUURDERSONDERSTEUNING Stuurhulp bij dreigende Het systeem kan ook ingrijpen als u de rijbaan WAARSCHUWING staartbotsing* bewust verlaat met geactiveerde richtingaanwij- De functie is een systeem voor aanvul- • zer, maar een ander naderend voertuig niet De stuurhulp kent enkele deelfuncties. De stuur- lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- opmerkt.
Pagina 408
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de stuurhulp bij N.B. een dreigende botsing De functie maakt gebruik van de gecombi- Het systeem kent mogelijk beperkingen in de neerde camera en radarsensor van de auto volgende situaties, zodat bijv. niet wordt ingegre- die enkele algemene beperkingen heeft. pen in de volgende gevallen: bij kleinere voertuigen zoals motorfietsen •...
Pagina 409
-knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Stuurhulp bij botsgevaar (p. 401) •...
Pagina 410
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulp* Hoe korter de afstand tot het obstakel, des te N.B. korter op elkaar klinken de signalen. Wanneer u De parkeerhulp kan u helpen bij het parkeren in Behalve in het gebied rond het autosym- • ondertussen het audiosysteem beluistert, wordt krappe ruimten door de afstand tot obstakels bool, worden alleen geluidssignalen het volume daarvan tijdelijk verlaagd.
Pagina 411
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulp aan voorzijde, WAARSCHUWING N.B. achterzijde en zijkanten* De functie is een systeem voor aanvul- De parkeerhulp wordt gedeactiveerd wanneer • De parkeerhulp reageert anders afhankelijk van lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- u de parkeerrem gebruikt of als u bij een auto de vraag met welke kant van de auto u een ten en de rijveiligheid te verhogen, maar met automatische versnellingsbak de keuze-...
Pagina 412
De onderbroken geluidssignalen volgen elkaar snel op haak – zonder een originele aanhangerkabel bij een afstand kleiner dan zo'n 25 cm (0,8 ft) tot een van Volvo – moet u de Park Assist mogelijk obstakel. GROENE knopindicatie – de functie is geac- •...
Pagina 413
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van parkeerhulp BELANGRIJK BELANGRIJK De parkeerhulp is niet in staat om in alle situaties Obstakels zoals kettingen, smalle glanzende In bepaalde omstandigheden kan het par- alles te registreren, zodat er soms beperkingen palen of lage obstakels kunnen "afgescha- keerhulpsysteem ten onrechte waarschu- gelden voor de werking.
Pagina 414
-knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie • Parkeerhulp* (p. 408) * Optie/accessoire.
Pagina 415
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulpcamera* Trekhaak* – hulplijn voor trekhaak active- ren/deactiveren* De parkeerhulpcamera kan u helpen bij het par- keren in krappe ruimten door obstakels weer te CTA* – Cross Traffic Alert activeren/deacti- geven met camerabeelden en grafische voorstel- veren lingen op het middendisplay. Voorwerpen/obstakels kunnen dichter bij de auto zijn dan ze lijken op het beeldscherm.
Pagina 416
BESTUURDERSONDERSTEUNING Weergaven voor de Symbolen en meldingen voor de parkeer- • WAARSCHUWING parkeerhulpcamera* hulpcamera (p. 421) De functie is een systeem voor aanvul- • Beperkingen van de gecombineerde camera • De functie kan een gecombineerde 360°-aan- lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- en radarsensor (p.
Pagina 417
BESTUURDERSONDERSTEUNING Als de auto tevens is uitgerust met 360°-aanzicht* Naar voren Parkeerhulpsysteem * wordt de afstand tot gedetecteerde obstakels aangeduid met velden in verschillende kleuren. De camera's zijn automatisch of handmatig te activeren. Achterzijde De parkeerhulpcamera aan de voorzijde zit in de grille. "Blikveld"...
Pagina 418
BESTUURDERSONDERSTEUNING Hulplijnen voor parkeerhulpcamera* De lijnen op het scherm worden geprojecteerd Naar zijkanten als stonden ze op de grond achter de auto. De lij- De parkeerhulpcamera's geeft met lijnen op het nen zijn bovendien afhankelijk van de stuuruit- beeldscherm aan waar de auto zich ten opzichte slag, zodat u ook tijdens het draaien kunt zien van de omgeving bevindt.
Pagina 419
BESTUURDERSONDERSTEUNING Hulplijnen in 360°-aanzicht* Hulplijn voor trekhaak* BELANGRIJK Let erop dat op het beeldscherm alleen • het gebied achter de auto wordt weerge- geven, als u voor de achteruitkijkcamera hebt gekozen – let in dat geval goed op de zijkanten en voorkant van de auto wanneer u tijdens het achteruitrijden het stuurwiel verdraait.
Pagina 420
BESTUURDERSONDERSTEUNING Sensorvelden van parkeerhulp voor 1. Druk op Trekhaak (1). De kleur van de sensorvelden voor en achter ver- parkeerhulpcamera andert naarmate de afstand tot het obstakel klei- > De hulplijn voor het vermoedelijk traject ner wordt – van GEEL, via ORANJE in ROOD. van de trekhaak wordt getoond, terwijl de Als de auto uitgerust is met parkeerhulp wordt hulplijnen van de auto tegelijkertijd...
Pagina 421
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeerhulpcamera starten De kleur van de sensorvelden aan zijkant veran- Sensorvelden naar de zijkanten dert naarmate de afstand tot het obstakel kleiner De waarschuwingssignalen zijn afhankelijk van De parkeerhulpcamera start automatisch bij het wordt – van GEEL in ROOD. het beoogde traject van de auto.
Pagina 422
BESTUURDERSONDERSTEUNING 1 minuut opnieuw geactiveerd, op voorwaarde dat u niet sneller rijdt dan 50 km/h (31 mph). De overige camera-aanzichten doven bij 15 km/h (9 mph) en worden niet opnieuw geactiveerd. Gerelateerde informatie • Parkeerhulpcamera* (p. 413) * Optie/accessoire.
Pagina 423
U kunt meldingen verwijderen door kort te druk- Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- • Parkeerhulpcamera* (p. 413) ken op de -knop in het midden van de rech- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. ter stuurknoppenset. * Optie/accessoire.
Pagina 424
BESTUURDERSONDERSTEUNING Actieve parkeerhulp* WAARSCHUWING N.B. De actieve parkeerhulp (PAP ) kan u helpen De functie is een systeem voor aanvul- PAP meet de ruimte en stuurt de auto – aan • bij parkeermanoeuvres. De functie kan ook hel- lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- u de taak om: pen bij het sturen tijdens het verlaten van een ten en de rijveiligheid te verhogen, maar...
Pagina 425
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeervarianten bij actieve Beperkingen van de gecombineerde camera • Achteruit insteken parkeerhulp* en radarsensor (p. 355) Meldingen voor Actieve parkeerhulp* • De actieve parkeerhulp (PAP ) is te gebruiken (p. 430) bij de volgende parkeervarianten. Fileparkeren Principe voor (achteruit) insteken. De functie parkeert de auto aan de hand van de volgende stappen: 1.
Pagina 426
BESTUURDERSONDERSTEUNING Inparkeren met actieve Gerelateerde informatie N.B. parkeerhulp* Actieve parkeerhulp* (p. 422) • De afstand tussen de auto en parkeervakken Fileparkeervak verlaten met actieve parkeer- • De actieve parkeerhulp (PAP ) helpt u in drie moet 0,5–1,5 meter (1,6–5,0 ft) bedragen, hulp* (p.
Pagina 427
BESTUURDERSONDERSTEUNING Parkeervakken zoeken en meten N.B. De functie is te activeren op De functie zoekt een geschikte ruimte om te het functiescherm van het mid- parkeren, geeft instructies en parkeert de dendisplay. auto aan de passagierskant in. Desgewenst Deze is ook bereikbaar vanuit kunt u de auto ook aan de bestuurderszijde de camerabeelden.
Pagina 428
BESTUURDERSONDERSTEUNING Doe het volgende om de auto achteruit in te par- Achteruit inparkeren Auto netjes in het midden van het keren: parkeervak parkeren 1. Controleer of de ruimte achter u vrij is en schakel de achteruitversnelling in. 2. Rijd langzaam en voorzichtig achteruit en raak het stuurwiel niet aan –...
Pagina 429
BESTUURDERSONDERSTEUNING Fileparkeervak verlaten met actieve 1. Zet de schakelhendel in de stand die het Let erop dat het stuur kan "terugveren" bij het parkeerhulp* systeem u opdraagt, wacht totdat het stuur is uitschakelen van de functie. U moet dan mogelijk verdraaid en rijd langzaam vooruit.
Pagina 430
BESTUURDERSONDERSTEUNING Beperkingen van de Actieve Als bestuurder dient u rekening te houden met WAARSCHUWING parkeerhulp* de volgende beperkingen van de actieve parkeer- De functie is een systeem voor aanvul- • hulp: De actieve parkeerhulp (PAP ) is niet in staat lende rijhulp om de bestuurder te ontlas- om in alle situaties alles te registreren, zodat er Parkeren afbreken...
Pagina 431
– geadviseerd wordt Als vuil, ijs en sneeuw de sensoren bedekken, In smalle straten zijn niet altijd parkeervakken een erkende Volvo-werkplaats. • neemt de functie af en kan meten onmogelijk te vinden, omdat er mogelijk te weinig ruimte worden gemaakt.
Pagina 432
-knop in het midden van de rech- ter stuurknoppenset. Doe het volgende, als de melding blijft staan: Neem contact op met een werkplaats. Geadvi- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Actieve parkeerhulp* (p. 422) • Park Assist Pilot...
Pagina 434
HYBRIDE-INFORMATIE Algemene informatie over Twin De hybride-accu die de elektromotor aandrijft is Hoogvoltspanning Engine op te laden via de laadkabel maar kan ook wor- den opgeladen bij licht afremmen en bij gebruik De Twin Engine rijdt net als een gewone auto. van de motorrem in schakelstand B.
Pagina 435
N.B. Op bepaalde markten zit de regeleenheid vast in een laadstation dat op het stroomnet is aange- Volvo adviseert een laadkabel volgens IEC sloten. De laadkabel heeft dan geen eigen regel- 62196 en IEC 61851 die temperatuurbewa- Laadkabelstekker en laadaansluiting.
Pagina 436
HYBRIDE-INFORMATIE Laadstroom Oplading met benzinemotor Gerelateerde informatie Laadkabel (p. 435) • De laadstroom dient voor het opladen van de Laadstroom (p. 434) hybride-accu en voor de preconditioning van de • auto. Oplading vindt plaats met een laadkabel Klep van laadaansluiting openen en sluiten •...
Pagina 437
Laadkabel (p. 435) • Gebruik alleen de laadkabel die bij de auto raakt of letsel veroorzaakt. werd geleverd of een door Volvo geadvi- Laadstatus op bestuurdersdisplay van auto • seerde vervangende kabel. Neem de lader los van het wandcontact •...
Pagina 438
HYBRIDE-INFORMATIE Aardlekschakelaar in de laadkabel BELANGRIJK De regeleenheid van de laadkabel is voorzien Het is niet toegestaan om stekkerdozen, ver- van een ingebouwde aardlekschakelaar, die de lengsnoeren, overspanningsbeveiligingen e.d. auto en de gebruiker beschermt tegen elektri- te gebruiken in combinatie met de laadkabel, sche schokken als gevolg van systeemstoringen.
Pagina 439
De led -lampjes op de regeleenheid. De hybride-accu mag alleen worden • BELANGRIJK Led-lampje 1 onderhouden of vervangen door een getrainde en bevoegde Volvo-service- Controleer de capaciteit van het stopcon- • Led-lampje 2 monteur. tact. Als de ingebouwde aardlekschakelaar van de Schakel andere elektronische apparatuur •...
Pagina 440
Laadkabel (p. 435) • ker. N.B. Volvo adviseert een laadkabel volgens IEC 62196 en IEC 61851 die temperatuurbewa- king ondersteunt. Controlefunctie in regeleenheid Duw lichtjes tegen de achterkant van de Ter bescherming van de elektronica wordt de klep.
Pagina 441
Gebruik alleen de laadkabel die bij de auto werd het opladen van hybridevoertuigen via geleverd of een door Volvo geadviseerde vervan- Sluit de klep van de laadaansluiting in omge- een 230V-contact/stekker (wisselspan- gende kabel.
Pagina 442
– geadviseerd wordt een Volvo-werkplaats. Plaats de laadkabel altijd zodanig dat er • niet overheen wordt gereden, op wordt...
Pagina 443
HYBRIDE-INFORMATIE Gerelateerde informatie 2. De laadkabelstekker wordt geblokkeerd/ vergrendeld en binnen zo'n 5 seconden gaat Hybride-accu opladen (p. 433) • de oplading van start. Wanneer de oplading Klep van laadaansluiting openen en sluiten • is gestart, knippert het groene LED-lampje in (p.
Pagina 444
HYBRIDE-INFORMATIE Laadstatus in laadaansluiting op LED-lampje Betekenis auto brandt Een LED-lampje in de laadaansluiting geeft de Hulpverlichting. laadstatus aan. Geel Stand-by - in afwachting van oplading. Knippert Wordt opgeladen groen Groen Oplading gereed Rood Er is een storing opgetreden. Bijvoorbeeld bij het openen van een portier of als de laadkabel- stekker niet vergrendeld is.
Pagina 445
HYBRIDE-INFORMATIE Laadstatus op regeleenheid Led-lampje 1 laadkabel Led-lampje 2 De verschillende lampjes op de regeleenheid van de laadkabel geven tijdens en na het opla- den de laadstatus aan. De led -lampjes op de regeleenheid. Lichtdiode (Light Emitting Diode)
Pagina 446
HYBRIDE-INFORMATIE Led 1 Led 2 Status Betekenis Aanbevolen maatregel Knippert afwis- Knippert afwis- Initialisatie Zelftest Wacht totdat de zelftest is afgerond. selend blauw, selend blauw, geel en rood geel en rood Brandt blauw Gedoofd Stand-by De laadkabel is niet aangesloten op de Sluit de laadkabel aan op de laadaansluiting van de auto.
