N.B.
•
Plaats na het oppompen van een band
altijd het ventieldopje terug om schade
aan het ventiel door grind, vuil e.d. te
voorkomen.
•
Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen
ventieldopjes kunnen roesten en zijn
moeilijk los te draaien.
WAARSCHUWING
Houd bij het oppompen van een band met
TMPS het mondstuk recht tegen het ventiel
aan om het ventiel niet te beschadigen.
WAARSCHUWING
•
Een verkeerde bandenspanning kan tot
bandenpech leiden, waarbij u de controle
over de auto kunt verliezen.
•
Het systeem kan plotselinge banden-
schade onmogelijk voorzien.
Gerelateerde informatie
•
Bandenspanningscontrolesysteem (p. 471)
•
Controleer de bandenspanning met het sys-
teem voor bandenspanningscontrole (p. 473)
•
Bandenspanningscontrolesysteem (p. 475)
•
Goedgekeurde bandenspanningswaarden
(p. 557)
•
Band oppompen met de compressor uit de
noodreparatieset voor banden (p. 484)
WIELEN EN BANDEN
Bandenspanningscontrolesysteem
8
Wijzig zo nodig de referentiewaarden voor het
bandenspanningscontrolesysteem, Tyre
Pressure Monitoring System (TPMS).
Kalibreer het TPMS-systeem na het afstellen van
de bandenspanning volgens de aanbevelingen
van Volvo voor de bandenspanning, bijvoorbeeld
voorafgaand aan rijden met een zware lading of
met een hoge snelheid.
N.B.
De auto moet stilstaan bij het starten van de
kalibratie.
1. Zet de motor af.
1
}}
475