Pagina 1
VOlVO XC90 Instructieboekje WEB EDITION...
Pagina 2
BESTE VOLVO-BEZITTER, DANK U DAT U GEKOZEN HEBT VOOR VOLVO! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ontwerp hebben veiligheid en comfort van u en uw mede- passagiers voorop gestaan. Een Volvo is een van de veiligste auto’s ter wereld.
Inleiding ..........6 Veiligheidsgordels ......12 Overzicht auto’s met het stuur links . 36 00 01 02 Volvo Car Corporation en het milieu ... 7 Airbagsysteem ......... 15 Overzicht auto’s met het Airbags (SRS) ........16 stuur rechts ........38 Airbag (SRS) activeren/deactiveren..
Pagina 4
Inhoud 03 Klimaatregeling 04 Interieur 05 Sloten en alarm Algemene informatie over de Voorstoelen ........78 Sleutels en afstandsbediening ..98 klimaatregeling ......... 68 04 05 Interieurverlichting ......80 Vergrendelen en ontgrendelen..101 Elektronische klimaatregeling, ECC . 70 Opbergmogelijkheden in passagiers- Kinderslot ........
Pagina 5
Inhoud 06 Starten en rijden 07 Wielen en banden 08 Verzorging Algemene informatie....... 110 Algemene informatie ...... 150 Schoonmaken .........168 06 07 08 Brandstof tanken ......112 Bandenspanning ......153 Lakschade herstellen ...... 171 Motor starten........114 Gevarendriehoek en reservewiel ..155 Roestwering ........172 Handgeschakelde versnellingsbak .
Pagina 6
Inhoud 09 Onderhoud en service 10 Infotainment 11 Technische gegevens Volvo Service........176 Allmänt ..........204 Typeaanduidingen ......234 10 11 Onderhoud ........177 Kontrollpaneler, audio ..... 205 Maten en gewichten ....... 235 Motorkap en motorruimte ....178 Ljudanläggningens funktioner..209 Motorspecificaties ......
Pagina 7
Instructieboekje N.B. Een goede manier om vertrouwd te raken met De uitrusting van de auto’s van Volvo hangt uw nieuwe auto is om het instructieboekje te af van de verschillende behoeften op de di- lezen, bij voorkeur voordat u uw eerste rit verse markten en de landelijke en/of regio- maakt.
De Volvo Car Corpora- lezen. tion is gecertificeerd volgens de milieunorm ISO 14001 voor fabrieken, centrale functies en Brandstofverbruik de meeste andere eenheden. We eisen De auto’s van Volvo zijn concurrerend in hun klasse wat het brandstofverbruik betreft. Een...
Het personeel in de werkplaatsen ozon er wordt omgezet hangt af van het ozon- astma. Alle stoelhoezen en bekledingsstoffen van Volvo beschikt over de kennis en het gehalte van de buitenlucht. zijn getest op stoffen en emissies die schade-...
Pagina 10
Inleiding Volvo Car Corporation en het milieu Spaar het milieu • Rijd in de hoogst moge- lijke versnelling. Een lager U kunt eenvoudig meehelpen het milieu te toerental zorgt voor een beschermen door zuinig te rijden, milieuvrien- lager verbruik. delijke autoverzorgingsproducten te kopen en •...
Pagina 11
Veiligheidsgordels ..................12 Airbagsysteem ..................15 Airbags (SRS) ................... 16 Airbag (SRS) activeren/deactiveren............18 SIPS-airbags (zij-airbags)................. 20 Opblaasgordijn (IC-systeem)..............22 WHIPS-systeem ..................23 ROPS-systeem..................25 Activering van de veiligheidssystemen ................. 26 Kinderen en veiligheid ................27...
Neem contact op met een • u geen klemmen of andere accessoires Remmen kan ernstige gevolgen hebben als de erkende Volvo-werkplaats. Als een veilig- gebruikt waardoor u de veiligheidsgordel heidsgordel aan grote krachten heeft bloot- veiligheidsgordel niet wordt gedragen. Let er...
01 Veiligheid Veiligheidsgordels Veiligheidsgordel en zwangerschap Gordelwaarschuwing Naarmate de zwangerschap vordert moeten zwangere bestuurders de stoel en het stuur dusdanig verstellen dat ze de auto volledig onder controle hebben (wat inhoudt dat ze met gemak bij het stuur en de pedalen moeten kunnen komen).
01 Veiligheid Veiligheidsgordels Gordelspanners Als de bestuurder of voorpassagier de gordel tijdens het rijden losmaakt, wordt de waar- Alle veiligheidsgordels (met uitzondering van schuwingsfunctie opnieuw geactiveerd bij de gordel midden achter) hebben gordelspan- snelheden hoger dan 10 km/h. ners. Dit is een mechanisme dat bij een aanrij- ding de veiligheidsgordel rond het lichaam N.B.
SIPS-, het SRS- of het IC-systeem. Neem zo spoedig mogelijk branden, wanneer u de contactsleutel naar contact op met een erkende Volvo-werk- stand I, II of III draait. Het lampje dooft na plaats. ca. 6 seconden, wanneer de regeleenheid...
01 Veiligheid Airbags (SRS) Airbag (SRS) aan de bestuurderszijde Airbag (SRS) aan de passagierszijde WAARSCHUWING Om de kans op letsel bij het opblazen van de airbags te beperken, moeten de passa- giers zo rechtop mogelijk zitten met hun voeten op de vloer en hun rug tegen de rug- leuning.
Pagina 18
Bij een voldoende krachtige aanrijding Reparaties mogen alleen door een erkende reageren de sensoren, waarna de airbag Volvo-werkplaats worden uitgevoerd. wordt opgeblazen. Daarbij wordt de airbag Ingrepen in het airbagsysteem kunnen sto- warm. Om de klap op te vangen loopt de air-...
PACOS op de volgende pagina). Controleer of de schakelaar in de gewenste stand staat. Volvo adviseert u het sleutelblad te gebruiken om de stand te wijzigen. (U kunt ook andere voorwerpen gebruiken die qua vorm op een sleutel lijken.)
Het duidt op gedeactiveerd is. een ernstige storing. Bezoek onmiddellijk Het niet opvolgen van de bovenstaande een erkende Volvo-werkplaats. aanbevelingen kan levensgevaarlijke situa- ties opleveren. Locatie van de schakelaar 1. De airbag is geactiveerd. Met de schake-...
SIPS-airbag ligt. WAARSCHUWING Positie van de SIPS-airbags Gebruik alleen stoelhoezen die door Volvo goedgekeurd zijn. Andere stoelhoezen kun- Een groot deel van de botskracht wordt door nen de werking van de SIPS-airbags hinde- het SIPS-systeem (Side Impact Protection ren.
Pagina 22
01 Veiligheid SIPS-airbags (zij-airbags) SIPS-airbag Passagiersplaats, auto met het stuur links Bestuurdersplaats, auto met stuur links Positie van airbagsticker in voorportieropening aan passagierszijde De SIPS-airbag wordt vervolgens opgeblazen Het SIPS-systeem bestaat uit SIPS-airbags en tussen de inzittende en het portierpaneel, sensoren.
WAARSCHUWING beschermende werking verliezen. Er mogen botsing met hun hoofd tegen de binnenkant uitsluitend originele Volvo-onderdelen, Het opblaasgordijn vormt een aanvulling op van de auto slaan. bestemd voor montage op deze plaatsen, de veiligheidsgordel.
WAARSCHUWING het WHIPS-systeem aan en probeer ze hoofdsteun zo klein mogelijk houden. nooit zelf te repareren. Neem contact op Het WHIPS-systeem vormt een aanvulling met een erkende Volvo-werkplaats. op de veiligheidsgordel. Draag altijd een veiligheidsgordel.
Pagina 25
Het WHIPS-systeem kan een deel van zijn beschermende eigenschappen hebben ver- loren, zelfs als de stoel ogenschijnlijk intact Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats om het systeem te laten contro- leren, ook na een lichte aanrijding van ach- teren.
WAARSCHUWING Het Roll-Over Protection System (ROPS) van Onder normale omstandigheden zorgt het Volvo is ontwikkeld om het gevaar te beper- RSC-systeem voor een betere wegligging. ken dat de auto over de kop slaat en maximale Dit mag echter voor u geen reden zijn om bescherming te bieden als een ongeluk onver- sneller te gaan rijden.
De regeleenheid van het airbagsysteem zit Rijd nooit met opgeblazen airbags. Ze kun- • Sleep de auto naar een erkende Volvo- in de middenconsole. Koppel de accuka- nen u bij het sturen danig in de weg zitten.
Volvo heeft veiligheidsuitrusting voor kinde- Plaats een kind altijd op de achterbank als de De veiligheidsuitrusting voor kinderen die ren die afgestemd is op uw Volvo en uitvoerig airbag aan de passagierszijde geactiveerd is. Volvo biedt, is afgestemd op het gebruik in uw door Volvo getest is.
Pagina 29
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Sticker airbag WAARSCHUWING Vervoer kinderen nooit in een kinderzitje of op een comfortkussen op de passagiers- stoel als de airbag (SRS) geactiveerd is. Personen kleiner dan 1,40 m mogen nooit op de passagiersstoel plaatsnemen als de airbag (SRS) geactiveerd is.