Pagina 447
HYBRIDE-INFORMATIE Led 1 Led 2 Status Betekenis Aanbevolen maatregel Knippert rood Knippert rood Oplading is niet Interne storing. De laadkabel is beschadigd Neem contact op met de vakman. mogelijk. en moet worden gerepareerd. Gerelateerde informatie Hybride-accu opladen (p. 433) • Laadstatus in laadaansluiting op auto •...
Pagina 448
HYBRIDE-INFORMATIE Laadstatus op bestuurdersdisplay geven. De informatie blijft staan het bestuurders- van auto display actief is. Op het bestuurdersdisplay wordt de laadstatus zowel met een symbool als met een tekst aange- Symbool Melding Betekenis Volledig opgeladen om: [Tijd] verschijnt in combinatie met een ani- Er vindt oplading plaats en het tijdstip verschijnt dat de accu matie met blauw pulserend licht door de laadkabel.
Pagina 449
HYBRIDE-INFORMATIE N.B. Als u het bestuurdersdisplay enige tijd niet gebruikt, wordt het gedeactiveerd. U kunt het display opnieuw activeren door: het rempedaal te bedienen; • een van de portieren te openen, of • zet de auto in contactslotstand I door de •...
Pagina 450
HYBRIDE-INFORMATIE Oplading van hybride-accu beëindigen Sluit de oplading af door de auto te ontgrende- len, de laadkabel uit de laadaansluiting van de auto te halen en daarna uit het 230V-stopcon- tact (wisselstroom). BELANGRIJK Ontgrendel de auto via de ontgrendelings- Ontgrendel de auto met de transpondersleu- Haal de kabel uit het 230V-stopcontact.
Pagina 451
HYBRIDE-INFORMATIE Hybride-accu opladen (p. 433) • Oplading van hybride-accu starten (p. 439) •...
Pagina 452
HYBRIDE-INFORMATIE Symbolen en meldingen voor Twin Engine. Ze kunnen ook verschijnen in combina- Engine op bestuurdersdisplay tie met algemene controle- en waarschuwings- symbolen en doven nadat de onderliggende pro- Op het bestuurdersdisplay kunnen enkele sym- blemen zijn verholpen. bolen en meldingen verschijnen voor de Twin Symbool Melding Betekenis...
Pagina 453
Ontkoppel de laadkabel of controleer of de laadkabel daadwerkelijk is losgekoppeld Verwijderd? Draai knop en houd en of de klep van de laadaansluiting is gesloten. 7s ingedrukt Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie Oplading van hybride-accu starten (p. 439) •...
Pagina 454
HYBRIDE-INFORMATIE Langdurige stalling van auto met 2. Als de opslag langer dan 6 maanden heeft hybride-accu geduurd of het laadniveau van de hybride- accu duidelijk lager is dan 25% – laad de Om te zorgen dat de hybride-accu bij langdurige accu weer tot ca.
Pagina 456
STARTEN EN RIJDEN Motor starten met ondersteuning voor starten zonder sleutel gedraaid. Ter bevestiging dat de motor is gestart, (passief startsysteem). doven de controlelampjes op het bestuurdersdis- De auto wordt gestart met de startknop op de play en gaat het gekozen thema branden. tunnelconsole als de transpondersleutel zich in Om de auto te starten: het interieur bevindt.
Pagina 457
STARTEN EN RIJDEN dersdisplay verschijnt, wacht dan tot de melding N.B. verdwijnt en doe vervolgens een nieuwe startpo- Voor bepaalde motortypen kan het stationaire ging. toerental bij een koude start duidelijk hoger dan normaal zijn. Dit gebeurt om het uitlaat- BELANGRIJK gasreinigingssysteem zo snel mogelijk op de Als de motor na 3 pogingen niet gestart is,...
Pagina 458
STARTEN EN RIJDEN Auto afzetten Contactslotstanden Gerelateerde informatie Motor starten (p. 454) • U zet de auto af met de startknop op de tunnel- Het elektrische systeem van de auto is in ver- console. Contactslotstanden (p. 456) schillende standen te zetten voor gebruik van •...
Pagina 459
STARTEN EN RIJDEN Contactslotstand kiezen Niveau Functies Niveau Functies Het elektrische systeem van de auto is in ver- Kilometerteller, klok en tempera- De koplampen worden ontsto- • • schillende standen te zetten voor gebruik van ken. tuurmeter worden verlicht verschillende autosystemen. Waarschuwings-/controlelamp- •...
Pagina 460
I en II moet u de startknop rechtsom draaien De auto heeft een interface voor elektrische aan- en de knop loslaten. De knop veert automa- sluiting van de door Volvo goedgekeurde alcohol- tisch terug naar de uitgangspositie. slotmerken en -modellen. De interface maakt het...
Pagina 461
STARTEN EN RIJDEN Alvorens een motor met alcoholslot Alcoholslot* omzeilen Gerelateerde informatie te starten Alcoholslot* (p. 458) • In noodsituaties of als het alcoholslot defect is, kunt u het alcoholslot omzeilen om toch in de De blaasunit wordt automatisch geactiveerd en Alvorens een motor met alcoholslot te star- •...
Pagina 462
STARTEN EN RIJDEN Remsystemen Rempedaal City Safety™ (p. 360) • Afdalingsremregeling (p. 488) De remmen van de auto worden gebruikt om Het rempedaal is onderdeel van het remsys- • snelheid te minderen of om te voorkomen dat teem. een geparkeerde auto wegrolt. De auto is uitgerust met twee remkringen.
Pagina 463
STARTEN EN RIJDEN Antiblokkeerremsysteem Symbolen op het bestuurdersdisplay De auto heeft een antiblokkeerremsysteem Symbool Betekenis (ABS ) dat voorkomt dat de wielen blokkeren tij- Controleer het remvloeistofpeil. Vul dens het remmen om de auto bestuurbaar te remvloeistof bij als het peil te laag houden.
Pagina 464
Trap stevig op de rem na ritten op natte wegen of remsysteem te laten controleren – gead- wordt uitgeschakeld, wanneer u de druk op het na het wassen van de auto. De remschijven wor- viseerd wordt een erkende Volvo-werk- rempedaal vermindert. den dan warm, drogen sneller en worden plaats.
Pagina 465
Volvo raadt aan uitsluitend rem- voordat u opnieuw de weg op gaat. blokken te monteren die voor uw Volvo zijn goed- gekeurd. Gerelateerde informatie Rempedaal (p. 460) •...
Pagina 466
STARTEN EN RIJDEN Parkeerrem activeren en Gerelateerde informatie Symbool op bestuurdersdisplay deactiveren Parkeerrem activeren en deactiveren • Symbool Betekenis (p. 464) Gebruik de parkeerrem om te voorkomen dat Het symbool brandt wanneer de Op een helling parkeren (p. 466) een stilstaande auto kan wegrollen. •...
Pagina 467
STARTEN EN RIJDEN Instelling voor automatische Noodrem Automatisch deactiveren activering van de parkeerrem In noodgevallen kunt u de parkeerrem ook tijdens 1. Start de motor. het rijden activeren door de knop uit te trekken Geef aan of de parkeerrem automatisch moet 2.
Pagina 468
Op een helling parkeren Bij een storing in de parkeerrem Symbolen op het bestuurdersdisplay Maak altijd gebruik van de parkeerrem bij het Neem contact op met een erkende Volvo-werk- Symbool Betekenis parkeren op een helling. plaats als het na meerdere pogingen niet lukt om Als het symbool knippert, betekent de parkeerrem te activeren of te deactiveren.
Pagina 469
STARTEN EN RIJDEN Automatische rem bij stilstand Automatische rem bij stilstand Symbolen op het bestuurdersdisplay activeren en deactiveren Dankzij de automatische rem bij stilstand (Auto Symbool Betekenis Hold) kunt u bij stilstand voor verkeerslichten of De automatische rem bij stilstand is te activeren Het symbool brandt als het sys- een kruising het rempedaal loslaten zonder dat met de knop op de tunnelconsole.
Pagina 470
STARTEN EN RIJDEN Hulp tijdens het wegrijden op een Automatisch remmen na een Geldt bij uitschakeling helling aanrijding Als het systeem actief is en de auto staande houdt met het remsysteem Bij een aanrijding waarbij het activeringsniveau De hellingrem (HSA ) voorkomt dat de auto ach- (symbool A brandt), moet u rempedaal voor pyrotechnische gordelspanners of airbags...
Pagina 471
STARTEN EN RIJDEN Versnellingsbak Gerelateerde informatie Symbool Betekenis Rear Collision Warning (p. 375) • De versnellingsbak is een onderdeel van de aan- Informatie- of foutmelding voor de drijflijn (krachtoverbrenging) tussen motor en BLIS* (p. 376) • versnellingsbak. Volg het gegeven aandrijfwielen.
Pagina 472
STARTEN EN RIJDEN Schakelstanden van een Kies stand P wanneer de auto geparkeerd staat automatische versnellingsbak of als de motor moet worden gestart. De auto moet stilstaan, wanneer u de parkeerstand kiest. Bij een auto met een automatische versnellings- bak kiest het systeem automatisch de optimale Om vanuit de parkeerstand een andere schakel- versnelling.
Pagina 473
STARTEN EN RIJDEN Hulpsystemen Duw de keuzehendel eenmaal naar achteren Rijmodus – D • om terug te schakelen naar de eerstvol- Stand D is de normale rijstand. De versnellings- Het systeem schakelt automatisch stand P in gende lagere versnelling. bak schakelt automatisch op en terug afhankelijk als u de auto afzet in stand D of R.
Pagina 474
STARTEN EN RIJDEN Schakelen met stuurpaddles* Systeem uitschakelen De stuurpaddles vormen een aanvulling op de Handmatig uitschakelen in schakelstand D keuzehendel en bieden u de mogelijkheid om en B handmatig te schakelen zonder uw handen van Schakel de stuurpaddles uit door de rechter –...
Pagina 475
STARTEN EN RIJDEN Keuzehendelblokkering Kickdownfunctie Gerelateerde informatie Schakelstanden van een automatische ver- • De keuzehendelblokkering voorkomt onbedoeld De kickdown is te gebruiken om zo snel mogelijk snellingsbak (p. 470) schakelen tussen schakelstanden bij een auto- te accelereren zoals bij het inhalen. matische versnellingsbak.
Pagina 476
STARTEN EN RIJDEN Schakelindicator Vierwielaandrijving rust met stuurpaddles, wordt bij het naar voren duwen van de keuzehendel overgeschakeld naar De schakelindicator op het bestuurdersdisplay Bij vierwielaandrijving (AWD ) worden alle vier schakelstand D. geeft aan welke versnelling er ingeschakeld is in de wielen van de auto tegelijk aangedreven, wat de handmatige schakelstand en wanneer u voor de wegligging verbetert.
Pagina 477
STARTEN EN RIJDEN Aandrijving de verbrandingsmotor ondersteunen met extra stroom. Volvo Twin Engine combineert een verbran- Elektromotor - Drijft de auto aan bij ritten op dingsmotor voor de voorwielaandrijving met een stroom. Biedt extra motorkoppel en -vermo- elektromotor voor de achterwielaandrijving.
Pagina 478
STARTEN EN RIJDEN Verbrandingsmotor van de Twin Rijmodi Uitlaatgasreiniging Engine starten en afzetten Om er zeker van te zijn dat de uitlaatgasreiniging De gekozen rijmodus past de rijeigenschappen optimaal werkt moet de verbrandingsmotor, zodra Een geavanceerd regelsysteem bepaalt wanneer van de auto aan om de rijbeleving te verbeteren deze is aangeslagen, enkele minuten draaien.
Pagina 479
STARTEN EN RIJDEN Mogelijke rijmodi De auto registreert tevens of de rijomstandighe- steld op een lager niveau om de luchtweerstand den vierwielaandrijving vereisen en schakelt deze te verlagen. Het hangt van de ladingsgraad van dan automatisch in. Vierwielaandrijving en extra de hybride-accu en bijvoorbeeld van de behoefte WAARSCHUWING elektrisch vermogen zijn altijd beschikbaar, onge-...
Pagina 480
STARTEN EN RIJDEN De rijmodus maximaliseert het gebruik van de Informatie op het bestuurdersdisplay Eco-klimaat hybride-accu. Dit houdt onder meer in dat de Bij ritten in de hybridemodus verschijnt een hybri- Pure In de rijmodus wordt automatisch het Eco- demeter op het bestuurdersdisplay. De wijzer van bodemvrijheid geringer is om de luchtweerstand klimaat voor de passagiersruimte geactiveerd om...
Pagina 481
STARTEN EN RIJDEN faciliteert het gecontroleerd rijden op steile afda- beeld bij gladheid, bij het rijden met een zware Off Road lingen. aanhangwagen of bij het slepen. De rijmodus Deze stand levert betere rijeigenschappen • Constant AWD is altijd beschikbaar, ongeacht van de auto op in moeilijk begaanbaar terrein de laadstatus van de hybride-accu.
Pagina 482
STARTEN EN RIJDEN De rijmodus is geoptimaliseerd voor maximale 3. Kies onder Presets een rijmodus als uit- prestaties en optimaal reageren op het gaspe- Pure Hybrid Power gangspunt: daal. De respons van de verbrandingsmotor op Instellingen die kunnen worden aangepast, het gaspedaal, het schakelschema en het laad- zijn instellingen voor: druksysteem worden aangepast.
Pagina 483
STARTEN EN RIJDEN Rijmodus wijzigen mate van gebruik van de verbrandingsmotor kun- Gerelateerde informatie nen leiden. Rijmodi (p. 476) • Kies de rijmodus die zich het beste leent voor de actuele rijomstandigheden. Lagesnelheidsregeling activeren en deactive- • Gerelateerde informatie ren met functieknop (p. 487) Rijmodus wijzigen (p.
