Pagina 1 W E B E D I T I O N G E B R U I K E R S H A N D L E I D I N G...
Pagina 3 VÄLKOMMEN! Wij hopen dat u jarenlang rijplezier van uw Volvo zult hebben. Bij het ont- Om nog meer plezier van uw auto te hebben, raden wij u aan om ver- werp hebben veiligheid en comfort van u en uw passagiers vooropge- trouwd te raken met de uitrusting, de instructies en de onderhoudsinfor- staan.
Pagina 4 Airbags Twin Engine Belangrijke informatie over accessoi- res, extra uitrusting en de diagno- Stuur- en passagiersairbag seaansluiting Passagiersairbag* activeren/deactiveren Volvo ID SIPS-airbag Drive-E - schoner rijplezier opblaasgordijn IntelliSafe-bestuurdersondersteuning Safety Mode Sensus - connectiviteit en entertainment Auto in Safety Mode starten/verrijden...
Pagina 5 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Plaatsingstabel voor i-Size-kinderzitjes Stembediening telefoon Instrumenten en bediening, auto met Geïntegreerd kinderzitje* Stembediening van radio en media stuur links Klimaatregeling met stembediening Geïntegreerd kinderzitje uitklappen* Instrumenten en bediening, auto met Stembediening bij kaartnavigatie Geïntegreerd kinderzitje inklappen* stuur rechts Handmatig bediende voorstoel Bestuurdersdisplay...
Pagina 6 KLIMAAT Stuurwiel instellen Klimaatregeling Kompas* Bedieningspaneel verlichting Klimaatsensoren Kompas kalibreren* stadslichten Gevoelstemperatuur Panoramadak* Dagrijlicht Luchtkwaliteit Panoramadak* bedienen Dimlicht Interieurfilter ® HomeLink Groot licht activeren/deactiveren Clean Zone Interior Package* ® HomeLink * programmeren Actieve bochtverlichting Interior Air Quality System* Boordcomputer Lichtbundel van koplampen aanpassen Klimaatregelingsbediening Rijstatistieken tonen op het bestuur- dersdisplay...
Pagina 7 LAAD- EN SLOTEN EN ALARM OPBERGMOGELIJKHEDEN Transpondersleutel Elektrische stoelventilatie* activeren/ deactiveren Auto-interieur Bereik transpondersleutel Elektrische stuurverwarming* active- Tunnelconsole Red Key - Transpondersleutel met ren/deactiveren beperkte functionaliteit* elektrische aansluiting Parkeerklimaat Locatie antennes voor start- en ver- Aansteker gebruiken* grendelingssysteem Preconditioning inschakelen/ uitschakelen Asbakken* legen Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de...
Pagina 8 RIJHULP Alarm deactiveren zonder werkende Snelheidsafhankelijke stuurkracht Snelheidsfuncties voor adaptieve transpondersleutel cruisecontrol* elektronische stabiliteitsregeling Tijdsverschil instellen voor de adap- Sportstand voor elektronische stabili- tieve cruisecontrol* teitsregeling Adaptieve cruisecontrol deactiveren/ Symbolen en meldingen voor Elek- heractiveren* tronische stabiliteitsregeling Inhaalassistent bij de adaptieve Roll Stability Control cruisecontrol* Snelheidsbegrenzer*...
Pagina 9 STARTEN EN RIJDEN Bordweergave van verkeersbordin- Symbolen en meldingen voor rijbaa- Contactslotstanden formatie nassistent* Motor starten Informatie over snelheidscamera's Parkeerhulp* Motor afzetten Verkeersbordinformatie activeren/ Parkeerhulp activeren/deactiveren* Stuurslotfout deactiveren Beperkingen van parkeerhulp* Starthulp met andere accu Beperkingen van Verkeersbordinfor- Meldingen voor Parkeerhulp* matie* Versnellingsbak Parkeerhulpcamera*...
Pagina 10 AUDIO EN MEDIA Automatische rem bij stilstand Hybride-accu opladen Audio en media Lagesnelheidsregeling Laadstroom Audio-instellingen Afdalingsremregeling Laadkabel Radio Doorwaaddiepte Statusindicatie op regeleenheid Van radiozender wisselen en radio- laadkabel zender zoeken Oververhitting van motor en aandrijving Aardlekschakelaar in de laadkabel RDS-radio Overbelasting van de startaccu Temperatuurcontrole van de laadkabel Digitale radio...
Pagina 11 WIELEN EN BANDEN Telefoonfuncties Banden Krik* Berichtfuncties De draairichting van de banden. EHBO-set Instellingen voor telefoon Slijtage-indicator van banden Maataanduiding voor wielen Instellingen voor tekstbericht Bandenspanning controleren Maataanduiding voor banden Auto met internetverbinding Bandenspanningscontrolesysteem Auto met internet verbinden Controleer de bandenspanning met het systeem voor bandenspannings- Instellingen voor Bluetooth controle...
Pagina 12 ONDERHOUD EN SERVICE SPECIFICATIES Serviceprogramma van Volvo Vulopening voor sproeiervloeistof Typeaanduidingen Autostatus Startaccu Maten Afspraak maken voor servicebeurt en Symbolen op de accu’s Gewichten reparatie Hybride-accu Trekgewicht en kogeldruk Updaten op afstand Zekeringen Motorspecificaties Systeemupdates Zekering vervangen Specificaties van de motorolie...
Pagina 13 ALFABETISCH REGISTER Alfabetisch register...
Pagina 15 INLEIDING...
Pagina 16 * in de gebruikershandleiding. en op de supportsite van Volvo. De uitrusting die in de gebruikershandleiding Het doornemen van de gebruikershandleiding is...
Pagina 17 INLEIDING Voetnoot Gevaar voor lichamelijk letsel Gevaar voor materiële schade Op verschillende plekken in de gebruikershand- leiding treft u informatie aan in voetnoten onder aan een pagina of onder aan een tabel. Deze informatie vormt een aanvulling op de tekst waar het nummer van de voetnoot naar verwijst.
Pagina 18 INLEIDING Informatie Wanneer er een reeks afbeeldingen bij een Bijvoorbeeld: stapsgewijze instructie bestaat, zijn de ver- • Koelvloeistof schillende stappen van de instructie op • Motorolie dezelfde manier genummerd als de bijbeho- rende afbeeldingen. Gerelateerde informatie Als voor de instructies bij een reeks afbeel- Gerelateerde informatie verwijst naar andere arti- dingen de onderlinge volgorde niet relevant kelen met aanverwante informatie.
Pagina 19 INLEIDING Digitale gebruikershandleiding in Navigeren in de digitale alternatieven zijn bereikbaar vanaf het hoofd- auto gebruikershandleiding scherm van de gebruikershandleiding. Ze ver- schijnen door op te drukken. Wanneer in de gedrukte handleiding wordt ver- De gebruikershandleiding is vanaf het midden- wezen naar de digitale gebruikershandleiding, display in de auto te openen.
Pagina 20 INLEIDING Open de digitale gebruikershandleiding - sleep 1. Druk op Artikelen als favoriet opslaan/verwijderen en kies daarna Exterieur het hoofdscherm op het middendisplay omlaag Sla een artikel op als favoriet door in een Interieur en druk op Handleiding geopend artikel op geheel rechtsboven te >...
Pagina 21 In het kader van de veiligheids- en kwaliteitsin- De gebruikershandleiding is beschikbaar als spanningen van Volvo wordt bepaalde informatie mobiele app en is verkrijgbaar via zowel App over de werking, de functionaliteit en bijna-aanrij- Store als Google Play. De app is afgestemd op dingen door de auto vastgelegd.
Pagina 22 WAARSCHUWING Deze kunnen tijdens normale rijomstandigheden Volvo. Volvo ziet erop toe dat de gegevens, die in gegevens vastleggen, maar vooral wanneer deze Volvo Cars wijst alle aansprakelijkheid af voor verband met reparatie en onderhoud worden...
Pagina 23 INLEIDING Volvo ID Maak een Volvo ID aan Als er al eerder een Volvo ID is aangemaakt, bij- Een Volvo ID biedt toegang tot een breed scala voorbeeld in een andere auto: zie verderop bij aan persoonlijke Volvo-diensten online. "Uw Volvo ID voor de auto registreren".
Pagina 24 App- • Store, Windows Phone of Google Play. > Uw Volvo ID is nu voor de auto geregis- Auto met internet verbinden (p. 449) treerd. De Volvo ID-diensten kunnen nu 2. Kies op de startpagina van de app voor het gebruikt worden.
Pagina 25 Volvo Car Corporation werkt voortdurend aan de ontwikkeling van veiliger en effectievere produc- Milieuzorg is een van de kernwaarden van Volvo milieu heeft de volle aandacht van Volvo; de lucht van de samenwerkingspartners dat ze aan deze Cars die van invloed is op alle activiteiten. De in een Volvo is door de klimaatregeling bijvoor- normen voldoen.
Pagina 26 Efficiënte uitlaatgasreiniging Interieur Een zuinige auto levert niet alleen een beperking Uw Volvo is gebouwd volgens het concept De gebruikte materialen voor het interieur van van de milieu-effecten op, maar betekent ook "Schoon aan binnen- en buitenkant" - een con- een Volvo zijn zorgvuldig geselecteerd en uitvoe- lagere kosten voor de eigenaar van de auto.
Pagina 27 INLEIDING Gerelateerde informatie • Rijstanden (p. 374) • Milieu-aspecten van de gebruikershandlei- ding (p. 30) • Zuinig rijden (p. 395) • Brandstofverbruik en CO2-uitstoot (p. 555) • Luchtkwaliteit (p. 181)
Pagina 28 City Safety de bestuurdersondersteuning auto automatische remmen. IntelliSafe staat voor de manier waarop Volvo Lane Keeping Aid (LKA)* is een ander voorbeeld Cars tegen veiligheid in de auto aankijkt. Het van een functie die helpt om ongelukken te voor-...
Pagina 29 INLEIDING Sensus - connectiviteit en schijnt, hangt af van hoe belangrijk de informatie entertainment is voor u als bestuurder. Sensus biedt u de mogelijkheid om te internet- ten, diverse apps te gebruiken en een Wi-Fi-hot- spot van uw auto te maken. Dit is Sensus Sensus biedt een intelligente bedieningsinterface en contact met de digitale wereld.
Pagina 30 INLEIDING Waar welke informatie verschijnt, hangt af van hoe belangrijk de informatie is. Head-updisplay* formatie en informatie over snelheid en naviga- Bestuurdersdisplay tie*. Ook informatie over verkeersborden en tele- foonoproepen verschijnen op het head-updisplay. Dergelijke informatie is te hanteren met de knop- penset rechts op het stuurwiel en vanaf het mid- dendisplay.
Pagina 31 INLEIDING te bedienen met de twee knoppensets op het Stembediening stuurwiel. Als bestuurder kunt u de stem- bediening gebruiken om uw Middendisplay handen aan het stuur te kun- nen houden. Het systeem begrijpt bepaalde stemcom- mando's. Gebruik de stembe- diening om een track af te spe- len, iemand te bellen, de verwarming hoger te zetten of een sms-bericht te laten voorlezen.
Pagina 32 In de auto zitten bedieningselementen voor rui- De gebruikershandleiding is gedrukt op papier ten, lampglazen en spiegels. Een aantal ruimten Op de website en supportsite van Volvo Cars waarvoor de grondstoffen afkomstig zijn uit van de auto is gelamineerd, waardoor bijvoor- staat meer informatie over uw auto.
Pagina 33 Via www.volvocars.com kunt u doorlinken naar My Volvo web, een persoonlijke website voor u en uw Volvo. Maak een persoonlijke Volvo ID aan en log in op My Volvo web voor een overzicht van zaken zoals onderhoud, contracten en garanties. Op My Volvo Geldt voor bepaalde markten.
Pagina 34 INLEIDING Overzicht van middendisplay op middenconsole Vanaf het middendisplay zijn tal van autofuncties te regelen. Een overzicht krijgen van het midden- display en de mogelijkheden daarvan.
Pagina 35 INLEIDING Drie van de basisschermen van het middendisplay. Veeg naar rechts of naar links om het functie- of appscherm te openen Functiescherm - autofuncties die met één functies zijn ook zogeheten triggerfuncties, nen. Voorbeelden hiervan zijn Camera druk te activeren/deactiveren zijn. Sommige die vensters met instelmogelijkheden ope- parkeerfuncties.
Pagina 36 INLEIDING afstellen wordt gestart vanuit het functie- Het extra deelscherm - laatst gebruikte scherm, maar de eigenlijke interactie vindt apps/autosystemen die niet thuishoren in plaats met de stuurknoppen en op het een van de overige deelschermen. Druk op bestuurdersdisplay. het scherm om het uit te vouwen. Homescherm - het eerste scherm dat ver- Klimaatveld - informatie en rechtstreekse schijnt bij het inschakelen van display.
Pagina 37 INLEIDING Bedieningsfuncties middendisplay maakt. U kunt van het ene naar het andere BELANGRIJK scherm bladeren, objecten markeren, scrollen in Veel autofuncties zijn te bedienen en regelen Raak het scherm niet met scherpe voorwer- een lijst en apps verplaatsen door het scherm op vanaf het scherm op de middenconsole: het pen aan om krassen te voorkomen.
Pagina 38 INLEIDING Methode Uitvoering Resultaat Vegen Wisselen tussen schermen, bladeren in een lijst, tekst of scherm. Ingedrukt houden en verslepen om apps of kaartpunten op de kaart te verplaatsen*. Horizontaal of verticaal over het scherm slepen. Snel vegen/slepen Wisselen tussen schermen, bladeren in een lijst, tekst of scherm. Horizontaal of verticaal over het scherm slepen.
Pagina 39 INLEIDING Terugkeren naar homescherm vanuit een de onderkant van het scherm slepen. Er worden dan automatisch nieuwe regels voor de app/knop ander scherm toegevoegd. 1. Druk kort op de homeknop. > De laatst geactiveerde stand voor het Het is dan ook mogelijk om een app/knop verder homescherm verschijnt.
Pagina 40 INLEIDING • het bedieningselement naar de gewenste temperatuur te slepen, • − te drukken om de temperatuur in stapjes te verhogen/verlagen, of • op de gewenste temperatuur op het bedie- ningselement te drukken. Gerelateerde informatie • Navigeren in schermen op het middendisplay (p.
Pagina 41 INLEIDING Navigeren in schermen op het vier deelschermen: Navigatie Media Telefoon N.B. middendisplay en een extra deelscherm. De eerste keer dat u de auto gebruikt, zijn Het middendisplay heeft vijf verschillende basis- Een app/autofunctie die gekozen wordt vanuit bepaalde tegels van het homescherm nog schermen: homescherm, hoofdscherm, klimaat- het app-/functiemenu, start in het desbetref- leeg.
Pagina 42 INLEIDING Een deelscherm uitvouwen vanuit standaardstand Standaard- en uitgevouwen stand van het media-deelscherm.
Pagina 43 INLEIDING Deelscherm uitvouwen: Om de app vanuit uitgevouwen Statusbalk stand te maximaliseren - druk Boven aan het scherm staan de activiteiten in de – Druk op een willekeurige plaats op het deel- op het symbool. auto. Links in de statusbalk verschijnt netwerk-/ scherm.
Pagina 44 INLEIDING de tab te klikken of door van boven naar beneden Dit geldt alleen voor bepaalde apps in de auto. Applicatiescherm over het scherm te slepen/vegen. Zo zijn voor gedownloade apps van derden geen appspecifieke artikelen of instellingen te openen. Het hoofdscherm biedt toegang tot: •...
Pagina 45 INLEIDING rechtstreeks op het appscherm, zoals het aantal Functiescherm Afhankelijk van het aantal functies kunt u ook ongelezen sms-berichten voor Berichten omlaagbladeren in het scherm. U doet dat door van onder naar boven te vegen/slepen. Druk op een app om deze te openen. Deze opent dan in het deelscherm waar hij bij hoort, bijvoor- In tegenstelling tot het appscherm waar bij een beeld...
Pagina 46 INLEIDING Symbolen op de statusbalk van het Instellingen wijzigen voor het Symbool Betekenis middendisplay middendisplay Externe diagnose actief. Overzicht van de symbolen die mogelijk op de Bij het openen van het bestuurdersportier wordt statusbalk van het middendisplay verschijnen. het middendisplay automatisch ingeschakeld. Proces gaande.
Pagina 47 INLEIDING 1. Houd de fysieke homeknop onder het Zet het volume van de systeemgeluiden De mogelijkheden zijn altijd beschikbaar voor de scherm langere tijd ingedrukt. gebruiker en zijn niet afhankelijk van de verlich- uit of wijzig dit in het middendisplay. ting eromheen.
Pagina 48 INLEIDING Functiescherm met knoppen voor Verschillende soorten knoppen autofuncties. Navigeer vanuit het homescherm autofuncties Er zijn drie verschillende soorten knoppen voor naar het functiescherm door van links naar autofuncties, zie hieronder: rechts over het display te vegen. In het functiescherm, een van de basisschermen van het middendisplay, liggen alle knoppen voor Soort knop Eigenschap...
Pagina 49 INLEIDING Verschillende standen van de knoppen Het systeem is gedeactiveerd, wanneer het led- lampje is gedoofd. Wanneer het groene led-lampje brandt van een functie- of parkeerknop, is de desbetreffende functie geactiveerd. Bij het activeren van functies verschijnt voor sommige functies een extra tekst over wat deze inhouden.
Pagina 50 INLEIDING Het toetsenbord in het middendisplay gebruiken Met het toetsenbord van het middendisplay kunt u met toetsen tekst invoeren op het scherm, maar ook handmatig door letters en tekens "in te tekenen" op het scherm. Tekst invoeren met toetsenbord Met het toetsenbord kunnen tekens, letters en cijfers worden ingevoerd, bijvoorbeeld om tekst- berichten van de auto in te voeren, wachtwoor- den in te vullen en naar artikelen te zoeken in de...
Pagina 51 INLEIDING De afbeelding laat een overzicht zien van een aantal van de knoppen die op het toetsenbord kunnen verschijnen. Het uiterlijk wisselt, al naar gelang de taalinstellingen en in welk verband het toetsenbord wordt gebruikt.
Pagina 52 INLEIDING Regel met suggesties voor woorden of kleine letters. In deze stand wordt de eerste even voordat u opnieuw drukt om het vol- letter na een punt, uitroepteken of vraagte- gende teken te verwijderen, enz. pinyin . De voorgestelde woorden worden ken als hoofdletter geschreven.
Pagina 53 INLEIDING Taal toevoegen/verwijderen in instellingen 2. Kies de gewenste taal. Als er onder Tekens/letters handmatig invoeren op het Instellingen meer dan vier talen zijn gese- Het toetsenbord is automatisch ingesteld op scherm lecteerd, is het mogelijk om op het toetsen- dezelfde taal als de systeemtaal.
Pagina 54 INLEIDING Verberg het toetsenbord. Als dat niet moge- – Om tekens/letters te verwijderen/wijzigen – Voor Arabische toetsenborden zijn er de vol- lijk is, verschijnt de knop niet. gende mogelijkheden: zijn er meerdere alternatieven • Wijzig de taal voor de tekstinvoer. •...
Pagina 55 INLEIDING Gerelateerde informatie • Instellingsscherm (p. 174) • Bedieningsfuncties middendisplay (p. 35) • Berichtfuncties (p. 447) • Systeeminstellingen wijzigen in instellings- scherm (p. 176)
Pagina 56 INLEIDING Algemene informatie over XC90 auto die alleen op benzine of diesel rijdt. De Twin Engine elektromotor zorgt voornamelijk voor aandrijving op lage snelheden en de benzinemotor op De XC90 Twin Engine rijdt net als een gewone hogere snelheden bij een actievere rijstijl. auto.
Pagina 57 INLEIDING Overzicht...
Pagina 58 INLEIDING Hybride-accu opladen, zie de paragraaf Exterieur motorgeluid de benzinemotor als extra vermogen nodig is. De "Voorbereidingen voor oplading van hybride- auto berekent op basis van de gekozen rijstand accu". de optimale combinatie van rijeigenschappen, rij- WAARSCHUWING beleving, milieu-impact en brandstofverbruik. Elektromotor met aandrijving op achterwie- Let erop dat de auto bij elektrische aandrij- Lees meer in de paragraaf "Rijstanden".
Pagina 59 INLEIDING • Hybride-accu opladen Hybridespecifieke symbolen en meldingen (p. 422) • Hybridespecifieke informatie (p. 96) BELANGRIJK • Overzicht motorruimte (p. 506) Sluit de laadkabel nooit aan als er kans op • blikseminslag is. Preconditioning inschakelen/uitschakelen (p. 206) • Hybride-accu opladen (p. 407) De hybride-accu is van het lithiumion-type en kan op verschillende manieren worden opgeladen.
Pagina 61 VEILIGHEID...
Pagina 62 De auto is bovendien zodanig gebouwd dat een werkt. Volvo adviseert u om zo spoedig moge- groot deel van de kracht bij een aanrijding wordt lijk contact op te nemen met een erkende verdeeld naar de balken, de stijlen, de vloer, het Volvo-werkplaats.
Pagina 63 VEILIGHEID Veiligheid tijdens de zwangerschap Whiplash Protection System Zithouding Naarmate de zwangerschap vordert moeten Het is belangrijk dat zwangere passagiers hun Whiplash Protection System (WHIPS) biedt zwangere bestuurders de stoel en het stuurwiel veiligheidsgordel op de juiste manier dragen en bescherming tegen whiplash-letsel.
Pagina 64 WHIPS aan en probeer deze nooit zelf te geklemd zitten tussen het zitgedeelte van de • repareren. Volvo adviseert u om contact op te achterbank en de rugleuning van de voorstoe- Elektrisch bediende voorstoel* (p. 125) nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 65 Volvo adviseert u om contact op te Voor optimale bescherming van de veiligheids- nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 66 Breng nooit zelf wijzigingen in de veiligheids- del om hebben voordat u gaat rijden. gordels aan en probeer ze nooit zelf te repa- BELANGRIJK reren. Volvo adviseert u om contact op te Veiligheidsgordel omdoen nemen met een erkende Volvo-werkplaats. Als de passagiersairbag wordt gedeactiveerd, 1.
Pagina 67 VEILIGHEID 2. Zet de gordel vast door de borglip in de bij- 3. Voorin en op de beide buitenste zitplaatsen behorende gordelsluiting te steken. op de tweede zitrij kunt u de gordel hoger of lager zetten. > Een duidelijke "klik" geeft aan dat de gor- del vastzit.
Pagina 68 VEILIGHEID Portier- en gordelwaarschuwing Gerelateerde informatie WAARSCHUWING • Veiligheidsgordel (p. 63) Het systeem herinnert inzittenden eraan de vei- Elke veiligheidsgordel is bedoeld voor slechts • Gordelspanners (p. 63) ligheidsgordel om te doen en waarschuwt ook één persoon. als een portier, motorkap, achterklep of tankvul- •...
Pagina 69 VEILIGHEID de O-knop van de knoppenset rechts op het Voorstoel Bij een rijsnelheid hoger dan 10 km/h stuurwiel. gaat het waarschuwingssymbool op Er worden visuele signalen en geluidssignalen het bestuurdersdisplay branden. afgegeven, wanneer de bestuurder en een even- Gordelwaarschuwing tuele voorpassagier niet in de gordel zitten. Gerelateerde informatie Achterbank •...
Pagina 70 Laat de auto wegsle- huid zorgen. pen. Volvo adviseert u de auto te laten weg- slepen naar een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie •...
Pagina 71 WAARSCHUWING passagiersstoel zit. Volvo adviseert u om voor reparatie contact op te nemen met een erkende Volvo-werk- Sticker op portierstijl aan passagierszijde. Bij het openen plaats. Een verkeerde ingreep in het airbag- van het passagiersportier is de sticker zichtbaar.