Pagina 30
Gewicht (leeftijd) airbag (SRS) (SRS) (optie) Groep 0 Ongeschikte plaats voor deze leeftijdscategorie. Volvo kinderzitje – achterstevoren gemonteerd kinderzitje bevestigd <10 kg met veiligheidsgordel en bevestigingsband. (tot 9 maanden) Typegoedkeuring: E5 03135 Britax Baby Safe Plus – achterstevoren gemonteerd babyzitje bevestigd met ISOFIX-systeem.
Typegoedkeuring: E5 03135 Britax Freeway – achterstevoren gemonteerd kinderzitje bevestigd met ISOFOX-systeem en bevestigingsband. Typegoedkeuring: E5 03171 Groep 2/3 Volvo comfortkussen – met of zonder rugleu- Volvo comfortkussen – met of zonder Gordelkussen met of zonder rug- 15–36 kg ning. rugleuning.
Pagina 32
Zie pagina 16 voor informatie over een geacti- veerde/gedeactiveerde airbag (SRS). – Trek aan de handgreep zodat het kinder- Het geïntegreerde kinderzitje van Volvo voor zitje omhoogkomt (1). de middelste zitplaats van de achterbank is – Pak het zitje met beide handen vast en duw speciaal ontworpen om kinderen optimale het naar achteren (2).
Pagina 33
• stel de stand van de hoofdsteun zorgvuldig af op de lengte van het kind. WAARSCHUWING Reparatie of vervanging dient alleen te wor- den uitgevoerd door een erkende Volvo- werkplaats. Voer zelf geen wijzigingen of – Trek aan de handgreep (1). aanpassingen uit aan het geïntegreerde kin- –...
Pagina 34
01 Veiligheid Kinderen en veiligheid Bevestigingspunten voor kinderzitjes Veiligheidsgordel met speciale Bij problemen tijdens de montage van kinder- veiligheidsproducten moet u contact opne- blokkeerfunctie (ALR/ELR) men met de fabrikant voor nadere inlichtingen De veiligheidsgordel op de middelste zit- over de montage. plaats van de tweede zitrij is voorzien van een speciale blokkeerfunctie (ALR/ELR).
Pagina 35
Overzicht auto’s met het stuur links............36 Overzicht auto’s met het stuur rechts ....................38 Bedieningspaneel op bestuurdersportier..........40 Instrumentenpaneel ................. 41 Controle- en waarschuwingslampjes ............42 Informatiedisplay..................45 Schakelaars op middenconsole............... 46 Verlichtingspaneel ..................49 Linker stuurhendel..................51 Boordcomputer ..................52 Rechter stuurhendel.................
Pagina 36
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Instrumentenpaneel 1. Temperatuurmeter – Geeft de temperatuur te drukken. Wissel van dagteller door de 11. Buitentemperatuurmeter – Geeft de bui- in het koelsysteem van de motor aan. Op knop korte tijd in te drukken. tentemperatuur aan. Wanneer de tem- het display verschijnt een melding, als de peratuur in het interval van –5 °C tot –...
– Verhelp het probleem aan de hand van de Afhankelijk van de uitrusting van aanwijzingen of neem contact op met een de auto is het mogelijk dat erkende Volvo-werkplaats. bepaalde lampjes geen functie hebben. Het lampje blijft branden en de displaytekst Bij bepaalde motortypes is het lampje voor staan totdat de storing is verholpen.
– Als het lampje echter blijft branden, moet u oplicht terwijl het oliepeil in orde is, moet u • Als de lampjes echter blijven branden, moet de auto naar een erkende Volvo-werkplaats contact opnemen met een erkende Volvo- u het peil in het remvloeistofreservoir con- rijden om het ABS-systeem te laten contro- werkplaats.
Pagina 45
Breng een bezoek aan een lampje niet knippert, is één van de daarop attent gemaakt. erkende Volvo-werkplaats. lampen op de auto of de aanhanger defect. Lage snelheid Voorgloeifunctie motor (diesel) Stabiliteitssysteem STC of DSTC...
SERVICE VEREIST Laat de auto zo spoedig mogelijk nakijken door een erkende Volvo-werkplaats. Het is tijd voor een servicebeurt bij een erkende Volvo-werkplaats. Het moment hangt af van de afge- TIJD VOOR REG. SERVICE legde afstand, het aantal maanden dat sinds de laatste servicebeurt is verstreken en het aantal draaiuren van de motor.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Schakelaars op middenconsole Airconditioning achter in Kinderslot op achterpor- Ga als volgt te werk, als een van de buiten- spiegels per ongeluk in- of uitgeklapt is: passagiersruimte (optie) tieren (optie) Druk op de knop om de aircon- Met deze knop kunt u het elek- –...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Schakelaars op middenconsole De contactsleutel moet ten minste in stand I Assist uit te schakelen of opnieuw in te scha- Active Bi-Xenon Lights, kelen (zie ook pagina 125). staan, anders geeft de aansluiting geen ABL (optie) stroom.
Pagina 49
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Schakelaars op middenconsole Alarmlichten Elektrische achterruit- en buitenspiegelverwarming Schakel de elektrische ver- warming in om ijs en wasem van de achterruit en de buiten- spiegels te verwijderen. Wan- neer u op de knop drukt, wordt de verwarming van de achterruit en de buitenspie- gels geactiveerd.
– Draai de contactsleutel naar stand II . middelste stand staat. U kunt het automati- – Draai de verlichtingsdraaiknop (1) naar een sche dimlicht zo nodig in een erkende Volvo- van de eindstanden. werkplaats buiten werking laten stellen. – Draai het duimwiel (3) omhoog of omlaag...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Verlichtingspaneel Mistlichten Instrumentenverlichting Active Bi-Xenon Lights, ABL (optie) De instrumentenverlichting brandt, wanneer N.B. de contactsleutel in stand II staat en de verlichtingsdraaiknop (1) in een van de eind- De regels voor het gebruik van de mistlich- ten verschillen van land tot land.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Linker stuurhendel Standen stuurhendel Follow-Me-Home-verlichting worden of veert automatisch terug bij het terugdraaien van het stuurwiel. Het is mogelijk om een deel van de buitenver- lichting enige tijd ingeschakeld te houden en Korte serie knippersignalen als Follow-Me-Home-verlichting dienst te –...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Boordcomputer Boordcomputer (optie) • HUIDIG N.B. • GEMIDDELD • KILOMETER TOT LEGE TANK Er kunnen onjuiste waarden verschijnen, als u een standverwarming op brandstof (optie/ • DSTC, zie pagina 124 accessoire) hebt gebruikt. Gemiddelde snelheid Wanneer u het contact uitschakelt, wordt de Kilometer tot lege tank gemiddelde snelheid opgeslagen om als uit-...
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Rechter stuurhendel Ruitenwissers Ononderbroken wissen u de hendel naar het stuurwiel haalt, wordt alleen de voorruit gesproeid. De wissers bewegen op normale snelheid. Gereduceerde sproeifunctie De wissers bewegen op hoge Wanneer er nog ongeveer één liter ruiten- snelheid.
B - Continu wissen: Druk het onderste tact/de contactsleutel in stand I of II te staan gedeelte van de schakelaar in. Deze functie (intervalfunctie tijdens het ach- teruitrijden) kunt u desgewenst uitschakelen. Neem daarvoor contact op met een erkende Volvo-werkplaats.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Cruisecontrol (optie) Inschakelen Snelheid verhogen of verlagen Tijdelijk uitschakelen – Druk op 0 om de cruisecontrol tijdelijk uit te schakelen. Op het instrumentenpaneel ver- schijnt CRUISE. De eerder ingestelde snel- heid blijft na een tijdelijke uitschakeling in het geheugen opgeslagen.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Parkeerrem, elektrische aansluiting, e.d. Parkeerrem Op vloerhoogte vindt u het parkeerrempedaal Parkeerrem lossen (zie afbeelding), waarmee u de parkeerrem – Trap het rempedaal stevig in. kunt aanzetten die op de achterwielen werkt. – Trek aan de handgreep (2). N.B.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Parkeerrem, elektrische aansluiting, e.d. Elektrische aansluiting achterin Stuurwielafstelling Achterklep openen Open de achterklep door aan de handgreep te U kunt het stuurwiel zowel in de hoogte als in U kunt de elektrische aansluiting voor ver- trekken zoals aangegeven op de afbeelding.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare ruiten Bediening Bestuurdersportier Elektrisch bedienbare ruiten in achter- portieren blokkeren Met de knoppen op de portieren kunt u de rui- ten elektrisch bedienen. De ruiten zijn te bedienen wanneer de contactsleutel in stand I of II staat.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbare ruiten Passagiersstoel, voor Elektrisch bedienbare zijruiten in de Het lampje in de knop is uit achterportieren De zijruiten in de achterportieren zijn zowel met de knoppen op de portieren als met de knoppen op het bestuurdersportier te bedie- nen.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Achteruitkijkspiegel Achteruitkijkspiegel met kompas Kompaszone instellen (optie op bepaalde markten) De aarde is in 15 magnetische zones ver- De afbeelding is een montage. De spiegel is voorzien van een handmatige of automatische deeld.