Pagina 484
STARTEN EN RIJDEN Stroomverdeling bij hybride- De grootste brandstofbesparingen zijn te beha- Voeg soortgelijke routes zoals de route tussen aandrijving op basis van len, wanneer: twee laadpunten toe als Favorieten in het navi- kaartgegevens* gatiesysteem zodat u deze altijd bij de hand hebt. een route begint met een snelwegetappe •...
Pagina 485
STARTEN EN RIJDEN Niveauregeling* en schokdemping versnelling/vertraging en de vraag of de auto op bodemspeling bijvoorbeeld kan variëren afhanke- rechte stukken of in bochten rijdt. lijk van de temperatuur, de wijze van belading, De niveauregeling van de auto stemt de vering gebruik van de laadstand of de gekozen rijmodus en schokdemping van de auto automatisch af op Wanneer er niveauregeling...
Pagina 486
STARTEN EN RIJDEN Symbolen en meldingen op bestuurdersdisplay Symbool Melding Betekenis Vering U hebt de actieve wielophanging handmatig uitgeschakeld. Door gebruiker uitgezet Vering De prestaties van de actieve wielophanging zijn tijdelijk gereduceerd op grond van de belasting van het systeem. Als deze melding vaak verschijnt (bijv. meerdere keren per week), neem dan contact op met Tijdelijk beperkte prestaties een werkplaats Vering...
Pagina 487
Er is een storing opgetreden. Als de melding tijdens het rijden verschijnt, neem dan contact op met een werkplaats Afremmen Auto te hoog Vering Er vindt afstelling tot het beoogde niveau plaats. Niveau auto aut. afstellen Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie • Instellingen voor niveauregeling* (p. 486) Rijmodi (p. 476) •...
Pagina 488
STARTEN EN RIJDEN Instellingen voor niveauregeling* Activeer de in- en uitstapfunctie via het midden- Gerelateerde informatie display: Niveauregeling* en schokdemping (p. 483) • Schakel de niveauregeling uit wanneer u de auto moet opnemen met een krik om problemen met 1. Tik op Instellingen op het hoofdscherm.
Pagina 489
STARTEN EN RIJDEN Lagesnelheidsregeling Lagesnelheidsregeling activeren en N.B. deactiveren met functieknop De lagesnelheidsregeling (LSC ) biedt onder- Wanneer LSC met HDC geactiveerd is door Er zit een functieknop voor de lagesnelheidsre- steuning bij ritten in het terrein en op een gladde de rijmodus Off Road , veranderen het gaspe-...
Pagina 490
STARTEN EN RIJDEN Afdalingsremregeling Gerelateerde informatie te verhogen. Bij het loslaten van het gaspedaal wordt de rijsnelheid weer tot stapvoets verlaagd, Lagesnelheidsregeling (p. 487) • Afdalingsremregeling (HDC ) is een systeem ongeacht het hellingspercentage en zonder dat u Rijmodus wijzigen (p. 481) dat op lage snelheden de remmende werking •...
Pagina 491
STARTEN EN RIJDEN Afdalingsremregeling activeren en Gerelateerde informatie N.B. deactiveren met functieknop Afdalingsremregeling (p. 488) • Wanneer LSC met HDC geactiveerd is door Er zit een functieknop voor de afdalingsremrege- Rijmodus wijzigen (p. 481) • de rijmodus Off Road , veranderen het gaspe- Hill Descent Control ling van op het functie-...
Pagina 492
STARTEN EN RIJDEN Zuinig rijden Bij een korte rit na preconditioning van het Bij hoge snelheden neemt het stroomver- • • interieur moet u, zo mogelijk, de interieurven- bruik toe – de luchtweerstand neemt toe Rijd zuinig en milieubewuster door rustig en met tilator of bij warm weer de airconditioning uit- naarmate de snelheid stijgt.
Pagina 493
STARTEN EN RIJDEN Factoren die van invloed zijn op de Rijd niet met open zijruiten. De tabel geeft de globale verhouding aan tussen • actieradius bij ritten op stroom de buitentemperatuur en de actieradius: bij een Houd de auto niet stil op een helling door •...
Pagina 494
STARTEN EN RIJDEN Hold en Charge-functie Factoren die u zelf kunt beïnvloeden N.B. U moet zich bewust zijn van het feit dat de vol- In bepaalde situaties is het handig om de De tabelwaarden gelden voor een nieuwe • gende factoren van invloed zijn op de actieradius, ladingsgraad van de hybride-accu tijdens het rij- auto.
Pagina 495
STARTEN EN RIJDEN Voorbereidingen voor een lange rit Charge Motor laadt hybrideaccu op Voor aanvang van een autovakantie of een lan- gere autorit is het belangrijk om de functies en Deze functie laadt de hybride- uitrusting van de auto eens goed te controleren. accu bij met hulp van de ver- brandingsmotor om de elektri- Controleer of...
Pagina 496
• op het volgende: Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of ijs Pilot Assist (p. 332) • adviseert Volvo u om de auto rondom van winter- De koelvloeistof van de motor moet 50% gly- • Snelheidsbegrenzer (p. 308) •...
Pagina 497
Wij advise- Off Road Schakel altijd naar de rijmodus • ren een erkende Volvo-werkplaats. voordat u door water rijdt, zodat u zeker weet dat de verbrandingsmotor draait. Trap na het oversteken van de waterpartij lichtjes Rijd niet sneller dan stapvoets.
Pagina 498
STARTEN EN RIJDEN Tankvulklep openen en sluiten N.B. De tankvulklep is te ontgrendelen met een knop Na het openen van de tankvulklep moet er op het instrumentenpaneel. binnen zo'n 15 minuten worden getankt. Daarna sluit namelijk de klep die bij gebruik Op het bestuurdersdisplay van de knop voor opening van de tankvulklep wordt met de pijl naast het...
Pagina 499
STARTEN EN RIJDEN Brandstof tanken Tankinstructies: De brandstoftank is voorzien van een doploos 1. Schakel de auto uit en open de tankvulklep. tanksysteem. N.B. Tanken bij een tankstation Na het openen van de tankvulklep moet er binnen zo'n 15 minuten worden getankt. Daarna sluit namelijk de klep die bij gebruik van de knop voor opening van de tankvulklep werd geopend, zodat het vulpistool afslaat en...
Pagina 500
Gebruik geen brandstof met een kwaliteit die > De tank is vol. slechter is dan de kwaliteit die door Volvo wordt aanbevolen, omdat dit een negatief effect heeft N.B. op het motorvermogen en het brandstofverbruik.
Pagina 501
BELANGRIJK Door mengsels van verschillende soorten BELANGRIJK brandstoffen of het gebruik van niet aanbevo- len brandstof vervallen de garanties van Volvo Er is brandstof toegestaan die tot 10 • en evt. aanvullende serviceovereenkomsten. volumeprocent ethanol bevat.
Pagina 502
Gebruik geen toevoegingen die niet door • De capaciteit van de uitlaatgasreiniging hangt af Volvo zijn aanbevolen. van de rijstijl. Voor de optimale werking is het belangrijk om ritten van verschillende lengte en Gerelateerde informatie op uiteenlopende snelheden te maken.
Pagina 503
STARTEN EN RIJDEN Oververhitting van motor en Transmissie warm Ga langzamer rijden Symbolen op het bestuurdersdisplay aandrijving om temperatuur te verlagen Symbool Betekenis Transmissie heet Stop veilig, wacht op In bepaalde omstandigheden, bijv. bij een zware koelen verschijnt. Volg in dat geval het Hoge motortemperatuur.
Pagina 504
Wanneer een zekering kapot is, verschijnt de opgeladen tijdens het rijden dan bij stilstand melding 12V-accu Zekering defect Service met een stationair draaiende motor. vereist op het bestuurdersdisplay. Volvo advi- seert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 505
STARTEN EN RIJDEN Als u een hulpaccu gebruikt bij het starten wordt 9. Controleer of de aansluitklemmen van de 12. Verwijder de startkabels in omgekeerde volg- geadviseerd de volgende stappen aan te houden startkabels goed vastzitten om te voorkomen orde – eerst de zwarte kabel en daarna de om kortsluiting en andere schade te voorkomen: dat er tijdens de startpoging vonken ont- rode.
Pagina 506
• N.B. krijgbaar voor de auto – neem voor informatie Als de startaccu dermate ontladen is dat de contact op met een Volvo-dealer. elektrische standaardsystemen van de auto's zijn uitgeschakeld en als u de motor vervol- BELANGRIJK gens start met een externe accu of acculader,...
Pagina 507
STARTEN EN RIJDEN Specificaties van de trekhaak* N.B. Afmetingen, bevestigingspunten in mm (inch) Afmetingen en bevestigingspunten voor de trek- Als de auto is uitgerust met een trekhaak, is 1476 (58,1) haak. er geen achterste sleepoogbevestiging. 86 (3,4) Gerelateerde informatie 875 (34,4) •...
Pagina 508
STARTEN EN RIJDEN In- en uitklapbare trekhaak* 2. Druk op de knop en laat hem weer los – drukt u te lang, dan kan dat betekenen dat De in- en uitklapbare trekhaak is eenvoudig in of het uitklappen niet start. uit te klappen als dat nodig is.
Pagina 509
STARTEN EN RIJDEN N.B. De stroomspaarstand wordt na enige tijd geactiveerd en het controlelampje dooft. Het systeem wordt opnieuw geactiveerd door de achterklep te sluiten en daarna opnieuw te openen. Dit geldt zowel bij het in- als uitklap- pen van de trekhaak. Als het elektrische systeem heeft gedetec- teerd dat er een aanhanger achter de auto hangt, stopt het controlelampje met branden.
Pagina 510
Gebruik gen. klimvermogen van de auto beperkt door de een door Volvo goedgekeurde adapter. Zorg dat De trekhaak van de auto moet van een goed- • lagere luchtdichtheid en moet daarom het de kabel niet over de grond sleept.
Pagina 511
) heeft tot De vermelde maximaal toegestane aanhange- Op een helling parkeren taak een auto met aanhangwagen te stabiliseren rgewichten zijn door Volvo toegestaan. Natio- 1. Trap het rempedaal in. wanneer de combinatie slingerneigingen ver- nale voertuigvoorschriften kunnen het aan- toont.
Pagina 512
STARTEN EN RIJDEN Aanhangwagenverlichting Werking van de bilisering dan niet kan bepalen of de slingering controleren wordt veroorzaakt door de aanhangwagen of aanhangwagenstabilisering door uzelf. De aanhangwagenstabilisering houdt continu de Controleer na het aankoppelen van een aan- bewegingen van de auto in de gaten en in het hangwagen voor het vertrek of alle lampen op de Wanneer de aanhangwagen- bijzonder de dwarsbewegingen.
Pagina 513
4. Kijk of alle lampen op de aanhangwagen ook maximale veiligheid tijdens het rijden. De fietsdra- licht of de aanhangwagen is uitgerust met een daadwerkelijk branden. gers van Volvo zijn te verkrijgen bij erkende mistachterlicht om de auto met aanhangwagen Volvo-dealers. op een veilige manier te kunnen besturen.
Pagina 514
STARTEN EN RIJDEN Slepen Een fietsdrager die op de trekhaak is gemon- het zicht naar achteren beperken en tot een teerd is van invloed op de rijeigenschappen van hoger brandstofverbruik leiden. Ze zorgen Bij het slepen wordt de auto met behulp van een de auto, op grond van bijvoorbeeld: ook voor grotere krachten die inwerken op sleepkabel voortgetrokken door een ander voer-...
Pagina 515
STARTEN EN RIJDEN Sleepoog monteren en demonteren Gerelateerde informatie Sleepoog monteren en demonteren • Gebruik het sleepoog als u met uw auto een (p. 513) ander voertuig wilt slepen. Schroef het sleepoog Alarmlichten (p. 167) vast in een draadbus achter een afdekking aan •...
Pagina 516
STARTEN EN RIJDEN Bergen 3. Schroef het sleepoog tot aan de aanslag Gereedschapsset (p. 592) • naar binnen. Bij het bergen wordt de auto met behulp van een ander voertuig weggesleept. Roep professionele hulp in voor berging. Het is toegestaan het sleepoog te gebruiken om de auto op een bergingsvoertuig met laadvloer te trekken.
Pagina 517
STARTEN EN RIJDEN ® auto dan op met de hefinrichting van het ber- HomeLink Knop 3 gingsvoertuig. ®19 HomeLink is een programmeerbare afstands- Controlelampje bediening die in het elektrische systeem van de WAARSCHUWING ® HomeLink wordt geleverd in een uitvoering die auto geïntegreerd is en tot drie verschillende ingebouwd is in de achteruitkijkspiegel.
Pagina 518
STARTEN EN RIJDEN ® HomeLink programmeren 1. Richt de afstandsbediening op de te pro- 3. Laat de knoppen pas los als het led-lampje ® niet meer langzaam (ca. 1 maal per seconde) grammeren HomeLink -knop en houd de ® Volg de instructies op om HomeLink te pro- maar snel knippert (ca.
Pagina 519
STARTEN EN RIJDEN Neem bij programmeringsproblemen contact op Houd de buitenste knoppen (1 en 3) op – ® ® met HomeLink via: www.HomeLink.com of bel HomeLink zo'n 10 seconden ingedrukt. 00 8000 466 354 65 (of het betaalnummer > Wanneer het controlelampje niet meer +49 6838 907 277) constant brandt, maar is gaan knipperen zijn de knoppen gereset en weer gereed...
Pagina 520
STARTEN EN RIJDEN ® Typegoedkeuring voor HomeLink gebruiken WAARSCHUWING ® HomeLink ® Zodra HomeLink geprogrammeerd is, vormt het ® • Als HomeLink wordt gebruikt om een een vervanging voor de afzonderlijke originele garagedeur of hek te bedienen, moet u Typegoedkeuring voor de EU afstandsbedieningen.
Pagina 521
STARTEN EN RIJDEN Kompas* Kompas* activeren en deactiveren Kompas kalibreren* In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk- In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk- De aarde is in 15 magnetische zones verdeeld. spiegel zit een display waarop wordt aangege- spiegel zit een display waarop wordt aangege- Het kompas dient te worden gekalibreerd als ven in welke kompasrichting...