Pagina 72 VEILIGHEID Passagiersairbag* activeren/ WAARSCHUWING WAARSCHUWING deactiveren Als de auto niet is uitgerust met een schake- Als de auto niet is uitgerust met een schake- De passagiersairbag is te deactiveren als de laar voor activering/deactivering van de pas- laar voor activering/deactivering van de pas- auto is voorzien van een speciale schakelaar, sagiersairbag (PACOS), is de passagiersair- sagiersairbag (PACOS), is de passagiersair-...
Pagina 73 VEILIGHEID Passagiersairbag activeren 2. Bevestig de melding door de O-knop van de Passagiersairbag deactiveren knoppenset rechts op het stuurwiel in te drukken. Trek de schakelaar naar buiten en draai deze Trek de schakelaar naar buiten en draai deze vanuit OFF (B) naar ON (A). vanuit ON (A) naar OFF (B).
Pagina 74 Bezoek zo spoedig mogelijk een werkplaats. Volvo adviseert u om > Een displaytekst en een brandend lampje contact op te nemen met een erkende Volvo- op de plafondconsole geven aan dat de werkplaats. De SIPS-airbags zijn in de buitenste rugframes passagiersairbag gedeactiveerd is.
Pagina 75 WAARSCHUWING • Airbags (p. 68) De opblaasgordijnen, Inflatable Curtain (IC) hel- Volvo adviseert u om voor reparatie contact pen voorkomen dat bestuurder en eventuele op te nemen met een erkende Volvo-werk- passagiers bij een botsing met hun hoofd tegen plaats. Een verkeerde ingreep in de zij-airbags kan tot een onjuiste werking leiden met ern- de binnenkant van de auto stoten.
Pagina 76 Safety Mode heeft gestaan. Dit kan aanleiding geven tot letsel of een slechte functie van de auto. Volvo adviseert u de auto WAARSCHUWING altijd in een erkende Volvo-werkplaats te laten Het opblaasgordijn vormt een aanvulling op controleren en naar Normal Mode te laten de veiligheidsgordel.
Pagina 77 Safety mode staat. De auto moet Systeemcontrole, wachten , wanneer op een bergingsvoertuig worden afgevoerd. de auto-elektronica een systeemcontrole Volvo adviseert u hem te laten afvoeren naar verricht en vervolgens de normale modus een erkende Volvo-werkplaats. probeert te activeren. Dit kan een minuu- tje duren.
Pagina 78 Laat kinderen nooit bij passagiers op schoot zit- het belangrijk om de meegeleverde montage- passing is. ten. handleiding te lezen. Volvo adviseert u kinderen zo lang mogelijk te WAARSCHUWING vervoeren in een achterstevoren gemonteerd kin- Kinderzitje plaatsen derzitje (in ieder geval tot een leeftijd van 3-4...
Pagina 79 Op tweede zitrij monteren zitje ook altijd eventuele onderste bevesti- Laat het bovengedeelte van het kinderzitje • Gebruik alleen door Volvo geadviseerde kin- gingsbanden te verwijderen. niet tegen de voorruit leunen. derzitjes met een universele of semi-univer- •...
Pagina 80 Bovenste bevestigingspunten voor Op derde zitrij monteren • kinderzitjes Gebruik alleen door Volvo geadviseerde kin- derzitjes met een universele of semi-univer- De auto is voorzien van bovenste bevestigings- sele goedkeuring waarbij uw auto op de lijst punten voor kinderzitjes op de buitenste zitplaat- van compatibele auto's staat.
Pagina 81 VEILIGHEID Onderste bevestigingspunten voor De bevestigingspunten voorin zijn alleen gemon- WAARSCHUWING kinderzitjes teerd als de auto is voorzien van een schakelaar Haal de bovenste bevestigingsband van het voor het activeren/deactiveren van de passa- De auto is voorzien van onderste bevestigings- kinderzitje door de opening in de ene poot giersairbag *.
Pagina 82 VEILIGHEID Plaatsingstabel voor kinderzitjes die N.B. de veiligheidsgordel in de auto Neem, voordat u een kinderzitje in de auto gebruiken monteert, altijd het hoofdstuk "Kinderzitjes" De tabel geeft aanbevelingen voor de te gebrui- door. ken kinderzitjes op de verschillende zitplaatsen en voor de desbetreffende gewichtscategorieën.
Pagina 83 Volvo adviseert: Volvo-babyzitje (typegoedkeuring E1 04301146). Volvo adviseert: tegen de rijrichting in geplaatst omkeerbaar Volvo-zitje (typegoedkeuring E5 04192). Volvo adviseert: in de rijrichting geplaatst omkeerbaar Volvo-zitje (typegoedkeuring E5 04192); verhogingskussen met of zonder rugleuning (typegoedkeuring E5 04216); Volvo-kinderzitje met rugleuning (type- goedkeuring E1 04301169).
Pagina 84 VEILIGHEID i-Size/ISOFIX-bevestigingspunten Duw het zitgedeelte van de zitplaats omlaag om bij de bevestigingspunten te komen. De auto is voorzien van i-Size/ISOFIX -bevesti- gingspunten voor kinderzitjes op de tweede zitrij. Gerelateerde informatie • Kinderzitje (p. 76) i-Size/ISOFIX is een bevestigingssysteem voor •...
Pagina 85 VEILIGHEID Plaatsingstabel voor ISOFIX- Het kinderzitje moet zijn goedgekeurd conform N.B. kinderzitjes UN Reg R44 en de producent van het zitje moet Neem, voordat u een kinderzitje in de auto het desbetreffende automodel op de lijst met De tabel geeft aanbevelingen voor de te gebrui- monteert, altijd het hoofdstuk "Kinderzitjes"...
Pagina 86 Geschikt voor montage van ISOFIX-kinderzitjes met semi-universele goedkeuring (IL), als de auto is uitgerust met een ISOFIX-console (accessoire) (het aanbod aan accessoires verschilt per markt). Volvo adviseert: Volvo-babyzitje bevestigd met ISOFIX-systeem (typegoedkeuring E1 04301146). Geldt bij een auto zonder ISOFIX-console. Volvo adviseert een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje voor deze categorie. Volvo adviseert: BeSafe iZi Kid X3 ISOfix (typegoedkeuring E5 04200). WAARSCHUWING N.B.
Pagina 87 VEILIGHEID Gerelateerde informatie • Kinderzitje (p. 76) • i-Size/ISOFIX-bevestigingspunten (p. 82) • Plaatsingstabel voor i-Size-kinderzitjes (p. 86) • Plaatsingstabel voor kinderzitjes die de vei- ligheidsgordel in de auto gebruiken (p. 80)
Pagina 88 Geschikt voor i-Size-kinderzitje met "universele" goedkeuring dat in of tegen de rijrichting in geplaatst is. X: Niet geschikt voor kinderzitjes met universele goedkeuring. Volvo adviseert een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje voor deze categorie. Gerelateerde informatie •...
Pagina 89 WAARSCHUWING 36 kg en een lengte van minimaal 97 cm. Volvo adviseert u reparatie- en vervangings- werk over te laten aan een erkende Volvo- werkplaats. Verricht geen wijzigingen in of aanpassingen aan het geïntegreerde kinder- zitje. Als een geïntegreerd kinderzitje aan grote krachten heeft blootgestaan zoals tij- dens een aanrijding, moet u het geïnte-...
Pagina 90 VEILIGHEID Geïntegreerd kinderzitje uitklappen* Geïntegreerd kinderzitje inklappen* Om het geïntegreerde kinderzitje op de middel- Het geïntegreerde kinderzitje op de middelste ste zitplaats van de tweede zitrij te gebruiken zitplaats van de tweede zitrij moet na gebruik moet u het eerst uitklappen. weer worden ingeklapt.
Pagina 91 VEILIGHEID Duw het zitje met uw hand omlaag om het zitje te vergrendelen. BELANGRIJK Controleer voordat u het kinderzitje weer neerklapt of er geen losse voorwerpen (zoals stukken speelgoed) in het gebied onder het zitje liggen. N.B. Bij het inklappen van rugleuningen achter moet eerst het kinderzitje worden neerge- klapt.
Pagina 93 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIE- NING...
Pagina 94 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumenten en bediening, auto Display/functie/bediening Display/functie/bediening met stuur links Rechter knoppenset op het stuur Leeslampjes en interieurverlichting voorin In de overzichten wordt aangegeven waar dis- plays en bedieningselementen dicht bij de Stuurwielafstelling Panoramadak* bestuurder zitten. Claxon Display in plafondconsole Linker knoppenset op het stuur Handmatige dimfunctie van achteruitkijk-...
Pagina 95 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instrumenten en bediening, auto Display/functie/bediening Display/functie/bediening met stuur rechts Startknop Elektrisch bedienbare ruiten, buitenspie- In de overzichten wordt aangegeven waar dis- gels plays en bedieningselementen dicht bij de Rijstanden* bestuurder zitten. Instelling van voorstoel Parkeerrem Automatische rem bij stilstand Display/functie/bediening Stadslicht, dagrijlicht, dimlicht, groot licht, richtingaanwijzers, mistachterlicht, op nul...
Pagina 96 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Display/functie/bediening Display/functie/bediening Display/functie/bediening Rechter knoppenset op het stuur Leeslampjes en interieurverlichting voorin Startknop Displayverlichting, ontgrendelen van ach- Panoramadak* Rijstanden* terklep, openen/sluiten van achterklep*, Display in plafondconsole Parkeerrem koplamphoogteregeling van halogeenko- plampen Handmatige dimfunctie van achteruitkijk- Automatische rem bij stilstand spiegel Openen van motorkap Claxon...
Pagina 97 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bestuurdersdisplay In het midden Display/functie/bediening • Controle- en waarschuwingssymbolen Het bestuurdersdisplay geeft informatie weer Elektrisch bedienbare ruiten, buitenspie- • Buitentemperatuur over de auto en het rijden. gels • Klok Van het bestuurdersdisplay maken deel uit Instelling van voorstoel •...
Pagina 98 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Hybridespecifieke informatie Bestuurdersdisplay activeren selecteren. Een wijziging werkt door op de taal in alle niveaus. Het bestuurdersdisplay wordt geactiveerd zodra Welke meters en functies op het bestuurdersdis- er een portier wordt geopend, d.w.z. in contact- play verschijnen, hangt af van de gekozen rijst- Gerelateerde informatie slotstand 0.
Pagina 99 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Een indicator die aangeeft dat de Bijvoorbeeld hybride-accu wordt opgeladen. Een indicator die de hoeveelheid ener- gie in de accu aangeeft die beschik- baar is voor de elektromotor. De indica- tor wordt weergegeven bij de hybride- accumeter in de hoek rechtsonder.
Pagina 100 ABS-regeling. Rijd voor een controle naar een werkplaats. Volvo adviseert u con- tact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 101 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Symbool Betekenis Symbool Betekenis Symbool Betekenis Richtingaanwijzer links en Groot licht aan Preconditioning aan rechts Het symbool brandt, wanneer u het Het symbool brandt, wanneer de De symbolen knipperen als de rich- groot licht voert of grootlichtsigna- motor- en interieurverwarming/ tingaanwijzers worden gebruikt.
Pagina 102 Het remvloeistofverlies moet door een werk- Rijbaanassistent en regensen- plaats worden gecontroleerd. Volvo adviseert u daarvoor contact op te nemen met een Wit symbool: Rijbaanassistent aan erkende Volvo-werkplaats. en wegbelijning is waargenomen.
Pagina 103 Parkeerrem aangezet verklarende tekstmelding op het moet u contact opnemen met een bestuurdersdisplay. Het waarschu- werkplaats. Volvo adviseert u con- Het lampje brandt continu, wan- wingssymbool kan ook gaan bran- tact op te nemen met een erkende neer u de parkeerrem hebt aange- den in combinatie met andere sym- Volvo-werkplaats.
Pagina 104 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Buitentemperatuur Gerelateerde informatie Instelling van de buitentemperatuurmeter • Bestuurdersdisplay (p. 95) Wijzig de eenheid voor o.a. de temperatuurmeter De buitentemperatuurmeter is zichtbaar op het via het hoofdscherm van het middendisplay. • Controlesymbolen op bestuurdersdisplay bestuurdersdisplay. (p. 98) –...
Pagina 105 Automatische tijd niet is gekozen, stelt u tijd en volgt een Engelse versie van de overeenkomst datum met de pijlen omhoog of omlaag op het tussen Volvo en producenten/ontwikkelaars. touchscreen. BSD 4-clause "Original" or "Old" License Zomertijd Copyright (c) 1982, 1986, 1990, 1991, 1993 In sommige landen kan automatische instelling The Regents of the University of California.
Pagina 106 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING University of California, Berkeley and its Redistribution and use in source and binary WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, contributors. forms, with or without modification, are permitted OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR provided that the following conditions are met: OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF 4.
Pagina 107 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, software in commercial and freeware unmodified form as distributed in the original products alike. As a consequence, its main archive. If you are unsure whether or not a PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR points are that: o We don't promise that this particular file is covered by this license, you SERVICES;...
Pagina 108 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING deletions or changes to the original files documentation. o devel@freetype.org Gilles Vollant must be clearly indicated in accompanying Discusses bugs, as well as engine internals, and with the following additions to the disclaimer: documentation. The copyright notices of the design issues, specific licenses, porting, etc.
Pagina 109 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Magnus Holmgren portions hereof, for any purpose, without fee, MIT License Copyright (c) <year> <copyright holders> subject to the following restrictions: Greg Roelofs 1. The origin of this source code must not be Permission is hereby granted, free of charge, to Tom Tanner misrepresented.
Pagina 110 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Applicatiemenu op zlib License documentation files (the "Software"), to deal in The zlib/libpng License Copyright (c) <year> bestuurdersdisplay the Software without restriction, including without <copyright holders> limitation the rights to use, copy, modify, merge, Via het applicatiemenu (appmenu) van het publish, distribute, sublicense, and/or sell copies bestuurdersdisplay krijgt u snel toegang tot de This software is provided 'as-is', without any...
Pagina 111 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Applicatiemenu op Appmenu openen/sluiten Functies bestuurdersdisplay gebruiken – Druk op Openen/sluiten (1). Boord- Dagteller kiezen, kiezen wat op Het applicatiemenu (appmenu) op het bestuur- (Het appmenu kan niet worden geopend als computer het bestuurdersdisplay moet dersdisplay is te gebruiken via de knoppenset er nog een onbevestigde melding op het worden weergegeven en derge- rechts op het stuurwiel.
Pagina 112 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Meldingen op bestuurders- en De meldingen kunnen er verschillende uitzien en Melding Betekenis middendisplay worden mogelijk gecombineerd met grafische Normaal Het is tijd voor een service- voorstellingen, symbolen en knoppen om de des- Op het bestuurders- en middendisplay kunnen beurt - bezoek een werk- betreffende melding bijvoorbeeld te bevestigen onderhoud...
Pagina 113 In bepaalde gevallen verschijnen pop-upmeldin- locatie van de storing. het middendisplay. gen. Pop-upmeldingen zijn belangrijker dan mel- Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. dingen op de statusbalk en verdwijnen alleen na Bestuurdersdisplay Middendisplay bevestiging/actie. Meldingen die moeten worden opgeslagen, worden bewaard in het hoofdscherm op het middendisplay.
Pagina 114 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Nieuwe melding hanteren Middendisplay Als een melding moet worden opgeslagen, wordt deze bewaard in het hoofdscherm op het mid- Voor meldingen met knoppen: dendisplay. 1. Navigeer door de beschikbare knoppen door op links of rechts (1) te drukken. Gerelateerde informatie •...
Pagina 115 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Meldingen opgeslagen vanuit het Meldingen die op het bestuur- 3. Druk op de pijl rechts om een melding uit te bestuurders- en middendisplay dersdisplay zijn weergegeven vouwen/in te klappen. hanteren en die opgeslagen moeten > Er verschijnt meer informatie over de mel- worden, worden bewaard in de ding in de lijst en de afbeelding links in de Meldingen die zijn opgeslagen vanuit het...
Pagina 116 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Een opgeslagen melding hanteren Meldingen opgeslagen in de app worden auto- 2. Druk op de pijl om de melding uit te matisch gewist telkens bij het starten van de vouwen/in te klappen. Bepaalde meldingen hebben in uitgevouwen motor.
Pagina 117 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Head-updisplay* Licht het waarschuwingssymbool op - BELANGRIJK lees de waarschuwingsmelding op het Het head-updisplay projecteert waarschuwingen De displaymodule die de informatie project- bestuurdersdisplay. en informatie met betrekking tot snelheid, cruise- eert zit in het dashboard. Leg geen voorwer- controlfuncties, navigatie en dergelijke binnen pen op het dekglas en zorg dat er evenmin Licht het informatiesymbool - lees de...
Pagina 118 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Via het functiescherm Lichtsterkte en hoogte aanpassen N.B. Head-up Druk op de knop U kunt de informatie op het head-updisplay display mogelijk minder goed zien bij: • gebruik van een polariserende zonnebril • een zithouding waarbij u niet goed in het midden van de stoel zit •...
Pagina 119 3. Kalibreer de horizontale stand van de afbeel- Auto's met een head-updisplay hebben een spe- ding met de rechter toetsenset van het stuur. ciaal type voorruit dat voldoet aan de eisen voor de geprojecteerde afbeelding. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 120 Bluetooth aangesloten telefoon, de klimaatrege- Druk op de stuurknop voor Bluetooth-handsfreesysteem en geeft antwoord ling en Volvo's navigatiesysteem* met stemcom- via de luidsprekers in de auto. In sommige geval- stembediening om de mando's te bedienen.
Pagina 121 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instellingen voor stembediening Voorbeelden van stembediening wintig (22). Ook kunt u dit met honderdtal- aangeven, bijvoorbeeld 19 honderd 22 Bel [Voornaam] Druk op , zeg " Er zijn meerdere instellingen voor stembediening (1922). Bij Engels en Nederlands kunt u [Achternaam] [nummercategorie] "...
Pagina 122 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Stembediening telefoon Stembediening van radio en media Stembediening van radio en media (p. 120) • Klimaatregeling met stembediening (p. 121) Commando voor stembediening van een mobi- Commando's voor stembediening van de radio • ele telefoon met Bluetooth-verbinding om bij- en de mediaspeler.
Pagina 123 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Klimaatregeling met stembediening – Bluetooth " " - weergave vanaf een Druk op en spreek een van de volgende mediabron met Bluetooth-verbinding star- commando's: Commando's voor klimaatregeling met stembe- ten. diening om bijvoorbeeld de temperatuur te wijzi- •...
Pagina 124 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • – " Airconditioning aan " / veert/deactiveert elektrische stoelverwar- Druk op en zeg een van de volgende Airconditioning uit ming*. " " - activeert/deacti- commando's: veert de airconditioning. • " Verhoog stoelverwarming " / • "...
Pagina 125 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Stembediening bij kaartnavigatie – " Voer contact in " - Een contact uit de Druk op stuurknop en zeg een van de telefoonlijst aangeven als bestemming. volgende commando's: De stembediening biedt de mogelijkheid om tal •...
Pagina 126 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Handmatig bediende voorstoel " Schakel stembegeleiding uit " - De WAARSCHUWING gesproken aanwijzingen uitschakelen. Voor optimaal zitcomfort hebben de voorstoelen Stel de stand van de bestuurdersstoel in voor- • Schakel stembegeleiding in " " - De uit- verschillende instelmogelijkheden.
Pagina 127 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Elektrisch bediende voorstoel* Elektrisch bediende voorstoel* In- en uitstapfunctie bestuurdersstoel* (p. 131) verstellen Voor optimaal zitcomfort hebben de voorstoelen verschillende instelmogelijkheden. De elektrisch Stel de gewenste zitstand in met behulp van de bediende stoel is naar voren/achteren en handgreep op het zitgedeelte van de voorstoel.
Pagina 128 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Geheugenfunctie gebruiken van U kunt slechts één verstelfunctie van de stoel Instelling vastleggen elektrisch bediende voorstoel* tegelijk activeren (vooruit/achteruit/omhoog/ 1. Zet de stoel, buitenspiegels en het head- omlaag). updisplay in de gewenste stand. De geheugenfunctie slaat instellingen op voor De ruggedeelten van de voorstoelen zijn niet de stoel, de buitenspiegels en het head-updis- 2.
Pagina 129 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Multifunctionele voorstoel* Voorportier dicht ling in het midden van het scherm. Wanneer er genoeg ruimte is om de instellingen voor beide – Houd een van de geheugenknoppen 1-3 Gebruik de multifunctionele bediening om voor voorstoelen weer te geven, staan de instellingen ingedrukt, totdat de stoel, de buitenspiegels meer zitcomfort te zorgen.
Pagina 130 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Multifunctionele bediening Multifunctionele voorstoel* Stoelinstellingen doorbladeren via het voorstoel* verstellen middendisplay Bij eenmaal indrukken van een van de functies De stoelinstellingen die gekoppeld zijn aan de Voor verstelling kunt u zowel de multifunctionele op het middendisplay activeert u de gekozen multifunctionele bediening regelt u met behulp bediening op de stoel als het middendisplay functie/instelling.
Pagina 131 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING 3. Voor het selecteren van de verschillende massagefuncties maakt u een keuze in het touchscreen. U kunt de instelling van de gekozen functie wijzigen door een keuze te maken in het middendisplay door op de pijl- tjes te drukken.
Pagina 132 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING 2. Kies Zijsteunen op het stoelverstellings- Zo verstelt u de lendensteun: scherm. 1. Activeer de multifunctionele bediening door • Druk op de voorste stoelknop voor meer de knop omhoog/omlaag te draaien. Het zijsteun. stoelverstellingsscherm verschijnt nu op het middendisplay.
Pagina 133 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING In- en uitstapfunctie Gerelateerde informatie Eenvoudig in- en uitstappen activeren/ • bestuurdersstoel* Multifunctionele voorstoel* (p. 127) deactiveren • 1. Druk op Instellingen in het hoofdscherm op Eenvoudige in- en uitstap Multifunctionele bediening voorstoel* kunt u als het middendisplay.
Pagina 134 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Passagiersstoel verstellen vanaf Achterbank bestuurdersstoel* De auto heeft 7 zitplaatsen hetgeen inhoudt dat er achterin twee zitrijen zijn. De tweede zitrij De voorste passagiersstoel is vanaf de bestuur- bestaat uit drie afzonderlijke zitplaatsen, terwijl dersstoel te verstellen. de derde zitrij er twee heeft.
Pagina 135 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Hoofdsteun tweede zitrij verstellen Buitenste hoofdsteunen achterbank elektrisch omklappen* Stel de hoofdsteun van de middelste zitplaats af aan de hand van de lengte van de passagier. Klap de hoofdsteun van de buitenste zitplaatsen omlaag voor een beter zicht naar achteren*. Hoofdsteun middelste zitplaats verstellen Als u de hoofdsteun lager wilt zetten, moet u de knop (in het midden tussen het ruggedeelte en...
Pagina 136 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Achterbank tweede zitrij naar voren/ Via instellingen Gerelateerde informatie • achteren Het elektrische systeem van de auto moet in Achterbank (p. 132) contactslotstand II staan. • Ruggedeelte tweede zitrij omklappen De zitplaatsen van de tweede zitrij kunnen elk (p.
Pagina 137 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Hellingshoek ruggedeelte tweede Buitenste zitplaatsen WAARSCHUWING zitrij aanpassen Stel de bank vóór vertrek in en zet deze vast. De hellingshoek van het ruggedeelte is voor elk Wees voorzichtig als u de bank instelt. Een van de zitplaatsen op de tweede zitrij apart aan ongecontroleerde of onvoorzichtige instelling kan tot letsel door beknelling leiden.