Pagina 62
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Magnetische zones voor kompas Kalibreren – Breng de auto op een groot en open terrein de tekst van het display verdwijnt. Dit tot stilstand en laat de motor lopen. geeft aan dat de kalibratie afgerond is. Het kompas moet soms voor de nauwkeurig- heid worden gekalibreerd.
Pagina 63
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Achteruitkijkspiegel en buitenspiegels Buitenspiegels Gelaagde zijruiten (optie) WAARSCHUWING De ruiten van gelaagd glas in de voor- en ach- terportieren zorgen voor een verbeterde Stel de spiegels af, voordat u gaat rijden! geluidsisolatie van de passagiersruimte en leveren een verhoogde bescherming tegen BELANGRIJK inbraak op.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbaar schuifdak (optie) Openingsstanden de knop achteruit in de eindstand (4) en laat de knop los. Automatische bediening Trek de knop door het drukpunt (3) in de ach- terste eindstand (4) of via het drukpunt (2) in de voorste eindstand (1) en laat de knop ver- volgens los.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening Elektrisch bedienbaar schuifdak (optie) Zonnescherm WAARSCHUWING De beveiliging tegen overbelasting van het schuifdak werkt alleen bij automatisch slui- ten, niet bij handmatig sluiten. Let er bij het sluiten van het schuifdak op dat niemand bekneld kan raken. Aan de binnenkant van het schuifdak zit een handbediend zonnescherm.
Pagina 66
02 Instrumenten, schakelaars en bediening...
Pagina 67
Algemene informatie over de klimaatregeling .......... 68 Elektronische klimaatregeling, ECC ............70 Standverwarming op brandstof (optie)............. 73...
Laat controle- en reparatiewerkzaamheden board. waarbij het A/C-systeem de lucht voortdurend aan de klimaatregeling alleen uitvoeren door afkoelt tot net boven het vriespunt. • De interieurtemperatuursensor zit achter een erkende Volvo-werkplaats. het bedieningspaneel van de klimaatrege- ling.
03 Klimaatregeling Algemene informatie over de klimaatregeling Luchtverdeling Blaasmonden in dashboard Blaasmonden in portierstijlen A: Open A: Open De binnenkomende lucht wordt verdeeld over meerdere blaasmonden die op verschillende B: Dicht B: Dicht punten in de auto zijn aangebracht. C: Luchtstroom naar links of rechts C: Luchtstroom naar links of rechts D: Luchtstroom omhoog of omlaag D: Luchtstroom omhoog of omlaag...
03 Klimaatregeling Elektronische klimaatregeling, ECC Bedieningspaneel 1. A/C , Aan/Uit 13. Ventilator, achter in passagiersruimte 2. Interior Air Quality System, recircu- (optie op modellen met zeven zitplaat- latie/combifilter (optie op bepaalde 2. Recirculatie/Combifilter met Air Quality sen) Sensor markten) Bepaalde auto’s zijn uitgerust met een zoge- 3.
Pagina 72
Doe het volgende om de timerfunctie uit te • Raadpleeg het serviceprogramma van Bediening: schakelen: Volvo voor het aanbevolen vervangingsin- Druk op om de Air Quality Sensor terval voor het combifilter. In zeer sterk – Druk de knop nogmaals maar dan verontreinigde gebieden is het mogelijk dat te activeren (normale instelling).
Pagina 73
U kunt de temperatuur van de verwarming in 13. Ventilator, achter in passagiers- • de airconditioning ( A/C ) wordt automatisch een erkende Volvo-werkplaats laten bijstellen. ruimte (optie op modellen met zeven ingeschakeld (uit te schakelen met de knop zitplaatsen) AC);...
Schakel voor het tanken de standverwar- seerd contact op te nemen met een erkende ming uit. Gemorste brandstof kan ontvlam- Volvo-werkplaats. Er verschijnt een melding men. op het display. Controleer op het display of de standver- warming uit is.
Pagina 75
03 Klimaatregeling Standverwarming op brandstof (optie) Standverwarming meteen inschakelen Displaytekst – Gebruik het duimwiel om het gewenste tijdstip in uren aan te geven. Wanneer u de geprogrammeerde functies – Draai aan het duimwiel (B) totdat de tekst TIMER 1, TIMER 2 en Directe start activeert, –...
03 Klimaatregeling Standverwarming op brandstof (optie) Accu en brandstof Als de accu onvoldoende opgeladen is of als het brandstofpeil te laag is, wordt de stand- verwarming automatisch uitgeschakeld. Er verschijnt dan een melding op het display. Bevestig deze melding door op de knop READ (A) te drukken.
Pagina 77
Voorstoelen ....................78 Interieurverlichting..................80 Opbergmogelijkheden in passagiersruimte ..........82 Achterbank....................87 Bagageruimte................... 89...
“vast” komt te zitten. Rugleuning voorstoel omklappen (optie) Vloermatten (optie) Volvo biedt vloermatten die speciaal voor de auto vervaardigd zijn. De bestuurders- en passagiersstoel kunnen WAARSCHUWING worden ingesteld voor een optimale zit- en rijhouding.
04 Interieur Voorstoelen Elektrisch bedienbare voorstoel wachten voordat u de stoel opnieuw probeert Geheugen van transpondersleutel (optie) te verstellen. U kunt slechts één verstelfunctie De positie van de bestuurdersstoel wordt van de stoel tegelijk activeren. vastgelegd, wanneer u de auto met de trans- pondersleutel vergrendelt.
(30 seconden resp. 10 minuten) is te wijzigen Met de knop (2) kunt u drie verlichtingsstan- doven 10 minuten nadat u de motor hebt in een Volvo-werkplaats. den selecteren voor de interieurverlichting: afgezet automatisch. Uiteraard kunt u de lampjes en de verlichting ook eerder handma- De leeslampjes voorin schakelt u in en uit met tig uitschakelen.
Pagina 82
04 Interieur Interieurverlichting Make-upspiegel Het lampje gaat automatisch aan, wanneer u het klepje optilt. Optie op bepaalde markten.
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergmogelijkheden Pennenvak Dashboardkastje 1. Opbergvak op derde zitrij 2. Opbergvakken en bekerhouders 3. Parkeerkaarthouder 4. Dashboardkastje 5. Aflegvlak in middenconsole 6. Bekerhouders voor achterpassagiers 7. Opbergvak (ook aan de voorkant van de voorstoelzitting) 8. Houder voor boodschappentassen WAARSCHUWING Zorg dat er geen harde, scherpe of zware voorwerpen in de weg liggen of uitsteken...
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Kledinghaak Asbak voor achterpassagiers (optie) Bekerhouder/flessenhouder voor achterpassagiers De kledinghaak is alleen bestemd voor niet al U opent de asbak door de bovenkant van het te zware kledingsstukken. klepje naar buiten toe te klappen. Trek het insteekelement aan de onderkant openen.
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergvakken en bekerhouders Aflegvlak in middenconsole Bekerhouders (zevenzitter) De middenconsole kan tevens dienst doen als Bekerhouders voor de bestuurders- en passa- U kunt de opbergvakken gebruiken om bij- tafeltje om bijvoorbeeld eten en drinken op gierszijde.
Pagina 87
04 Interieur Opbergmogelijkheden in passagiersruimte Opbergvak op derde zitrij Koelvak (optie) (zevenzitter) Onder de opklapbare armsteun is een koelvak U kunt de opbergvakken gebruiken om bij- weggewerkt. Het koelvak werkt wanneer de contactsleutel in stand II staat. Het koelvak voorbeeld pennen en kleine voorwerpen in te heeft een inhoud van ca.
04 Interieur Achterbank Achterbank, tweede zitrij (zeven- Verschuifbare stoel (zevenzitter) Achterkant middenconsole zitter)– verwijderen U kunt de middelste stoel van de tweede zitrij iets verder naar voren zetten dan de reste- Om de middelste stoel van de tweede zitrij rende stoelen. Wanneer u de middelste stoel naar voren te kunnen schuiven, moet u eerst Ruggedeelte vooroverklappen om in te naar voren schuift kunt u een kind op het geïn-...
04 Interieur Achterbank Hoofdsteunen achterbank, middelste WAARSCHUWING zitplaats Zet de hoofdsteun alleen in de laagste posi- tie, wanneer u het ruggedeelte van de stoel vooroverklapt of wanneer er niemand op de stoel zit. Nadat u de stoelen op de tweede en derde zitrij rechtop gezet hebt, moet u controleren of het ruggedeelte van de stoelen geblok- keerd staat.
04 Interieur Bagageruimte Bagageruimte vergroten, tweede zitrij Bagageruimte vergroten, derde zitrij Derde zitrij rechtop zetten (zevenzitter) – Zet het ruggedeelte van de stoelen weer rechtop. – Pak de lus beet en trek het zitgedeelte zo ver uit dat u een klik hoort. –...
Pagina 91
04 Interieur Bagageruimte Algemene informatie ming in de rug. Let er bij het vervoer van lading WAARSCHUWING in de bagageruimte op dat voorwerpen die niet goed zijn vastgezet of op de juiste manier Afhankelijk van de belading van de auto en zijn ingeladen bij een aanrijding of een krach- het zwaartepunt van de lading treden er wij- tige remmanoeuvre met hoge snelheid en met...