Pagina 522
STARTEN EN RIJDEN 7. Voor auto’s met elektrische voorruitver- warming*: Als bij activering van de elektri- sche voorruitverwarming het teken op het display verschijnt, kalibreer dan volgens punt 6 hierboven met de elektrische voorruitver- warming ingeschakeld. 8. Herhaal de bovenstaande procedure zo nodig.
Pagina 524
GELUID, MEDIA EN INTERNET Audio, media en internet Audio-instellingen dates te downloaden voor optimale functionaliteit, zie support.volvocars.com. Het audio- en mediasysteem bestaat uit een Het audiosysteem is vooraf ingesteld voor opti- mediaspeler en een radio. Het is ook mogelijk male geluidsweergave maar is ook naar wens Gerelateerde informatie een telefoon aan te sluiten via Bluetooth om aan te passen.
Pagina 525
GELUID, MEDIA EN INTERNET Geluidservaring* Premium Sound* (Bowers & Wilkins) temen, bijv. Stembediening Parkeerhulp Ringtone telefoon Toon – persoonlijke instellingen van bijv. • Geluidservaring is een app die toegang biedt tot lage en hoge tonen en equalizer. aanvullende geluidsinstellingen. Gerelateerde informatie Balans –...
Pagina 526
GELUID, MEDIA EN INTERNET Apps High Performance Pro* (Harman Kardon) Op het appscherm staan applicaties (apps) die Stoeloptimalisatie – de geluidsweergave is • toegang bieden tot bepaalde autofuncties. te optimaliseren voor Bestuurder Alles Veeg van rechts naar links over het middendis- Achter play om vanuit het homescherm het appscherm Surround...
Pagina 527
GELUID, MEDIA EN INTERNET Apps downloaden Start een app door in het appscherm op het mid- 3. Druk op een bepaalde app om de lijst uit te dendisplay de desbetreffende app aan te klikken. vouwen en meer informatie over de app te Wanneer de auto een internetverbinding heeft, krijgen.
Pagina 528
GELUID, MEDIA EN INTERNET Apps bijwerken Apps verwijderen Alle apps bijwerken 1. Open de app Download Center op het Wanneer de auto een internetverbinding heeft, is Wanneer de auto een internetverbinding heeft, is appscherm. het mogelijk apps bij te werken. het mogelijk apps te verwijderen.
Pagina 529
GELUID, MEDIA EN INTERNET Radio Radio starten Digitale radio* (p. 532) • RDS-radio (p. 531) U kunt naar de radiofrequentiebanden voor FM De radio is te starten vanuit het appscherm van • en digitale radio (DAB)* luisteren. Wanneer de het middendisplay. Auto met actieve internetverbinding* •...
Pagina 530
GELUID, MEDIA EN INTERNET Van radioband en radiozender Van radioband en radiozender wisselen 2. Kies weergave via Zenders Favorieten • wisselen (p. 528) Genres Ensembles Radiofavorieten instellen (p. 529) • Hier volgen instructies voor het wisselen van fre- 3. Druk op het gewenste kanaal in de lijst. quentieband, het wisselen van kanaallijst in de Instellingen voor radio (p.
Pagina 531
GELUID, MEDIA EN INTERNET Radiokanaal zoeken Radiofavorieten instellen Handmatig kanalen zoeken De radio maakt automatisch een kanaallijst met U kunt een radiokanaal toevoegen aan de app Radiofavorieten de best doorkomende radiokanalen binnen het en aan de lijst met favorieten actuele gebied. van de bewuste frequentieband (bijv.
Pagina 532
GELUID, MEDIA EN INTERNET Instellingen voor radio Bij het verwijderen van een favoriet wordt deze De functie Verkeersinformatie moet tege- eveneens verwijderd uit de lijst met favorieten van lijkertijd geactiveerd zijn. Er zijn diverse radiofuncties te activeren en de desbetreffende radioband. Nieuws : lopende mediaweergave onder- deactiveren.
Pagina 533
GELUID, MEDIA EN INTERNET RDS-radio Alarm : lopende mediaweergave onderbre- DAB* (digitale radio) ken en waarschuwingen voor calamiteiten en Service sorteren : aangeven hoe de kanalen • RDS (Radio Data System) zorgt ervoor dat de rampen doorgeven. De weergave van de moeten worden gesorteerd.
Pagina 534
GELUID, MEDIA EN INTERNET Digitale radio* audiobron en het vorige volume terug wanneer DAB-subkanaal het ingestelde programmatype ophoudt met uit- Secundaire componenten worden vaak aange- Digitale radio (DAB ) is een systeem voor digi- duid als subkanalen. Dergelijke componenten zijn zenden.
Pagina 535
GELUID, MEDIA EN INTERNET Schakelen tussen de radiobanden Mediaspeler Gerelateerde informatie FM en digitale radio* Media afspelen (p. 534) • De mediaspeler kan geluidsbestanden op de cd-speler* en op externe mediabronnen weerge- Media regelen en van media wisselen Dankzij deze functie kan de digitale radio (DAB) •...
Pagina 536
GELUID, MEDIA EN INTERNET Media afspelen Eenheid met Bluetooth-verbinding 1. Activeer Bluetooth op de desbetreffende 1. Plaats een cd. De mediaspeler wordt bediend via het midden- mediabron. display. Veel functies zijn ook te bedienen vanaf 2. Open de app vanuit het appscherm. de rechter stuurknoppenset of via stemcomman- 2.
Pagina 537
GELUID, MEDIA EN INTERNET Media regelen en van media Android Auto onder het middendisplay of op van de rech- wisselen Android Auto staat in een apart artikel beschre- ter stuurknoppenset. ven. De weergave van media is te regelen via stem- Van track/nummer wisselen - op de gewenste bediening, de stuurknoppenset of het midden- Gerelateerde informatie...
Pagina 538
GELUID, MEDIA EN INTERNET Media zoeken Vergelijkbaar - op de knop Gerelateerde informatie drukken om aan de hand van Mediaspeler (p. 533) • U kunt artiesten, componisten, tracks, albums, Gracenote naar soortgelijke video’s, luisterboeken, speellijsten en bij een Auto met actieve internetverbinding* •...
Pagina 539
GELUID, MEDIA EN INTERNET ® Cd-speler* Gracenote Gracenote bijwerken De inhoud van de Gracenote-database wordt De mediaspeler kan cd's met compatibele audi- Gracenote geeft bij het afspelen van muziek de voortdurend bijgewerkt. Download de nieuwste obestanden afspelen. uitvoerende artiesten, albums, tracks en eventu- update voor optimale functionaliteit.
Pagina 540
GELUID, MEDIA EN INTERNET ® Video Video afspelen DivX weergeven Videobestanden op apparaten die zijn aangeslo- Video's zijn af te spelen via de app op het Om Video-on-Demand-films (VOD) in DivX-for- ten op de USB-poort zijn via de mediaspeler appscherm. maat te kunnen afspelen moet u deze DivX ®...
Pagina 541
GELUID, MEDIA EN INTERNET ® ® Instellingen voor video Media via Bluetooth Eenheid aansluiten via Bluetooth ® U kunt de instellingen voor videoweergave wijzi- De mediaspeler in de auto is uitgerust met Verbind een Bluetooth -apparaat met de auto gen, bijv. de te hanteren taal. Bluetooth en kan draadloos audiobestanden op om draadloos media af te spelen en een eventu- externe Bluetooth-eenheden afspelen zoals...
Pagina 542
GELUID, MEDIA EN INTERNET Media AUX/USB-poort Eenheid aansluiten via USB-poort Technische specificaties voor USB-eenhe- • den (p. 541) Via de USB-poort is een externe audiobron zoals Via een van de USB-poorten in de auto is een ® ® ® een iPod® of mp3-speler aan te sluiten op het •...
Pagina 543
GELUID, MEDIA EN INTERNET Technische specificaties voor USB- Compatibele formaten voor media Formaat Bestandsextensie eenheden Voor het afspelen van media zijn de volgende .avi Om de inhoud van USB-eenheden te kunnen bestandsformaten vereist. lezen moet de eenheid aan de volgende specifi- AVI (DivX) .avi, .divx Audiobestanden...
Pagina 544
CarPlay kan er soms toe leiden dat de verbinding bestandsgrootte tussen het apparaat en de auto wegvalt. Let erop Audiocodec MP3, AC3 dat Volvo niet verantwoordelijk is voor de inhoud van CarPlay. Ondertiteling XSUB Bij gebruik van de kaartnavigatie via CarPlay ver-...
Pagina 545
Gebruik Wi-Fi of de geïnte- iPhone. Ten aanzien van Volvo Cars bent u greerde automodem*. zelf volledig verantwoordelijk voor uw eigen gebruik van Apple CarPlay of voor het gebruik door iemand anders.
Pagina 546
GELUID, MEDIA EN INTERNET ® ® Wisselen tussen CarPlay en iPod CarPlay starten • Instellingen voor Apple CarPlay * (p. 545) CarPlay start als volgt na aansluiting van een Internetverbinding voor de auto maken via Van CarPlay naar iPod • iOS-apparaat.
Pagina 547
GELUID, MEDIA EN INTERNET ® ® ® Instellingen voor Apple CarPlay Tips voor het gebruik van Apple 2. Druk op Geluid Systeemvolumes ® instellingen te verrichten voor het volgende: CarPlay Instellingen voor een iOS-apparaat aangesloten met CarPlay Stembediening Hier vindt u handige tips voor het gebruik van •...
Pagina 548
(Wi-Fi) (p. 561) homepage: www.android.com/auto/. Zie Google met het volgende: Android Auto is een Play voor apps van derden. Let erop dat Volvo onder de voorwaarden van Google Inc. niet verantwoordelijk is voor de inhoud van geleverde dienst. Volvo Cars is niet Android Auto.
Pagina 549
GELUID, MEDIA EN INTERNET Android Auto* gebruiken bent zelf volledig verantwoordelijk voor uw Eerder aangesloten Android eigen gebruik van Android Auto en dat door 1. Sluit het apparaat aan op de USB-poort met Android Auto Om de app te gebruiken moet de anderen.
Pagina 550
GELUID, MEDIA EN INTERNET Tips voor het gebruik van Android Instellingen voor Android Auto* Gerelateerde informatie Auto* Android Auto* (p. 546) • Instellingen voor een Android-apparaat dat voor het eerst via Android Auto is verbonden. Android Auto* gebruiken (p. 547) Hier vindt u handige tips voor het gebruik van •...
Pagina 551
GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoon internetverbinding van de auto dan door Overzicht "internet sharing" via de Wi-Fi-hotspot van Een telefoon met Bluetooth is draadloos aan te het apparaat. sluiten op het geïntegreerde handsfreesysteem Als de auto met meerdere mensen wordt •...
Pagina 552
GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoon eerste keer verbinden met Telefoon automatisch verbinden met de auto Alternatief 1 – telefoon zoeken vanuit • de auto via Bluetooth via Bluetooth (p. 552) de auto 1. Maak de telefoon identificeerbaar/zichtbaar Telefoon handmatig verbinden met de auto •...
Pagina 553
GELUID, MEDIA EN INTERNET 5. In de auto verschijnt een pop-upvenster met Compatibele telefoons N.B. informatie over de verbinding. Bevestig de Hoewel veel moderne telefoons Bluetooth-tech- Bij sommige telefoons moet de berich- • verbinding. nologie bieden, zijn niet alle telefoons volledig tenfunctie geactiveerd worden.
Pagina 554
GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoon automatisch verbinden Telefoon handmatig verbinden met Internetverbinding voor de auto maken via • met de auto via Bluetooth de auto via Bluetooth een telefoon met Bluetooth-verbinding (p. 560) Het is mogelijk om een telefoon automatisch via Het is mogelijk om een telefoon handmatig via Contactslotstanden (p.
Pagina 555
GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoon met Bluetooth-verbinding Andere telefoon met Bluetooth- Auto met actieve internetverbinding* • loskoppelen verbinding kiezen (p. 559) Internetverbinding voor de auto maken via Het is mogelijk een telefoon met Bluetooth-ver- U kunt een andere telefoon met Bluetooth-ver- •...
Pagina 556
GELUID, MEDIA EN INTERNET Bluetooth-eenheden verwijderen Telefoonfuncties Het is ook mogelijk om te bellen via de gesprek- kenlijst in het appmenu, dat toegankelijk is via de Apparaten zoals telefoons zijn te verwijderen van Verwerking van gesprekken in de auto voor een rechter stuurknoppenset de lijst met geregistreerde Bluetooth-eenheden.
Pagina 557
GELUID, MEDIA EN INTERNET Berichtfuncties (p. 555) Berichtfuncties • 2. Druk op om het gesprek te beëindigen. Audio-instellingen (p. 522) • Verwerking van berichten in de auto voor een Telefoonoproepen tijdens lopende telefoon met Bluetooth-verbinding. telefoongesprekken 1. Tik op Antwoorden Afwijzen Op sommige telefoons moet de functie 'Berich- ten' worden geactiveerd.
Pagina 558
Instellingen voor telefoon (p. 557) • ling (p. 565) Geldt alleen voor bepaalde markten. Neem voor meer informatie contact op met een Volvo-dealer. Alleen bepaalde telefoons kunnen berichten verzenden via de auto. Kijk voor de compatibiliteit op support.volvocars.com. * Optie/accessoire.
Pagina 559
GELUID, MEDIA EN INTERNET Telefoonboekfuncties Instellingen voor telefoon Sorteren De lijst met contacten staat op alfabetische volg- Wanneer een telefoon via Bluetooth is verbon- Wanneer de telefoon verbonden is met de auto orde en speciale tekens en cijfers staan onder den met de auto kunt u rechtstreeks via het mid- zijn de volgende instellingen te kiezen.
Pagina 560
GELUID, MEDIA EN INTERNET Instellingen voor Bluetooth- Auto met actieve internetverbinding* • 2. Tik op Communicatie Telefoon en kies apparaten (p. 559) instellingen. Telefoon eerste keer verbinden met de auto Er zijn instellingen te verrichten voor apparaten • Beltonen • –...