Pagina 138 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Ruggedeelte tweede zitrij Gerelateerde informatie N.B. • omklappen Achterbank (p. 132) U moet mogelijk de voorstoelen naar voren • Achterbank tweede zitrij naar voren/achteren De tweede zitrij bestaat uit drie afzonderlijke zit- zetten en/of de rugleuningen rechtop zetten (p.
Pagina 139 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING U kunt het ruggedeelte als volgt rechtop zetten: 2. Zorg ervoor dat de rugleuning met hoofd- WAARSCHUWING steun bij het omklappen niet in aanraking 1. Trek aan de riem. Controleer of de rugleuningen en hoofdsteu- komt met de voorstoel. Klap de rugleuning nen van de achterbank na het rechtop zetten 2.
Pagina 140 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING In-/uitstappen derde zitrij Ruggedeelte derde zitrij omklappen WAARSCHUWING U kunt de tweede zitrij verstellen om het in- en Controleer of de rugleuningen en hoofdsteu- uitstappen voor de derde zitrij te vereenvoudi- De derde zitrij bestaat uit twee afzonderlijke zit- nen van de achterbank na het rechtop zetten gen.
Pagina 141 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Stuurwiel 2. Zorg ervoor dat de rugleuning met hoofd- Claxon steun bij het omklappen niet in aanraking Op het stuurwiel zitten bedieningselementen komt met de stoel ervóór. Klap het rugge- voor onder meer claxon, rijhulpsystemen en deelte naar voren toe om.
Pagina 142 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Stuurwiel instellen Applicatiemenu op bestuurdersdisplay 3. Trek de hendel naar achteren om het stuur- gebruiken (p. 109) wiel in de nieuwe stand te blokkeren. Als dit Het stuurwiel is in verschillende standen te zet- moeite kost, kunt u lichtjes op het stuurwiel •...
Pagina 143 Ook bij stilstaande auto en draaiende motor, mits de draairing Groot licht kan worden geactiveerd. vanuit een andere stand in deze stand wordt gezet. Grootlichtsignalering mogelijk. Volvo adviseert om stand te gebruiken als er met de auto wordt gereden. WAARSCHUWING...
Pagina 144 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Bedieningselementen op Koplamphoogteregeling Beladingssituatie Duimwiel Door de belading van de auto wordt de hoogte instrumentenpaneel Alleen bestuurder. Stand 0 van de koplampen gewijzigd, zodat u tegenliggers mogelijk verblindt. U kunt dat voorkomen door de Bestuurder en voorpassagier. Stand 0 koplamphoogte bij te stellen.
Pagina 145 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING stadslichten Dagrijlicht Gerelateerde informatie • Bedieningspaneel verlichting (p. 141) Stadslichten gaan aan via de draairing van de Wanneer de draairing van de stuurhendel in • Contactslotstanden (p. 362) stuurhendel. stand staat terwijl het elektrische systeem van de auto in contactslot- stand II staat of als de motor draait, gaat het dagrijlicht branden.
Pagina 146 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Dimlicht Tunneldetectie WAARSCHUWING De auto detecteert dat hij op het punt staat een Wanneer de draairing van de stuurhendel in Dit is een stroombesparingsfunctie die niet in tunnel in te rijden en schakelt dan over van dag- alle gevallen kan bepalen wanneer de omge- stand staat terwijl het elektrische systeem...
Pagina 147 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Groot licht activeren/deactiveren Groot licht del dat rechtstreeks op de tegenliggers/voorlig- gers gericht is wordt gedimd. Het groot licht is te activeren met de draairing Groot licht wordt geactiveerd met de stuurhen- van de stuurhendel in stand del.
Pagina 148 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Activeren/deactiveren Handmatige bediening WAARSCHUWING Het systeem kan starten bij ritten in het donker, Actief groot licht is een systeem dat u helpt wanneer de auto op een snelheid van 20 km/h N.B. om in ongunstige omstandigheden de opti- of hoger rijdt.
Pagina 149 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Actieve bochtverlichting op het hoogste punt van heuvels en het op het middendisplay en verschijnt op hetzelfde laagste punt van dalen middendisplay een verklarende tekst. Actieve bochtverlichting is ontworpen om in • in scherpe bochten. bochten en op kruisingen voor maximale verlich- De functie is uitsluitend actief bij schemer of ting te zorgen.
Pagina 150 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Lichtbundel van koplampen Mistachterlicht N.B. aanpassen Bij een beperkt zicht door mist kunt u de mis- De voorschriften voor het gebruik van een Als de auto is uitgerust met led-koplampen en tachterlichten gebruiken om achterliggers tijdig mistachterlicht verschillen per land.
Pagina 151 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Remlichten Alarmlichten Richtingaanwijzers gebruiken De remlichten gaan automatisch branden wan- De alarmlichten waarschuwen medeweggebrui- De richtingaanwijzers van de auto zijn te bedie- neer u remt. kers doordat alle richtingaanwijzers gelijktijdig nen met de linker stuurhendel. De richtingaanwij- knipperen, wanneer deze functie actief is.
Pagina 152 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Interieurverlichting veert automatisch terug bij het terugdraaien van Automatische bediening voor interieurverlich- het stuurwiel. ting De interieurverlichting is te activeren/deactiveren Leeslampje rechterzijde met de knoppen van de bedieningspanelen aan Gerelateerde informatie het plafond voor- en achterin. •...
Pagina 153 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Verlichting achterin Dorpelverlichting In het achterste deel van de auto zitten leeslamp- De dorpelverlichting wordt in- en uitgeschakeld jes, die ook als interieurverlichting worden bij het openen of sluiten van een portier. gebruikt. Verlichting in bagageruimte Leeslampjes achterin De bagageruimteverlichting wordt bij het openen De leeslampjes zitten in het plafond.
Pagina 154 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING 2. Druk op My Car Lichten Interieurverlichting Stemmingsverlichting interieur. 3. Kies onder Intensiteit sfeerverlichting Laag Hoog Verlichtingskleur wijzigen 1. Druk op Instellingen in het hoofdscherm op het middendisplay. 2. Druk op My Car Lichten Interieurverlichting Stemmingsverlichting interieur.
Pagina 155 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING 'Follow Me Home'-verlichting 'Approach'-verlichting Gerelateerde informatie • 'Approach'-verlichting (p. 153) De Approach-verlichting maakt gebruik van de De Approach-verlichting maakt gebruik van de • Instellingsscherm (p. 174) dimlichten, de stadslichten, de verlichting in de stadslichten, de verlichting in de handgrepen handgrepen aan de buitenkant*, de kenteken- aan de buitenkant*, de kentekenplaatverlichting plaatverlichting alsook de plafond- en vloerver-...
Pagina 156 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Ruitenwissers gebruiken Regensensor activeren/deactiveren Intervalstand Met het duimwiel kunt u het aantal wis- De ruitenwissers reinigen de voorruit. Met de De regensensor registreert de hoeveelheid slagen per eenheid van tijd instellen wan- rechter stuurhendel zijn verschillende instellin- regen op de voorruit en schakelt automatisch de neer u de intervalstand hebt geselecteerd.
Pagina 157 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Ruiten- en koplampsproeiers contactslotstand I of II staan en de ruitenwisser- BELANGRIJK hendel in stand 0 of die voor een enkele wisslag. De ruiten- en koplampsproeiers reinigen de In de wasstraat kunnen de ruitenwissers van voorruit en de koplampen. Via de rechter stuur- Activeer de regensensor door op de regensen- de voorruit starten en beschadigd raken.
Pagina 158 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Achterruitwisser en -sproeier – Duw de rechter stuurhendel naar voren om Verwarmde sproeikoppen* de achterruit schoon te sproeien en te wis- De sproeikoppen worden bij vorst automatisch De achterruitwisser en -sproeiers reinigen de sen. verwarmd om te voorkomen dat de sproeiervloei- achterruit.
Pagina 159 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Elektrisch bediende ruiten Elektrisch bedienbare ruiten Bediening Vanaf het bedieningspaneel van het bestuur- Vanaf het bedieningspaneel van het bestuur- dersportier zijn alle elektrisch bediende ruiten te dersportier zijn alle elektrisch bediende ruiten te bedienen. Vanaf de bedieningspanelen van de bedienen.
Pagina 160 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Zonnescherm gebruiken ging worden gehinderd. Wanneer sluiten onmo- vanaf de buitenzijde" en "Vergrendelen/ontgren- gelijk is door bijvoorbeeld ijsvorming, kan de delen vanaf de binnenzijde". De beide achterportieren zijn voorzien van geïn- beveiliging tegen overbelasting worden opgehe- tegreerde zonneschermen.
Pagina 161 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Buitenspiegels instellen Automatisch kantelende buitenspiegel bij WAARSCHUWING parkeren Stel de stand van de buitenspiegels bij met het Beide spiegels zijn groothoekig voor een opti- Bij het inschakelen van de achteruitversnelling hendeltje op het bedieningspaneel van het maal zicht.
Pagina 162 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Achteruitkijkspiegel 3. Kies Spiegels inklappen bij vergrend. Elektrisch inklapbare buitenspiegels* te activeren/deactiveren. U kunt de buitenspiegels inklappen bij het parke- De achteruitkijkspiegel is te dimmen met een ren en als u op smalle wegen rijdt: knopje aan de onderkant van de spiegel. Ook is In neutrale stand terugzetten het mogelijk dat de autodimfunctie van de ach- 1.
Pagina 163 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Kompas* – Druk met een recht gebogen paperclip of Autodimfunctie* iets dergelijks het knopje aan de onderzijde Als het licht dat van achteren in de spiegel valt te In de rechter bovenhoek van de achteruitkijk- van de achteruitkijkspiegel in. fel is, wordt de achteruitkijkspiegel automatisch spiegel zit een display waarop wordt aangege- gedimd.
Pagina 164 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Kompas kalibreren* 7. Auto's met elektrische voorruitverwar- ming*: Als bij activering van de elektrische De aarde is in 15 magnetische zones verdeeld. voorruitverwarming het teken op het dis- Het kompas dient te worden gekalibreerd als u play verschijnt, kalibreer dan volgens punt 6 met de auto meerdere magnetische zones door- hierboven met de elektrische voorruitverwar-...
Pagina 165 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Panoramadak* Gerelateerde informatie WAARSCHUWING • Panoramadak* bedienen (p. 164) Het panoramadak is verdeeld in twee glassec- Kinderen, andere passagiers of voorwerpen • ties. De voorste kan aan de achterkant verticaal Contactslotstanden (p. 362) kunnen bekneld raken door de bewegende (ventilatiestand) of horizontaal (open stand) wor- delen van het panoramadak.
Pagina 166 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Panoramadak* bedienen 2. Panoramadak openen - duw de bedienings- knop een tweede maal naar achteren naar Bij automatische en handmatige bediening de stand voor handmatig openen. Het pano- wordt het zonnescherm/dak maximaal geopend. ramadak bereikt eerst de comfortstand. Om In de ventilatiestand wordt de achterkant van het het dak maximaal te openen, duwt u de voorste daksegment opengekanteld.
Pagina 167 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING 2. U kunt het panoramadak tot in twee standen – Sluiten - duw de bedieningsknop tweemaal Bij activering van de ventilatiestand wordt het openen: naar voren/onderen naar de stand voor auto- voorste segment van het panoramadak aan de matisch openen en laat de knop weer los.
Pagina 168 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Sluiten met transpondersleutel, centrale portier of het passagiersportier* gebruiken om BELANGRIJK het panoramadak te sluiten. vergrendeling of portierhandgreep Controleer of het panoramadak bij sluiten – Druk lang op de knop voor centrale vergren- een transpondersleutel goed vergrendelt. –...
Pagina 169 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING ® ® HomeLink Let erop dat u de originele afstandsbedieningen vervangt. HomeLink wordt geleverd in een uit- goed bewaart voor eventuele programmering in voering die ingebouwd is in de achteruitkijkspie- ® HomeLink is een programmeerbare afstands- een later stadium (zoals bij aankoop van een ®...
Pagina 170 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING ® ® HomeLink programmeren 2. Richt de afstandsbediening op de te pro- 5. Druk de geprogrammeerde HomeLink -knop ® grammeren HomeLink -knop en houd de in en controleer de led. ® Instructie voor programmeren van HomeLink afstandsbediening op 2-8 cm van de knop.
Pagina 171 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING ® Bediening 1. Druk knop 1 en 3 op HomeLink in en laat ® deze pas na ca. 10 seconden los als de led Zodra HomeLink geprogrammeerd is, vormt het groen gaat knipperen. een vervanging voor de afzonderlijke originele afstandsbedieningen.
Pagina 172 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING • Boordcomputer Gerelateerde informatie Gemiddeld brandstofverbruik. • ® * (p. 167) HomeLink De waarden zijn berekend op basis van de waar- De boordcomputer van de auto registreert en den sinds de laatste reset. berekent waarden zoals afgelegde afstand, brandstofverbruik en gemiddelde snelheid tij- Kilometerteller dens het rijden.
Pagina 173 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Rijstatistieken tonen op het Actieradius op accu N.B. bestuurdersdisplay De meter geeft de afstand aan die bij benadering Naast een hoog stroomverbruik in het interi- kan worden afgelegd op de resterende hoeveel- De door de boordcomputer geregistreerde en eur kunnen ook snelle acceleraties en rem- heid stroom in de hybride-accu.
Pagina 174 Een wijziging van deze eenheden is niet (Het appmenu kan niet worden geopend als alleen van toepassing op de boordcomputer er nog een onbevestigde melding op het maar ook op Volvo’s RTI-navigatiesysteem*. bestuurdersdisplay staat. De melding moet eerst worden bevestigd voordat het appmenu Gerelateerde informatie kan worden geopend.)
Pagina 175 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Rijstatistieken tonen op het 2. Druk op Systeem Eenheden. middendisplay 3. Kies onder Eenheden de gewenste een- De rijstatistieken van de boordcomputer worden heidsnorm: Metr. Imper. grafisch weergegeven op het middendisplay en bieden u het overzicht waarmee u eenvoudig zui- Gerelateerde informatie •...
Pagina 176 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instellingsscherm Een instelling wijzigen Soort Beschrijving In het instellingsscherm van het middendisplay instelling kunt u instellingen en informatie hanteren voor tal Trigger- Start een app of een afzonderlijk van autofuncties. functie scherm voor geavanceerdere Het instellingsscherm openen en sluiten instellingen door op de tekst te en hierin bladeren drukken, bijvoorbeeld om een...
Pagina 177 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Categorieën in instellingsscherm Soort Beschrijving Subcategorie Het instellingsscherm heeft een aantal hoofdca- instelling Spiegels tegorieën en subcategorieën waarin instellingen voorbeeld om het geluidsniveau en informatie voor tal van functies van de auto Feedback vergendelen-ontgrendelen te kiezen. zijn verzameld.
Pagina 178 Bluetooth Gerelateerde informatie > De taal op het bestuurdersdisplay, het • Instellingsscherm (p. 174) middendisplay en het head-updisplay Wi-Fi • wordt gewijzigd. Systeeminstellingen wijzigen in instellings- Wi-Fi hotspot auto scherm (p. 176) Internet via automodem Volvo On Call Volvo-servicenetwerken...
Pagina 179 INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING Instellingen resetten in Systeemeenheden wijzigen 2. Druk op Systeem Opslag. instellingsscherm Lengte- en volume-eenheden wijzigen > De opslaginformatie voor de harde schijf van de auto verschijnt - met onder andere Alle gewijzigde instellingen in het instellings- 1.
Pagina 180 Bij verkoop van de auto is het ook belangrijk De apps die oorspronkelijk in de auto zijn opge- om de doorverkoop te registreren in Volvo On slagen, bijvoorbeeld FM-radio , maken Gerelateerde informatie Call* te wijzigen.
Pagina 181 KLIMAAT...
Pagina 182 KLIMAAT • Klimaatregeling Klimaatsensoren Luchtkwaliteit (p. 181) • Klimaatregelingsbediening (p. 184) De auto is voorzien van elektronische klimaatre- De klimaatregeling beschikt over enkele senso- geling. De klimaatregeling zorgt ervoor dat de • ren voor de regeling van het autoklimaat. Luchtverdeling (p. 196) lucht in het interieur gekoeld, verwarmd of van •...
Pagina 183 Gebruik de door Volvo geadviseerde schoon- Gerelateerde informatie maakmiddelen en autoverzorgingsproducten voor • Klimaatregeling (p. 180) het reinigen van het interieur.
Pagina 184 Interieurfilter vervangen interieur te weren. Vervang het filter regelmatig. Raadpleeg het Ser- Het volgende is inbegrepen: viceprogramma van Volvo voor het aanbevolen vervangingsinterval. In zeer sterk verontreinigde • Een geavanceerde ventilatorfunctie die aan- gebieden moet u het filter mogelijk vaker vervan- slaat, wanneer de auto via de transponder- gen.
Pagina 185 KLIMAAT Interior Air Quality System* N.B. N.B. Het Interior Air Quality System (IAQS) ontdoet Voor behoud van de CZIP-standaard bij auto’s Voor behoud van de CZIP-standaard bij auto’s de binnenkomende lucht van gassen en stof- met CZIP moet het IAQS-luchtfilter om de met CZIP moet het IAQS-luchtfilter om de deeltjes om zo hinderlijke geurtjes en verontreini- 15.000 km of minstens eenmaal per jaar wor-...
Pagina 186 KLIMAAT • Klimaatregelingsbediening Klimaatregelingsbediening op het Klimaatregelingsbediening achter op de tun- nelconsole (p. 186) middendisplay De klimaatregelingsfuncties zijn te regelen via • Ontwaseming van ruiten en buitenspiegels het middendisplay, de fysieke knoppen op de Via het klimaatveld en het klimaatscherm van het activeren/deactiveren (p.
Pagina 187 KLIMAAT Klimaatscherm Klimaat achterin Bij eenmaal indrukken van de middelste knop in Achter klimatisering Op de tab zijn alle klimaat- het klimaatveld opent u het klimaatscherm. Het functies voor achterin te regelen. Hoofd klimaatscherm is opgesplitst in de tabs klimatisering Achter klimatisering Parkeerverwarming .
Pagina 188 KLIMAAT Klimaatregelingsbediening achter Automatische klimaatregeling Parkeerklimaat op de tunnelconsole Parkeerverwarming Op de tab is het parkeerkli- Bij automatische klimaatregeling regelt de kli- maat van de auto te regelen. Via het klimaatregelingspaneel achter op de tun- maatregeling automatisch meerdere klimaatfunc- nelconsole zijn de klimaatfuncties voor achterin ties.
Pagina 189 KLIMAAT Airconditioning activeren/ 2. Druk kort of lang op AUTO N.B. deactiveren > De automatische klimaatregeling wordt Het is niet mogelijk de airconditioning te acti- geactiveerd/gedeactiveerd en de knop De airconditioning koelt en droogt zo nodig de veren, wanneer de ventilatorknop in stand gaat branden/dooft.
Pagina 190 KLIMAAT Temperatuur regelen N.B. De temperaturen voor de linker en rechter zone Het is niet mogelijk de airconditioning ach- en voor de voorstoelen en achterbank zijn elk terin te activeren, als de hoofdairconditioning apart in te stellen. uitstaat of als de klimaatregeling voor de tweede zitrij uitgeschakeld is.
Pagina 191 KLIMAAT Temperatuur synchroniseren Temperatuur achterin regelen Vanaf de voorstoelen Temperatuurbediening. Synchronisatieknop op temperatuurbediening bestuur- 4. Regel de temperatuur door: derszone. Temperatuurknoppen op tab Achter klimatisering op • de bediening naar de gewenste tempera- 1. Druk op de temperatuurknop voor de klimaatscherm.
Pagina 192 KLIMAAT Ventilatorstand regelen Vanaf de achterbank Gerelateerde informatie • Klimaatregelingsbediening (p. 184) De ventilator kan op zeven verschillende automa- • Klimaatregelingsbediening op het midden- tische ventilatorstanden worden ingesteld. De display (p. 184) ventilatorstand kan voor de voor- en achterstoe- • len apart worden ingesteld.
Pagina 193 KLIMAAT 3. Druk op de gewenste ventilatorstand: Vanaf de achterbank BELANGRIJK De ventilatorstand voor de tweede en derde Als de ventilator volledig uitstaat, start de air- zitrij is te deactiveren met een druk op conditioning niet, waardoor er mogelijk con- Klimaat tweede rij dens aan de binnenkant van de ruiten optreedt.
Pagina 194 KLIMAAT Ontwaseming van ruiten en N.B. buitenspiegels activeren/ De klimaatregeling past de luchtstroom zo deactiveren nodig automatisch aan, wat betekent dat de De drie klimaatregelingsfuncties maximale ont- ventilatorsnelheid kan veranderen ondanks waseming, elektrische voorruitverwarming* en dat de ventilatorstand ongewijzigd is. elektrische achterruit- en buitenspiegelverwar- ming dienen om de ruiten en buitenspiegels snel Gerelateerde informatie...
Pagina 195 KLIMAAT Met elektrische voorruitverwarming: Vanuit klimaatscherm op middendisplay 2. Druk op > De maximale ontwaseming wordt geacti- Maximale ontwaseming activeren/ – Druk meerdere keren op de knop (1) om de veerd/gedeactiveerd en de knop gaat drie standen te doorlopen: deactiveren branden/dooft.
Pagina 196 KLIMAAT 2. Druk op Achter Elektrische voorruitverwarming* N.B. activeren/deactiveren > De elektrische achterruit- en buitenspie- De elektrische voorruitverwarming kan de gelverwarming worden geactiveerd/ prestaties van transponders en andere com- gedeactiveerd en de knop gaat branden/ municatie-apparatuur beïnvloeden. dooft. Automatische inschakeling van N.B.
Pagina 197 KLIMAAT Luchtrecirculatie activeren/ Gerelateerde informatie N.B. • deactiveren Klimaatregelingsbediening (p. 184) De luchtrecirculatie is niet te activeren, wan- • Klimaatregelingsbediening op het midden- De luchtrecirculatie houdt vieze lucht, uitlaatgas- neer u de maximale ontwaseming hebt inge- display (p. 184) sen en dergelijke buiten het interieur door geen schakeld.
Pagina 198 KLIMAAT Luchtverdeling Luchtverdeling wijzigen De klimaatregeling verdeelt de binnenkomende De luchtverdeling is desgewenst handmatig te lucht over uiteenlopende blaasmonden verspreid wijzigen. over het interieur. Overzicht van de luchtverdeling Positie van instelbare blaasmonden in interieur. Vier op het dashboard, twee achter in de tun- nelconsole, één aan elke kant in de portier- stijlen tussen de voor- en achterportieren en Luchtverdelingsknoppen op klimaatscherm.
Pagina 199 KLIMAAT Blaasmonden openen/sluiten en Gerelateerde informatie Blaasmonden openen/sluiten • richten Luchtverdeling (p. 196) • Blaasmonden openen/sluiten en richten Sommige blaasmonden in het interieur zijn apart (p. 197) te openen, sluiten en richten. • Tabel met luchtverdelingsstanden (p. 199) Als u de blaasmonden in de portierstijlen en aan •...
Pagina 200 KLIMAAT Blaasmonden richten Hendeltje van blaasmond – Beweeg de hendel naar links/rechts of omhoog/omlaag om de luchtstroom uit de blaasmond te richten. Gerelateerde informatie • Luchtverdeling (p. 196) • Luchtverdeling wijzigen (p. 196) • Tabel met luchtverdelingsstanden (p. 199) Schematische afbeelding - de uitvoering van de blaasmond verschilt afhankelijk van de locatie.