Pagina 92
04 Interieur Bagageruimte Bagagenet Bagagenet aanbrengen Geldt alleen voor zevenzitter: – Zorg dat het net voor de armleuning van het zijpaneel komt te liggen bij aanspanning. – Trek het bagagenet strak met de trekban- den. Bagagenet opvouwen Als de auto is uitgerust met een bagagerol- Het bagagenet voorkomt dat bagage of lading hoes, moet u deze verwijderen voordat u het uit de bagageruimte de passagiersruimte kan...
04 Interieur Bagageruimte – Til het veiligheidsrek via de achterklep of het veiligheidsrek zoals aangegeven op de WAARSCHUWING een van de achterportieren in de auto (in afbeelding. het laatste geval moet u eerst de tweede Controleer altijd of de bovenste bevestigin- –...
04 Interieur Bagageruimte Elektrische aansluiting bagageruimte Bagagerolhoes (optie) Houder voor boodschappentassen Trek de bagagerolhoes over de bagage heen Open het luik in de bagageruimte. Hang of Verwijder het kapje, wanneer u de aansluiting uit en haak de hoes vast in de openingen die bind de boodschappentassen vast met baga- wilt gebruiken.
Pagina 95
04 Interieur Bagageruimte Vloervak bagageruimte, inhoud Vloervlak bagageruimte openen (vijfzitter) – Til het luik in de vloer van de bagageruimte – Doe het volgende als uw auto is uitgerust met een houder voor boodschappentas- sen: – Til het luik op en maak de bagagebanden van de houder voor de boodschappentas- sen los.
Als u een van de sleutels verliest, moet u con- tact opnemen met een erkende Volvo-werk- Contactsleutels en elektronische start- plaats en alle resterende sleutels meenemen.
6. Sleutel in-/uitklappen aanhanger branden. De lampen blijven 30, 60 of 90 seconden branden. In een erkende Ontgrendelen Volvo-werkplaats kunt u een passende – Bij eenmaal indrukken van knop (1) worden inschakelduur laten instellen. alle portieren, de achterklep en de tank- vulklep ontgrendeld.
05 Sloten en alarm Sleutels en afstandsbediening Batterij afstandsbediening vervangen – Geef de lege batterij af bij uw Volvo-dealer, zodat de batterij op milieuvriendelijke wijze wordt verwerkt. Als de sloten niet meer bij de gebruikelijke afstand reageren op signalen van de afstands- bediening, moet u de batterij bij de eerstvol- gende servicebeurt vervangen.
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Van de buitenzijde vergrendelen/ Automatische vergrendeling N.B. ontgrendelen Ook als er nog een portier of de achterklep openstaat is het mogelijk de auto te ver- grendelen. Wanneer u het geopende por- tier vervolgens sluit bestaat het gevaar dat u zich buitensluit met de sleutels nog in de auto.
Pagina 103
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Achterklep met afstandsbediening Houd de knop voor centrale vergrendeling Als de auto niet van de buitenzijde vergren- ingedrukt, totdat er een nieuwe melding over deld werd, is deze te ontgrendelen door een vergrendelen/ontgrendelen de vergrendelingsstatus op het display ver- portier met de handgreep te openen.
05 Sloten en alarm Vergrendelen en ontgrendelen Safelock-functie en eventuele alarm- het contactslot steekt. De volgende keer dat u N.B. het contact van de auto inschakelt, worden de sensoren tijdelijk deactiveren sensoren en de Safelock-functie weer Als u van de knop LOCK gebruik maakt om geactiveerd.
05 Sloten en alarm Kinderslot Handbediend kinderslot, achterpor- B: Uitgeschakeld kinderslot – de achterportie- ren kunnen wel van de binnenzijde worden tieren en achterklep geopend (naar binnen toe draaien). WAARSCHUWING Houd de vergrendelingsknoppen altijd omhoog tijdens het rijden. Bij ongelukken kunnen hulpverleners dan snel in de auto komen.
05 Sloten en alarm Kinderslot Elektrisch kinderslot – achterpor- Er verschijnt een melding op het display, wan- tieren neer het kinderslot geactiveerd/gedeacti- veerd wordt. N.B. Zolang het elektrisch kinderslot is ingescha- keld, kunnen de achterportieren niet van de binnenzijde worden geopend. Gebruik de knop op de middenconsole om het kinderslot op de achterportieren in of uit te schakelen.
Wanneer het alarm is ingeschakeld, worden display. Neem in dat geval contact op met een alle beveiligde onderdelen continu gecontro- erkende Volvo-werkplaats. leerd. Het alarm gaat af, als: N.B. • een portier, de motorkap of de achterklep Voer nooit zelf reparaties aan of wijzigingen wordt geopend;...
Pagina 108
05 Sloten en alarm Alarm (optie) Alarmsignalen af ter bevestiging dat het alarm is uitge- – Steek de sleutel in het contactslot, draai schakeld. deze naar stand II en vervolgens terug in Bij alarm gebeurt het volgende: stand I of 0 . Als de batterijen in de afstandsbediening leeg •...
Pagina 109
Algemene informatie ................110 Brandstof tanken..................112 Motor starten ..................114 Handgeschakelde versnellingsbak............116 Automatische versnellingsbak ............... 117 Vierwielaandrijving ................. 120 Remsysteem ..................121 Stabiliteits- en tractieregelsysteem (optie) ..........123 Park Assist (optie)................... 125 BLIS, Blind Spot Information System (optie).......... 127 Slepen en bergen ...................
• Laat de motor niet stationair lopen, maar rijd zo snel mogelijk met een lichte belas- • Verwijder verstralers die voor de grille zit- Hoewel de Volvo XC90 voornamelijk gecon- ting. Een koude motor verbruikt meer ten, als u bij extreem warm weer rijdt.
Pagina 112
06 Starten en rijden Algemene informatie Accu niet overmatig belasten de remblokken kunnen er vertragingen in de N.B. remwerking optreden. De elektrische functies van de auto belasten de accu in verschillende mate. Laat de con- Rijd bij voorkeur geen steile helling op of af, N.B.
06 Starten en rijden Brandstof tanken Tankvulklep openen De tankdop vindt u achter de tankvulklep in het spatbord rechtsachter. De dop is op te hangen aan de binnenzijde van de tankvulklep. De tankvulklep kan worden geopend, wanneer – Til de vloerbekleding in de bagageruimte WAARSCHUWING aan de rechter achterhoek op.
Pagina 114
N.B. Voeg nooit reinigende additieven (dopes) aan de benzine toe zonder het uitdrukkelijke Een te volle tank kan bij warm weer overlo- advies van Volvo. pen. Dieselolie Gebruik geen brandstof met een slechtere Bij lage temperaturen (–5 °C tot –40 °C) kan...
06 Starten en rijden Motor starten Voordat de motor wordt gestart wordt een zogeheten regeneratie gestart. N.B. Daarvoor moet de motor de normale bedrijf- – Zet de parkeerrem aan. stemperatuur hebben. Tijdens de koude start is het mogelijk dat het motortoerental merkbaar hoger ligt dan Automatische versnellingsbak Afhankelijk van de rijomstandigheden wordt normaal is voor bepaalde motortypes.
Pagina 116
Laat de motor meteen na een koude start staat. Het elektrisch sys- nooit op te hoge toeren draaien! Neem con- teem van de auto is inge- tact op met een Volvo-werkplaats, als de schakeld. motor niet aanslaat of overslaat. III – Startstand...
06 Starten en rijden Handgeschakelde versnellingsbak Schakelstanden – Trap het koppelingspedaal tijdens het schakelen altijd zo ver mogelijk in. – Haal uw voet na het schakelen weer van het koppelingspedaal af! Houd u aan het aan- gegeven schakelpatroon. Om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te houden moet u zo veel mogelijk gebruik maken van de 6e versnelling.
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Koude start Lock-upfunctie Sleutelblokkering, Keylock De versnellingen zijn voorzien van lock-up De keuzehendel moet in stand P staan om de Als u bij koud weer wegrijdt, is het mogelijk (geblokkeerde versnellingen) om beter op de contactsleutel te kunnen uitnemen.
Pagina 119
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak D – Rijstand Stand D is de normale rijstand. De versnel- lingsbak schakelt automatisch op en terug, afhankelijk van de stand van het gaspedaal en de snelheid. Zorg dat de auto stilstaat, voor- dat u de keuzehendel vanuit stand R in stand D zet.
06 Starten en rijden Automatische versnellingsbak Keuzehendelblokkering Handmatige schakelstanden W – Winterprogramma Om van de automatische rijstand D naar een Druk op de knop W om het handmatige stand over te schakelen, moet u winterprogramma W in- en de keuzehendel in stand M zetten. Om van uitschakelen.
06 Starten en rijden Vierwielaandrijving Vierwielaandrijving, AWD (All Wheel Drive) De vierwielaandrijving is permanent ingescha- keld. Bij vierwielaandrijving worden alle vier de wie- len van de auto tegelijk aangedreven. Het motorkoppel wordt automatisch over de voor- en achterwielen verdeeld. Een elektronisch gestuurd koppelingssysteem verdeelt het ver- mogen over het wielpaar dat op dat moment de beste grip op het wegdek heeft.