Pagina 561
Wi-Fi-netwerk verwijderen (p. 565) • N.B. Techniek en veiligheid rond Wi-Fi (p. 565) • Bij gebruik van Android Auto kunt u een inter- Volvo ID (p. 28) • netverbinding voor de auto maken via Wi-Fi, Gebruiksvoorwaarden en gegevensuitwisse- • Bluetooth of de automodem*.
Pagina 562
GELUID, MEDIA EN INTERNET Internetverbinding voor de auto ® ® 5. Vink het vakje voor Bluetooth- • Apple CarPlay * (p. 542) maken via een telefoon met internetaansluiting aan onder de rubriek Geen internetverbinding of een slechte ver- • Bluetooth-verbinding Internetverbinding binding (p.
Pagina 563
GELUID, MEDIA EN INTERNET Internetverbinding voor de auto Let erop dat sommige telefoons de internetver- Gerelateerde informatie maken via een telefoon (Wi-Fi) binding verbreken, wanneer de verbinding met de Auto met actieve internetverbinding* (p. 559) • auto is verbroken (zoals wanneer u de auto Deel de internetverbinding van een telefoon via Wi-Fi-netwerk verwijderen (p.
Pagina 564
1. Tik op Instellingen in het hoofdscherm. Auto's uitgerust met Volvo On Call gebruiken 6. Geef de pincode van de simkaart aan. voor de diensten de internetverbinding met de 2. Tik op Communicatie Internet via automodem.
Pagina 565
GELUID, MEDIA EN INTERNET Internetverbinding van auto delen Wijzig pincode - maximaal 4 cijfers aange- De provider (simkaart) moet ondersteuning bie- via Wi-Fi-hotspot ven. den voor tethering (delen van de internetverbin- ding). Pincode uitschakelen - aangeven of de Als de auto een internetverbinding heeft, is het pincode vereist is voor gebruik van de sim- mogelijk om de internetverbinding te delen, 1.
Pagina 566
GELUID, MEDIA EN INTERNET Geen internetverbinding of een Telefoon herstarten N.B. slechte verbinding Problemen met de internetverbinding zijn soms Het activeren van Wi-Fi-hotspot kan tot ver- te verhelpen door de telefoon opnieuw op te star- Factoren die van invloed zijn op de internetver- dere kosten van uw provider leiden.
Pagina 567
Beveiligingstype - WPA2-AES-CCMP. • vensuitwisseling dat Volvo hanteert. Door Het Wi-Fi-systeem van de auto is zo ingericht dat 4. Bevestig uw keuze. akkoord te gaan gegevensuitwisseling stemt de het Wi-Fi-eenheden in de auto kan hanteren.
Pagina 568
Volvo's voor- waarden voor connected diensten. Let er in dat geval op dat u daarmee ook de gegevensuitwis-...
Pagina 569
GELUID, MEDIA EN INTERNET Vrije geheugenruimte op harde schijf Het is mogelijk de vrije geheugenruimte te bekij- ken die beschikbaar is op de harde schijf van de auto. Het is mogelijk informatie weer te geven over de harde schijf van de auto, zoals de totale capaci- teit, de beschikbare geheugenruimte en de gebruikte geheugenruimte voor geïnstalleerde apps.
Pagina 570
Hier volgen de teksten van de overeenkomsten tus- sen Volvo en producenten/ontwikkelaars. Een groot aantal van deze teksten is in het Engels. Dirac Unison optimaliseert de luidsprekers qua ®...
Pagina 571
GELUID, MEDIA EN INTERNET eindgebruikersfuncties van deze toepassing of dit De Gracenote-service gebruikt een unieke identi- Gracenote ® apparaat. ficatiecode om query's na te sporen voor statisti- sche doeleinden. Het doel van deze willekeurig U stemt ermee in de Gracenote-gegevens, de toegewezen numerieke code is om de Grace- Gracenote-software en Gracenote-servers uitslui- note-service query's te laten tellen zonder te...
Pagina 572
GELUID, MEDIA EN INTERNET BEPAALD DOEL, EIGENDOMSRECHT EN HET conditions and the following disclaimer in the Implementation, Version 1.2.1, released January GEEN INBREUK MAKEN OP RECHTEN VAN documentation and/or other materials provided 26, 2000, developed by Silicon Graphics, Inc. The DERDEN, VAN DE HAND.
Pagina 573
GELUID, MEDIA EN INTERNET OR THE USE OR OTHER DEALINGS IN THE complying with the user agreements that PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SOFTWARE. Except as contained in this notice, accompany each Source Code. SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; the name of Silicon Graphics, Inc.
Pagina 574
GELUID, MEDIA EN INTERNET each modified Data File or in the Software as IN AN ACTION OF CONTRACT, NEGLIGENCE Verklaring van overeenstemming well as in the documentation associated with the OR OTHER TORTIOUS ACTION, ARISING OUT Data File(s) or Software that the data or software OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR has been modified.
Pagina 575
GELUID, MEDIA EN INTERNET Land/ regio Brazilië: Este equipamento opera em caráter secundário isto e, náo tem direito a protecão contra interferéncia prejudicial, mesmo tipo, e não pode causar interferéncia a sistemas operando em caráter primário. Para consultas, visite: www.anatel.gov.br Producent: Mitsubishi Electric Corporation Sanda Works 2-3-33, Miwa, Sanda-city.
Pagina 576
GELUID, MEDIA EN INTERNET Land/ regio Kazach- stan: Modelnaam: NR-0V Producent: Mitsubishi Electric Corporation Exportland: Japan...
Pagina 577
GELUID, MEDIA EN INTERNET Land/ regio China: ■ 使用频率 2.4 - 2.4835 GHz ■ 等效全向辐射 率(EIRP) 天线增益 10dBi 时 ≤100 mW 或≤20 dBm ① ■ 最大 率谱密度 天线增益 10dBi 时 ≤20 dBm / MHz(EIRP) ① ■ 载频容限 20 ppm ■ 帯外发射 率(在 2.4-2.4835GHz 頻段以外) ≤-80 dBm / Hz (EIRP) ■...
Pagina 578
GELUID, MEDIA EN INTERNET Land/ regio B 급 기기 (가정용 방송통신기자재) Korea: 이 기기는 가정용(B 급) 전자파적합기기로서 주로 가정에서 사용하는 것을 적으로 하며, 든 지역에서 사용할 수 있습니다. 해당 무선설비는 전파혼신 가능성이 있으므로 인명안전과 관련된 서비스는 할 수 없습니다. Maleisië This device has been certified under the Communications &...
Pagina 579
GELUID, MEDIA EN INTERNET Land/ regio Mexico: 低功率電波輻射性電機管理辦法 Taiwan: 第十二條 經型式認證合格之低功率射頻電機,非經許可,公司 商號或使用者均不得擅自 變更頻率 加大功率或變更原設計之特性及功能 第十四條 低功率射頻電機之使用不得影響飛航安全及干擾合法通信;經發現有干擾現象時,應 立停用,改善至無干擾時方得繼續使用 前項合法通信,指依電信法規定作業之無線 電通信 低功率射頻電機須忍受合法通信或工業 科學及醫療用電波輻射性電機設備 之干擾 Gerelateerde informatie Audio, media en internet (p. 522) • Auto met actieve internetverbinding* (p. 559) • Mediaspeler (p. 533) •...
Pagina 582
Aanbevolen banden der voor winterbanden. De laatste cijfers van de De auto wordt aangeleverd met originele Volvo- De banden moeten tijdens hun hele levens- • cijferreeks geven de week en het jaar van pro- banden met aan de zijkant het opschrift VOL duur dezelfde rotatierichting hebben.
Pagina 583
(p. 615) opnieuw. Volvo zijn aangegeven om te voldoen aan strenge eisen als het gaat om stabiliteit Volvo adviseert u contact op te nemen met een en rijeigenschappen. Niet-goedgekeurde erkende Volvo-werkplaats, als u niet zeker bent combinaties van velg- en bandenmaten van de profieldiepte.
Pagina 584
WIELEN EN BANDEN Maataanduiding voor banden Snelheidsklasse 270 km/h (168 mph) Elke band is berekend op een bepaalde maxi- Aanduidingen voor de afmetingen, lastindex en 300 km/h (186 mph) mumsnelheid. De snelheidsklasse, SS (Speed snelheidsklasse van de banden. Symbol), van de banden moet minimaal overeen- De typegoedkeuring van de auto geldt in combi- komen met de topsnelheid van de auto.
Pagina 585
WIELEN EN BANDEN Maataanduiding voor wielen De draairichting van de banden. N.B. Wiel- en velgmaten worden aangeduid zoals in Bij banden met een speciaal profiel dat alleen Let erop dat u hetzelfde type, dezelfde maat de onderstaande tabel. goed werkt wanneer de banden in een bepaalde en ook hetzelfde merk voor beide wielparen richting draaien, staat deze richting aangegeven hebt.
Pagina 586
WIELEN EN BANDEN Slijtage-indicator van banden Bandenspanning controleren Koude banden De bandenspanning moet worden gecontroleerd De slijtage-indicator geeft de status aan van de Een juiste bandenspanning is een hulpmiddel als de banden koud zijn. De banden worden profieldiepte van de band. voor een betere rijstabiliteit, een lager brandstof- beschouwd als koud als ze dezelfde temperatuur verbruik en banden die langer meegaan.
Pagina 587
WIELEN EN BANDEN Bandenspanning aanpassen Gerelateerde informatie 3. Plaats de ventieldop terug. Bandenspanning aanpassen (p. 585) • Dat de bandenspanning na verloop van tijd daalt N.B. Aanbevolen bandenspanning (p. 586) is normaal. Daarom moet u om de aanbevolen • bandenspanning te handhaven de bandenspan- Plaats na het oppompen van een band •...
Pagina 588
WIELEN EN BANDEN Aanbevolen bandenspanning Gerelateerde informatie N.B. Bandenspanning controleren (p. 584) • Op de sticker voor op de portierstijl aan de Als u een band te hard hebt opgepompt, kunt bestuurderszijde (tussen voor- en achterportier) Goedgekeurde bandenspanningswaarden • u lucht laten ontsnappen door op de metalen staat de juiste bandenspanning voor uw auto (p.
Pagina 589
WIELEN EN BANDEN Bandenspanningscontrolesysteem* tot stilstand te komen. Let erop dat TPMS geen Algemene informatie over vervanging is voor normaal bandenonderhoud. De bandenspanningscontrolesystemen Het bandenspanningscontrolesysteem waar- bestuurder dient de juiste bandenspanning te In de onderstaande informatie wordt het banden- schuwt u met een controlesymbool op het handhaven, óók als de grenswaarde voor een spanningscontrolesysteem aangeduid met de bestuurdersdisplay voor een te lage banden-...
Pagina 590
Zo moet u de bandenspanning afstemmen op de Bandenspanningssyst. Service vereist • play* bekijken (p. 590) door Volvo geadviseerde bandenspanningswaar- Waar u op moet letten den bij ritten met een zware belading of op hoge Maatregel bij een waarschuwing voor een •...
Pagina 591
WIELEN EN BANDEN 4. Open de app Auto status op het app- 8. Rijd met de auto totdat de nieuwe banden- Maatregel bij een waarschuwing voor een • scherm. spanning is opgeslagen. lage bandenspanning (p. 591) Bandenspanningscontrolesysteem* (p. 587) • De nieuwe bandenspanning wordt opgesla- gen als de auto met een snelheid hoger dan 35 km/h (22 mph) rijdt.
Pagina 592
WIELEN EN BANDEN Bandenspanningsstatus op het Statusindicatie Middendisplay: De bandenspanning is te middendisplay* bekijken Controleer laag. Stop de auto en con- band linksvoor, troleer/corrigeer de ban- Het bandenspanningscontrolesysteem biedt u sla spanning denspanningswaarde door de mogelijkheid om op het middendisplay de de band onmiddellijk op te op na vullen bandenspanningsstatus te bekijken.
Pagina 593
Koude banden hebben dezelfde tem- Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. actie vereist. peratuur als de omgeving (na ca. 3 uur stil- Gerelateerde informatie stand).
Pagina 594
Controleer of de bandenmaat goedgekeurd is voor gebruik op de auto. Neem bij montage van een andere bandenmaat altijd contact op met een erkende Volvo-werk- plaats voor een update van de software. Bij mon- tage van een grotere of kleinere bandenmaat en...
Pagina 595
Gebruik alleen velgen die getest en goedgekeurd bagageruimte. zijn door Volvo en deel uitmaken van de originele accessoires van Volvo. De normale krik die bij de auto zit, is • alleen bestemd voor sporadisch en kort-...
Pagina 596
WIELEN EN BANDEN Wielen demonteren Gerelateerde informatie WAARSCHUWING Wielen demonteren (p. 594) • Het vervangen van wielen moet altijd op de juiste Activeer de parkeerrem en zet de keuze- • Wiel monteren (p. 596) manier gebeuren. Hier volgen instructies voor •...
Pagina 597
WIELEN EN BANDEN 1. Plaats een gevarendriehoek en schakel de 4. Plaats wielblokken voor en achter de wielen 8. Bij het opnemen van de auto is het belangrijk alarmlichten in, als u een wiel moet verwisse- die op de grond blijven staan. Gebruik daar- dat u de krik of de dragerarmen onder de len langs een drukke weg.
Pagina 598
WIELEN EN BANDEN Wiel monteren 10. Breng de krik omhoog totdat deze goed zit WAARSCHUWING en contact maakt met het kriksteunpunt van Instructie voor het monteren van wielen bij het Activeer de parkeerrem en zet de keuze- • de auto. Controleer of de kop van de krik (of verwisselen van wielen.
Pagina 599
Als het reservewiel kapot mocht gaan is via de Volvo-dealer een nieuw te bestellen. Gerelateerde informatie Bij het verwisselen van wielen (p. 592) •...