Pagina 201 KLIMAAT Tabel met luchtverdelingsstanden De luchtverdeling is desgewenst handmatig te wijzigen. De volgende standen zijn in te stellen. Luchtverdeling Doel Bij deactivering van alle luchtverdelingsknoppen in de handmatige stand schakelt de klimaatregeling weer over op automatische klimaat- regeling. De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen. Er komt een bepaalde hoeveelheid Gaat condens- en ijsvorming tegen (om dat lucht uit de overige blaasmonden.
Pagina 202 KLIMAAT Luchtverdeling Doel De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen en blaasmonden in het dashboard. Voor voldoende comfort bij warm en droog Er komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit de overige blaasmonden. weer. De meeste lucht komt uit de ontwasemingsopeningen en de blaasmonden bij de vloer. Er Voor voldoende comfort en ontwaseming komt een bepaalde hoeveelheid lucht uit de overige blaasmonden.
Pagina 203 KLIMAAT Elektrische stoelverwarming* 2. Druk meerdere keren op de knop voor de 3. Druk meerdere keren op de knop voor de activeren/deactiveren elektrische stoelverwarming om de vier stan- elektrische stoelverwarming om de vier stan- den te doorlopen: Hoog Middel den te doorlopen: Hoog Middel De stoelverwarming is te activeren om het com-...
Pagina 204 KLIMAAT Vanaf de achterbank Gerelateerde informatie WAARSCHUWING • Klimaatregelingsbediening (p. 184) Een elektrisch verwarmde stoel mag niet wor- • Klimaatregelingsbediening op het midden- den gebruikt door personen die niet goed display (p. 184) kunnen voelen dat de temperatuur toeneemt of die om een andere reden moeilijkheden •...
Pagina 205 KLIMAAT Elektrische stoelventilatie* Elektrische voorstoelventilatie activeren/ N.B. activeren/deactiveren deactiveren Wie tochtgevoelig is dient de stoelventilatie De stoelventilatie is in te schakelen om bijvoor- met beleid te gebruiken. Voor langdurig beeld vochtige kleding te drogen. gebruik wordt niveau Laag geadviseerd. Het ventilatiesysteem bestaat uit ventilatoren in de zittingen en de rugleuningen die lucht door de BELANGRIJK bekleding heen aanzuigen.
Pagina 206 KLIMAAT Elektrische stuurverwarming* 2. Druk meerdere keren op de knop voor de Gerelateerde informatie activeren/deactiveren • elektrische stuurverwarming om de vier stan- Klimaatregelingsbediening (p. 184) den te doorlopen: Hoog Middel • Klimaatregelingsbediening op het midden- De stuurverwarming is te activeren om het stuur- Laag display (p.
Pagina 207 KLIMAAT Parkeerklimaat Preconditioning N.B. Preconditioning vooraf beperkt de slijtage en het Het interieurklimaat is vooraf te regelen middels Preconditioning is alleen beschikbaar als de stroomverbruik tijdens het rijden. preconditioning of te handhaven nadat u de auto auto is aangesloten op een stroomaanslui- geparkeerd hebt.
Pagina 208 KLIMAAT Preconditioning inschakelen/ De functie maakt afhankelijk van de situatie uitschakelen gebruik van uiteenlopende systemen: • Middels preconditioning is het interieur vóór het Bij koud weer wordt het interieur met de restwarmte van de motor opgewarmd naar wegrijden te verwarmen of koelen. De functie is de comforttemperatuur.
Pagina 209 Via mobiele telefoon* starten Via een mobiele telefoon met de mobiele app Volvo On Call* is het mogelijk de preconditioning in te schakelen én informatie te krijgen over de gekozen instellingen. De preconditioning warmt het interieur op naar de comforttemperatuur óf koelt het interieur af naar de actuele buitentem- peratuur.
Pagina 210 KLIMAAT • Timer voor preconditioning Timer voor preconditioning instellen Preconditioning inschakelen/uitschakelen (p. 206) U kunt de timer dusdanig instellen dat de pre- De timer voor preconditioning kan tot 8 verschil- • Symbolen en meldingen voor parkeerklimaat conditioning gereed is op een bepaald tijdstip. lende tijdstippen hanteren.
Pagina 211 KLIMAAT 3. Druk op Timer toevoegen 7. Druk op Bevestig om het ingestelde tijdstip 3. Druk op het tijdstip dat u wilt wijzigen. toe te voegen. > Er verschijnt een pop-upvenster. > Er verschijnt een pop-upvenster. > Het ingestelde tijdstip wordt toegevoegd 4.
Pagina 212 KLIMAAT Timer voor preconditioning 5. Druk ter bevestiging op Wissen WAARSCHUWING activeren/deactiveren > Het ingestelde tijdstip wordt uit de lijst Gebruik preconditioning niet verwijderd. Zo nodig kunt u een timertijdstip voor de pre- • Binnen in ongeventileerde ruimten. Bij conditioning activeren of deactiveren. Gerelateerde informatie inschakeling van de kachel worden uit- •...
Pagina 213 KLIMAAT Handhaving klimaatcomfort N.B. inschakelen/uitschakelen Als de restwarmte van de motor niet vol- Bij handhaving van het klimaatcomfort wordt na doende is om het interieurklimaat te handha- afloop van een rit het interieurklimaat nog enige ven, kunt u de functie voor behoud van het tijd geregeld.
Pagina 214 Parkeerklimaat is defect. Bezoek een werkplaats om de werking zo spoedig mogelijk te laten controleren. Service vereist Geldt voor verwarming op brandstof. Geldt voor verwarming op brandstof. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. • • Handhaving klimaatcomfort inschakelen/ Meldingsfuncties op bestuurders- en mid- Gerelateerde informatie •...
Pagina 215 Een erkende Volvo-dealer heeft informatie over welke markten welke verwarming gebruiken. Geldt voor een verwarming op brandstof. Geldt voor verwarming op brandstof.
Pagina 216 Zorg dat het laadpercentage van de hybride mogelijk de zekering van de standverwarming van de verwarming van de auto. De verwarming is eruit halen. Volvo adviseert u om voor repara- accu hoog genoeg is als de verwarming moet op de wielkast rechtsvoor gemonteerd.
Pagina 217 N.B. Volvo adviseert u om de automatische start van de extra verwarming uit te schakelen tij- dens korte ritten Geldt voor een verwarming op brandstof. Geldt voor een verwarming op brandstof.
Pagina 219 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN...
Pagina 220 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Auto-interieur Derde zitrij Overzicht van het auto-interieur en de opberg- mogelijkheden. Voorstoel Opbergmogelijkheden met bekerhouders, asbak*, elek- trische aansluiting en aansteker* alsmede AUX-/USB- Opbergvakken en bekerhouders in zijpaneel en opberg- ingang in de tunnelconsole. vak tussen zitplaatsen. Tweede zitrij WAARSCHUWING Opbergvakken in het portierpaneel en bij het stuurwiel,...
Pagina 221 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN • Tunnelconsole elektrische aansluiting Aansteker gebruiken* (p. 221) • Asbakken* legen (p. 221) De tunnelconsole zit tussen de voorstoelen. In de tunnelconsole zitten twee 12 V-aansluitin- gen en in de bagageruimte zit ook nog een 12 • Media aansluiten via AUX/USB-poort V-aansluiting*.
Pagina 222 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Elektrische 12V-aansluiting 2. Haal de stekker van het accessoire eruit en plaats de plug weer terug (tunnelconsole) of klap de afdekking omhoog (bagageruimte) als de aansluiting niet wordt gebruikt of als u de aansluiting zonder toezicht achterlaat. Gerelateerde informatie •...
Pagina 223 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Aansteker gebruiken* Asbakken* legen 1. Druk de knop op de aansteker in. > Als de aansteker eenmaal gloeit, springt De aansteker kan een aanvulling zijn op de elek- Een auto met een aansteker is voorzien van uit- de knop omhoog.
Pagina 224 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Dashboardkastje gebruiken Zonnekleppen Koeling dashboardkastje gebruiken U kunt de koeling van het dashboardkastje Het dashboardkastje zit aan de passagierszijde. Op de achterkanten van de zonnekleppen zit gebruiken om bijvoorbeeld dranken of etenswaar een make-upspiegel met kaarthouder. te koelen. De koeling werkt, wanneer de klimaat- regeling actief is (dat wil zeggen wanneer de auto in contactslotstand II staat) of wanneer de motor draait.
Pagina 225 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Bagageruimte Bagage vervoeren Let erop dat het WHIPS niet door voorwerpen mag worden gehinderd, als een of meer rugge- De auto heeft een flexibele bagageruimte waarin Er zijn enkele dingen waar u rekening mee moet deelten van de achterbank zijn omgeklapt. u grote spullen kunt vervoeren en vastzetten.
Pagina 226 Volg de montage-instructies die bij de lastdra- gers worden geleverd nauwkeurig op. De lastdragers van Volvo zijn te verkrijgen bij erkende Volvo-dealers. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 227 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN • Verankeringsogen Draagtashouders Controleer regelmatig of de lastdragers en de lading goed vastzitten. Zet de lading ste- De inklapbare verankeringsogen in de bagage- Met de draagtashouders en de elastische band vig vast met sjorbanden. ruimte gebruikt u om bagagebanden aan vast te kunt u draagtassen vastzetten om te voorkomen •...
Pagina 228 > Wanneer u een klik hoort en de rode mar- kering op het uiteinde verdwijnt, zit de bagagerolhoes vast. Ga na of de hoes goed vastzit. U kunt meer elastische banden bijbestellen bij een Volvo-dealer. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 229 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Gebruik Duw, nadat u de bagagerolhoes helemaal Als u de handen vol hebt: hebt afgerold zodat deze de bagageruimte De bagagerolhoes heeft twee gebruiksstanden: afdekt, de bevestigingspunten van de rolhoes één volledig dekkende stand en een werkstand in de groeven van de zijpanelen en laat ze waarbij de rolhoes slechts gedeeltelijk uitgerold weer los, terwijl u de handgreep iets omlaag-...
Pagina 230 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Bagagenet Verwijderen WAARSCHUWING In opgerolde stand: Het bagagenet voorkomt dat bagage in de baga- Bij vervoer van passagiers op de derde zitrij in geruimte bij krachtig afremmen de passagiers- 1. Druk de knop in op een van de eindstukken een zevenzitter mag u de bagagerolhoes ruimte in wordt geslingerd.
Pagina 231 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN 3. Haak de andere bevestigingshaak van het WAARSCHUWING net vast aan de plafondbevestiging aan de Lading in de bagageruimte moet goed wor- tegenoverliggende zijde - de bevestigingsha- den vastgezet, ook met een correct gemon- ken met telescoopveren maken het aanbren- teerd veiligheidsnet.
Pagina 232 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN Veiligheidsrek* Montage voorin: Haak, met het net bevestigd 3. Neem de bovenste bevestigingen los en aan de voorste plafondbevestigingen, de neem het net los van de plafondbevestigin- Het veiligheidsrek voorkomt dat stukken bagage spanbanden vast in de buitenste veranker- gen.
Pagina 233 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN WAARSCHUWING Als het veiligheidsrooster in de auto is gemonteerd, moeten de stoelen van de derde zitrij om veiligheidsredenen neergeklapt zijn. Aanbrengen 1. Klap de achterbank om en til vervolgens het veiligheidsrek door een van de achterportie- ren of de achterklep naar binnen. De 2.
Pagina 234 LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN weghalen. Denk eraan dat de bevestigingsbeu- gels prima kunnen worden weggenomen voordat de kunststof hulzen uit de openingen in het rek worden verwijderd. Gerelateerde informatie • Bagage vervoeren (p. 223) • Verankeringsogen (p. 225) • Bagagenet (p. 228) •...
Pagina 235 SLOTEN EN ALARM...
Pagina 236 (Key Tag), rechts. Vergrendelen - Bij eenmaal indrukken gen. Een nieuwe sleutel zonder knoppen kan worden alle portieren en de achterklep ver- worden besteld bij een erkende Volvo-werkplaats. U gebruikt de transpondersleutel niet actief bij grendeld en wordt het alarm geactiveerd. Bij...
Pagina 237 - geadvi- len ondervinden mogelijk storingen door elektro- seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Achterklep - Ontgrendelt alleen de achter- magnetische velden en afschermingen. Neem de resterende transpondersleutels mee klep en deactiveert de alarmfunctie voor de naar de werkplaats.
Pagina 238 SLOTEN EN ALARM Bereik transpondersleutel Om te zorgen dat portieren of achterklep kunnen Gerelateerde informatie • worden vergrendeld en voor passieve ontgrende- Transpondersleutel (p. 234) Voor een goede werking van de transponder- ling zonder op knoppen te drukken of bij gebruik •...
Pagina 239 Stapgrootte: 10 km/h U kunt een of meer Red Keys bestellen bij een • Zie paragraaf "Snelheidsbegrenzer" voor Volvo-dealer. Er zijn in totaal elf transpondersleu- meer informatie Optie, alleen in combinatie met een Red Key. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 240 SLOTEN EN ALARM • Locatie antennes voor start- en Blind Spot Information (BLIS)* - zie para- WAARSCHUWING graaf "BLIS" vergrendelingssysteem Personen met een pacemaker mogen niet • Rijbaanassistent (LDW en LKA)* - zie para- De auto heeft een passief start- en vergrende- dichter dan 22 cm bij de antennes van het graaf "Rijbaanassistent"...
Pagina 241 SLOTEN EN ALARM Vergrendelen/ontgrendelen vanaf Als vergrendelen/ontgrendelen via de transpon- Aan de buitenkant van de portierhandgrepen zit de buitenzijde dersleutel niet mogelijk is, is de batterij mogelijk een verdieping voor vergrendeling en aan de bin- leeg - vergrendel/ontgrendel het bestuurderspor- nenkant een aanrakingsgevoelig gebied voor ont- Vergrendeling/ontgrendeling van buiten de auto tier met het afneembare sleutelblad.
Pagina 242 SLOTEN EN ALARM Vergrendelen portieren en achterklep Ontgrendelen van portieren en achterklep N.B. Alle portieren moeten gesloten zijn om de auto te – Pak een portierhandgreep beet of druk voor Het is van belang slechts één aanraakgevoe- kunnen vergrendelen. De achterklep mag daaren- ontgrendeling op het met rubber beklede lig oppervlak tegelijk aan te raken.
Pagina 243 De auto kan op afstand worden ontgrendeld met te geven dat de auto op de juiste manier ver- de app Volvo On Call*. grendeld/ontgrendeld is. U kunt de indicatie voor vergrendelen/ontgrendelen zelf aanpassen.
Pagina 244 SLOTEN EN ALARM Indicatie in de vergrendelingsknoppen Meer over de aanduiding bij vergrendeling/ In alle portieren* ontgrendeling kunt u lezen in de paragrafen Vergrendelingsknoppen alleen op ""Approach"-verlichting" en "Buitenspiegels voorportieren instellen". Gerelateerde informatie • Vergrendelen/ontgrendelen vanaf de buiten- zijde (p. 239) •...
Pagina 245 SLOTEN EN ALARM Vergrendelen/ontgrendelen vanaf 2. Trek een van de openingsgrepen van de por- Met de vergrendelingsknop op de beide achter- de binnenzijde tieren naar buiten en laat hem los. portieren is alleen het desbetreffende achterpor- tier te vergrendelen. > Het portier is ontgrendeld en geopend. De portieren en de achterklep zijn te vergrende- len en ontgrendelen met de knop voor centrale Om het portier te ontgrendelen:...
Pagina 246 Als de auto wordt mobiele app Volvo On Call (VOC)* als de Safe- ontgrendeld en weer wordt vergrendeld, moet de lock-functie geactiveerd is. Het linker voorportier...
Pagina 247 SLOTEN EN ALARM Achterklep vergrendelen/ 1. Druk op de knop 2. Met de optie elektrische achterklepbedie- op de transponder- ontgrendelen ning* sleutel. De achterklep kan op verschillende manieren > De slot- en alarmindicatie op het dash- Lang drukken (ca. 1,5 sec.) op knop vergrendeld/ontgrendeld en geopend worden, board dooft om aan te geven dat het de transpondersleutel...
Pagina 248 SLOTEN EN ALARM de transpondersleutel bij u draagt, bijvoorbeeld in Vergrendelen met transpondersleutel WAARSCHUWING een zak of tas. – Druk op de knop op de transponder- Rijd niet met een geopende achterklep. Via sleutel. 1. Om de klep te openen - druk lichtjes op het de bagageruimte kunnen er giftige uitlaatgas- met rubber beklede drukplaatje onder op de sen in de auto worden gezogen.
Pagina 249 Als Privacy locking is geactiveerd en de auto werd gebruikt en druk op Bevestig wordt ontgrendeld via Volvo On Call* of de > Het dashboardkastje en de achterklep mobiele app Volvo On Call*, wordt de privacy worden ontgrendeld. Het ontgrendelen locking automatisch gedeactiveerd.
Pagina 250 Toepassingsgebieden van het sleutelblad U kunt het afneembare sleutelblad van de trans- Houd de transpondersleutel met de voor- pondersleutel gebruiken om: zijde zichtbaar en het logo van Volvo naar de • juiste kant. Schuif de knop bij de sleutelring het linker voorportier handmatig te openen, aan de onderkant naar rechts.
Pagina 251 SLOTEN EN ALARM Vergrendelen/ontgrendelen met Ontgrendelen afneembaar sleutelblad Het afneembare sleutelblad is onder meer te gebruiken om de auto van de buitenzijde te ont- grendelen - als bijvoorbeeld de batterij in de transpondersleutel leeg is. Verwijder het sleutelblad door het omhoog te kantelen.
Pagina 252 SLOTEN EN ALARM Trek de voorste portierhandgreep links naar De overige portieren hebben geen slotcilinders, maar zijn voorzien van een vergrendeling op de buiten totdat deze niet verder kan. De slot- zijkant van het portier die moet worden ingedrukt cilinder komt dan tevoorschijn. met het sleutelblad, waarna het portier mecha- Plaats de sleutel in de slotcilinder.
Pagina 253 SLOTEN EN ALARM Elektrische achterklepbediening* Het portier is zowel vanaf de buitenzijde als Open de achterklep op een van de volgende vanaf de binnenzijde te openen. manieren: De achterklep van de auto kan elektrisch worden • Het portier is niet vanaf de buitenzijde te geopend/gesloten.
Pagina 254 SLOTEN EN ALARM – Druk op de -knop op de onderkant van BELANGRIJK de achterklep om de klep te sluiten en tege- Bij handmatige bediening van de achterklep lijkertijd zowel portieren als klep te vergren- is het zaak de klep langzaam te openen of delen (voor vergrendelen moeten alle portie- sluiten.
Pagina 255 SLOTEN EN ALARM Aanpasbare maximale openingshoek treedt de beveiliging tegen overbelasting in wer- Voorgespannen veren king. De maximale openingshoek van de achterklep kan worden aangepast - bijvoorbeeld als de • Bij openen - de beweging wordt onderbro- garage een laag plafond heeft. ken, de beweging van de achterklep stopt en er klinkt een lang signaal.
Pagina 256 SLOTEN EN ALARM Achterklep openen/sluiten met Bediening De achterklep kan ook worden gesloten met de schopbeweging* knop op het dashboard, met de transpondersleu- tel of met de knop(pen) op de onderkant van Om de bediening van de achterklep te vereen- de achterklep.
Pagina 257 SLOTEN EN ALARM N.B. Als de achterbumper bedekt is met een dikke laag ijs, sneeuw, vuil en dergelijke, werkt het systeem mogelijk niet of slechts in beperkte mate. Zorg daarom dat u het gebied schoon- houdt. N.B. Bedenk dat het systeem kan worden geacti- veerd tijdens het wassen van de auto en der- gelijke als de transpondersleutel zich binnen Als de auto het accessoire Skid plate/Diffuser* heeft,...
Pagina 258 Houd de transpondersleutel met de voor- zijde zichtbaar en het logo van Volvo naar de U moet de batterij in de transpondersleutel ver- juiste kant. Schuif de knop bij de sleutelring vangen, als: aan de onderkant naar rechts.
Pagina 259 SLOTEN EN ALARM Gebruik bijvoorbeeld een schroevendraaier Beweeg de knop opzij en schuif de De +-kant van de batterij zit naar boven om het batterijklepje linksom te kunnen behuizing van de achterkant een paar milli- toe. Wrik vervolgens de batterij voorzichtig draaien, zodat deze markering uitkomt bij de meter omhoog.
Pagina 260 SLOTEN EN ALARM N.B. Volvo adviseert u om batterijen voor de trans- pondersleutel te gebruiken die voldoen aan UN Manual of Test and Criteria, Part III, sub- section 38.3. Voor batterijen die in de fabriek zijn geplaatst of in een erkende Volvo-werk- plaats zijn vervangen is dit het geval.
Pagina 261 • Transpondersleutel (p. 234) ring te activeren zodat de motor niet meer te starten is. Neem contact op met de dichtstbij- Alleen bepaalde markten en in combinatie met Volvo On Call*. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 262 SLOTEN EN ALARM Kinderslot 2. Druk op de bijbehorende knop van het Symbool Melding Betekenis bedieningspaneel op het bestuurdersportier. Het kinderslot voorkomt dat kinderen een achter- Kinderslot ach- Het kinderslot > Op het bestuurdersdisplay staat de mel- portier vanaf de binnenzijde kunnen openen. Er is geactiveerd terGeactiveerd Kinderslot achter Geactiveerd...
Pagina 263 - geadviseerd wordt een zen. U kunt ook gebruik maken van het erkende Volvo-werkplaats. beperkte alarmniveau – zie het gedeelte ver- derop in dit artikel. Optie op bepaalde markten.
Pagina 264 SLOTEN EN ALARM Alarm activeren Geactiveerd alarm uitschakelen Vergrendel de auto en activeer het alarmsysteem – Druk op de ontgrendelingsknop op de trans- van de auto door: pondersleutel of zet de auto in contactslot- stand I door de draaiknop naar START te •...
Pagina 265 SLOTEN EN ALARM Automatische activering/ een autotrein of een veerverbinding, moet u de Alarm deactiveren zonder bewegingsmelder en de niveausensoren tijdelijk heractivering van het alarm werkende transpondersleutel deactiveren. De te volgen procedure is identiek De automatische heractivering van het alarm Ook als de transpondersleutel niet werkt, bij- aan die bij tijdelijke uitschakeling van de Safe- voorkomt dat u de auto verlaat zonder het alarm-...
Pagina 266 SLOTEN EN ALARM Gerelateerde informatie • Alarm (p. 261) • Automatische activering/heractivering van het alarm (p. 263) • Afneembaar sleutelblad (p. 248) • Motor starten (p. 363)
Pagina 267 RIJHULP...
Pagina 268 RIJHULP Snelheidsafhankelijke stuurkracht elektronische stabiliteitsregeling Antislipregeling Deze regeling controleert de aandrijfkracht en De snelheidsafhankelijke stuurbekrachtiging De elektronische stabiliteitsregeling (Electronic remkracht van elk van de afzonderlijke wielen om zorgt ervoor dat de stuurbekrachtiging afneemt Stability Control - ESC) helpt de bestuurder de auto op die manier te stabiliseren.
Pagina 269 Gerelateerde informatie • elektronische stabiliteitsregeling (p. 266) • Snelheidsbegrenzer* (p. 270) Trailer Stability Assist is inbegrepen bij installatie van een originele trekhaak van Volvo. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 270 RIJHULP • Cruisecontrol (p. 277) • Adaptieve cruisecontrol* (p. 280) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 271 Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stilstand, zet de motor af en start deze opnieuw. Service vereist • Bezoek een werkplaats als de melding niet verdwijnt - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. • Gerelateerde informatie Meldingsfuncties op bestuurders- en mid- •...