06 Starten en rijden Remsysteem Rembekrachtiging Vocht kan de remeigenschappen Let erop dat u de remmen nog meer belast, wanneer u met een aanhanger rijdt. beïnvloeden Als de auto rolt of wordt gesleept met een uit- Door opspattend water (bij hevige regenval, in Anti-blokkeerremsysteem (ABS) geschakelde motor, moet u ongeveer vijfmaal waterplassen of tijdens een wasbeurt) worden...
Pagina 123
Bedien het rempedaal (houd het inge- auto voorzichtig naar de dichtstbijzijnde drukt) zolang dat nodig is. Zodra u het erkende Volvo-werkplaats rijden om het rempedaal loslaat, worden de remmen vol- remsysteem te laten controleren. ledig gelost.
DSTC SPIN CONTROL UIT betekent dat er Als de melding een volgende keer dat u motor beperkingen gelden voor de werking van het start opnieuw verschijnt, rijd de auto dan naar systeem. een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 125
Wees altijd gepast voorzichtig in bochten te brengen. en op gladde wegen. • Als het waarschuwingslampje echter blijft branden, moet u de auto naar een erkende Volvo-werkplaats rijden om het systeem te laten controleren.
Volvo aangesloten Park Assist voor- en achterzijde Park Assist is actief bij snelheden tot 15 km/h. Bij hogere snelheden wordt het systeem Park Assist is bedoeld als hulpmiddel tijdens gedeactiveerd.
06 Starten en rijden Park Assist (optie) Sensoren schoonmaken Aanduiding voor systeemstoringen Aan/Uit Als het informatiesymbool continu brandt en op het display de melding PARK ASSIST SERVICE VEREIST verschijnt, is Park Assist defect. BELANGRIJK In bepaalde omstandigheden kan Park As- sist ten onrechte waarschuwingssignalen afgeven.
06 Starten en rijden BLIS, Blind Spot Information System (optie) Algemene informatie Dode hoeken wanneer er zich een voertuig in de zogeheten dode hoek bevindt en in dezelfde richting rijdt. Het systeem werkt het best in druk verkeer op meerbaanswegen. BLIS is gebaseerd op digitale cameratech- niek.
06 Starten en rijden BLIS, Blind Spot Information System (optie) Wanneer BLIS werkt vrachtwagen, omdat daar geen brandende Activeren/deactiveren koplampen op zitten. Het systeem is alleen actief bij snelheden hoger dan 10 km/h. WAARSCHUWING Inhalen Het systeem reageert niet op fietsers en Het systeem reageert als het snelheidsverschil bromfietsers.
Pagina 130
BLIS actief is (de bestuurder heeft het systeem niet gedeactiveerd). BLINDE-HOE- BLIS ingeschakeld BELANGRIJK KINFO. SYSTEEM Laat reparaties van de onderdelen van het BLIS-systeem over aan een erkende Volvo- BLINDE-HOEK- BLIS buiten werking Reflecties op een glad en nat wegdek. werkplaats. SYST. SERVICE VEREIST...
06 Starten en rijden Slepen en bergen Probeer de motor nooit aan te slepen Bergen maximaal 80 km verslepen. Sleep de auto altijd met de voorkant van de auto in de rijrich- De toelaatbare maximumsnelheid voor het Gebruik een hulpaccu als de accu leeg is en ting.
Pagina 132
06 Starten en rijden Slepen en bergen Sleepoog Het sleepoog vindt u in de gereedschapstas in Draai het sleepoog na gebruik los en plaats BELANGRIJK de bagageruimte. Schroef het sleepoog op het afdekkapje terug. zijn plaats vóór het slepen. De uitsparing en Het sleepoog is alleen te gebruiken voor het Wanneer de afneembare trekhaak gemon- afdekking voor het sleepoog vindt u aan de...
06 Starten en rijden Starten met hulpaccu Starten met een hulpaccu – Sluit de rode startkabel aan tussen de WAARSCHUWING pluspool (1+) van de hulpaccu en de pluspool (2+) van de lege accu. Accu’s kunnen een zeer explosief knalgas produceren. Een enkele vonk, veroorzaakt –...
• Bij het gebruik van een aanhanger wordt de baar worden tijdens uitwijk- en remma- motor zwaarder belast dan normaal. Als de trekhaak in een erkende Volvo-werk- noeuvres. plaats wordt gemonteerd, is de auto bij aanle- • Wanneer de auto bij warm weer zwaar...
Pagina 135
Informeer dan ook bij wordt het niveau na enige tijd rijden naar schokkerig beweegt en wielspin vertoont bij de dichtstbijzijnde Volvo-dealer naar wat er boven toe bijgesteld. voor uw auto geldt, als u achteraf een trek- het wegrijden met een aanhanger.
WAARSCHUWING 7-polig contact, hebt u een adapter nodig. Let op het volgende als uw auto is uitgerust Gebruik een door Volvo goedgekeurde adap- met de afneembare trekhaak van Volvo: terkabel. Zorg dat de kabel niet over de grond • Volg de montagevoorschriften voor het sleept.
Pagina 137
06 Starten en rijden Trekhaak Specificaties Afmetingen voor bevestigingspunten (mm) Vaste of afneembare trekhaak 1110 1081 Langsligger Middelpunt kogel...
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak Kogelsegment monteren – Controleer of het mechanisme in de ont- – Controleer of het controlevenster (3) rood – Verwijder de beschermkap. grendelde stand staat door de sleutel van kleur is. Als het venster niet rood van rechtsom te draaien.
Pagina 139
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak – Draai de sleutel linksom naar de vergren- – Controleer of het controlevenster groen van – Breng het kogelsegment aan en duw het delde stand. Neem de sleutel uit het slot. kleur is. naar binnen totdat u een klik hoort.
Pagina 140
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak N.B. N.B. Controleer of het kogelsegment vastzit door De veiligheidskabel van de aanhanger moet het omhoog, omlaag en naar achteren te aan de bevestiging van de trekhaak worden trekken. Als het kogelsegment niet goed zit, vastgemaakt.
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak Kogelsegment verwijderen – Druk de vergrendelingsknop (1) in en draai – Draai de vergrendelingsknop volledig – Steek de sleutel in het slot en draai deze deze linksom (2) totdat u een klik hoort. omlaag totdat deze niet verder kan. Houd rechtsom in de ontgrendelde stand.
Pagina 142
06 Starten en rijden Afneembare trekhaak – Duw de beschermkap erop.
06 Starten en rijden Lading vervoeren Algemene informatie Lading op het dak WAARSCHUWING Het laadvermogen is afhankelijk van de extra Bij het vervoer van lading op het dak ver- accessoires die op de auto gemonteerd zijn, schuift het zwaartepunt en treden er wijzi- zoals een trekhaak, lastdragers, skibox e.d.
06 Starten en rijden Lichtbundel aanpassen Juiste lichtbundel voor rechts- of Bi-Xenonkoplampen Deze stip moet overeenkomen met de rode linksrijdend verkeer stip op de mal. De lange rode lijn op de afbeel- Trek mal 3 en 4 over en meet ze ter controle dingen komt overeen met de lijn in het kop- nog eens op.
Pagina 146
06 Starten en rijden Lichtbundel aanpassen Positie van afplaktape op de koplampen (de bovenste figuur geeft het afplakken van een model met het stuur links weer en de onderste figuur dat van een model met het stuur rechts/de mallen 1 en 2 gelden voor halogeenkoplampen/de mallen 3 en 4 gelden voor Bi-Xenonkoplampen).
Pagina 147
06 Starten en rijden Lichtbundel aanpassen...
07 Wielen en banden Algemene informatie Rijeigenschappen en banden Snelheidsaanduidingen Nieuwe banden Uw auto is voorzien van een typegoedkeuring Banden hebben een De banden zijn van grote invloed op de rijei- voor de uitvoering waarin deze werd aangele- beperkte houdbaarheidsda- genschappen van de auto.
Maak nooit te verwisselen (nooit van links naar rechts of gebruik van sneeuwkettingen met zogeheten Neem contact op met een Volvo-dealer omgekeerd). Verwissel de banden de eerste voor advies over de beste soort velgen en snelsluitingen, omdat de ruimte tussen de keer van voor naar achter (of omgekeerd) na banden.
(om het gevaar voor slippen te ver- minderen). Neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats als u niet zeker bent van de profiel- diepte. De pijl geeft de draairichting van de band aan.
07 Wielen en banden Bandenspanning Aanbevolen bandenspanning Bandenspanning controleren Brandstofbesparing, ECO- Controleer regelmatig de bandenspanning. bandenspanning Om het brandstofverbruik zo laag mogelijk te N.B. houden wordt geadviseerd de aangegeven bandenspanning bij maximale belading aan te Het is een natuurlijk gegeven dat de ban- denspanning na verloop van tijd afneemt.
Pagina 155
07 Wielen en banden Bandenspanning Bandenspanningstabel Belading (1–3 inzittenden) Max. belading Type Bandenmaat Snelheid (km/h) Voorin (kPa) Achterin (kPa) Voorin (kPa) Achterin (kPa) 225/70R16 0 – 160 235/65R17 160+ 235/60R18 0–160 255/50R19 160 + Alle Alle 0–160 Reservewiel T125/85R16 99M 0 –...