Pagina 600
WIELEN EN BANDEN Reservewiel gebruiken WAARSCHUWING BELANGRIJK Neem voor het gebruik van het reservewiel de Rijd met een reservewiel op de auto nooit Er mag niet met de auto worden gereden met • volgende instructies in acht: sneller dan 80 km/h (50 mph). banden van verschillende maten of met een reserveband die niet bij de auto is meegele- Er mag nooit met de auto worden gere-...
Pagina 601
Noteer bij het vervangen van de zomerbanden tingen zijn toegestaan. door winterbanden of andersom op de banden Volvo adviseert u om bij twijfel over het juiste aan welke kant ze zaten: bijvoorbeeld L voor links, type sneeuwketting contact op te nemen met R voor rechts.
Pagina 602
Voor meer informatie over sneeuwkettingen kunt afwijkende andere maat dan de originele minder goed voor banden met een gat in het u terecht bij een Volvo-dealer. banden en wielen, zijn in bepaalde geval- zijvlak. Gebruik de noodreparatieset niet voor len GEEN sneeuwkettingen te gebruiken.
Pagina 603
WIELEN EN BANDEN Noodreparatieset voor banden Bus met afdichtmiddel gebruiken Knop Dicht een lek met de noodreparatieset voor ban- den, Temporary Mobility Kit (TMK). Aansluiten Overzicht Uiterste gebruiksdatum van de bus met afdichtmiddel De bus met afdichtmiddel moet worden vervan- gen als de uiterste gebruiksdatum van de bus is verstreken (zie de sticker op de bus).
Pagina 604
Draai de bus niet los, aangezien deze een Ogen: Spoel minimaal 15 minuten over- • te dichten. blokkering heeft om lekkage te voorkomen. vloedig met water en til tussendoor het onderste en bovenste ooglid op. Neem bij Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 605
Als de bandenspanning lager is dan 1,8 bar de auto naar een bandenwerkplaats te slepen. (22 psi), is het gat in de band te groot. Beëin- Geadviseerd wordt een erkende Volvo-ban- N.B. dig in dat geval de rit. Roep pechhulp onder- denwerkplaats.
Pagina 606
(p. 605) Controleer de bandenspanning regelmatig. 15. Controle achteraf Volvo adviseert u de auto naar de dichtstbijzijnde Sluit de luchtslang aan op het bandventiel en erkende Volvo-werkplaats te rijden om de schroef de ventielaansluiting tot aan de aan- beschadigde band te laten vervangen/repareren.
Pagina 607
WIELEN EN BANDEN Band oppompen met compressor 4. Schakel de compressor in door de knop in N.B. uit reparatieset voor banden stand I (aan) te zetten. De compressor is een elektrisch apparaat, De originele banden van de auto zijn op te pom- zodat u zich dient te houden aan de plaatse- BELANGRIJK pen met de compressor uit de noodreparatieset...
Pagina 609
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR...
Pagina 610
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Auto-interieur Achterbank Derde zitrij* Overzicht van het auto-interieur en de opberg- Tweede zitrij mogelijkheden. Voorstoel Opbergvakken en bekerhouders in zijpaneel en opberg- vak tussen zitplaatsen. Opbergvakken in het portierpaneel, bekerhouders* in de rugleuning van de middelste zitplaats, opbergnet* op de WAARSCHUWING rugleuning van de voorstoel alsmede stroomaansluiting Opbergvakken in het portierpaneel en bij het stuurwiel,...
Pagina 611
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Tunnelconsole Gerelateerde informatie WAARSCHUWING Stroomaansluitingen (p. 610) • De tunnelconsole zit tussen de voorstoelen. Bewaar losse voorwerpen, zoals een mobiele Dashboardkastje gebruiken (p. 614) • telefoon, camera, afstandsbediening voor extra uitrusting e.d., in het dashboardkastje of Zonnekleppen (p.
Pagina 612
12V- aansluiting*. Neem bij problemen met een stroomaansluiting contact op met een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Elektrische 12V-aansluiting 12V-aansluiting in tunnelconsole, tweede zitrij. Stroomaansluiting in tunnelconsole, tweede zitrij. U kunt de middenspanningsaansluiting* gebrui-...
Pagina 613
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Statusindicatie Oorzaak Maatregel Led brandt constant De aansluiting levert stroom aan een aangesloten stekker. Geen. groen Led knippert oranje De spanningsomvormer van de aansluiting is te warm (bijvoorbeeld als Koppel de stekker los, laat de spanningsomvormer het accessoire te veel vermogen nodig heeft of als het interieur te warm afkoelen en sluit de stekker weer aan.
Pagina 614
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Elektrische aansluitingen gebruiken N.B. WAARSCHUWING U kunt de 12V-aansluiting gebruiken voor ver- Let erop dat het gebruik van de elektrische Gebruik geen accessoires met grote of • schillende accessoires die op een dergelijke aansluitingen bij een uitgeschakelde motor zware stekkers;...
Pagina 615
Verricht nooit zelf aanpassingen of reparaties Het maximale vermogen is 120 W (10 A) per Gebruik alleen onbeschadigde accessoi- • van de hoogvoltaansluiting. Volvo adviseert u aansluiting. res zonder mankementen. De accessoires om contact op te nemen met een erkende moeten een CE-markering, een UL-mar- Volvo-werkplaats.
Pagina 616
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Dashboardkastje gebruiken zicht in de auto achter, wanneer het stop- te koelen. De koeling werkt, wanneer de klimaat- contact actief is. regeling actief is (dat wil zeggen wanneer de Het dashboardkastje zit aan de passagierszijde. auto in contactslotstand II staat of wanneer de Het negeren van bovenstaande aanmaningen In het dashboardkastje kunt u bijvoorbeeld de motor draait).
Pagina 617
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Zonnekleppen Bagageruimte Adviezen voor het vervoer van bagage Aan het plafond voor de bestuurderstoel en de De auto heeft een flexibele bagageruimte waarin passagiersstoel voorin zitten zonnekleppen die u grote spullen kunt vervoeren en vastzetten. Er zijn enkele dingen waar u rekening mee moet omlaag en indien nodig ook opzij te klappen zijn.
Pagina 618
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Let erop dat het WHIPS niet door voorwerpen houden, totdat de achterkant de gewenste WAARSCHUWING mag worden gehinderd, als een of meer rugleu- hoogte heeft bereikt. Een los voorwerp van 20 kg (44 pound) kan ningen van de achterbank zijn omgeklapt. De achterkant van de auto kan niet hoger worden zich bij een frontale botsing op een snelheid gezet dan de normale stand.
Pagina 619
Aan de zijkanten Dit om schade aan de auto te voorkomen en voor maximale veiligheid tijdens het rijden. De lastdra- gers van Volvo zijn te verkrijgen bij erkende Gerelateerde informatie Volvo-dealers. Adviezen voor het vervoer van bagage •...
Pagina 620
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Verankeringsogen Bagagerolhoes* monteren en Bagagenet monteren en demonteren* • demonteren (p. 623) Gebruik de verankeringsogen in de bagage- Bagagerolhoes* monteren en demonteren ruimte om spanbanden aan te bevestigen. • In uitgerolde stand voorkomt de bagagerolhoes (p. 618) inkijk in de bagageruimte.
Pagina 621
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Bagagerolhoes hanteren* Bagagerolhoes demonteren In ingerolde stand: De bagagerolhoes heeft twee gebruiksstanden: één volledig dekkende stand en een laadstand 1. Druk de knop in op een van de eindstukken waarbij de rolhoes slechts gedeeltelijk uitgerold van de ingerolde bagagerolhoes en verwijder is, zodat u gemakkelijker spullen in en uit de het eindstuk.
Pagina 622
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Als u de handen vol hebt: WAARSCHUWING Bij vervoer van passagiers op de derde zitrij in een zevenzitter mag u de bagagerolhoes nooit laten zitten. Bij een botsing is ernstig letsel anders niet uitgesloten. Laadstand Pak de handgreep beet en rol de bagagerol- hoes af langs de bovenkant van de zijpane- Duw, met de rolhoes uitgerold tot in volledig len in de bagageruimte.
Pagina 623
ECE R17 en aan de Pak de handgreep beet en trek de bagage- gebruikt in de achterste positie zoals hier duurzaamheidseisen van Volvo. beschreven. De plafondbevestigingen achter rolhoes uit in de groeven. Trek tot aan de vol- de voorstoelen zijn niet voor het veiligheids- ledig dekkende stand.
Pagina 624
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Aanbrengen 3. Herhaal de handelingen in punt 2 hierboven om de tweede haak vast te zetten aan de 1. Klap de achterbank om en til vervolgens het bevestiging aan de andere kant. veiligheidsrek door een van de achterportie- ren of de achterklep naar binnen.
Pagina 625
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Bagagenet monteren en Demonteren WAARSCHUWING demonteren* Demonteer het veiligheidsrek door de boven- Lading in de bagageruimte moet goed wor- staande handelingen in omgekeerde volgorde te Het bagagenet voorkomt dat bagage in de baga- den vastgezet, ook met een correct gemon- verrichten.
Pagina 626
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR 3. Haak de andere bevestigingshaak van het net vast aan de plafondbevestiging aan de tegenoverliggende zijde. De bevestigingshaken met telescoopveren maken het plaatsen eenvoudiger. Let erop dat u de bevestigingshaken van het net in de voorste eindstand van de beide pla- fondbevestigingen duwt.
Pagina 627
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Gevarendriehoek EHBO-set* BELANGRIJK De EHBO-set bevat materiaal voor het verlenen Gebruik de gevarendriehoek om medewegge- Als u de stoel of rugleuning hard naar ach- van eerste hulp. bruikers te waarschuwen, als u onderweg met teren tegen het veiligheidsnet drukt, kunnen pech stil komt te staan.
Pagina 628
LAADMOGELIJKHEDEN, OPBERGMOGELIJKHEDEN EN INTERIEUR Gerelateerde informatie Bagageruimte (p. 615) • Alarmlichten (p. 167) • Open de klep door eerst de knop een kwart- slag te draaien en vervolgens de klep uit zijn bevestigingen aan de boven- en onderkant te trekken. Druk de borging waarmee de gevarendrie- hoek vastzit licht naar rechts en verwijder de houder.
Pagina 630
Ser- netwerk voor beveiligde gegevensoverdracht worden aangesloten door een erkende werk- viceprogramma van Volvo op te volgen zoals die plaats – geadviseerd wordt een erkende tussen uw auto en de werkplaats. Dit betekent Volvo-werkplaats.
Pagina 631
ONDERHOUD EN SERVICE Download Center Systeemupdates hanteren via WAARSCHUWING Download Center Meerdere systemen in de auto zijn bij te werken Het is niet toegestaan om in de auto te rijden, vanaf het middendisplay bij een auto met inter- Via Download Center zijn updates te downloa- wanneer deze aangesloten is op het werk- den voor connectiviteits- en infotainmentfuncties netverbinding...
Pagina 632
ONDERHOUD EN SERVICE Autostatus Softwaredownloads annuleren N.B. Druk op het kruisje in de activiteitsindicator – Via het middendisplay is de algemene status van Het downloaden van data kan van invloed zijn die bij aanvang van het downloaden de auto te bekijken en zijn ook serviceafspraken op andere diensten die gebruik maken van Installeren verving.
Pagina 633
Afspraak maken voor servicebeurt en repara- • Voordat de dienst te gebruiken is tie (p. 631) 3. Tik op Afspraak aanvragen Registreer een Volvo ID en koppel deze aan Autogegevens naar de werkplaats sturen • • 4. Zorg ervoor dat u het juiste Volvo-id invult.
Pagina 634
Navigeren in schermen op het middendisplay • (p. 120) De afspraakaanvraag die vanuit de auto wordt verstuurd bevat autogegevens voor de werkplan- Volvo ID (p. 28) • 1. Open de app Auto status vanuit het app- ning van de werkplaats.
Pagina 635
ONDERHOUD EN SERVICE De autogegevens zijn opvraagbaar voor alle dea- lers die over het voertuigidentificatienummer (VIN ) beschikken. Onderdelen van de autogegevens De gegevens die worden verstuurd zijn de laatst vastgelegde gegevens (tijdens het laatste gebruik van de auto) en bestaan uit informatie over het volgende: servicebehoefte •...
Pagina 636
Auto opnemen N.B. Bij het opnemen van de auto is het belangrijk Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken dat u de krik onder de voorziene steunpunten in die bij de auto hoort. Volg bij gebruik van een het onderstel van de auto plaatst.
Pagina 637
ONDERHOUD EN SERVICE De driehoeken op de kunststof afdekking geven aan waar de kriksteunpunten/hefpunten (rood gemarkeerd) zitten. Gerelateerde informatie Wielen demonteren (p. 594) • Krik* (p. 593) • • Instellingen voor niveauregeling* (p. 486) * Optie/accessoire.
Pagina 638
Storingen opsporen en verhelpen De airconditioning bevat een fluorescerend tra- Volvo adviseert u om contact op te nemen met ceermiddel. Bij zoeken naar lekken moet ultravio- een erkende Volvo-werkplaats voor het vervan- let licht worden gebruikt.
Pagina 639
Als het waarschuwingssymbool brandt of het waarschuwingssymbool klinkt, ook al is de kap goed dicht, ga dan naar een werkplaats - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- Trek aan de hendel bij de pedalen om de kap plaats. te openen vanuit de volledig gesloten positie.
Pagina 640
ONDERHOUD EN SERVICE Overzicht motorruimte Het overzicht laat een aantal servicespecifieke componenten zien. In de motorruimte zitten enkele componenten van de elektrische aandrijving van de auto. Wees voorzichtig bij werkzaamheden in deze ruimte en raak alleen de onderdelen aan die bij normaal onderhoud zijn inbegrepen.
Pagina 641
Volvo Cars wijst garantie- Zekeringen in motorruimte (p. 652) • aanspraken voor dit type schade af. Motorolie controleren en bijvullen (p. 640) • Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo- Contactslotstanden (p. 456) • werkplaats te laten verversen.