Pagina 272 RIJHULP Roll Stability Control Snelheidsbegrenzer* Actuele rijsnelheid Roll Stability Control (RSC) is een stabiliteitssys- Een snelheidsbegrenzer (Speed Limiter - SL) is Opgeslagen maximumsnelheid teem dat de kans verkleint op kantelen en over te beschouwen als een omgekeerde cruisecon- de kop slaan bij bijvoorbeeld heftige uitwijkma- trol - u regelt de snelheid met het gaspedaal, ter- WAARSCHUWING noeuvres of als de auto gaat slippen.
Pagina 273 RIJHULP Snelheidsbegrenzer activeren en Gerelateerde informatie De laagst mogelijke maximumsnelheid die kan • starten worden opgeslagen is 30 km/h. Snelheidsbegrenzer activeren en starten (p. 271) De snelheidsbegrenzer (Speed Limiter - SL) – Als het symbool/de functie wordt • Snelheidsfuncties voor de snelheidsbegren- moet, om de snelheid te kunnen regelen, eerst zer (p.
Pagina 274 RIJHULP Snelheidsfuncties voor de Snelheidsbegrenzer deactiveren/ Gerelateerde informatie snelheidsbegrenzer • heractiveren Snelheidsbegrenzer* (p. 270) • De snelheidsbegrenzer (Speed Limiter - SL) kan Snelheidsbegrenzer activeren en starten De snelheidsbegrenzer (Speed Limiter - SL) kan (p. 271) worden ingesteld op verschillende snelheden. tijdelijk worden gedeactiveerd en stand-by wor- den gezet en vervolgens weer worden geacti- •...
Pagina 275 RIJHULP Snelheidsbegrenzer uitschakelen Met het gaspedaal – Druk op de stuurknop (2). De snelheidsbegrenzer is met het gaspedaal te De snelheidsbegrenzer (Speed Limiter - SL) kan > De snelheidsbegrenzermarkeringen en - deactiveren en stand-by te zetten, bijvoorbeeld worden uitgeschakeld. symbolen op het bestuurdersdisplay ver- om in noodgevallen snel te kunnen accelereren.
Pagina 276 RIJHULP Automatische snelheidsbegrenzer* Gerelateerde informatie Symbool • Snelheidsbegrenzer* (p. 270) De functie automatische snelheidsbegrenzer • Snelheidsbegrenzer activeren en starten (Automatic Speed Limiter - ASL) stemt de maxi- ✓ ✓ (p. 271) mumrijsnelheid af op de snelheid die op de ver- keersborden staat.
Pagina 277 RIJHULP Automatische snelheidsbegrenzer Beperkingen Automatische snelheidsbegrenzer activeren/deactiveren Automatische snelheidsaanpassing vindt pas deactiveren plaats nadat een bord met een snelheidsbeper- 1. Druk op de knop Automatische max. De functie automatische snelheidsbegrenzer king is gepasseerd. Als een verkeersbord niet snelheid in het functiescherm. (Automatic Speed Limiter - ASL) kan worden kan worden afgelezen, bijvoorbeeld door slecht geactiveerd en gedeactiveerd als aanvulling op...
Pagina 278 RIJHULP Tolerantie voor automatische De tolerantie kan op dezelfde manier worden snelheidsbegrenzer wijzigen aangepast als bij de snelheid voor de snelheids- begrenzer. De functie automatische snelheidsbegrenzer (Automatic Speed Limiter - ASL) kan worden Gerelateerde informatie ingesteld op verschillende tolerantieniveaus. • Automatische snelheidsbegrenzer* (p.
Pagina 279 RIJHULP Cruisecontrol Cruisecontrol activeren en starten Actuele rijsnelheid De cruisecontrol (Cruise Control - CC) helpt u De cruisecontrol (Cruise Control - CC) moet, Opgeslagen snelheid een gelijkmatige snelheid te houden, wat zorgt om de snelheid te kunnen regelen, eerst worden voor een comfortabeler rijervaring op lange ritten geactiveerd en vervolgens worden gestart.
Pagina 280 RIJHULP Snelheidsfuncties voor – gedrukt, wordt de actuele rijsnelheid bij het druk- Als het symbool/de functie wordt cruisecontrol ken op de knop opgeslagen, op voorwaarde dat u weergegeven - druk op de stuurknop bij het drukken op de knop uw voet op het gas- De cruisecontrol (Cruise Control - CC) kan wor- (2).
Pagina 281 RIJHULP Cruisecontrol deactiveren/ Stand-by vanwege ingreep van bestuurder Cruisecontrol heractiveren vanuit de heractiveren De cruisecontrol wordt tijdelijk gedeactiveerd en stand-bystand stand-by gezet als: – De cruisecontrol (Cruise Control - CC) kan tijde- Druk op de stuurknop (1). lijk worden gedeactiveerd en stand-by worden •...
Pagina 282 RIJHULP Cruisecontrol uitschakelen Adaptieve cruisecontrol* Gerelateerde informatie • Cruisecontrol (p. 277) De cruisecontrol (Cruise Control - CC) kan wor- De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise • Cruisecontrol activeren en starten (p. 277) den uitgeschakeld. Control - ACC) helpt u om een gelijkmatige snelheid en een bepaalde afstand tot voorliggers •...
Pagina 283 Laat het onderhoud van de onderdelen van de adaptieve cruisecontrol over aan een werkplaats – geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. De afstand tot voorliggers wordt met een radar- sensor gemeten. De cruisecontrol regelt de snel- heid door de stand van de gasklep aan te passen en zo nodig af te remmen.
Pagina 284 RIJHULP Overzicht Bestuurdersdisplay Waarschuwing bij dreigende aanrijding Bediening Snelheidsaanduidingen. Waarschuwingslampje. Opgeslagen snelheid De adaptieve cruisecontrol gebruikt Knoppen en symbolen voor desbetreffende functies. ongeveer 40% van de capaciteit van de bedrijfs- Verhoogt opgeslagen snelheid óf heracti- Snelheid van de voorligger. rem. Als de auto harder moet worden afgeremd veert de adaptieve cruisecontrol en gaat dan de adaptieve cruisecontrol aankan en u remt weer over op opgeslagen snelheid...
Pagina 285 RIJHULP • Adaptieve cruisecontrol activeren Van doelvoertuig veranderen en automatisch Head-updisplay* remmen met de adaptieve cruisecontrol en starten* (p. 288) De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise • Pilot Assist activeren en starten* (p. 295) Control - ACC) moet, om de snelheid te kunnen •...
Pagina 286 RIJHULP Snelheidsfuncties voor adaptieve Adaptieve cruisecontrol starten Gerelateerde informatie • cruisecontrol* Om ACC te kunnen starten, is het volgende ver- Adaptieve cruisecontrol* (p. 280) eist: De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise • Control - ACC) kan worden ingesteld op ver- U moet de veiligheidsgordel om hebben en het bestuurdersportier moet gesloten zijn.
Pagina 287 RIJHULP Tijdsverschil instellen voor de Als de snelheid met het gaspedaal wordt ver- adaptieve cruisecontrol* hoogd voordat op de stuurknop wordt gedrukt, wordt de actuele rijsnelheid bij het druk- Voor de adaptieve cruisecontrol (Adaptive ken op de knop opgeslagen, op voorwaarde dat u Cruise Control - ACC) kunnen verschillende bij het drukken op de knop uw voet op het gas- tijdsverschillen worden ingesteld.
Pagina 288 RIJHULP Adaptieve cruisecontrol Adaptieve cruisecontrol deactiveren en N.B. deactiveren/heractiveren* stand-by zetten Houd alleen een volgtijd aan die niet in strijd Om de adaptieve cruisecontrol tijdelijk uit te De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise is met de geldende verkeersregels. schakelen en stand-by te zetten: Control - ACC) kan tijdelijk worden gedeacti- Als de adaptieve cruisecontrol bij activering veerd en stand-by worden gezet en vervolgens...
Pagina 289 RIJHULP Inhaalassistent bij de adaptieve Automatische stand-bystand Cruisecontrol heractiveren vanuit de cruisecontrol* De adaptieve cruisecontrol is afhankelijk van stand-bystand andere systemen, bijvoorbeeld de elektronische – Druk op de stuurknop (1). De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise stabiliteitsregeling. Als een van deze systemen Control - ACC) kan u helpen bij het inhalen van >...
Pagina 290 RIJHULP • Van doelvoertuig veranderen en Inhaalassistent starten een auto voor rechtsrijdend verkeer rijdt in een land met linksrijdend verkeer (of automatisch remmen met de Om de inhaalassistent te kunnen activeren, is het andersom) adaptieve cruisecontrol volgende vereist: Dergelijke situaties worden vermeden door ACC •...
Pagina 291 RIJHULP • – De adaptieve cruisecontrol kunt u op een van u zet de adaptieve cruisecontrol stand-by. WAARSCHUWING de volgende manieren heractiveren: Automatische activering van de Wanneer de adaptieve cruisecontrol een rij- • dende voorligger volgt bij snelheden boven Druk op de stuurknop parkeerrem ca.
Pagina 292 RIJHULP Beperkingen van de adaptieve cruisecontrol* De adaptieve cruisecontrol (Adaptive Cruise Control - ACC) kent in bepaalde situaties beper- kingen. Let erop dat de adaptieve cruisecontrol in eerste instantie bestemd is voor gebruik tijdens ritten op vlakke weggedeelten. Het systeem heeft mogelijk moeite om de juiste afstand ten opzichte van voorliggers aan te houden bij ritten op steile aflo- pende wegen, bij vervoer van zware belading of...
Pagina 293 Reinig de voorruit vóór de sensoren van de camera- en radareenheid. Sensor afgedekt, zie handleiding Adaptieve cruise Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Service vereist Gerelateerde informatie • Adaptieve cruisecontrol* (p. 280)
Pagina 294 RIJHULP Pilot Assist* houden via automatische aanpassing van de WAARSCHUWING snelheid, terwijl de stuurhulp helpt om de auto Pilot Assist helpt u om met de auto tussen de zij- Pilot Assist is een hulpmiddel dat niet alle rij- binnen de rijstrookmarkeringen te houden. markeringen van de rijbaan te rijden terwijl tege- situaties, verkeers-, weers- en wegomstandig- lijkertijd een vooraf geselecteerd tijdsverschil ten...
Pagina 295 Pilot Assist over aan een werkplaats – geadvi- Gebruik Pilot Assist niet in stadsverkeer, op seerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. kruisingen, bij gladheid, hevige regen- of sneeuwval of slecht zicht en evenmin op weg- Pilot Assist regelt de snelheid door de stand van...
Pagina 296 RIJHULP Bestuurdersdisplay Waarschuwing bij dreigende aanrijding Head-updisplay* Snelheidsaanduidingen. Waarschuwingslampje. Een knipperend symbool trekt uw aandacht. Opgeslagen snelheid Pilot Assist gebruikt ca. 40 % van de capaciteit Als de auto is voorzien van een head-updisplay, van de bedrijfsrem. Als de auto harder moet wor- wordt de waarschuwing op de voorruit weergege- Snelheid van de voorligger.
Pagina 297 RIJHULP • Pilot Assist activeren en starten* Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist* GEEL symbool met knipperende WITTE pijl geeft (p. 296) aan dat er naar de stand-bystand zal worden geschakeld. • Automatisch remmen met Pilot Assist* (p. 298) Met de adaptieve cruisecontrol in stand-by: •...
Pagina 298 RIJHULP Tijdsverschil instellen voor Pilot Gerelateerde informatie • Assist* Pilot Assist* (p. 292) • Pilot Assist deactiveren/heractiveren* Voor Pilot Assist kunnen verschillende tijdsver- (p. 297) schillen worden ingesteld. • Tijdsverschil instellen voor Pilot Assist* U kunt verschillende tijdsver- (p. 296) schillen ten opzichte van voor- •...
Pagina 299 RIJHULP Pilot Assist deactiveren/ Stand-by vanwege ingreep van bestuurder N.B. heractiveren* Als de richtingaanwijzer of het gaspedaal wordt Houd alleen een volgtijd aan die niet in strijd gebruikt, wordt Pilot Assist tijdelijk uitgeschakeld is met de geldende verkeersregels. en stand-by gezet. Als dat niet langer het geval is, wordt Pilot Assist automatisch opnieuw geacti- Als Pilot Assist bij activering niet lijkt te rea- veerd.
Pagina 300 RIJHULP Automatisch remmen met Pilot Automatische stand-bystand Pilot Assist heractiveren vanuit de stand- Assist* Pilot Assist is afhankelijk van andere systemen, bystand bijvoorbeeld de elektronische stabiliteitsregeling. – Druk op de stuurknop (1). Automatisch remmen met Pilot Assist werkt als Als een van deze systemen niet meer werkt, volgt.
Pagina 301 RIJHULP • Beperkingen van Pilot Assist* Assist in stand-by gezet. Dat betekent dat de Beperkingen van Pilot Assist* (p. 299) remmen worden gelost en de auto mogelijk gaat In bepaalde situaties gelden mogelijk beperkin- rollen – u moet daarom ingrijpen en zelf remmen gen voor de werking van Pilot Assist.
Pagina 302 RIJHULP der om voldoende afstand te houden tot Overig BELANGRIJK de genoemde barrières. Pilot Assist wordt mogelijk uitgeschakeld of • De camera- en radarsensor hebben niet N.B. werkt minder goed, als: voldoende capaciteit om alle aanwezige De functie maakt gebruik van de camera-een- •...
Pagina 303 RIJHULP • Radareenheid Afstandswaarschuwing* (p. 315) • Adaptieve cruisecontrol* (p. 280) De radareenheid wordt door meerdere rijhulp- systemen gebruikt en heeft tot taak om andere • Pilot Assist* (p. 292) voertuigen te detecteren. • City Safety (p. 318) De radareenheid wordt gebruikt voor de volgende systemen: •...
Pagina 304 RIJHULP Beperkingen van de radareenheid De radareenheid zit aan de binnenkant op het In de volgende tabel staan voorbeelden van bovenste deel van de voorruit, samen met de mogelijke oorzaken van het verschijnen van de De radareenheid kent een aantal beperkingen, cameraeenheid van de auto.
Pagina 305 Er is vuil tussen de binnenkant van de voorruit en de camera- en radareen- Bezoek een werkplaats om de binnenkant van de voorruit achter de behuizing heid gekomen. van de eenheid te laten reinigen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. beeld als een inhalend voertuig invoegt tus- N.B.
Pagina 306 • Volvo adviseert u scheurtjes, krassen of motor mogelijk tijdelijk worden uitgeschakeld sterren in het gebied vóór de camera- en Gerelateerde informatie gedurende ca. 15 minuten om de elektronica te radareenheid niet te repareren, maar de •...
Pagina 307 RIJHULP Typegoedkeuring voor radareenheden De typegoedkeuringen voor de radareenheden van de auto staan in de volgende tabel. Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS ✓ REGISTERED No: ER37536/15 DEALER No: DA37380/15 Verenigde Arabische Emira- ✓ REGISTERED No: ER37357/15 DEALER No: DA37380/15 Hereby, Delphi Electronics & Safety declares that L2C0054TR / L2C0055TR are in compliance with the essential requirements and other relevant provisions of Directive ✓...
Pagina 308 RIJHULP Markt Symbool Typegoedkeuring BLIS AGREE PAR L’ANRT MAROC Marokko ✓ ✓ NUMÉRO D’AGRÉMENT: MR 9929 ANRT 2014 DATE D’AGRÉMENT: 26/12/2014 ✓ Moldavië 1024 Singapore ✓ ✓ Complies with IDA Standards DA105753 TA-2014/1824 Zuid-Afrika ✓ APPROVED ✓ CCAB15LP0560T3 Taiwan ✓ CCAB15LP0680T0 ACC = Adaptive Cruise Control BLIS = Blind Spot Information...
Pagina 309 RIJHULP • Cameraeenheid City Safety (p. 318) • Driver Alert Control (p. 328) De cameraeenheid wordt gebruikt door meer- dere rijhulpsystemen en heeft tot taak om bij- • Pilot Assist* (p. 292) voorbeeld de zijlijnen van de weg of verkeersbor- •...
Pagina 310 RIJHULP Beperkingen van de cameraeenheid Geblokkeerde eenheid BELANGRIJK De cameraeenheid kent een aantal beperkingen, Plaats, plak of monteer niets aan de buiten- die ook beperkingen met zich meebrengen voor of binnenkant van de voorruit, vóór of rond de de functies die gebruik maken van de eenheid. camera- en radareenheid - dat kan de op de camera en radar gebaseerde functies versto- Beperkt zicht...
Pagina 311 Er is vuil tussen de binnenkant van de voorruit en de camera- en radareen- Bezoek een werkplaats om de binnenkant van de voorruit achter de behuizing heid gekomen. van de eenheid te laten reinigen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Beschadigde voorruit radareenheid niet te repareren, maar de N.B.
Pagina 312 RIJHULP voorruit vóór de eenheid verwijdert en u dit deel regelmatig reinigt met water en autoshampoo. N.B. Als vuil, ijs en sneeuw de camera- en radar- eenheid bedekken, neemt de functie af en kan meten onmogelijk worden gemaakt. Gerelateerde informatie •...
Pagina 313 RIJHULP Bordweergave van Verkeersbordinformatie* WAARSCHUWING verkeersbordinformatie De verkeersbordinformatie (Road Sign RSI werkt niet in alle situaties, maar is uitslui- Information - RSI) helpt u bij het in acht nemen De verkeersbordinformatie (Road Sign tend bedoeld als een aanvullend hulpmiddel. van snelheidsspecifieke verkeersborden en Information - RSI) registreert en toont verkeers- Als bestuurder bent u er altijd verantwoorde- bepaalde verbodsborden die u passeert.
Pagina 314 RIJHULP Samen met het symbool voor Einde snelweg. Het aanvullende bord met betrekking tot regen de geldende snelheidsbeper- verschijnt alleen als de ruitenwissers zijn geacti- king kan ook een aanvullend veerd. bord worden weergegeven, bij- Als er een aanhanger achter de auto is gekop- voorbeeld voor een inhaalver- peld en u passeert een snelheidsbord met het bod of verboden in te rijden.
Pagina 315 RIJHULP • Informatie over snelheidscamera's kopje "Snelheidswaarschuwing activeren/deacti- Bij indirecte snelheidsborden , zoals bij auto- snelwegen, autowegen en plaatsnaambor- veren" in de paragraaf "Verkeersbordinformatie Auto's uitgerust met Sensus Navigation kunnen den. activeren/deactiveren" en de paragraaf "Beper- op het bestuurdersdisplay informatie geven over kingen voor Verkeersbordinformatie".
Pagina 316 RIJHULP Verkeersbordinformatie activeren/ De snelheidswaarschuwing 1. Druk op Instellingen in het hoofdscherm op deactiveren bestaat uit een tijdelijk knippe- het middendisplay. rend symbool op het bestuur- De verkeersbordinformatie (Road Sign 2. Druk op My Car IntelliSafe Road dersdisplay voor de maximum- Information - RSI) kan worden geactiveerd/ Sign Information.
Pagina 317 RIJHULP Beperkingen van Afstandswaarschuwing* N.B. Verkeersbordinformatie* De afstandswaarschuwing (Distance Alert) waar- De functie maakt gebruik van de camera-een- schuwt u, als het tijdsverschil ten opzichte van De verkeersbordinformatie (Road Sign heid van de auto, die een aantal algemene de voorligger te klein wordt. Information - RSI) kent in bepaalde situaties beperkingen heeft, zie hoofdstuk 'Beperkin- beperkingen.
Pagina 318 RIJHULP Afstandswaarschuwing activeren/ Als de auto is voorzien van een head-updisplay*, Tijdsverschil instellen voor deactiveren en tijdsverschil wordt de waarschuwing op de voorruit weergege- afstandswaarschuwing ven met een pictogram dat twee auto's voorstelt. instellen* U kunt verschillende tijdsver- schillen ten opzichte van voor- De afstandswaarschuwing (Distance Alert) kan N.B.
Pagina 319 RIJHULP Beperkingen van Gerelateerde informatie • afstandswaarschuwing* Afstandswaarschuwing* (p. 315) • Beperkingen van afstandswaarschuwing* De afstandswaarschuwing (Distance Alert) kent (p. 317) in bepaalde situaties beperkingen. • Adaptieve cruisecontrol* (p. 280) N.B. In de felle zon en bij lichtschitteringen of grote variaties in de lichtsterkte alsook het gebruik van een zonnebril is het op de voor- ruit geprojecteerde waarschuwingslampje soms moeilijk waar te nemen.
Pagina 320 RIJHULP City Safety Gerelateerde informatie Het systeem helpt u door automatisch te rem- • men, wanneer het gevaar voor een botsing met Afstandswaarschuwing* (p. 315) City Safety waarschuwt u met visuele en akoesti- een voorligger reëel is en u zelf niet snel genoeg •...
Pagina 321 RIJHULP Overzicht Bij gevaar voor een aanrijding met een voetgan- WAARSCHUWING ger, fietser of een voorligger en met voorliggers City Safety is een hulpmiddel en werkt niet in aangeduid in "City Safety bij kruisend verkeer" alle rijsituaties, verkeers-, weers- en wegom- wordt uw aandacht getrokken met een rood knip- standigheden.
Pagina 322 RIJHULP Waarschuwingsafstand instellen Auto Brake Wanneer City Safety ingrijpt en remt, verschijnt voor City Safety op het bestuurdersdisplay de melding dat het In allerlaatste instantie wordt de automatische systeem actief is/was. remfunctie geactiveerd. City Safety is altijd actief, maar het is wel moge- lijk om de waarschuwingsafstand voor de functie Als u in deze fase nog steeds niet aan een uit- WAARSCHUWING...
Pagina 323 RIJHULP Obstakeldetectie met City Safety ren), kunt u overgaan op de waarschuwingsaf- N.B. stand Normaal De obstakels die City Safety kan detecteren, zijn De waarschuwing met de richtingaanwijzers voertuigen, fietsers en voetgangers. Later Waarschuwingsafstand mag alleen in uit- voor Rear Collision Warning wordt gedeacti- zonderingsgevallen worden gebruikt, bijvoorbeeld veerd als de waarschuwingsafstand voor een Voertuig...
Pagina 324 RIJHULP informatie over de lichaams- en fietscontouren Voetganger City Safety kan dankzij de koplampen van de auto ontvangen – wat inhoudt dat kenmerkende voetgangers ook in het donker detecteren. (lichaams-)delen zoals fiets, hoofd, armen, schou- ders, benen, borstkas en buik moeten kunnen WAARSCHUWING worden waargenomen evenals een bewegingspa- troon dat voor fietsers als normaal te beschou-...
Pagina 325 RIJHULP City Safety bij kruisend verkeer Beperkingen van City Safety WAARSCHUWING City Safety kan u helpen als de eigen auto de De City Safety kent in bepaalde situaties beper- City Safety is een hulpmiddel en werkt niet in weg van een tegemoetkomend voertuig kruist op kingen.
Pagina 326 - geadviseerd wordt door de felle zon te hoog is opgelopen. pas laat, onterecht of helemaal geen waar- een erkende Volvo-werkplaats. • Waarschuwingen kunnen eveneens uit- schuwing geeft en remt.
Pagina 327 RIJHULP N.B. De functie maakt gebruik van de camera-een- heid van de auto, die een aantal algemene beperkingen heeft, zie hoofdstuk 'Beperkin- gen van de camera-eenheid'. N.B. De functie maakt gebruik van de radareen- heid van de auto, die een aantal algemene beperkingen heeft, zie hoofdstuk 'Beperkin- gen van de radareenheid'.