07 Wielen en banden Gevarendriehoek en reservewiel Gevarendriehoek Doe het volgende na gebruik: Rijd nooit sneller dan 80 km/h bij gebruik van een compact reservewiel. – Berg de onderdelen in de omgekeerde volgorde weer op. Zorg dat de opberghoes met de gevarendrie- BELANGRIJK hoek goed vastzit in de bagageruimte.
Pagina 157
07 Wielen en banden Gevarendriehoek en reservewiel Reservewiel tevoorschijn halen Het reservewiel zit onder de auto. De krik , de De positie van de krik hangt af van het aantal gereedschapstas en de slingerdelen vindt u zitplaatsen (zevenzitter (1) en vijfzitter (2)). N.B.
Pagina 158
– Haal de kabel een stukje omhoog door de ten kunt u contact opnemen met een slinger langzaam (rechtsom) te draaien. erkende Volvo-werkplaats. Wanneer u de – Kantel het reservewiel om het langs de krik op een verkeerd punt aanbrengt, kan er uitlaatpijp te halen.
07 Wielen en banden Wielen verwisselen Wielen demonteren – Haal de krik, de wielmoersleutel en de slinger tevoorschijn (zie pagina 156 voor de WAARSCHUWING positie). Kruip nooit onder een auto die slechts op – Draai de wielbouten ½- 1 slag los met de een krik steunt! De auto kan namelijk van de wielmoersleutel.
Op de wielbouten van lichtmetalen velgen zitten losse ringen, terwijl die op de bouten voor stalen velgen ontbreken. Let erop dat u de juiste soort bouten gebruikt. Neem bij twijfel contact op met uw Volvo- werkplaats.
Om de aanbevolen bandenspanning van vervangende wielen compatibel zijn met het N.B. Volvo aan te kunnen houden is het mogelijk systeem. het bandenspanningscontrolesysteem af te De motor mag daarbij niet lopen.
Pagina 162
• Volvo adviseert TPMS-sensoren te laten monteren op alle wielen (zomer- of winter- banden) van de auto. • Volvo raadt het af sensoren van het ene wiel over te zetten op een ander wiel. WAARSCHUWING Houd bij het oppompen van een band met TPMS het mondstuk recht tegen het ventiel aan om het ventiel niet te beschadigen.
Bezoek een erkende Volvo-werkplaats om de afgedichte band te Het afdichtmiddel dicht banden met een lek in laten controleren (maximale rijafstand het loopvlak effectief af.
07 Wielen en banden Provisorische bandenreparatie Overzicht – De compressor moet uitstaan. Zorg dat de knop in stand 0 staat en neem de kabel en de luchtslang erbij. – Draai het ventieldopje van het wiel los en schroef de ventielaansluiting van de luchts- lang zo ver mogelijk op het ventiel van de band.
07 Wielen en banden Provisorische bandenreparatie Lekke band repareren – Draai de oranje beschermdop los evenals N.B. de dop op de bus met afdichtmiddel. Bij het inschakelen van de compressor kan N.B. de spanning aanvankelijk oplopen tot 6 bar, maar zal na ca. 30 seconden weer dalen. Verbreek de verzegeling van de bus niet handmatig.
Controleer de bandenspanning regelmatig. – Lees de bandenspanning van de manome- als klein chemisch afval (KCA). – Rijd naar de dichtstbijzijnde erkende Volvo- ter af. werkplaats om de beschadigde band te – Als de spanning lager is dan 1,3 bar, werd BELANGRIJK laten vervangen/repareren.
Pagina 167
Schoonmaken ..................168 Lakschade herstellen ................171 Roestwering ................... 172...
08 Verzorging Schoonmaken Auto wassen N.B. WAARSCHUWING Was de auto zodra deze vuil geworden is. Bij de externe verlichting zoals de koplam- Test na het wassen van de auto altijd de Gebruik hiervoor autoshampoo. Vuil en strooi- pen, mistlampen en achterlichten kan tijde- remmen (en dus ook de parkeerrem) om te zout kunnen aanleiding geven tot corrosie.
Pagina 170
In de was zetten kunt u eerder doen. gebruiken dat bij de Volvo-dealer verkrijgbaar beschadigd kan raken. Zorg dat de auto bij het poetsen of in de was is.
Pagina 171
Het leer ciaal reinigingsmiddel geadviseerd, dat ver- is voorzien van een beschermende toplaag, krijgbaar is bij de Volvo-dealer. Krab of wrijf Reinigingsvoorschriften voor leren maar om de goede eigenschappen en het nooit over een vlek. Gebruik nooit sterke vlek-...
08 Verzorging Lakschade herstellen Steenslagplekken en krassen intacte laklaag over is, volstaat het om na ver- wijdering van het vuil de ontbrekende lak aan De lak vormt een belangrijk onderdeel van de te brengen. roestwering van de auto en moet daarom regelmatig worden gecontroleerd.
De roestwering van de auto hoeft normaal gesproken pas na ongeveer 12 jaar te worden nabehandeld. Laat de auto daarna om de drie jaar een nabehandeling ondergaan. Laat u hierin assisteren door een erkende Volvo- werkplaats.
De auto werd nogmaals laatstgenoemde informatie kan voor een Installatie van accessoires gecontroleerd naar de normen van Volvo Car begrensde tijd tijdens het rijden, tijdens een Corporation, net voordat de auto aan u werd Een verkeerde aansluiting en montage van aanrijding of bij een bijna-ongeluk worden geleverd.
Neem hiervoor contact op met de • Rem- en koppelingsvloeistof – De vloeistof Volvo-dealer. moet tussen het MIN - en MAX -streepje Als u de auto met een garagekrik omhoog- staan.
09 Onderhoud en service Motorkap en motorruimte Motorkap openen – Trek aan de ontgrendelingshandgreep 3. Luchtfilter (de uitvoering van het deksel WAARSCHUWING uiterst links onder het dashboard (of rechts is afhankelijk van het motortype) op modellen met het stuur rechts). U hoort Sluit de motorkap door uw ene hand er 4.
(zie pagina 242). garantieboekje staan aangegeven. Ook wan- kwaliteitseisen die Volvo stelt en geven aan- De grote oliemaatschappijen produceren ook leiding tot verhoogde vormen van slijtage neer u vermoedt dat er verontreinigde brand-...
Volvo adviseert u het oliepeil om de 2500 km De oliesoort werd met grote zorg geselec- te controleren. De beste meting wordt verkre- teerd lettend op de levensduur van de mo- tor, de startgewilligheid, het gen bij een koude motor vóór de start.
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Peil controleren Ruitensproeiervloeistof bijvullen Oliepeil controleren bij een warme motor: – Parkeer de auto op een vlakke ondergrond, zet de motor af en wacht ten minste 10–15 minuten zodat de olie naar het carter terug kan lopen.
Pagina 183
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Koelvloeistof controleren en bijvullen Rem- en koppelingsvloeistof contro- Zie pagina 240 voor de aan te houden hoe- veelheden. leren en bijvullen Controleer de koelvloeistof regelmatig! De koelvloeistof moet tussen het MIN - en MAX -streepje op het expansiereservoir staan.
Pagina 184
09 Onderhoud en service Oliën en vloeistoffen Stuurbekrachtigingsvloeistof contro- hoge relatieve luchtvochtigheidsgraad rijdt, dient u de remvloeistof ieder jaar te verversen. leren en bijvullen N.B. Ook als er een storing optreedt in de stuur- WAARSCHUWING bekrachtiging of als de stroom wegvalt en u de auto moet laten wegslepen, blijft de auto Als de remvloeistof onder het MIN -streepje bestuurbaar.
09 Onderhoud en service Wisserbladen Wisserbladen vervangen Wisserbladen vervangen, achterklep Vervangen – Klap de wisserarm naar buiten en houd het wisserblad vast. N.B. De wisserbladen zijn niet allebei even lang. Het blad aan de bestuurderszijde is langer dan dat aan de passagierszijde. –...
09 Onderhoud en service Accu Onderhoud van de accu Symbolen op de accu Explosiegevaar. De rijomstandigheden, de rijstijl, het aantal startpogingen, de weersomstandigheden e.d. Draag een veiligheidsbril. zijn van invloed op de levensduur en de wer- king van de accu. N.B.
09 Onderhoud en service Accu Accu vervangen Accu aanbrengen Accu verwijderen – Plaats de accu. – Sluit de pluskabel aan. – Sluit de minkabel aan. – Zet het contact uit en neem de sleutel uit. – Zorg dat de ontluchtingsslang op de juiste –...
Gloeilampen en puntverlichting van een bij- lampen, moet u de lamp in een erkende zonder type of lampen die alleen in een werk- Volvo-werkplaats laten vervangen. Omdat plaats te vervangen zijn: de Bi-Xenonkoplampen voorzien zijn van een ontstekingsgedeelte dat een hoge •...
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Positie van gloeilampen in koplam- – Maak het lampelement los door de twee borgpennen omhoog te trekken waarmee phuis het element vastzit. – Til het lampelement recht omhoog naar buiten. – Koppel de connector los door de klikslui- ting eerst vanaf de onderkant in te drukken en vervolgens vanaf de bovenkant iets omhoog te trekken.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Dimlicht, halogeen Groot licht Active Bi-Xenonkoplampen Halogeen- en Bi-Xenonkoplampen – Schakel alle lichten uit en draai de contact- – Draai de buitenste afdekking linksom los. sleutel naar stand 0 . – Trek de connector los. –...