Pagina 642
In sommige gevallen moet olie worden bijgevuld geven. Voor ritten onder ongunstige omstandig- WAARSCHUWING tussen de servicebeurten door. heden adviseert Volvo een olie van een hogere Mors geen olie op de hete uitlaatspruitstuk- kwaliteit dan de aangegeven. Aanpassing van het motoroliepeil is niet nodig, ken, aangezien er dan brand kan ontstaat.
Pagina 643
ONDERHOUD EN SERVICE Koelvloeistof bijvullen N.B. De koelvloeistof koelt de verbrandingsmotor af Na het bijvullen of aftappen van olie duurt het tot de juiste bedrijfstemperatuur. De warmte die even voordat het systeem wijzigingen in het de motor overdraagt op de koelvloeistof is te oliepeil kan waarnemen.
Pagina 644
• zaken aan organen (nieren). Gebruik kant-en-klare koelvloeistof vol- • gens de aanbevelingen van Volvo. Zorg er bij gebruik van geconcentreerde koel- vloeistof voor dat het mengsel voor 50 % uit koelvloeistof en 50 % water van goed- gekeurde kwaliteit bestaat.
Pagina 645
N.B. Neem voor informatie over lampen die in de gebruikershandleiding niet genoemd worden contact op met een erkende Volvo-dealer of Volvo-monteur. N.B. Bij de externe verlichting zoals de koplampen en achterlichten kan tijdelijk condens optre- den aan de binnenkant van het lampglas.
Pagina 646
Bij het aansluiten van een externe startaccu of vastzitten. acculader worden de laadpunten van de accu in de motorruimte gebruikt. Het is niet toegestaan gebruik te maken van de accupolen van de startaccu in de kofferbak/ bagageruimte van de auto. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 647
ONDERHOUD EN SERVICE BELANGRIJK BELANGRIJK N.B. Gebruik voor het opladen van de startaccu Bij het negeren van het volgende valt na aan- Als de startaccu vaak ontladen wordt, heeft alleen een moderne acculader met laadspan- sluiting van een externe startaccu of accula- dat een negatief effect op zijn levensduur.
Pagina 648
De startaccu zit in de bagageruimte. Specificaties van de startaccu Accutype H8 AGM Spanning (V) Koudestartvermogen – CCA Afmetingen, l×b×h 353×175×190 mm (13,9×6,9×7,5 inch) Capaciteit (Ah) Volgens EN-norm. Cold Cranking Amperes. Volvo adviseert om accu's altijd te laten vervan- gen door een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 649
ONDERHOUD EN SERVICE BELANGRIJK Bij vervanging van de accu moet u erop letten dat u een accu van dezelfde afmetingen, met hetzelfde koudestartvermogen en van het- zelfde type gebruikt als de originele accu (zie de sticker op de accu). Gerelateerde informatie Symbolen op de accu's (p.
Pagina 650
Specificaties van de hybride-accu Soort: Lithiumion WAARSCHUWING Totale energiecapaciteit: 10,4 kWh. Een hybride-accu mag alleen worden vervan- gen door de werkplaats. Een erkende Volvo- N.B. werkplaats wordt aanbevolen. De capaciteit van de hybride accu neemt na Koelvloeistof verloop van tijd en met het gebruik af, het-...
Pagina 651
- deze vuur. bevat namelijk lood. Neem contact op met een werkplaats bij twijfel over de juiste manier van verwerken van dergelijk Draag een veiligheidsbril. afval - geadviseerd wordt een erkende Volvo- werkplaats. Explosiegevaar. Gerelateerde informatie Startaccu (p. 644) •...
Pagina 652
Zekering vervangen (p. 651) • storing vertoont. Volvo adviseert u om dan voor Om te voorkomen dat de elektrische systemen Zekeringen in bagageruimte (p. 659) • controle contact op te nemen met een erkende van de auto beschadigd raken door kortsluiting Zekeringen in motorruimte (p.
Pagina 653
WAARSCHUWING Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats voor de zekeringen die niet in de gebruikershandleiding worden genoemd. Als dat op een verkeerde manier gebeurt, kan dat ernstige schade aan de elektrische systemen veroorzaken.
Pagina 654
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen in motorruimte De zekeringen in de motorruimte beschermen onder meer de motor- en remfuncties.
Pagina 655
Regeleenheid voor het inscha- Regeleenheid voor de hybride- kelen/wijzigen van schakel- accu; hoogvoltomvormer voor standen van de automatische de gecombineerde hoogvolt- versnellingsbak dynamo/startmotor met span- 12V-aansluiting in tunnelcon- ningsomvormer 500 V – 12 V sole, voorin Laadeenheid Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 656
ONDERHOUD EN SERVICE Functie Ampère Functie Ampère Functie Ampère 12V-aansluiting in tunnelcon- Rechter koplamp sole, in de voetenruimte voor Rechter koplamp, bepaalde Claxon de tweede zitrij -varianten 12V-aansluiting in tunnelcon- Sirene alarmsysteem* Alcoholslot* sole, tussen achterstoelen Regeleenheid voor remsys- UBS-aansluitingen, tussen teem (kleppen, parkeerrem) achterstoelen Voorruitwissers...
Pagina 657
ONDERHOUD EN SERVICE Functie Ampère Functie Ampère Motorregeleenheid; actuator; Regeleenheid voor transmis- gasklepeenheid; klep voor de sie-oliepomp turbocompressor Regeleenheid voor vacuüm- Magneetkleppen; klep; ther- pomp mostaat voor motorkoelsys- Actuator voor transmissie teem Vacuümregelaars; klep Regeleenheid spoilerafdek- king; regeleenheid radiateuraf- dekking Uitgezonderd Excellence Excellence Lichtdiode (Light Emitting Diode)
Pagina 658
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen onder dashboardkastje De zekeringen onder het dashboardkastje beschermen onder meer de elektrische aanslui- tingen, displays en portiermodules.
Pagina 659
(massagefunctie) achterin Regeleenheid voor klimaatre- geling Regeleenheid voor rijhulpsys- Bewegingsmelder* temen Stuurslot Mediaspeler Panoramadak met zonne- Diagnoseaansluiting OBDII scherm* Bestuurdersdisplay Middendisplay Head-updisplay* Knoppenset op middencon- sole Ventilatormodule voor klimaat- Interieurverlichting regeling voorin Zonnesensor Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 660
Zekeringen in kofferbak/ bagageruimte Tv* (bepaalde markten) Verwarming voorstoel bestuur- Regeleenheid voor Connected derszijde Hoofdzekering voor zekerin- Car; regeleenheid voor Volvo gen 52, 53, 57 en 58 Verwarming voorstoel passa- On Call gierszijde Uitgezonderd Excellence Excellence Koelvloeistofpomp Excellence...
Pagina 661
ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen in bagageruimte De zekeringen in de bagageruimte beschermen onder meer elektrisch bedienbare stoelen*, air- bags en gordelspanners. * Optie/accessoire.
Pagina 662
ONDERHOUD EN SERVICE Het kastje zit onder het opbergvak aan de rechterzijde. Aan de binnenkant van het deksel zit een speci- In de relais- en zekeringenhouder in de ale trekker waarmee u de zekeringen gemakkelij- motorruimte is tevens plaats voor enkele reser- ker kunt verwijderen en aanbrengen.
Pagina 663
Module voor het omklappen Stoelverwarming linksachter* giersstoel voor* van de rugleuningen van de derde zitrij* Portiermodule rechtsachter Regeleenheid trekhaak* Blind Spot Information Regeleenheid voor reductie (BLIS)*; regeleenheid exteri- van stikstofoxiden (diesel) Module voor accessoires eur achteruitrijgeluid Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire.
Pagina 664
ONDERHOUD EN SERVICE Functie Ampère Modules voor gordelspanners Actuator voor uitlaatgassen (benzine, bepaalde motorvari- anten) Stoelverwarming rechtsachter* Excellence Gerelateerde informatie Zekeringen en relais- en zekeringenhouders • (p. 650) Zekering vervangen (p. 651) • * Optie/accessoire.
Pagina 665
Gebruik alleen reinigingsmiddelen en autover- • Sommige geverfde kledingstukken (zoals • (p. 666) zorgingsproducten die door Volvo geadviseerd spijkerbroeken en suède kleding) kunnen worden. Reinig het interieur regelmatig en Leren bekleding reinigen (p. 666) • afgeven en voor verkleuring van de bekle- behandel vlekken meteen voor het beste resul- ding zorgen.
Pagina 666
ONDERHOUD EN SERVICE Middendisplay reinigen Vloermatten en inlegmatten reinigen • BELANGRIJK (p. 666) Vuil, vlekken en vettige vingerafdrukken kunnen De microvezeldoek moet bij het schoonma- Leren bekleding reinigen (p. 666) ertoe leiden dat het middendisplay minder goed • ken van het middendisplay vrij van zand en werkt en minder goed af te lezen is.
Pagina 667
Vermijd schrapen of wrijven bij het verwijderen Gerelateerde informatie van een vlek op textielbekleding of de plafondbe- erkende Volvo-dealers verkrijgbaar is. Zorg dat de • Head-updisplay* activeren en deactiveren kleding om schade aan de bekleding tegen te gordel droog is, voordat deze weer wordt opge- (p.
Pagina 668
Leren bekleding* Inlegmatten en vloermat De leren bekleding van Volvo is behandeld om de Voor vlekken op de vloermat wordt geadviseerd bekleding in oorspronkelijke staat te bewaren. Haal de inlegmatten uit de auto om de vloerbe- het speciale reinigingsmiddel voor stoffen bekle- kleding en de inlegmatten ieder apart schoon te ding te gebruiken nadat u hebt gestofzuigd.
Pagina 669
Leer moet kunnen ademen. Dek het leren stuur- wiel nooit af met kunststof bescherming. Reinig 4. Droog de vlek na met een zachte handdoek het leren stuurwiel bij voorkeur met Volvo Leather en laat het leer goed drogen. Care Kit/Wipes. Verwijder eerst vuil, stof en der- Lederen bekleding beschermen gelijk met een vochtige spons of doek.
Pagina 670
Poetsen en in de was zetten (p. 669) • tigde splitfiber- of microvezeldoeken geadviseerd, Met de hand wassen (p. 670) • die verkrijgbaar zijn bij een erkende Volvo-werk- Automatische wasstraat (p. 671) • plaats. Hogedrukreinigers (p. 672) •...
Pagina 671
Poets de lak eerst op en behandel deze Alleen lakbehandelingen uitvoeren die door • daarna met was in vloeibare of vaste vorm. Volvo geadviseerd worden. Andere behande- Volg de aanwijzingen op de verpakking lingen zoals lakconservering, verzegeling, nauwkeurig op. Veel preparaten bevatten bescherming, glansverzegeling e.d.
Pagina 672
Gebruik nooit was voor de rubberen lijs- • seerd een dergelijke verkleuring te laten her- ten rond het panoramadak. stellen door een erkende Volvo-werkplaats. BELANGRIJK Spoel de bodem van de auto af, met inbegrip • van de wielkasten en bumpers.
Pagina 673
N.B. 3. Rijd de wasstraat binnen. Volvo raadt het af om een nieuwe auto de 4. Deactiveer de functie "Automatische rem eerste maanden in een automatische was- bij stilstand" met de knop...
Pagina 674
ONDERHOUD EN SERVICE Hogedrukreinigers Wisserbladen reinigen BELANGRIJK Was de auto zodra deze vuil geworden is. De Was de auto zodra deze vuil geworden is. De Het systeem schakelt automatisch naar stand auto is dan gemakkelijker te reinigen, omdat het auto is dan gemakkelijker te reinigen, omdat het P als bovenstaande stappen niet in acht wor- vuil nog niet is aangekoekt.
Pagina 675
3,5 en 11,5. onderdelen zoals glimmende strips, wordt geadvi- seerd het speciale reinigingsmiddel te gebruiken dat bij de Volvo-werkplaats verkrijgbaar is. Volg BELANGRIJK bij het gebruik van dit reinigingsmiddel de Waxen en polijsten van kunststof en rubber gebruiksvoorschriften nauwkeurig op.
Pagina 676
Gebruik alleen de velgreinigingsmiddelen die ring en schade aan de finish tegen te gaan. rende vloeistof op kwetsbare plaatsen. In het Volvo adviseert. chassis zijn de kwetsbare delen van de wielo- Sterke velgreinigingsmiddelen kunnen het opper- Gerelateerde informatie...
Pagina 677
ONDERHOUD EN SERVICE Autolak Geringe lakschade herstellen Kunststof en rubber sieronderdelen exterieur • reinigen (p. 673) De lak die uit meerdere lagen bestaat vormt een De lak vormt een belangrijk onderdeel van de Velgen reinigen (p. 674) • belangrijk onderdeel van de roestwering van de roestwering van de auto en moet daarom regel- auto en moet daarom regelmatig worden gecon- matig worden gecontroleerd.
Pagina 678
• herstellen van geringe lakschade zijn te verkrij- Fijn schuurlinnen • gen bij de Volvo-dealer. Als de schade niet tot aan het metalen oppervlak (blanke plaat) reikt, kunt u de bijwerklak na reini- N.B. ging van het oppervlak direct aanbrengen.
Pagina 679
ONDERHOUD EN SERVICE Kleurcodes Wisserbladen achterruit vervangen Wisserbladen achterruit vervangen De wisserbladen vegen neerslag van de voor- en Kleurcode achterruit. In combinatie met sproeiervloeistof De sticker voor kleurcode zit op de portierstijl reinigen ze de ruiten voor een goed zicht tijdens rechtsachter en wordt bij het openen van het het rijden.
Pagina 680
ONDERHOUD EN SERVICE Wisserblad voorruit vervangen 3. Druk het nieuwe wisserblad vast, u moet een Klap de wisserarm omhoog als deze in de klik horen. Controleer of het goed vastzit. servicestand staat. De servicestand is te acti- De wisserbladen vegen neerslag van de voor- en veren/deactiveren via het functiescherm van achterruit.
Pagina 681
ONDERHOUD EN SERVICE Wisserbladen in servicestand activeren/deactiveren via het functiescherm op N.B. het middendisplay: U moet de wisserbladen op de voorruit in Let er bij het vervangen van wisserbladen op bepaalde gevallen in de servicestand (verticale Druk op de knop dat ze een verschillende lengte hebben.