Pagina 328 Als City Safety afremt of automatisch heeft afgeremd, kunnen een of meer symbolen op het bestuurdersdisplay gaan branden terwijl tegelijkertijd een tekstmelding wordt weergegeven. City Safety geactiveerd City Safety Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Beperkte functionaliteit Service ver- eist Gerelateerde informatie •...
Pagina 329 RIJHULP Rear Collision Warning Beperkingen Gerelateerde informatie • In bepaalde gevallen kan het voor RCW moeilijk City Safety (p. 318) De Rear Collision Warning (RCW) kan u helpen zijn om u te helpen bij een dreigende aanrijding. • Waarschuwingsafstand instellen voor City om aanrijdingen van achteren door inhalende Dat kan bijvoorbeeld in de volgende gevallen zijn: Safety (p.
Pagina 330 RIJHULP Driver Alert Control WAARSCHUWING Driver Alert Control (DAC) dient om uw aan- Neem een waarschuwing altijd serieus, omdat dacht te trekken, wanneer de auto op ongecon- u bij slaperigheid uw lichamelijke conditie troleerde wijze bestuurd wordt (omdat u bijvoor- vaak minder goed kunt inschatten.
Pagina 331 RIJHULP Driver Alert Control activeren/ Beperkingen van Driver Alert 2. Druk op My Car IntelliSafe Driver deactiveren Control Alert Control. De Driver Alert Control (DAC) kan worden geac- De Driver Alert Control (DAC) kent in bepaalde 3. Kies Begeleiding ruststop om de begelei- tiveerd/gedeactiveerd.
Pagina 332 RIJHULP Rijbaanassistent* De rijbaanassistent moet op snelwegen, hoofd- wegen en dergelijke het risico beperken dat u in bepaalde situaties onbedoeld de eigen rijbaan verlaat. De rijbaanassistent is leverbaar in twee versies: • Lane Departure Warning (LDW) - waar- schuwt u met geluid of met trillingen van het stuur.
Pagina 333 RIJHULP • Rijbaanassistent grijpt niet in winterse wegomstandigheden WAARSCHUWING • slecht weer met beperkt zicht. De Rijbaanassistent is slechts een hulpmiddel voor de bestuurder en werkt niet in alle rijsitu- N.B. aties, verkeers-, weers- en wegomstandighe- den. De functie maakt gebruik van de camera-een- U bent er altijd zelf verantwoordelijk voor dat u heid van de auto, die een aantal algemene de auto op de juiste wijze bestuurt en dat u...
Pagina 334 RIJHULP Lane Departure Warning* activeren/ Lane Keeping Aid* activeren/ 3. Kies onder Feedback Lane Departure deactiveren deactiveren Warning de waarschuwingsmethode: • Variant Lane Departure Warning (LDW) van de Geluid Variant Lane Keeping Aid (LKA) van Rijbaanas- - u wordt gewaarschuwd met rijbaanassistent kan worden geactiveerd/ geluid.
Pagina 335 RIJHULP 3. Kies onder Waarschuwende feedback Lane Keeping Aid de waarschuwingsme- thode: • Geluid - u wordt gewaarschuwd met geluid. • Trilling - u wordt gewaarschuwd met de trillingen van het stuur. Stuurhulp en/of waarschuwing voor Lane Keeping Aid U kunt kiezen hoe LKA moet handelen als de auto de eigen rijbaan verlaat.
Pagina 336 RIJHULP Symbolen en meldingen voor Rijbaanassistent tast de ene zijlijn of beide zijlij- Aanduiding van stuurhulp/waarschuwing rijbaanassistent* nen van de rijbaan af. Niet beschikbaar Op het bestuurdersdisplay kunnen enkele sym- bolen en meldingen verschijnen ten aanzien van de rijbaanassistent-varianten Lane Keeping Aid (LKA) en Lane Departure Warning (LDW).
Pagina 337 Betekenis Best.onderst.systeem Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Beperkte functionaliteit Service vereist Voorruitsensor Het vermogen van de camera om de rijbaan vóór de auto af te tasten is beperkt.
Pagina 338 Hoe korter de afstand tot het obstakel, des te haak – zonder een originele aanhangerkabel korter op elkaar klinken de signalen. Wanneer u van Volvo – moet u de Park Assist mogelijk ondertussen het audiosysteem beluistert, wordt handmatig uitschakelen om te voorkomen dat het volume daarvan tijdelijk verlaagd.
Pagina 339 RIJHULP Aan de zijkanten Voorzicht BELANGRIJK Bij montage van verstralers: Let erop dat deze de sensoren niet mogen hinderen - de ver- stralers kunnen dan als obstakel worden gezien. Gerelateerde informatie • Parkeerhulp activeren/deactiveren* (p. 338) • Beperkingen van parkeerhulp* (p. 338) •...
Pagina 340 RIJHULP Parkeerhulp activeren/deactiveren* Beperkingen van parkeerhulp* BELANGRIJK De functie parkeerhulp kan worden geactiveerd/ De functie parkeerhulp kent in bepaalde situaties In bepaalde omstandigheden kan het par- gedeactiveerd. beperkingen. keerhulpsysteem ten onrechte waarschu- wingssignalen afgeven. Dit komt door externe De voor- en zijsensoren van de parkeerhulp wor- N.B.
Pagina 341 RIJHULP N.B. Vuil, sneeuw en ijs op de sensoren kunnen ten onrechte aanleiding geven tot waarschu- wingssignalen. Gerelateerde informatie • Parkeerhulp* (p. 336) • Parkeerhulp activeren/deactiveren* (p. 338) • Meldingen voor Parkeerhulp* (p. 340) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 342 Betekenis Parkeerhulpsysteem Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Niet beschikbaar Service vereist Parkeerhulpsysteem Een of meer van de sensoren van het systeem zijn geblokkeerd. Controleer dit en verhelp de storing zo spoedig mogelijk.
Pagina 343 RIJHULP Parkeerhulpcamera* - Cross Traffic Alert activeren/deactive- Camera 360°-weergave* De parkeerhulpcamera helpt u bij het parkeren in krappe ruimten door obstakels weer te geven Zoomen - in-/uitzoomen met camerabeelden en grafische voorstellingen op het middendisplay. WAARSCHUWING De parkeerhulpcamera is een hulpsysteem dat, al •...
Pagina 344 RIJHULP Achterzicht Zijzicht N.B. Voorwerpen op het middendisplay kunnen dichter bij de auto zijn dan dat ze op het scherm lijken te zijn. Voorzicht De achterzichtcamera zit bij de openingshandgreep. De zijzichtcamera’s zitten in de beide buitenspiegels. De achterzichtcamera beslaat een breed gebied De zijzichtcamera's geven weer wat er zich aan achter de auto alsook een deel van de bumper de desbetreffende zijde naast de auto bevindt.
Pagina 345 RIJHULP Hulplijnen en velden voor de Hulplijnen in 360°-weergave* N.B. parkeerhulpcamera* • Bij het achteruitrijden met een aanhan- De parkeerhulpcamera geeft met lijnen in het ger/caravan geven de lijnen op het camerabeeld aan waar de auto zich ten opzichte scherm de baan van de auto aan – niet van de omgeving bevindt.
Pagina 346 RIJHULP Hulplijn voor trekhaak U kunt niet tegelijkertijd hulplijnen weergeven obstakel kleiner wordt - van geel, via oranje naar voor de auto en de trekhaak. rood. Sensorveld van parkeerhulp* Veldkleur achteruit en voor- Afstand (meter) Als de auto uitgerust is met Parkeerhulp* wordt voor iedere sensor die een obstakel waarneemt de afstand met gekleurde velden in 360°-weer- Oranje...
Pagina 347 RIJHULP Beperkingen van de Parkeerhulpcamera starten* Basisscherm voor parkeerhulpcamera parkeerhulpcamera* kiezen* De parkeerhulpcamera kan automatisch starten Als de parkeerhulpcamera wordt gestart, kunt u als de achteruitversnelling wordt gekozen of De functie parkeerhulpcamera kent in bepaalde het achterste camerabeeld activeren in plaats van handmatig via het middendisplay.
Pagina 348 RIJHULP Actieve parkeerhulp* N.B. De actieve parkeerhulp (Park Assist Pilot - PAP) Houd voor optimale werking de cameralens helpt u bij het parkeren in en het wegrijden uit vrij van vuil, sneeuw en ijs. Dit is vooral van een parkeervak. belang in slechte lichtomstandigheden.
Pagina 349 RIJHULP 3. De auto wordt netjes in het midden gepar- WAARSCHUWING N.B. keerd. PAP werkt niet in alle situaties, maar is uitslui- Een haaks geparkeerde auto kan niet met Uitparkeren Met de functie kan een parallel tend bedoeld als een aanvullend hulpmiddel. Uitparkeren behulp van de PAP-functie geparkeerde auto ook hulp krijgen van PAP om...
Pagina 350 RIJHULP Parkeren met actieve parkeerhulp* Parkeren Het PAP-systeem parkeert de auto aan de hand De actieve parkeerhulp (Park Assist Pilot - PAP) van de volgende deelmomenten: helpt u in drie fasen bij het parkeren. De functie kan u ook helpen om uit een parkeervak te rij- 1.
Pagina 351 RIJHULP De auto netjes in het midden van het N.B. parkeervak parkeren PAP zoekt een geschikte ruimte om te parke- ren, geeft instructies en parkeert de auto aan de passagierskant in. Desgewenst kunt u de auto ook aan de bestuurderszijde van de straat parkeren: •...
Pagina 352 RIJHULP Beperkingen van de Actieve 2. Let op het middendisplay. Stop de auto als De functie Uitparkeren wordt parkeerhulp* dit met grafische voorstellingen en een mel- geactiveerd in het functie- ding van u verlangd wordt. scherm van het middendisplay. De actieve parkeerhulp (Park Assist Pilot – PAP) 3.
Pagina 353 – geadviseerd wordt een erkende sen. • Voorwerpen boven het detectiegebied van de Volvo-werkplaats. sensoren worden niet meegenomen bij het berekenen van de parkeermanoeuvre, waar- Uw verantwoordelijkheid Onderhoud door PAP mogelijk te vroeg het parkeervak Vergeet niet dat PAP een hulpmiddel is en geen indraait.
Pagina 354 RIJHULP poo – op de bumpers zijn dit de sensoren waar ook de parkeerhulp gebruik van maakt. Gerelateerde informatie • Actieve parkeerhulp* (p. 346) • Parkeren met actieve parkeerhulp* (p. 348) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 355 Een of meer van de sensoren van de systemen zijn geblokkeerd. Controleer dit en verhelp de storing zo spoedig mogelijk. Sensoren afgedekt, schoonmaken vereist Parkeerhulpsysteem Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Niet beschikbaar Service vereist Gerelateerde informatie • Actieve parkeerhulp* (p. 346) •...
Pagina 356 RIJHULP Blind Spot Information* N.B. Het Blind Spot Information (BLIS) dient om u te Het lampje gaat branden aan de kant van de waarschuwen voor naderende achterliggers auto waar het systeem het voertuig heeft ont- schuin achter en naast u bij ritten in druk verkeer dekt.
Pagina 357 RIJHULP Blind Spot Information* activeren/ Als BLIS bij het uitschakelen van de motor WAARSCHUWING deactiveren gedeactiveerd is, is dat na de volgende motor- Het systeem is een aanvulling op, en vormt start nog steeds zo en zal er geen controlelampje Het Blind Spot Information (BLIS) kan worden geen vervanging voor, een veilige rijstijl en het branden.
Pagina 358 BLIS- en CTA-functies of het spuiten van de bord/bumper. De sensoren worden tevens bumper mogen uitsluitend in een werkplaats gebruikt door de Cross Traffic Alert (CTA). worden uitgevoerd. Een erkende Volvo-werk- Principe voor CTA. plaats wordt aanbevolen. CTA vormt een aanvulling op de BLIS-functie...
Pagina 359 RIJHULP Cross Traffic Alert* activeren/ Als CTA heeft gedetecteerd dat er van de zijkant Gerelateerde informatie deactiveren • iets aankomt, wordt dit aangegeven met: Cross Traffic Alert* (p. 356) • • Beperkingen van Cross Traffic Alert (p. 358) een geluidssignaal - het geluid komt uit de De Cross Traffic Alert (CTA) kan worden geacti- linker of rechter luidspreker, afhankelijk van veerd/gedeactiveerd.
Pagina 360 CTA wordt gedeactiveerd, als u een aanhan- Reparaties aan de componenten van de ger op het elektrische systeem van de auto BLIS- en CTA-functies of het spuiten van de aansluit. bumper mogen uitsluitend in een werkplaats worden uitgevoerd. Een erkende Volvo-werk- plaats wordt aanbevolen.
Pagina 361 RIJHULP Gerelateerde informatie • Cross Traffic Alert* (p. 356) • Cross Traffic Alert* activeren/deactiveren (p. 357) • Meldingen voor Blind Spot Information* en Cross Traffic Alert* (p. 360) • Beperkingen van Blind Spot Information™* (p. 356) * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 362 Melding Betekenis Dodehoeksensor Het systeem werkt niet naar behoren. Neem contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Service vereist Dodehoeksysteem uit BLIS en CTA zijn gedeactiveerd, omdat er een aanhanger op het elektrische systeem van de auto is aangesloten.
Pagina 363 STARTEN EN RIJDEN...
Pagina 364 STARTEN EN RIJDEN Contactslotstanden Niveau Functies Niveau Functies Het elektrische systeem van de auto is in ver- • Kilometerteller, klok en tempera- • Panoramadak, elektrisch bedien- schillende standen te zetten voor gebruik van tuurmeter worden verlicht. bare ruiten, 12V-aansluitingen in verschillende autosystemen.
Pagina 365 STARTEN EN RIJDEN Motor starten Contactslotstand kiezen volgens knop los, die automatisch terugveert naar de uitgangspositie. De motor is te starten via de transpondersleutel • Terug naar contactslotstand 0 - Om terug en met de startknop op de tunnelconsole. te gaan naar contactslotstand 0 vanuit stand I en II moet u de startknop naar stand STOP draaien en de knop loslaten.
Pagina 366 STARTEN EN RIJDEN 3. Trap het rempedaal volledig in Als bij het starten de melding Sleutel niet N.B. gevonden op het bestuurdersdisplay wordt 4. Draai de startknop naar stand START en laat U kunt de auto niet starten bij een uitgeputte weergegeven, plaatst u de transpondersleutel op de knop weer los.
Pagina 367 STARTEN EN RIJDEN • Motor afzetten Stuurslotfout Transpondersleutel (p. 234) • Batterij in transpondersleutel vervangen U zet de motor af met de startknop op de tunnel- Het stuurslot bemoeilijkt de besturing zoals bij (p. 256) console. gebruik van de auto door onbevoegden. Er is •...
Pagina 368 Er bestaat namelijk gevaar voor melding Accustoring Zekering accu Service 8. Bevestig de andere klem van de zwarte start- vonkvorming. vereist op het bestuurdersdisplay. Volvo advi- kabel aan het negatieve starthulppunt (4). seert u contact op te nemen met een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 369 STARTEN EN RIJDEN Versnellingsbak 12. Verwijder de startkabels in omgekeerde volg- Gerelateerde informatie • orde - eerst de zwarte kabel en daarna de Startaccu (p. 520) De versnellingsbak is een onderdeel van de aan- rode. • Contactslotstanden (p. 362) drijflijn (krachtoverbrenging) tussen motor en aandrijfwielen.
Pagina 370 STARTEN EN RIJDEN Schakelstanden van automatische keld en niet mechanisch. Dit betekent eenvoudi- Symbool Betekenis versnellingsbak ger schakelen met meer uitgesproken schakel- Informatie- of foutmelding voor de standen. Een automatische versnellingsbak biedt comfort, versnellingsbak. Volg het gegeven omdat u zich op het verkeer op de weg kunt Verander van schakelstand door de afgeveerde advies op.
Pagina 371 STARTEN EN RIJDEN Schakelstanden De auto moet stilstaan bij het schakelen van WAARSCHUWING stand R naar stand D. Parkeerstand - P Gebruik altijd de parkeerrem bij parkeren op een hellende ondergrond - de P-stand van de automatische versnellingsbak is niet vol- doende om de auto in alle situaties vast te houden.
Pagina 372 STARTEN EN RIJDEN Remstand - B Om handmatig op te kunnen schakelen naar een niets. De auto blijft in de oorspronkelijke versnel- hogere versnelling moet de auto zijn uitgerust ling rijden. Stand B is op elk moment tijdens het rijden in te met stuurpaddles*.
Pagina 373 STARTEN EN RIJDEN Schakelindicator Keuzehendelblokkering Gerelateerde informatie • Versnellingsbak (p. 367) De schakelindicator op het bestuurdersdisplay De keuzehendelblokkering voorkomt onbedoeld • Schakelstanden van automatische versnel- geeft aan welke versnelling er ingeschakeld is in schakelen tussen schakelstanden bij een auto- lingsbak (p. 368) de handmatige schakelstand en wanneer u voor matische versnellingsbak.
Pagina 374 STARTEN EN RIJDEN Schakelen met stuurpaddles* Gerelateerde informatie – Haal een van de paddles naar achteren - in • de richting van het stuurwiel - en laat deze Schakelstanden van automatische versnel- De stuurpaddles vormen een aanvulling op de lingsbak (p. 368) weer los.
Pagina 375 STARTEN EN RIJDEN Aandrijving Systeem uitschakelen Hoogvoltgenerator Handmatig uitschakelen De XC90 Twin Engine is een zogeheten parallel- Elektromotor hybride, wat inhoudt dat de auto is uitgerust met – Schakel de stuurpaddles uit door beide Zowel de verbrandingsmotor als de elektromotor twee afzonderlijke aandrijvingen: een elektromo- paddles in de richting van het stuurwiel te kan de wielen direct aandrijven.
Pagina 376 STARTEN EN RIJDEN • Rijstanden Rijstand kiezen Niet kiesb. door beperkingen • Niet kiesb. door hoge snelh. De gekozen rijstand past de rijeigenschappen van de auto aan om de rijbeleving te verbeteren Mogelijke rijstanden en ondersteuning te bieden in bepaalde omstan- digheden.
Pagina 377 STARTEN EN RIJDEN HYBRID Bij een gering energieniveau (hybride-accu bijna leeg) moet het energieniveau van de accu wor- Dit is de normale stand van de auto. den hersteld, wat betekent dat de verbrandings- De auto start doorgaans in de stand Hybrid .
Pagina 378 STARTEN EN RIJDEN SAVE de lagesnelheidsregeling met afdalingsremrege- ling (Hill Descent Control) zijn actief. In deze stand wordt de beschikbare stroom gere- De wegligging en rijeigenschappen van de auto serveerd voor situaties die zich beter lenen voor verbeteren door vierwielaandrijving. Deze rijstand kan alleen bij lage snelheden wor- elektrische aandrijving zoals stadsritten.
Pagina 379 STARTEN EN RIJDEN Niveauregeling* INDIVIDUAL beschikbare energie in de hybride-accu, rekening houdend met de eigenschappen van de verschil- Deze stand biedt de mogelijkheid om uw eigen De niveauregeling van de auto stemt de verings- lende rijstanden en het gevraagde vermogen rijinstellingen op te slaan.
Pagina 380 STARTEN EN RIJDEN Instellingen voor niveauregeling Laadstand Bij het transporteren Bij het transport van de auto op een veerverbin- In- en uitstapfunctie ding, autotrein of autotransporter mag u de span- De auto kan omlaag worden bewogen omwille banden alleen rond de banden vastzetten en niet van makkelijker in- en uitstappen.
Pagina 381 STARTEN EN RIJDEN Vierwielaandrijving Remsystemen Rempedaal Bij vierwielaandrijving, AWD (All Wheel Drive), De remmen van de auto worden gebruikt om Het rempedaal wordt gebruikt om de rijsnelheid worden alle vier de wielen van de auto tegelijk snelheid te minderen of om te voorkomen dat tijdens het rijden te verlagen.
Pagina 382 Compenseer de verminderde remwerking De terugwinning vindt plaats bij snelheden tus- harder op de rem trappen. Houd daarom meer door harder op het rempedaal te trappen. Volvo sen 150-5 km/h. Bij krachtig remmen en bij afstand tot voorliggers. raadt aan uitsluitend remblokken te monteren die snelheden buiten het gespecificeerde interval voor uw Volvo zijn goedgekeurd.
Pagina 383 Na afremmen tot een remsysteem te laten controleren – gead- geringe snelheid gaat het remlicht van knipperen viseerd wordt een erkende Volvo-werk- weer op de normale wijze permanent branden. plaats. Tegelijkertijd worden de alarmlichten van de auto •...
Pagina 384 STARTEN EN RIJDEN • Remversterker Automatisch remmen na een Rear Collision Warning (p. 327) aanrijding Het systeem van een remversterker, BAS (Brake Assist System), helpt om bij afremmen de rem- Bij een aanrijding waarbij het activeringsniveau kracht te verhogen en het verkort daarmee de voor pyrotechnische gordelspanners of airbags remweg.
Pagina 385 STARTEN EN RIJDEN Parkeerrem Parkeerrem gebruiken Gerelateerde informatie • Remsystemen (p. 379) De parkeerrem voorkomt met behulp van mecha- Gebruik de parkeerrem om te voorkomen dat • Parkeerrem gebruiken (p. 383) nische blokkering/vergrendeling van twee wielen een stilstaande auto kan wegrollen. dat een stilstaande auto kan wegrollen.
Pagina 386 STARTEN EN RIJDEN Symbool op bestuurdersdisplay Parkeerrem lossen Op een helling parkeren Symbool Betekenis WAARSCHUWING Het symbool brandt wanneer de Gebruik altijd de parkeerrem bij parkeren op parkeerrem is aangezet. een hellende ondergrond - een ingescha- kelde versnelling of de P-stand van een auto- Als het symbool knippert, betekent matische versnellingsbak is niet voldoende dit dat er ergens een storing is...
Pagina 387 Parkeerrem Symbool Betekenis automatisch activeren of juist niet. Neem contact op met een erkende Volvo-werk- Als het symbool knippert, betekent plaats als het na meerdere pogingen niet lukt om Gerelateerde informatie dit dat er ergens een storing is de parkeerrem aan te zetten of te lossen.
Pagina 388 STARTEN EN RIJDEN Hellingrem Automatische rem bij stilstand Schakelaar voor automatische rem De hellingrem, Hill Start Assist (HSA), voorkomt Dankzij de automatische rem bij stilstand (Auto dat de auto achteruitrolt bij het starten op een Hold) kunt u bij stilstand voor verkeerslichten of oplopende helling.
Pagina 389 STARTEN EN RIJDEN Lagesnelheidsregeling Symbolen op bestuurdersdisplay Lagesnelheidsregeling, LSC activeren De lagesnelheidsregeling Low Speed Control Symbool Betekenis (LSC) biedt ondersteuning bij terreinritten en rij- Het symbool brandt als het sys- den op een gladde ondergrond. U rijdt bijvoor- teem het rempedaal gebruikt om beeld met een caravan over een grasveld of met de auto stil te houden.
Pagina 390 STARTEN EN RIJDEN Afdalingsremregeling bedienen. Bij activering van het systeem gaan de N.B. remlichten branden. Afdalingsremregeling, Hill Descent Control De functie wordt uitgeschakeld bij ritten op (HDC), is een systeem dat op lage snelheden Met het rempedaal kunt u de auto altijd remmen hogere snelheden en moet bij lagere snelhe- de remmende werking van de motorrem ver- en langzamer stapvoets rijden of de auto hele-...
Pagina 391 STARTEN EN RIJDEN Doorwaaddiepte N.B. Waden houdt in dat de auto door een diepere De functie wordt uitgeschakeld bij ritten op plas water op een natte weg rijdt. Waden dient hogere snelheden en moet bij lagere snelhe- met de nodige voorzichtigheid te gebeuren. den opnieuw ingeschakeld worden, als dat wenselijk is.