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Zijmarkeringslichten en stadslichten/ Richtingaanwijzers Mistlampen parkeerlichten vóór De lamphouder is voorzien van een bajonetfit- – Schakel alle lichten uit en draai de contact- sleutel naar stand 0 . ting. De lamphouders zijn voorzien van een bajo- netfitting.
– Neem ringsleutel nr. 10 uit de gereed- nadat de kapotte gloeilamp is vervangen, schapstas en draai de moeren ( D ) los. dient u een erkende Volvo-werkplaats te – Trek het lampelement in zijn geheel recht bezoeken. naar achteren.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Mistachterlicht Kentekenplaatverlichting Instapverlichting – Steek een platte schroevendraaier bij de pijl – Schakel alle lichten uit en draai de contact- De instapverlichting vindt u onder het dash- op de afbeelding naar binnen. sleutel naar stand 0 . board aan de bestuurders- en passagiers- zijde.
09 Onderhoud en service Gloeilampen vervangen Gloeilamp in achterklep Verlichting make-upspiegel – Steek een schroevendraaier achter het lam- – Steek een platte schroevendraaier naast de phuis en verdraai deze iets, zodat het lamp- middelste clip onder aan het spiegelele- huis loskomt. ment.
2. Zekeringenkastje in de passagiersruimte aan een erkende Volvo-werkplaats om de auto – Trek de zekering naar buiten en bekijk deze (aan de bestuurderszijde achter de te laten controleren. van opzij om te kijken of het gebogen geluidsisolatie) draadje soms doorgebrand is.
09 Onderhoud en service Zekeringen Relais- en zekeringenkastje in motorruimte 1. ABS ............ 30 A 11. Gaspedaalsensor (APM), A/C-compres- 15. Verwarming carterventilatie, magneet- sor, ventilator elektronicakastje ..10 A kleppen, lekdiagnose 2. ABS ..........30 A (5-cil. benzine) ........ 10 A 12.
Pagina 197
09 Onderhoud en service Zekeringen 19. Regeleenheid motor (ECM) voeding, motorrelais ........5 A 20. Achterlicht ........15 A 21. - ............-...
Pagina 198
09 Onderhoud en service Zekeringen Relais- en zekeringenkastje in de passagiersruimte (aan de bestuurderszijde in de zijkant van het dashboard) Een sticker in het deksel van het relais- en zekeringkastje dat aan de zijkant van het dashboard zit, geeft de positie en het amperage van de verschillende zekeringen aan.
Pagina 199
09 Onderhoud en service Zekeringen Relais- en zekeringenkastje in de passagiersruimte (aan de bestuurderszijde achter de geluidsisolatie) 1. Stoelverwarming, rechterzijde .... 15 A standverwarming, elektrisch bedienbare 19. Reservepositie ........- bestuurdersstoel ......10 A 2. Stoelverwarming, linkerzijde ... 15 A 20.
09 Onderhoud en service Zekeringen Zekeringen in kofferbak 28. Elektrisch bedienbare 1. Achteruitrijlicht ........10 A passagiersstoel 2. Parkeerlichten/achterlichten, 29. Brandstofpomp ......7,5 A mistachterlicht, kofferbakverlichting, kentekenplaatverlichting, 30. BLIS ..........5 A remlichten ........20 A 31. Reservepositie ........- 3. Accessoires (AEM) ......15 A 32.
Pagina 201
09 Onderhoud en service Zekeringen 22. - ............- 23. AWD ..........7,5 A 24. Reservepositie ........- 25. - ............- 26. Park Assist ........5 A 27. Hoofdzekering: Trekhaak, Park Assist, AWD ......30 A 28. Centrale vergrendeling (PCL) ..15 A 29.
10 Infotainment Algemene informatie Infotainment Het Infotainmentsysteem heeft geïntegreerde audio- en telefoonfuncties. Het Infotainmentsysteem kunt u handig en eenvoudig bedienen vanaf het gemeenschap- pelijke bedieningspaneel of de toetsenset op het stuur. De XC90 kan worden uitgerust met Dolby Sur- round Pro Logic II (Premium Sound). Dit sys- teem zorgt voor een zeer realistische geluids- weergave met een breed en natuurlijk geluids- profiel.
10 Infotainment Audio, bedieningspanelen Bediening audiofuncties 11. EXIT/CLEAR – terugbladeren in menu’s, 1. Aan/uit – audiosysteem 18. Track, zender opzoeken/wisselen of een keuze annuleren, de telefoon stand- vooruit- en achteruitbladeren bij invoer 2. Volume by zetten of het voorgaande teken wis- van tekst en cijfers.
Pagina 207
10 Infotainment Audio, bedieningspanelen Toetsenset op stuurwiel Menufuncties Sneltoetsen De menu-opties zijn genummerd en kunnen rechtstreeks worden gekozen via de toetsen- Audio, telefoon set ( 1–9 ). Persoonlijke sneltoets, MY KEY Onder MY KEY kunt u uw favoriete menu- functie opslaan, zoals TP . –...
10 Infotainment Audio, bedieningspanelen Bedieningspaneel met hoofdtelefoon- Vooruit-/achteruitspoelen en zoeken aansluiting Druk kort op om een track op een cd of een van de voorkeurzenders te selecteren. Druk dezelfde toets lang in om tracks op de cd versneld vooruit/achteruit te spoelen of auto- matisch radiozenders te zoeken.
10 Infotainment Audio, bedieningspanelen Afstandsbediening (optie) 8. Geen functie 9. Aan/uit – audiosysteem 1. MEMORY – slaat de gevonden radiozen- ders. op Sla een zender als volgt op: – Druk op de toets MEMORY . – Richt de afstandsbediening op de IR-ont- vanger (zie afbeelding) die zich onder de –...
10 Infotainment Functies audiosysteem Aan/uit-knop – audiosysteem Geluidsbron kiezen – Regel het volume met SELECTOR of met de pijl-omhoog/pijl-omlaag (6). Druk daarna Bij herhaalde malen indrukken van de toets op ENTER . AM/FM (4) loopt u de radiostanden FM1, FM2 en AM door.
Pagina 211
10 Infotainment Functies audiosysteem Optimale geluidsweergave Geluidsregeling Het audiosysteem is gekalibreerd voor opti- N.B. male geluidsweergave met behulp van digitale signaalverwerking. U kunt het niveau van de middenluidspreker alleen bijregelen, als u voor Dolby Pro Logic Voor ieder automodel wordt het audiosysteem II (DPL II) of driekanaals stereoweergave tijdens de kalibratie perfect afgestemd op de (3-CH) hebt gekozen in het menu.
Pagina 212
10 Infotainment Functies audiosysteem Surround Basluidspreker, SUBWOOFER (optie) Equalizer RR (bepaalde modellen) De Surround-instellingen zijn bepalend voor De basluidspreker ondersteunt het audiosys- De functie Equalizer RR gebruikt u om de het ruimtelijke effect van de geluidsweergave. teem en zorgt voor een voller geluidsbeeld en geluidsweergave van de achterste luidspre- De instellingen voor de verschillende geluids- een diepere basweergave.
10 Infotainment Radiofuncties Zenders zoeken ting door om na enige seconden te versnel- len. – Laat de toets los, wanneer de gewenste frequentie op het display verschijnt. – Als u de frequentie nog iets wilt bijregelen, kunt u de pijltoetsen korte tijd indrukken.
Pagina 214
10 Infotainment Radiofuncties AUTOSTORE, automatisch zenders – Druk tot slot op SCAN of EXIT . vervolgens rechtstreeks te kiezen met de opslaan voorkeurtoetsen 0–9. Als er geen radiozender Gevonden zender als voorkeurzender kont worden gevonden met een signaal dat vastleggen krachtig genoeg is, verschijnt de tekst Tijdens de functie SCAN kunt u een gevonden NO AST...
Pagina 215
10 Infotainment Radiofuncties Volumeregeling, NEWS/TP/ALARM andere geluidsbron dan de radio beluistert, Wanneer de functie actief is, verschijnt de wordt deze weergave onderbroken en ont- tekst TP op het display. Als de door u beluis- vangt u de bulletins op het volume dat u voor terde radiozender verkeersinformatie kan N.B.
Pagina 216
10 Infotainment Radiofuncties Programmatype, PTY Radiotekst Programmatype Displaytekst Sommige RDS-zenders geven informatie door Met de functie PTY is het mogelijk verschil- Ontspanning LEISURE & over de inhoud van de programma’s, de uit- lende programmatypes te kiezen zoals pop- HOBBY voerende artiesten e.d. Dergelijke informatie muziek en klassieke muziek.
Pagina 217
10 Infotainment Radiofuncties Zender zoeken met een bepaald – Als er geen zender met het gekozen pro- functie te deactiveren en druk daarna op grammatype kan worden gevonden, gaat ENTER . programmatype de radio terug naar de voorgaande fre- U kunt de radio een zender met een bepaald quentie.