Pagina 682
ONDERHOUD EN SERVICE Vulopening voor sproeiervloeistof Gerelateerde informatie Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevo- len sproeiervloeistof – met antivries bij koud weer Regensensor gebruiken (p. 186) • Om de koplampen en de voor- en achterruit en temperaturen onder het vriespunt. Voorruit- en koplampsproeiers gebruiken schoon te houden wordt sproeiervloeistof •...
Pagina 683
ONDERHOUD EN SERVICE Geheugenfunctie van regensensor gebruiken • (p. 187) Achterruitwisser en -sproeier (p. 188) • Wisserbladen in servicestand (p. 679) • Wisserblad voorruit vervangen (p. 678) • Wisserbladen achterruit vervangen (p. 677) • Voorruitwissers gebruiken (p. 185) • Wisserbladen en sproeiervloeistof (p. 185) •...
Pagina 686
De afbeelding is schematisch – afhankelijk van de markt en het model zijn afwijkingen mogelijk. Wanneer u contact opneemt met uw erkende Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen of accessoires wilt bestellen, kan het handig zijn om de typeaanduiding, het chassisnummer en het...
Pagina 687
SPECIFICATIES Sticker voor typeaanduiding, chassisnummer, Sticker A/C-systeem voor auto's met het Sticker voor motorcode en serienummer van maximaal toelaatbaar gewicht, kleurcode voor koudemiddel R134a. de motor. lakwerk en typegoedkeuringsnummer. De sticker zit op de portierstijl en wordt bij het openen van het rechter achterportier zichtbaar.
Pagina 688
SPECIFICATIES N.B. De in de gebruikershandleiding afgebeelde stickers hoeven niet per definitie overeen te komen met de stickers die in of op uw auto aanwezig zijn. De afbeeldingen zijn alleen bedoeld om aan te geven hoe de stickers er in grote lijnen uitzien en waar ze ongeveer zit- ten.
Pagina 689
SPECIFICATIES Maten In de tabel ziet u de maten van de auto wat de lengte, hoogte en dergelijke betreft. Maten inch Maten inch Maten inch Bodemspe- Laadlengte, Spoorbreedte 761/898 30,0/35,4 1665 65,6 vloer ling vooras 1220 48,0 1673 65,9 Wielbasis 2984 117,5 21,8...
Pagina 691
SPECIFICATIES Gewichten N.B. Het maximale totaalgewicht staat aangegeven Het gedocumenteerde rijklare gewicht geldt op een sticker in de auto. voor een auto in de basisuitvoering, dus een auto zonder extra uitrusting of opties. Dat Inbegrepen bij het rijklaar gewicht zijn het houdt in dat voor elke optie die wordt toege- gewicht van de bestuurder, dat van de brandstof- voegd, de laadcapaciteit van de auto afneemt...
Pagina 692
SPECIFICATIES Trekgewichten en kogeldruk Max. gewicht geremde aanhangwagen De trekgewichten en de kogeldruk voor ritten N.B. met een aanhangwagen staan in de tabellen. Voor een aanhangwagen zwaarder dan 1800 kg wordt geadviseerd een trillingsdem- per op de trekhaak te gebruiken. Motor Versnellingsbak Max.
Pagina 694
SPECIFICATIES Motorspecificaties De Twin Engine-variant wordt voor een deel aan- N.B. gedreven door een benzinemotor en voor een De motorspecificaties (vermogen et cetera) voor Niet alle motoren zijn verkrijgbaar op alle deel door een elektromotor (ERAD – Electric de verschillende motoralternatieven staan in de markten.
Pagina 695
SPECIFICATIES Specificaties van de motorolie De motoroliekwaliteit en de te hanteren hoeveel- heden voor de verschillende motoralternatieven staan in de tabel. Volvo adviseert: Motor Oliekwaliteit Hoeveelheid, incl. oliefilter Motorcode (liter, ca.) T8 Twin Engine B4204T35 Castrol Edge Professional V 0W-20 of VCC RBS0-2AE 0W-20...
Pagina 696
Volvo adviseert: aan de motor gerelateerde onderdelen beschadigd raken. Volvo Cars wijst garantie- aanspraken voor dit type schade af. Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo- werkplaats te laten verversen. Gerelateerde informatie Specificaties van de motorolie (p. 693) •...
Pagina 697
Voorgeschreven kwaliteit: Volvo Original of Om slechtere koelprestaties, motorstoringen e.d. Voorgeschreven versnellingsbak- vloeistof van vergelijkbare kwaliteit die voldoet tegen te gaan dient u alleen een door Volvo olie: aan DOT 4, DOT 5.1 en ISO 4925 klasse 6. goedgekeurde koelvloeistof te gebruiken.
Pagina 698
SPECIFICATIES Brandstoftank – inhoud Specificaties van de airconditioning Sticker voor R1234yf De inhoud van de brandstoftank staat aangege- De klimaatregeling van de auto maakt afhankelijk ven in de onderstaande tabel. van de markt gebruik van het freonvrije koude- middel R1234yf of R134a. Op een sticker aan Alle modellen de binnenkant van de motorkap staat aangege- ven welk koudemiddel er in de klimaatregeling...
Pagina 699
SPECIFICATIES Verdamper Toelichting symbolen R1234yf WAARSCHUWING Symbool Betekenis In de installatie voor airconditioning zit koude- BELANGRIJK middel R134a onder druk. Service en repara- Voorzichtigheid betrachten tie aan het systeem mogen uitsluitend worden Het is niet toegestaan de aircocondensor te uitgevoerd door een erkende werkplaats. repareren of te vervangen door een gebruikte condensor.
Pagina 700
SPECIFICATIES Brandstofverbruik en CO -uitstoot Combinatierit N.B. De capaciteit van de hybride accu neemt na Het brandstofverbruik van een auto wordt geme- Bandenklassen op basis van de rol- verloop van tijd en met het gebruik af, het- ten in liter per 100 km en de CO -uitstoot in weerstand conform de EU-richtlijn geen kan resulteren in een verhoogd gebruik...
Pagina 701
SPECIFICATIES van belading van de auto, is van invloed op het onder) die gehanteerd worden bij certificering Deze richtlijnen bevatten informatie over de rijcy- brandstofverbruik en de uitstoot van kooldioxide van de auto en waarop de verbruikscijfers in de cli "Stadsverkeer" en "Snelwegrit": en beperkt de actieradius op de accu.
Pagina 702
SPECIFICATIES Goedgekeurde wiel- en andere autopapieren. In de onderstaande tabel bandenmaten staan alle goedgekeurde velg- en bandcombina- ties. In bepaalde landen staan niet alle goedgekeurde ✓ = Goedgekeurd maten aangegeven op de typegoedkeuring of Motor handb./ 235/55 R 19 275/45 R 20 275/40 R 21 275/35 R 22 autom.
Pagina 703
SPECIFICATIES Minimaal toelaatbare lastindex en snelheidsklassen voor banden In de onderstaande tabel staan de minimaal toe- laatbare lastindex (LI) en snelheidsklasse (SS). Motor handb./ Minimaal toelaatbare lastindex (LI) Minimaal toelaatbare snelheidsklasse (SS) autom. Alle motoren autom. De lastindex van de band dient groter dan of minimaal gelijk te zijn aan de tabelwaarde. De snelheidsklasse van de band dient groter dan of minimaal gelijk te zijn aan de tabelwaarde.
Pagina 704
SPECIFICATIES Goedgekeurde N.B. bandenspanningswaarden Alle motoren, banden of combinaties daarvan De goedgekeurde bandenspanningen voor de zijn niet altijd beschikbaar op alle markten. verschillende motoralternatieven staan in de tabel. Motor Bandenmaat Snelheid Belading, 1–3 inzittenden Max. belading ECO-bandenspanning Voor Achter Voor Achter Voor/achter (kPa)
Pagina 705
ALFABETISCH REGISTER ALFABETISCH REGISTER Achterbank Achteruitrijcamera 1, 2, 3 ... elektrische verwarming Actieradius hellingshoek ruggedeelte aanpassen bij elektrische aandrijving hoofdsteun Actieve parkeerhulp instappen/uitstappen Auto parkeren Klimaat Beperkingen langsverstelling fileparkeren ruggedeelten omklappen 202, 208 Aandrijflijn haaks parkeren Temperatuur Versnellingsbak Symbolen en meldingen Ventilator Aandrijving uitparkeren...
Pagina 706
ALFABETISCH REGISTER Afdekking Apple CarPlay 542, 543, 545 kickdown bagageruimte olie Applicatiemanager Afdichtmiddel Automatische wasstraat Approach-verlichting Afsluitbare wielbouten Automatisch geregeld klimaat Apps Afspraak maken voor servicebeurt en repa- Automatisch groot licht Audio en media ratie Auto met internetaansluiting Audio-instellingen 522, 556 afspraak maken voor servicebeurt en Afstandsbediening HomeLink®...
Pagina 707
ALFABETISCH REGISTER Bagagerek Bandenspanningscontrole Bestuurdersprofiel maatregel bewerken 144, 146 Bagagerolhoes nieuwe bandenspanning opslaan kiezen Bagageruimte Status beveiliging tegen kantelen bagagenet Bandenspanningstabel bevestigingspunten Bewegingssensor elektrische aansluiting 610, 612 Batt. sleutel bijna leeg BLIS Verlichting Batterij activeren/deactiveren Banden onderhoud Beperkingen bandenspanningstabel Start- symbolen en meldingen demonteren Symbolen op de accu...
Pagina 708
ALFABETISCH REGISTER Buitenspiegels Remingreep bij tegenligger Cruisecontrol dimfunctie symbolen en meldingen activeren elektrische verwarming waarschuwingsafstand instellen opnieuw activeren elektrisch inklapbaar snelheid instellen Claxon resetten tijdelijk deactiveren Clean Zone stand opslaan 194, 195 uitschakelen Clean Zone Interior Package Buitentemperatuurmeter CZIP (Clean Zone Interior Package) CO2-uitstoot bypass-functie alcoholslot Collision Warning...
Pagina 710
Gordelspanners Hoge motortemperatuur Resetten Hold Gordelwaarschuwing autofunctie IAQS (Interior Air Quality System) Gracenote® HomeLink® IC (Inflatable Curtain) gebruiken Groot licht ID, Volvo programmeren Identificatienummer Typegoedkeuring Immobilizer, startblokkering Hoofdcode Elektronische startblokkering Hoofdscherm In de was zetten Handmatig wassen Hoofdsteun Harde schijf...
Pagina 711
ALFABETISCH REGISTER Instellingen Internet, zie Auto met internetverbinding i-Size/ISOFIX-bevestigingspunten Categorieën onderste bevestigingspunten Internetverbinding voor de auto maken contextueel plaatsen/monteren 64, 65 geen of een slechte verbinding Resetten plaatsingstabel via automodem tabel voor i-Size Instellingen herstellen via mobiele eenheid (WiFi) tabel voor ISOFIX Bestuurdersprofiel via telefoon (Bluetooth) eigenaarswissel...
Pagina 712
ALFABETISCH REGISTER Koelvloeistof Lane Keeping Aid Bijvullen zie Rijbaanassistent Maten Kompas Langdurig stallen Trekhaak kalibreren Large Animal Detection (LAD) Max. dakbelasting Koudemiddel Lastdragers klimaatsysteem Mediaspeler 533, 534, 535 Lasthaken compatibele bestandsformaten Krik Lastindex spraakherkenning Leren bekleding, reinigingsvoorschriften Meldingen en symbolen Actieve parkeerhulp Licentieovereenkomst 102, 568...
Pagina 713
ALFABETISCH REGISTER Meldingen 147, 148 Motorruimte opmaak wijzigen koelvloeistof overzicht Motorolie Obstakeldetectie Reinigen overzicht City Safety schermen Motorspecificaties octaangetal symbolen op statusbalk Motor starten Olie, zie ook Motorolie 693, 694 Toetsenbord na een aanrijding Ondergelopen weg uitzetten en volume wijzigen Motortemperatuur Onderhoud Milieu...
Pagina 714
ALFABETISCH REGISTER Passenger Airbag Cut Off Switch Profieldiepte Winterbanden Peilstok, elektronisch PACOS (Passenger Airbag Cut Off Switch) 55 Persoonlijke rijmodus Panoramadak Persoonsgegevens (Privacybeleid voor beveiliging tegen overbelasting klanten) openen en sluiten Pilot Assist Radareenheid Ventilatiestand activeren Beperkingen zonnescherm Automatische rem onderhoud en reiniging Park Assist Beperkingen...
Pagina 718
ALFABETISCH REGISTER Transpondersleutelsysteem, typegoedkeu- Vergrendelen/ontgrendelen ring achterklep 259, 282 Van doelvoertuig veranderen Trekgewicht en kogeldruk Vergrendeling bij Pilot Assist ontgrendelen Trekhaak met adaptieve cruisecontrol vergrendelen in- en uitklapbaar Veertransport specificaties Vergrendelingsindicatie Veiligheid instellen Trillingsdemper zwangerschap Verkeersbordinformatie TSA, Trailer Stability Assist Veiligheidsgordel activeren/deactiveren Tunneldetectie...
Pagina 719
Vloeistoffen, hoeveelheden 680, 696 Wifi Waarschuwingslampjes Vloeistoffen en oliën 695, 696 auto aansluiten op internet adaptieve cruisecontrol internetaansluiting delen, hotspot VOL-aanduiding airbags (SRS) netwerk verwijderen Volvo ID dynamo laadt niet bij techniek en veiligheid aanmaken en registreren gordelwaarschuwing Lage oliedruk...
Pagina 720
ALFABETISCH REGISTER Wisserblad Servicestand vervangen 677, 678 Wisserbladen en sproeiervloeistof Wisserbladen reinigen Zekeringen in bagageruimte in motorruimte onder het dashboardkastje vervangen Zekeringenkastje Zonneklep spiegelverlichting Zonnescherm achterportier inklembeveiliging panoramadak 181, 184 Zuinigheid Zuinig rijden...