Pagina 392 Als de temperatuur in het koelsysteem van bergingsauto naar een werkplaats. Wij advise- de motor te hoog oploopt, gaat een waar- N.B. ren een erkende Volvo-werkplaats. schuwingssymbool branden en verschijnt op Het is normaal dat de koelventilator van de het bestuurdersdisplay de melding motor een tijdje werkt nadat de motor is uit- Motortemperatuur Hoge temperatuur.
Pagina 393 STARTEN EN RIJDEN Overbelasting van de startaccu Symbolen op bestuurdersdisplay Gerelateerde informatie • Contactslotstanden (p. 362) De elektrische functies van de auto belasten de Symbool Betekenis • Startaccu (p. 520) startaccu in verschillende mate. Laat het con- Hoge motortemperatuur. Volg het tactslot niet te lang achtereen in stand II staan, gegeven advies op.
Pagina 394 Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of ijs Let voor aanvang van de winter in het bijzonder • de motor naar behoren functioneert en of het adviseert Volvo u om de auto rondom van winter- op het volgende: brandstofverbruik in orde is banden te voorzien.
Pagina 395 STARTEN EN RIJDEN De tankvulklep openen/sluiten en 2. Na het tanken - sluit de klep met een lichte 3. Giet de tank niet te vol door het vulpistool na brandstof bijvullen druk. de eerste afslag uit de vulopening te halen. >...
Pagina 396 Zuinig rijden (p. 395) WAARSCHUWING Gebruik geen brandstof met een kwaliteit die Op de grond gemorste brandstof kan vlam slechter is dan de kwaliteit die door Volvo wordt vatten. aanbevolen, omdat dit een negatief effect heeft Schakel de verwarming op brandstof uit voor- op het motorvermogen en het brandstofverbruik.
Pagina 397 BELANGRIJK met laadstation. bijvullen (p. 393) • Gebruik alleen loodvrije benzine om schade aan de katalysator tegen te gaan. • Het gebruik van brandstof met metaalad- ditieven is niet toegestaan. • Gebruik geen toevoegingen die niet door Volvo zijn aanbevolen.
Pagina 398 STARTEN EN RIJDEN • Preconditioning paragraaf "Hybridespecifieke informatie op Rijd niet met open zijruiten. • het bestuurdersdisplay". Voer de preconditioning van de auto, indien • Houd de auto niet stil op een helling door mogelijk, uit voordat u gaat rijden met behulp •...
Pagina 399 STARTEN EN RIJDEN Actieradius bij elektrische 25 °C 105 % 100 km/h 70 % aandrijving in steden 20 °C 100 % 90 km/h 80 % De voorwaarden om een grote actieradius met elektrische aandrijving te bereiken, zijn afhanke- 10 °C 80 km/h 90 % 90 %...
Pagina 400 Neem de instructies voor het in- en uitklap- Controleer bij de dichtstbijzijnde Volvo-dealer of Zie paragraaf "Aanhangergewicht en kogeldruk" pen van de trekhaak zorgvuldig in acht. de trekhaak van de auto voldoet aan de eis van voor informatie over aanhangergewichten en een hoger aanhangergewicht.
Pagina 401 STARTEN EN RIJDEN 1. Open de achterklep Er zit een knop voor het 2. Druk de knop in en laat hem weer los - drukt 3. Beweeg de trekhaak naar zijn eindpositie. in- en uitklappen van de trekhaak rechtsach- u te lang, dan kan dat betekenen dat het uit- Daar moet hij worden vastgezet en vergren- ter in de bagageruimte - een led in de knop klappen niet start.
Pagina 402 STARTEN EN RIJDEN Specificaties van de trekhaak* Trekhaak inklappen Afmetingen en bevestigingspunten voor de trek- BELANGRIJK haak. Zorg dat er geen aansluitcontact of adapter in de elektrische aansluiting zit bij het inklappen van de trekhaak. 1. Open de achterklep Druk de knop rechtsach- ter in de bagageruimte in en laat hem weer 2.
Pagina 403 STARTEN EN RIJDEN Rijden met aanhanger normaal. Schakel dan terug naar een lagere Afmetingen, bevestigingspunten (mm) versnelling en pas uw snelheid aan. Bij ritten met een aanhanger moet u op enkele 1476 • Neem de geldende bepalingen in acht ten dingen letten zoals de trekhaak, de aanhanger aanzien van de toelaatbare snelheden en en hoe u de aanhanger laadt.
Pagina 404 Gebruik een werking van de verlichting van de aanhanger wor- nale voertuigvoorschriften kunnen het aan- door Volvo goedgekeurde adapter. Zorg dat de den gecontroleerd via een automatische verlich- hangergewicht en de snelheid verder beper- kabel niet over de grond sleept.
Pagina 405 STARTEN EN RIJDEN Rijden met een aanhanger in Automatische controle uitschakelen 3. Parkeerrem lossen. speciale omstandigheden De automatische controlefunctie is uit te schake- 4. Haal uw voet van het rempedaal en rijd weg. len op het middendisplay. Wanneer u bij warm weer een aanhanger sleept Gerelateerde informatie in heuvelachtig terrein, bestaat er mogelijk 1.
Pagina 406 STARTEN EN RIJDEN Aanhangerstabilisering* De functie van Trailer Stability Assist Wanneer de stabilisatorrege- ling werkt, knippert op het Het TSA-systeem houdt continu de bewegingen Trailer Stability Assist (Trailer Stability Assist - bestuurdersdisplay het symbool van de auto in de gaten en in het bijzonder de TSA) heeft tot taak een auto met aanhanger/ ESC.
Pagina 407 STARTEN EN RIJDEN Sleepoog N.B. Gebruik het sleepoog als u met uw auto een Als de auto is uitgerust met een trekhaak, is ander voertuig wilt slepen. Schroef het sleepoog er geen bevestiging voor het sleepoog. vast in een draadbus achter een afdekking aan de rechterkant van de achterbumper.
Pagina 408 STARTEN EN RIJDEN • Slepen Auto laten wegslepen Contactslotstanden (p. 362) Bij slepen wordt een auto met behulp van een Bij het bergen wordt de auto met behulp van sleepoog en een sleepkabel voortgetrokken een ander voertuig weggesleept. door een ander voertuig. Roep professionele hulp in voor berging.
Pagina 409 Op bepaalde markten zit de regeleenheid vast in er geen achterbevestiging voor het sleepoog een laadstation dat op het stroomnet is aange- Volvo adviseert een laadkabel volgens IEC aanwezig. sloten. De laadkabel heeft dan geen eigen regel- 62196 en IEC 61851 die temperatuurbewa- eenheid.
Pagina 410 STARTEN EN RIJDEN • Laadstroom Oplading met benzinemotor Voorbereiding voor het laden van de hybride- accu (p. 415) Laadstroom wordt gebruikt voor het opladen van • Langdurige stalling van auto met hybride- de hybride-accu en voor de preconditioning van accu (p. 420) de auto.
Pagina 411 STARTEN EN RIJDEN aansluiting van 230 VAC is in te stellen op ver- Laadtijd (uur) Stroomsterkte (A) schillende amperages (6-16 A) met behulp van de regeleenheid op de laadkabel. Bij activering van de laadkabel verschijnt op het bestuurdersdisplay een melding en bij de laad- aansluiting van de auto gaat een lampje branden (zie de paragraaf "Laadstatus").
Pagina 412 – er bestaat dan zal de auto 10 A afnemen van het 230VAC- Gebruik een door Volvo aanbevolen laadkabel. gevaar voor elektrische schokken en ernstig net. Als er vervolgens nog een stroomverbruiker letsel.
Pagina 413 STARTEN EN RIJDEN Regeleenheid Indicator die de ingestelde laadstroom aan- Gerelateerde informatie • geeft Statusindicatie op regeleenheid laadkabel (p. 412) Het symbool brandt wanneer de laadkabel is • Aardlekschakelaar in de laadkabel (p. 414) aangesloten op een 230 VAC-aansluiting • Temperatuurcontrole van de laadkabel Drukknoppen om de laadstroom te verho- (p.
Pagina 414 STARTEN EN RIJDEN Statusindicatie op regeleenheid laadkabel Bij het laden van de hybride-accu van de auto tonen verschillende indicatoren op de regeleen- heid van de laadkabel de actuele status tijdens een lopende en na een afgesloten lading. Indicatoren en bedieningstoetsen van de regeleenheid.
Pagina 415 STARTEN EN RIJDEN Display regeleenheid Status Betekenis Aanbevolen maatregel • De indicator voor laadstroom (1) Stand-by De laadkabel is op de auto aangesloten. Wacht totdat de accu volledig is opgeladen. brandt niet. Het autosymbool (4) • Opladen is mogelijk maar moet nog worden brandt continu groen.
Pagina 416 • Laadkabel (p. 410) 230VAC-contact. N.B. BELANGRIJK Volvo adviseert een laadkabel volgens IEC De aardlekschakelaar van de regeleenheid 62196 en IEC 61851 die temperatuurbewa- beveiligd het 230 VAC-contact/de elektri- king ondersteunt. sche installatie niet.
Pagina 417 Het opladen van de hybride-accu mag stekker kan anders de oplading van de alleen gebeuren via goedgekeurde met hybride-accu begrenzen of beëindigen. randaarde beveiligde 230VAC-contac- of via laadstations met door Volvo beschikbaar gestelde losse laadkabels Duw lichtjes tegen de achterkant van de BELANGRIJK (mode 3).
Pagina 418 BELANGRIJK Sluit de laadkabel nooit aan als er kans op blikseminslag is. N.B. Volvo adviseert een laadkabel volgens IEC 62196 en IEC 61851 die temperatuurbewa- Verwijder de beschermdop van de laadkabel- king ondersteunt. stekker en sluit de laadkabelstekker vervol- gens aan op de auto.
Pagina 419 STARTEN EN RIJDEN 5. De laadkabelstekker wordt geblokkeerd/ BELANGRIJK vergrendeld en binnen ca. 5 seconden gaat Haal de stekker van de laadkabel nooit uit het de oplading van start. Op het bestuurdersdis- 230 VAC-contact tijdens het opladen - het play verschijnt de berekende resterende risico bestaat dan dat het 230 VAC-contact laadtijd of een foutmelding.
Pagina 420 STARTEN EN RIJDEN Laadstatus N.B. LED-lampje Betekenis De laadstatus wordt weergegeven in een LED- brandt De laadstatus wordt o.a. op het bestuurders- lampje op de laadaansluiting van de auto, op de display getoond. Als dit gedurende enige tijd Hulpverlichting. regeleenheid van het laadsnoer en op het niet wordt gebruikt, wordt het gedeactiveerd.
Pagina 421 STARTEN EN RIJDEN Opladen van hybride-accu afsluiten Symbool Melding Betekenis Symbool Melding Betekenis Sluit het opladen af door de auto te ontgrende- Volledig Er vindt opla- De tekst Er is een sto- len, het laadsnoer uit de laadaansluiting van de ding plaats Fout ring ontstaan,...
Pagina 422 STARTEN EN RIJDEN Langdurige stalling van auto met auto en daarna uit de 230 VAC-aansluiting hybride-accu halen. Om te zorgen dat de hybride-accu bij langdurige N.B. opslag (langer dan 1 maand) van de auto in een zo goed mogelijke staat blijft, wordt aanbevolen Ontgrendel altijd de auto om het laden te om de ladingsgraad volgens het bestuurdersdis- onderbreken voordat u de stekker uit het...
Pagina 423 STARTEN EN RIJDEN 2. Als de opslag langer dan 6 maanden heeft geduurd of het laadniveau van de hybride- accu duidelijk lager is dan 25% - laad de accu weer tot ca. 25% op om te compense- ren voor de natuurlijke zelfontlading die juist merkbaar is bij langdurige opslag.
Pagina 424 STARTEN EN RIJDEN Hybridespecifieke symbolen en XC90 Twin Engine. Ze kunnen ook verschijnen meldingen in combinatie met algemene controle- en waar- schuwingssymbolen en doven als de onderlig- Op het bestuurdersdisplay kunnen enkele sym- gende problemen zijn verholpen. bolen en meldingen verschijnen ten aanzien van Symbool Melding Betekenis...
Pagina 425 Koppel de laadkabel los of onderzoek of de kabel echt is losgekoppeld en of Gewist? Houd startknop 7s inge- het laadklepje gesloten is. drukt op START Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. Gerelateerde informatie • Opladen van hybride-accu starten (p. 416) •...
Pagina 427 AUDIO EN MEDIA...
Pagina 428 AUDIO EN MEDIA • Audio en media Audio-instellingen Telefoon (p. 442) • Auto met internetverbinding (p. 448) Het audio- en mediasysteem bestaat uit de Het audiosysteem is vooraf ingesteld voor opti- mediaspeler, de radio en de Bluetooth-verbin- • male geluidsweergave, maar is geheel naar Apps (p.
Pagina 429 AUDIO EN MEDIA • Radio Instellingen voor telefoon (p. 448) Actieve geluidsdemping • De auto is uitgerust met actieve geluidsdemping Audio en media (p. 426) U kunt naar de radiofrequentiebanden voor FM die met behulp van het audiosysteem het motor- •...
Pagina 430 AUDIO EN MEDIA Van radiozender wisselen en De radio is te bedienen via 2. Kies een zender. radiozender zoeken stemcommando's, de stuur- Van lijst wisselen op de radioband knoppen of via het middendis- De radio maakt automatisch een zenderlijst met play.
Pagina 431 AUDIO EN MEDIA Favorieten - uitsluitend van geselecteerde favor- Radiofavorieten Van radioband wisselen iete stations afspelen, zie de rubriek "Favorieten" Radiofavorieten laten de opge- hieronder. slagen favorieten van alle radio- banden zien. Genres - uitsluitend radiozenders afspelen die het gekozen genre/programmatype uitzenden bijvoorbeeld pop en klassieke muziek.
Pagina 432 AUDIO EN MEDIA Radiozender zoeken 3. Voer de zoekterm in. – Druk op Handmatig afstemmen , trek aan de knop of druk op < > totdat de gewenste > Naarmate u meer letters invoert wordt de frequentie verschijnt. zoekopdracht verfijnd. De treffers staan per categorie geordend.
Pagina 433 AUDIO EN MEDIA RDS-radio Digitale radio audiobron en het vorige volume terug wanneer het ingestelde programmatype ophoudt met uit- Met RDS (Radio Data System) kan de radio Digitale radio (Digital Audio Broadcasting, DAB) zenden. Druk om eerder te onderbreken op automatisch naar de sterkste zender schakelen.
Pagina 434 AUDIO EN MEDIA Schakelen tussen de radiobanden Instellingen voor radio DAB-subkanaal FM en DAB Secundaire componenten worden vaak aange- Instellingen voor de verschillende radiobanden. duid als subkanalen. Dergelijke componenten zijn Dankzij deze functie kan de digitale radio over- Een lopende uitzending van bijvoorbeeld ver- van tijdelijke aard en kunnen bijvoorbeeld uit ver- schakelen van een kanaal dat slecht of helemaal keersinformatie kan tijdelijk worden onderbroken...
Pagina 435 AUDIO EN MEDIA • verkeersproblemen in de nabije omgeving. wordt de lopende mediaweergave onderbro- Symbolen op de statusbalk van het midden- De weergave van de voorgaande mediabron ken en wordt de melding afgespeeld. De display (p. 44) wordt hervat zodra de melding afgerond is. weergave van de voorgaande mediabron wordt hervat zodra de melding afgerond is.
Pagina 436 AUDIO EN MEDIA • Mediaspeler Radio (p. 427) • Cd-speler* (p. 438) De mediaspeler kan geluidsbestanden weerge- ven via de CD*, op externe mediabronnen die via • Media via Bluetooth (p. 438) de AUX/USB-poort zijn aangesloten of geluids- • Media via AUX/USB-poort (p. 439) bestanden op externe media 'streamen' via Bluetooth.
Pagina 437 AUDIO EN MEDIA Media afspelen 2. Open de app uit het appscherm. 2. Sluit de mediabron aan. De mediaspeler wordt bediend via het midden- 3. Kies wat er moet worden afgespeeld. 3. Start de weergave op de aangesloten media- display. Ook kunnen diverse functies worden bron.
Pagina 438 AUDIO EN MEDIA ® het middendisplay drukken of op de knoppenset DivX weergeven rechts op het stuurwiel. Om Video-on-Demand-films (VOD) in DivX-for- maat te kunnen afspelen moet u deze DivX Vooruit-/achteruitspoelen - op de tijdas op het ® Certified eenheid eerst registreren. middendisplay drukken en deze opzij slepen, <...
Pagina 439 AUDIO EN MEDIA ® Media zoeken Gracenote Gerelateerde informatie • Media afspelen (p. 435) U kunt artiesten, componisten, tracks (titels), Gracenote geeft bij het afspelen van muziek de • Licentieovereenkomst voor audio en media albums, video's, luisterboeken, speellijsten en uitvoerende artiesten, albums, tracks en eventu- (p.
Pagina 440 AUDIO EN MEDIA Media via Bluetooth Cd-speler* 3. Druk op Zoeken > De gekoppelde eenheden worden door- De mediaspeler kan cd's met audiobestanden De mediaspeler in de auto is uitgerust met zicht en de treffers staan per categorie afspelen. Zie de Technische specificaties voor Bluetooth en kan draadloos 'streaming audio'- geordend.
Pagina 441 AUDIO EN MEDIA Media aansluiten via Bluetooth Media via AUX/USB-poort Media aansluiten via AUX/USB- poort Bluetooth-eenheid koppelen aan de auto om Op het audiosysteem is een externe media zoals media te streamen en de eenheid te gebruiken een iPod of mp3-speler aan te sluiten. Via een van de aansluitingen op de tunnelcon- voor een eventuele internetverbinding.
Pagina 442 AUDIO EN MEDIA Video Audio-instellingen voor media 2. Druk op Geluid Systeemvolumes: Videobestanden op een eenheid verbonden met Personalisering van audio-instellingen voor • - bij aansluiting van een externe de USB-aansluiting zijn via de mediaspeler weer mediaweergave. audiobron (zoals een mp3-speler of iPod) te geven.
Pagina 443 AUDIO EN MEDIA Technische specificaties voor Bestandsextensie .divx, .avi Formaat Bestandsextensie media Maximale 4 GB .avi Compatibele bestandsformaten en audiospecifi- bestandsgrootte caties. AVI (DivX) .avi, divx Audiocodec MP3, AC3 Audiobestanden .asf, .wmv Ondertiteling XSUB For- Bestandsexten- Codec .mkv maat Speciale functies Alternatieve ondertitels, alternatieve audiotracks, .mp3...
Pagina 444 AUDIO EN MEDIA Telefoon Overzicht Maximumaantal Een mobiele telefoon met Bluetooth-functie is Mapniveaus draadloos aan te sluiten op het geïntegreerde handsfreesysteem van de auto. Speellijsten Het audio- en mediasysteem werkt dan als hand- Maximumaantal posten in 1000 sfree en biedt u de mogelijkheid om enkele func- een speellijst ties van uw mobiele telefoon op afstand te bedie- Submappen...
Pagina 445 AUDIO EN MEDIA • Verbinding met telefoon Instellingen voor Bluetooth (p. 451) Alternatief 1 - telefoon zoeken vanuit de • auto Stembediening (p. 118) Koppel een telefoon met Bluetooth-functie aan 1. Maak de telefoon identificeerbaar/zichtbaar • de auto, zodat u vervolgens vanuit de auto kunt Applicatiemenu op bestuurdersdisplay via Bluetooth.
Pagina 446 AUDIO EN MEDIA 5. Kies de naam van de auto op de telefoon. Gerelateerde informatie N.B. • Telefoon (p. 442) 6. Controleer of de aangegeven cijfercode in de • Bij sommige telefoons moet de berich- • Telefoon aansluiten/loskoppelen (p. 445) auto overeenkomt met die op de externe tenfunctie geactiveerd worden.
Pagina 447 AUDIO EN MEDIA Telefoon aansluiten/loskoppelen Telefoonfuncties 2. Druk op Wijzigen Gekoppelde telefoon aansluiten, loskoppelen of Verwerking van gesprekken in de auto voor een > Er verschijnt een lijst met de beschikbare van telefoon wisselen. telefoon met Bluetooth-verbinding. Bluetooth-eenheden. 3. Druk op de aan te sluiten telefoon. Telefoon automatisch aansluiten 1.
Pagina 448 AUDIO EN MEDIA 2. Geef aan hoe u wilt bellen: via de gesprek- Conferentiegesprek Privégesprek kenlijst, via de contactenlijst of geef het num- Tijdens ruggespraak: – Privacy Druk tijdens een lopend gesprek op mer aan via de knoppenset. U kunt de con- en kies de instelling: 1.
Pagina 449 AUDIO EN MEDIA Berichtfuncties • Berichten beantwoorden - op de contact- Verwerking van berichten in de auto voor een persoon drukken wiens bericht moet wor- telefoon met Bluetooth-verbinding. den beantwoord en druk vervolgens op Antwoorden Op sommige telefoons moet de functie 'Berich- •...
Pagina 450 AUDIO EN MEDIA Instellingen voor telefoon Instellingen voor tekstbericht Auto met internetverbinding Instellingen voor aangesloten telefoon. Instellingen voor tekstbericht op aangesloten Een auto met internetverbinding biedt u de telefoon. mogelijkheid om gebruik te maken van bijvoor- beeld internetradio en muziekdiensten via apps Telefoon Melding en in de auto contact op te nemen met de dealer...
Pagina 451 Systeemupdates (p. 500) De mobiele telefoon en de provider moeten • ondersteuning bieden voor tethering (delen van Volvo ID (p. 21) 1. Activeer 'internet sharing' (wifi-hotspot) op de internetverbinding) en het abonnement moet • Symbolen op de statusbalk van het midden- de mobiele telefoon.
Pagina 452 - bevestig de keuze van een andere verbindingsmethode. 6. Geef de pincode van de simkaart aan. > De auto maakt een verbinding tot stand met het netwerk. Alleen auto's met Volvo On Call. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 453 AUDIO EN MEDIA Instellingen voor Bluetooth Internetverbinding delen via Wi-Fi- De provider (simkaart) moet ondersteuning bie- hotspot den voor tethering (delen van de internetverbin- Instellingen voor telefoon met Bluetooth-aanslui- ding). ting. Als de auto is aangesloten, is het mogelijk om de internetverbinding te delen, zodat andere 1.
Pagina 454 AUDIO EN MEDIA Geen internetverbinding of een Gerelateerde informatie N.B. slechte verbinding • Auto met internetverbinding (p. 448) Het activeren van Wi-Fi-hotspot kan tot ver- • Auto met internet verbinden (p. 449) Storingen in het netwerk. dere kosten van uw provider leiden. De hoeveelheid data die wordt overgebracht is Informeer bij uw provider naar de kosten voor afhankelijk van welke diensten of apps in de auto...
Pagina 455 Controleer uw roamingovereen- komst met betrekking tot dataverkeer in het buitenland met uw netwerkprovider in uw eigen land. Het kiezen van een frequentie is niet op alle markten mogelijk. Alleen auto's met Volvo On Call. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 456 AUDIO EN MEDIA • Apps Pincode simkaart Sommige apps kunt u alleen gebruiken, als de auto een internetverbinding heeft. Wijzig Applicaties (apps) zijn programma's die worden pincode - maximaal 4 cijfers aangeven. gebruikt voor bediening van bepaalde autofunc- – Druk op een app in het appscherm om deze ties.
