Bedieningspaneel verlichting
U activeert de buitenverlichting via de bedie-
ningselementen op de linker stuurhendel. Met
het bedieningspaneel voor de verlichting op het
instrumentenpaneel kunt u de koplamphoogte
en sterkte van de displayverlichting aanpassen.
Draairing op stuurhendel
Geldt voor auto's met halogeenkoplampen.
7
Stand
Betekenis
Dagrijlicht wanneer het elektrische
systeem van de auto in contactslot-
stand II staat of als de motor draait.
7
Grootlichtsignalering mogelijk.
Dagrijlicht alsook stadslicht achter
wanneer het elektrische systeem
van de auto in contactslotstand II
staat of als de motor draait.
Stadslichten, wanneer de auto
geparkeerd staat
Grootlichtsignalering mogelijk.
Dimlicht en stadslicht.
Groot licht kan worden geactiveerd.
Grootlichtsignalering mogelijk.
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
Stand
A
.
A
Ook bij stilstaande auto en draaiende motor, mits de draairing
vanuit een andere stand in deze stand wordt gezet.
Volvo adviseert om stand
er met de auto wordt gereden.
WAARSCHUWING
Het verlichtingssysteem van de auto kan niet
in elke situatie bepalen of het daglicht te
zwak of sterk genoeg is, bijv. bij mist en regen.
Als bestuurder bent u verplicht om de verlich-
ting van de auto altijd af te stemmen op de
heersende omstandigheden en de geldende
verkeerswetgeving.
Betekenis
Dagrijlicht alsook stadslicht achter
bij daglicht wanneer het elektrische
systeem van de auto in contactslot-
stand II staat of als de motor draait.
Dimlicht en stadslichten bij weinig
daglicht of donker of als mistach-
terlicht geactiveerd is.
De functie automatisch groot licht
is te activeren.
Grootlichtsignalering mogelijk.
Automatisch groot licht aan/uit.
te gebruiken als
}}
141