Pagina 218
10 Infotainment Radiofuncties RDS-instellingen resetten – Kies nogmaals voor en druk daarna N.B. op ENTER om de functie REG uit te scha- Met de functie Reset alles kunt u alle fabriek- kelen. U zult vervolgens alleen nieuws van de instellingen voor RDS herstellen. opgeslagen zender doorkrijgen.
10 Infotainment Cd-functies Op het display staat aangegeven welke sleuf N.B. leeg is. De tekst INSERT DISC geeft aan dat u een volgende cd kunt aanbrengen. De cd-wis- Sommige muziekbestanden met kopieerbe- selaar biedt plaats aan zes cd’s. veiliging kan de speler niet lezen. –...
Pagina 220
10 Infotainment Cd-functies ken kunt u tracks/muziekbestanden op een cd Activeren/deactiveren (cd-speler) • RND ALL houdt in dat alle tracks/muziek- versneld vooruit-/achteruitspoelen. U kunt bestanden op alle muziek-cd’s in de cd- Tijdens het afspelen van een normale muziek- daarvoor ook gebruik maken van toetsenset speler worden afgespeeld.
10 Infotainment Menusysteem –audiosysteem Menu FM Menu CD 1. Random 1. NEWS 2. NEWS 2. TP 3. TP 3. Radiotekst 4. Disc text 4. Radio settings Audio settings 4.1. Zie Audio settings in Menu FM. 4.2. 4.3. NEWS Station Menu AUX 4.4.
• Laat reparatiewerkzaamheden aan het tele- 2. Microfoon foonsysteem over aan een erkende Volvo- De microfoon voor handsfree bellen is in de plafondconsole bij de achteruitkijk- werkplaats. spiegel geïntegreerd.
Pagina 224
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Bediening Knop aan/uit/stand-by Systeem activeren: – Druk op de toets PHONE (3) om het tele- foonsysteem in te schakelen. Systeem uitschakelen: – Houd de toets PHONE ingedrukt om het telefoonsysteem uit te schakelen. Zet het systeem als volgt stand-by: –...
Pagina 225
– Duw de houder weer naar binnen toe. zing opheffen. De functie geldt alleen voor het geïntegreerde Neem bij problemen met de simkaart contact Simkaart telefoonsysteem van Volvo. op met uw netwerkprovider. Stand-by Bellen en gesprekken aannemen Wanneer het telefoonsysteem stand-by staat,...
Pagina 226
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Gesprekken beëindigen Verkort kiezen volume met de draaiknop op de zijkant van de handset. – Druk op EXIT/CLEAR op de toetsenset Telefoonnummers onder een voorkeur- U kunt het gesprek beëindigen door de hand- van het stuurwiel of op het bedieningspa- toets opslaan set terug in de houder te leggen.
Pagina 227
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) Tijdens het bellen een tweede gesprek functies activeren (blader met de pijltoetsen boek liggen opgeslagen, wordt de bijbeho- en druk op ENTER om een keuze te maken): rende naam op het display weergegeven. aannemen U kunt maximaal 255 namen in het geheugen Ruggespraak/Rugge- Ruggespraakstand Als u tijdens het bellen twee korte geluidssig-...
Pagina 228
10 Infotainment Telefoonfuncties (optie) – Druk op de pijl-omlaag (1) van de MENU- Veel providers bieden dubbele simkaarten om tweemaal achtereen hetzelfde aan: een voor de autotelefoon en een voor een toetsen of op op het stuurwiel om het teken op de toets in te voeren. andere telefoon.
Pagina 230
10 Infotainment Menusysteem – telefoon 5.5.3. Radio Mute Beschrijving van menu-opties 1.5.3. Totale tijd 5.5.4. Boodsch.sign. 1.5.4. Reset timer 1. Oproepregister 5.6. Verkeersv. 1.1. Gemiste oproepen 5.6.1. Menuvergrend. 2. Meldingen Lijst met gemiste gesprekken. U kunt de bijbe- 5.6.2. IDIS 2.1.
Pagina 231
10 Infotainment Menusysteem – telefoon 3.2. Zoeken 4. Bel-opties 4.5.6. Data-oproepen Namen in het telefoonboek zoeken. 4.5.7. Alles annul. 4.1. Nummer mee Aangeven of uw eigen telefoonnummer wel of 3.3. Alles kopiëren 5. Telefooninstellingen niet op het display van de gebelde persoon Telefoonnummers en namen op de simkaart moet verschijnen.
Pagina 232
10 Infotainment Menusysteem – telefoon 5.3. SIM-beveiligd u tijdens het rijden toegang tot Aangeven of de invoer van de pincode actief alle delen van het of inactief moet zijn of automatisch moet ver- menusysteem. lopen. 5.6.2. IDIS. Als u de functie IDIS uitschakelt, worden inkomende 5.3.1.
Pagina 233
Typeaanduidingen ..................234 Maten en gewichten ................235 Motorspecificaties.................. 237 Motorolie ....................238 Vloeistoffen en smeermiddelen ..............240 Brandstof ....................241 Katalysator .....................243 Elektrisch systeem .................244...
11 Specificaties Typeaanduidingen Wanneer u contact opneemt met uw Volvo- dealer of vervangende onderdelen of acces- soires wilt bestellen, kan het handig zijn om de typeaanduiding, het chassisnummer en het motornummer bij de hand te hebben. 1. Typeaanduiding, chassisnummer, maxi-...
Pagina 237
11 Specificaties Maten en gewichten Gewichten Geremde aanhanger: Max. aanhan- Max. Bij het rijklaar gewicht is het gewicht van de gergewicht kogeldruk bestuurder, dat van de brandstoftank die voor (kg) 90% gevuld is en dat van de resterende oliën/ vloeistoffen e.d. inbegrepen. Het gewicht van 1200 de passagiers en de gemonteerde accessoi- 1.6D...
(onder +5 °C). de motor, de startgewilligheid, het brand- stofverbruik en de milieu-impact is anders Kies een volsynthetische motorolie bij ongun- niet uitgesloten. Volvo Car Corporation wijst stige rijomstandigheden. Ze bieden de motor alle garantieclaims af bij gebruik van een extra bescherming.
Pagina 240
11 Specificaties Motorolie Oliesticker Wanneer de nevenstaande oliesticker in de motorruimte zit (zie pagina 234 voor de posi- tie), geldt het volgende: Oliekwaliteit: ACEA A5/B5 Viscositeit: SAE 0W-30. Bij te vullen hoeveelheid Hoeveelheid Motortype tussen (liter) MIN–MAX (liter) 2.5T B5254T2 B6324S V8 AWD B8444S...
6,5 liter Bij vorst wordt u geadviseerd een door Volvo aanbevolen antivries aangelengd met water te gebruiken. Het gewicht hangt af van het motortype. Neem contact op met een erkende Volvo-werkplaats voor de juiste gegevens. N.B. BELANGRIJK Om schade aan de versnellingsbak te voor-...
11 Specificaties Brandstof Verbruik, uitstoot en tankinhoud Uitstoot van Verbruik Tankinhoud kooldioxide Motor Versnellingsbak liter/100 km liter ) in g/km 2.5T B5254T2 Handgeschakelde zesversnellingsbak 11,1 (11,2) 266 (269) (M66) Automatische versnellingsbak (AW55-51) 11,7 (11,8) 280 (282) B6324S Automatische versnellingsbak (TF 80SC) 12,0 (12,1) 287 (289) V8 AWD...
Pagina 243
Giet nooit alcohol bij de benzine, omdat het brand- N.B. stofsysteem daardoor schade kan oplopen en de Volvo-garantie vervalt. Bij extreme weersomstandigheden, gebruik van een aanhanger of ritten op grote hoogte kan, afhankelijk van de gebruikte brandstof-...
11 Specificaties Katalysator Algemene informatie ten. De meetwaarde van de uitlaatgasanalyse wordt doorgegeven aan een elektronisch sys- teem dat continu de injectoren afregelt. Het lucht-brandstofmengsel dat de motor krijgt, wordt continu bijgesteld. De regeling schept de ideale omstandigheden voor een effectieve verbranding van de schadelijke stoffen (kool- waterstoffen, koolmonoxide en stikstofoxiden) in de driewegkatalysator.
11 Specificaties Elektrisch systeem Algemene informatie 12V-systeem met wisselstroomdynamo en spanningsregelaar. Enkelpolig systeem waar- bij het chassis en het motorblok als geleiders worden gebruikt. Accu 2.5T Spanning 12 V 12 V 12 V 12 V Koudestartcapaciteit (SAE) 800 A 600 A 520 A 600 A Reservecapaciteit (RC)
Pagina 246
11 Specificaties Elektrisch systeem Gloeilampen Verlichting Vermogen W Lampvoet Groot licht/dimlicht, halogeen Groot licht, Active Bi-Xenon Active Bi-Xenon Groot licht, Bi-Xenon Bi-Xenon Mistlampen vóór Stadslichten vóór/achterlichten, parkeerlichten vóór, zij- W2,1X9,5d markeringslichten vóór, kentekenplaatverlichting, instap- verlichting achter Richtingaanwijzers voor, mistachterlicht BAY9s Remlichten, achteruitrijlichten BA15S Richtingaanwijzers achter...