Pagina 457 AUDIO EN MEDIA Apps downloaden, bijwerken of 3. Kies Installeren om de app van uw keuze te 3. Zoek de gewenste app op en kies verwijderen downloaden. Installeren > De installatiestatus wordt voortdurend > De update start. U kunt nieuwe apps downloaden en bestaande aangegeven.
Pagina 458 Hier volgen de teksten van de overeenkomsten tus- sen Volvo en producenten/ontwikkelaars. Een groot aantal van deze teksten is in het Engels. Dirac Unison optimaliseert de luidsprekers qua ®...
Pagina 459 AUDIO EN MEDIA Octrooinummer databases (samen “Gracenote-servers”). De toe- eigen naam rechtstreeks mag toezien op nale- passing kan tevens andere functies verrichten. U ving van de rechten jegens u. Beschermd door een of meer van de volgende mag Gracenote-gegevens uitsluitend gebruiken octrooien in de VS: 7,295,673;...
Pagina 460 AUDIO EN MEDIA MAAR NIET BEPERKT TOT STILZWIJGENDE notice, this list of conditions and the following This software is based in part on the work of the GARANTIES MET BETREKKING TOT VER- disclaimer. Redistributions in binary form must Independent JPEG Group. KOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN reproduce the above copyright notice, this list of This software uses parts of sources from...
Pagina 461 AUDIO EN MEDIA SILICON GRAPHICS, INC. BE LIABLE FOR ANY The website provides the Source Code "As Is" PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN CLAIM, DAMAGES OR OTHER LIABILITY, and without warranty of any kind. NO EVENT SHALL NTT BE LIABLE FOR ANY WHETHER IN AN ACTION OF CONTRACT, DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, By downloading Source Code, you expressly...
Pagina 462 AUDIO EN MEDIA the above copyright notice(s) and this permission LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER Verklaring van overeenstemming voor notice appear with all copies of the Data Files or IN AN ACTION OF CONTRACT, NEGLIGENCE ® Bluetooth -module Software, (b) both the above copyright notice(s) OR OTHER TORTIOUS ACTION, ARISING OUT and this permission notice appear in associated...
Pagina 463 AUDIO EN MEDIA Land/regio Exportland: Japan Producent: Mitsubishi Electric Corporation Type uitrusting: Audio Navigation Unit Mitsubishi Electric Corporation verklaart hierbij dat Audio Navigation Unit voldoet aan de eisen en bepalingen van de Europese richtlijn 1999/5/EG.
Pagina 464 AUDIO EN MEDIA Land/regio China: ■ 使用频率 2.4 - 2.4835 GHz ■ 等效全向辐射率(EIRP) 天线增益 10dBi 时 ≤100 mW 或≤20 dBm ① ■ 最大率谱密度天线增益 10dBi 时 ≤20 dBm / MHz(EIRP) ① ■ 载频容限 20 ppm ■ 帯外发射率(在 2.4-2.4835GHz 頻段以外) ≤-80 dBm / Hz (EIRP) ■...
Pagina 465 AUDIO EN MEDIA Land/regio B 급 기기 (가정용 방송통신기자재) Korea: 이 기기는 가정용(B 급) 전자파적합기기로서 주로 가정에서 사용하는 것을 적으로 하며, 든 지역에서 사용할 수 있습니다. 해당 무선설비는 전파혼신 가능성이 있으므로 인명안전과 관련된 서비스는 할 수 없습니다. 低功率電波輻射性電機管理辦法 Taiwan: 第十二條經型式認證合格之低功率射頻電機，非經許可，公司...
Pagina 466 AUDIO EN MEDIA Land/regio Kazachstan: Modelnaam: NR-0V Producent: Mitsubishi Electric Corporation Exportland: Japan Mexico: Verenigde Arabische Emiraten: • Sensus - connectiviteit en entertainment Gerelateerde informatie • (p. 27) Audio en media (p. 426) • Mediaspeler (p. 434) • Auto met internetverbinding (p. 448) •...
Pagina 467 • Licentieovereenkomst voor bestuurdersdis- play (p. 103) Servicevoorwaarden • Volvo wil u optimale diensten aanbieden om zo Typegoedkeuring voor radareenheden veilig, comfortabel en aangenaam mogelijk in uw (p. 305) Volvo te kunnen rijden. Volvo stelt een groot assortiment aan diensten beschikbaar, van hulp in noodsituaties tot navigatie en diverse infotain- mentdiensten.
Pagina 469 WIELEN EN BANDEN...
Pagina 470 Dit geldt in het bijzon- der voor winterbanden. De laatste cijfers van de Volvo adviseert u contact op te nemen met een cijferreeks geven de week en het jaar van pro- erkende Volvo-werkplaats, als u niet zeker bent ductie aan.
Pagina 471 WIELEN EN BANDEN De draairichting van de banden. Slijtage-indicator van banden N.B. Bij banden met een speciaal profiel dat alleen De slijtage-indicator geeft de status aan van de Let erop dat u hetzelfde type, dezelfde maat goed werkt wanneer de banden in een bepaalde profieldiepte van de band.
Pagina 472 WIELEN EN BANDEN Bandenspanning controleren staat de juiste bandenspanning voor uw auto Gerelateerde informatie • aangegeven bij verschillende belading en snel- Banden (p. 468) Het gebruik van de juiste bandenspanning ver- heid. • Controleer de bandenspanning met het sys- hoogt de rijveiligheid, bespaart brandstof en teem voor bandenspanningscontrole komt de levensduur van banden ten goede.
Pagina 473 WIELEN EN BANDEN Bandenspanningscontrolesysteem Algemene informatie over het systeem denspanning niet is bereikt en het controlesym- bool daardoor nog niet is gaan branden. voor bandenspanningscontrole Het system voor bandenspanningscontrole, Tyre Iedere band, ook de reserveband*, moet elke Pressure Monitoring System (TPMS), geeft een De auto is ook voorzien van een indicator voor maand gecontroleerd worden.
Pagina 474 (p. 477) dert, moet het TPMS-systeem opnieuw wor- • den geconfigureerd. Neem voor aanvullende Bandenspanning laag Controleer de informatie contact op met een erkende Volvo- banden werkplaats. • Band nu oppompen Controleer de banden Systeem uitschakelen...
Pagina 475 WIELEN EN BANDEN Controleer de bandenspanning met laten weergeven. Dit kan komen doordat het het systeem voor systeem nog geen waarde heeft gemeten of omdat er een kalibratie bezig is. bandenspanningscontrole • Een knipperend controlesymbool dat na ca. 1 Met het systeem voor bandenspanningscontrole, minuut constant gaat branden en de melding Tyre Pressure Monitoring System (TPMS), kunt Service vereist...
Pagina 476 WIELEN EN BANDEN Lage bandenspanning verhelpen bij 2. Pomp de banden op tot de juiste spanning, N.B. auto's met volgens de bandenspanningssticker aan de • Het TPMS hanteert een zogeheten span- binnenkant van de portierstijl aan bestuur- bandenspanningscontrolesysteem ningswaarde die gecorrigeerd wordt op derszijde.
Pagina 477 Kalibreer het TPMS-systeem na het afstellen van ventieldopjes kunnen roesten en zijn de bandenspanning volgens de aanbevelingen moeilijk los te draaien. van Volvo voor de bandenspanning, bijvoorbeeld voorafgaand aan rijden met een zware lading of met een hoge snelheid. WAARSCHUWING Houd bij het oppompen van een band met N.B.
Pagina 478 WIELEN EN BANDEN 2. Pomp de banden op tot de gewenste span- 6. Druk op Kalibreren en daarna op Klaar ning, volgens de bandenspanningssticker aan U kunt de kalibratie ook starten via het de binnenkant van de portierstijl aan bestuur- hoofdscherm van het middendisplay.
Pagina 479 WIELEN EN BANDEN Typegoedkeuring voor Pressure Monitoring System (TPMS), staat in bandenspanningscontrolesysteem onderstaande tabel. De typegoedkeuring voor de sensoren van het bandenspanningscontrolesysteem, Tyre Land/regio Europa EU Schrader Electronics Ltd., hereby declares that this TPMS is in compliance with the essential requirements and other provisions of Directive 1999/5/EC.
Pagina 480 WIELEN EN BANDEN Land/regio Oekraïne Schrader Electronics і є, і і AG2SZ4 і і і і є і і і і і і і ь КМ № 679 і 24 2009 .) Д і і і і ь і Schrader Electronics є...
Pagina 481 WIELEN EN BANDEN Land/regio Verenigde Arabi- sche Emiraten REGISTERED NO:ER36479/14 DEALER NO:DA0047074/10 Filippijnen Gerelateerde informatie • Bandenspanningscontrolesysteem (p. 471)
Pagina 482 Banden (p. 468) voor het repareren van banden met een lek in chemisch afval (KCA). het loopvlak. N.B. De compressor voor provisorische bandenre- paratie is door Volvo getest en goedgekeurd. De afbeelding is schematisch - afhankelijk van het model zijn afwijkingen mogelijk.
Pagina 483 WIELEN EN BANDEN Noodreparatieset voor banden Bus met afdichtmiddel 3. Controleer of de knop in stand 0 staat en gebruiken neem de kabel en de luchtslang erbij. Knop Dicht een lek met de noodreparatieset voor ban- N.B. den, Temporary Mobility Kit (TMK). Aansluiten Voor het gebruik de verzegeling van de bus Overzicht...
Pagina 484 WIELEN EN BANDEN 7. Sluit de kabel aan op de 12V-aansluiting die 9. Vul de band 7 minuten lang met afdichtmid- 13. Leg zo spoedig mogelijk na de reparatie min- het dichtst bij de lekke band zit en start de del.
Pagina 485 (1 bar = 100 kPa). Laat lucht uit de Vervang de bus met afdichtmiddel en de band ontsnappen, als de bandenspanning slang na gebruik. Volvo adviseert u het ver- te hoog is. vangen over te laten aan een erkende Volvo- werkplaats.
Pagina 486 Neem bij montage van een andere bandenmaat knop in stand 0 staat en neem de kabel en (Laat eventueel lucht ontsnappen met het altijd contact op met een erkende Volvo-werk- de luchtslang erbij. drukreduceerventiel, als de bandenspanning plaats voor een update van de software. Bij mon- te hoog is.)
Pagina 487 WIELEN EN BANDEN Wielen demonteren WAARSCHUWING N.B. Instructie voor het demonteren van wielen bij het Controleer of de krik intact is, goed De normale krik van de auto is alleen verwisselen van wielen. gesmeerde schroefdraadwindingen heeft en bestemd voor sporadisch en kortstondig vrij van vuil is.
Pagina 488 WIELEN EN BANDEN 5. Schroef het sleepoog tot aan de aanslag in WAARSCHUWING de wielsleutel* vast. Leg nooit iets tussen de krik en de onder- grond en evenmin tussen de krik en het krik- steunpunt van de auto. BELANGRIJK De ondergrond dient vast en egaal te zijn en niet te hellen.
Pagina 489 WIELEN EN BANDEN Wiel monteren 4. Draai de wielbouten kruiselings vast. Het is WAARSCHUWING belangrijk dat u de wielbouten stevig aan- Instructie voor het monteren van wielen bij het Kruip nooit onder de auto als deze op een krik haalt. Haal aan met 140 Nm. Controleer het verwisselen van wielen.
Pagina 490 Nm. Als u ze te strak aanhaalt, kan de bout- verbinding beschadigd raken. Gebruik alleen velgen die getest en goedgekeurd zijn door Volvo en deel uitmaken van de originele accessoires van Volvo. Controleer met een momentsleutel het aanhaalkoppel van de wiel- bouten.
Pagina 491 De bandenmaat is afhankelijk van de tingen zijn toegestaan. Sneeuwkettingen motorvariant. Gebruik altijd het juiste type winter- Volvo adviseert u om bij twijfel over het juiste banden op alle vier de wielen. Volvo adviseert om geen sneeuwkettingen te type sneeuwketting contact op te nemen met gebruiken bij bandenmaten van meer dan een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 492 WIELEN EN BANDEN Gereedschap in bagageruimte Gevarendriehoek In de bagageruimte van de auto ligt gereed- Gebruik de gevarendriehoek om medewegge- schap dat bijvoorbeeld bij slepen of bij het ver- bruikers te waarschuwen, als u onderweg met wisselen van een wiel kan worden gebruikt. pech stil komt te staan.
Pagina 493 WIELEN EN BANDEN Krik* Gerelateerde informatie Geldt voor auto's met niveauregeling* • Gereedschap in bagageruimte (p. 490) Bij een auto met luchtvering moet u de luchtve- Gebruik de krik om de auto omhoog te brengen ring uitschakelen, voordat u de auto met de krik •...
Pagina 494 WIELEN EN BANDEN EHBO-set Maataanduiding voor wielen Maataanduiding voor banden De EHBO-set bevat materiaal voor het verlenen Wiel- en velgmaten worden aangeduid zoals in Aanduidingen voor de afmetingen, lastindex en van eerste hulp. de onderstaande tabel. snelheidsklasse van de banden. De EHBO-set zit rechts in de bagageruimte.
Pagina 495 WIELEN EN BANDEN Snelheidsklasse 270 km/h Elke band is berekend op een bepaalde maxi- 300 km/h mumsnelheid. De snelheidsklasse, SS (Speed Symbol), van de banden dient minimaal overeen te komen met de topsnelheid van de auto. In WAARSCHUWING onderstaande tabel wordt aangegeven welke toe- De minimaal toelaatbare lastindex (LI) en de laatbare maximumsnelheid voor de verschillende snelheidsklasse (SS) van de banden op auto’s...
Pagina 497 ONDERHOUD EN SERVICE...
Pagina 498 Ser- afspraken voor service kunnen worden gemaakt. worden aangesloten door een erkende werk- viceprogramma van Volvo op te volgen zoals die plaats – geadviseerd wordt een erkende De app Auto status start u Volvo-werkplaats.
Pagina 499 "Volvo ID". U kunt een werkplaatsbezoek ook rechtstreeks • Registreer de Volvo ID voor de auto, zie de inplannen via de webportal My Volvo. Om te zor- paragraaf "Volvo ID". Als er al een Volvo ID Geldt voor bepaalde markten.
Pagina 500 3. Druk op de knop Afspraak aanvragen Als u de aanvraag voor een afspraak hebt 4. Zorg ervoor dat u het juiste Volvo-id invult. verstuurd, verdwijnt voor sommige mark- ten de melding dat de auto service nodig 5. Zorg ervoor dat u de gewenste Dealer invult.
Pagina 501 • Kilometerstand vanuit de auto verzenden, bijvoorbeeld als u • identificatienummer van de auto (VIN rechtstreeks via de webportal My Volvo een • softwareversie van de auto afspraak bij de werkplaats maakt. Uw werkplaats • beschikt dan over betere basisgegevens.
Pagina 502 ONDERHOUD EN SERVICE Updaten op afstand Systeemupdates Op de achtergrond controleren op beschik- bare software-updates is geactiveerd bij afle- Meerdere systemen in de auto kunnen worden Systeemupdates hebben betrekking op die vering vanuit de fabriek. geüpdatet vanaf het middendisplay bij een auto delen van de auto die de internetverbinding en met internetverbinding.
Pagina 503 • Apps downloaden, bijwerken of verwijderen De tijd voor een afgesproken werkplaatsbezoek reproduct. (p. 455) bij een Volvo-werkplaats kan worden bekort als • gegevens over het opsporen van storingen wor- Updaten op afstand (p. 500) Downloaden annuleren den overgedragen zodra de auto stopt bij de –...
Pagina 504 Annuleer van het pop-upvenster drukt, met een erkend Volvo-netwerk), wordt de komt er geen verbinding tot stand. manier van verbinden omgezet in handmatig Handmatige verbinding met werkplaats verbinden als de bestuurder een verzoek om...
Pagina 505 Ophanging 3. Kies Reg. ophanging+vering uitsch. N.B. Volvo adviseert u alleen de krik te gebruiken die bij de auto hoort. Volg bij gebruik van een andere krik dan door Volvo geadviseerd de aanwijzingen die bij deze krik werden gele- verd.
Pagina 506 ONDERHOUD EN SERVICE De driehoeken in de kunststof afdekking wijzen aan waar de kriksteunpunten/hefpunten (rood gemarkeerd) zitten. Als u de auto opheft met een garagekrik, moet u de krik onder een van de vier hefpunten plaatsen. Let erop dat u de garagekrik dusdanig aanbrengt, dat de auto er niet van af kan glijden.
Pagina 507 Trek aan de hendel bij de pedalen om de kap waarschuwingssymbool klinkt, ook al is de te openen vanuit de volledig gesloten positie. kap goed dicht, ga dan naar een werkplaats - geadviseerd wordt een erkende Volvo-werk- plaats. Motorkap sluiten 1. Druk de motorkap omlaag tot deze uit zich- zelf verder zakt.
Pagina 508 ONDERHOUD EN SERVICE Overzicht motorruimte Het overzicht laat een aantal servicegerelateerde componenten zien. In de motorruimte zitten enkele componenten van de elektrische aandrijving van de auto. Wees voorzichtig bij werkzaamheden in deze ruimte en raak alleen de onderdelen aan die bij normaal onderhoud zijn inbegrepen.
Pagina 509 • Motorkap openen en sluiten (p. 505) aanspraken voor dit type schade af. • Vulopening voor sproeiervloeistof (p. 519) Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo- • Koelvloeistof bijvullen (p. 509) werkplaats te laten verversen. • Zekeringen in motorruimte (p. 525) •...
Pagina 510 Verschijnt het symbool in combinatie met de anten zijn voorzien van allebei. Neem voor meer melding Motoroliepeil Service vereist informatie contact op met een erkende Volvo- bezoek dan een werkplaats – geadviseerd werkplaats. wordt een erkende Volvo-werkplaats. Het olie- Houd voor het verversen van de motorolie en het peil is mogelijk te hoog.
Pagina 511 ONDERHOUD EN SERVICE Koelvloeistof bijvullen Oliepeil controleren N.B. Auto status Open de app De koelvloeistof koelt de verbrandingsmotor af Na het bijvullen of aftappen van olie duurt het vanaf het appscherm op het tot de juiste bedrijfstemperatuur. De warmte die even voordat het systeem wijzigingen in het middendisplay en druk op de motor overdraagt op de koelvloeistof kan...
Pagina 512 Volvo. let licht worden gebruikt. • Let erop dat het koelvloeistofmengsel Volvo adviseert u om contact op te nemen met altijd voor 50 % uit water en voor 50 % een erkende Volvo-werkplaats. uit koelvloeistof bestaat. Auto's met koudemiddel R134a •...
Pagina 513 Gerelateerde informatie Verwijder de rubber strip door deze in de • motorruimte te duwen. Serviceprogramma van Volvo (p. 496) U kunt de gloeilampen in de halogeenkoplamp zelf vervangen. Haal de pennen in de vier clips van de kunst- stof afdekking los door de pennen met een...
Pagina 514 Volvo-werkplaats te Achteruitrijlicht bezoeken. Achterlicht (led) Richtingaanwijzers (led) Dimlicht Mistachterlicht (led) Groot licht Remlicht - centraal, hoog geplaatst (LED) Dagrijlicht/stadslicht Lichtdiode (Light Emitting Diode) Neem bij vervangen contact op met een werkplaats. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 515 ONDERHOUD EN SERVICE Dimlichtlamp vervangen Gerelateerde informatie 7. Plaats de rubberen afdichting terug. • Dimlichtlamp vervangen (p. 513) U kunt de dimlichtlamp in de halogeenkoplamp Gerelateerde informatie • Langwerpige afdekking van lamphuis losne- zelf vervangen. • Lamp vervangen (p. 511) men (p.
Pagina 516 ONDERHOUD EN SERVICE Langwerpige afdekking van Grootlichtlamp vervangen Gerelateerde informatie lamphuis losnemen • Grootlichtlamp vervangen (p. 514) U kunt de grootlichtlamp in de halogeenkoplamp • Daglichtlamp/stadslichtlamp vóór vervangen De meeste lampen in de koplamp zijn bereikbaar zelf vervangen. (p. 515) als de langwerpige afdekking wordt verwijderd.
Pagina 517 ONDERHOUD EN SERVICE Daglichtlamp/stadslichtlamp vóór 5. Plaats de lamp in de lampvoet aan en draai 3. Vervang de gloeilamp. vervangen deze omlaag. U kunt de lamp op slechts één 4. Plaats de lamphouder in de lampvoet en druk manier bevestigen. U kunt de daglichtlamp/stadslichtlamp in de hem op zijn plaats.
Pagina 518 Voordat de wisserbladen in de servicestand hem op zijn plaats. worden gezet, moet u controleren of ze niet vastgevroren zijn. Gerelateerde informatie • Langwerpige afdekking van lamphuis losne- men (p. 514) • Lampspecificaties (p. 516) Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 519 ONDERHOUD EN SERVICE Wisserbladen vervangen Servicestand activeren Via ‘Instellingen’ Activering van de servicestand is mogelijk als de 1. Druk op Instellingen in het hoofdscherm op De wisserbladen vegen neerslag van de voor- en auto stilstaat en de ruitenwissers niet zijn inge- het middendisplay.
Pagina 520 ONDERHOUD EN SERVICE Wisserbladen achterruit vervangen Klap de wisserarm omhoog als deze in de servicestand staat. Druk op de knop die op de wisserbladhouder zit en trek het wisser- De wisserbladen zijn niet allebei even lang. blad evenwijdig aan de wisserarm los. 1.
Pagina 521 ONDERHOUD EN SERVICE Vulopening voor sproeiervloeistof Gerelateerde informatie Voorgeschreven kwaliteit: Door Volvo aanbevo- • len sproeiervloeistof, met antivries bij koud weer Wisserbladen in servicestand (p. 516) Om de koplampen en ruiten schoon te houden en onder het vriespunt. • Exterieur reinigen (p. 534) wordt sproeiervloeistof gebruikt.
Pagina 522 ONDERHOUD EN SERVICE Startaccu WAARSCHUWING Het elektrische systeem is enkelpolig en • De startaccu kan het zeer explosieve gebruikt het chassis en het motorblok als gelei- knalgas produceren. Eén enkele vonk, ders. veroorzaakt door een onjuiste aansluiting van een startkabel, kan volstaan om de De startaccu dient voor inschakeling van het accu tot ontploffing te brengen.
Pagina 523 ONDERHOUD EN SERVICE N.B. N.B. Als zowel de startaccu als de hybride-accu Hoe vaker de accu ontladen raakt, des te leeg zijn, moet u beide accu’s opladen. Het is minder lang gaat de accu mee. niet mogelijk om in een dergelijk geval alleen De levensduur van de accu wordt bepaald de hybride-accu op te laden.
Pagina 524 • Starthulp met andere accu (p. 366) Accu H8 AGM met spanband. • Hybride-accu (p. 523) Volvo adviseert om accu's altijd te laten vervan- • Hybride-accu opladen (p. 407) gen door een erkende Volvo-werkplaats. Bewaar accu’s buiten het bereik van kinderen.
Pagina 525 Hybride-accu opladen (p. 407) hybride-accu. • Startaccu (p. 520) Explosiegevaar. WAARSCHUWING Een hybride-accu mag alleen worden vervan- gen door de werkplaats. Een erkende Volvo- werkplaats wordt aanbevolen. Bestemd voor inzameling. Koelvloeistof Het koelsysteem van de hybride-accu is voorzien van een apart expansiereservoir. N.B.
Pagina 526 Als dezelfde zekering herhaaldelijk doorbrandt, betekent dit dat het bijbehorende onderdeel een Gerelateerde informatie Gerelateerde informatie storing vertoont. Volvo adviseert u om dan voor • Zekering vervangen (p. 524) • Zekeringen (p. 524) controle contact op te nemen met een erkende •...
Pagina 527 ONDERHOUD EN SERVICE Zekeringen in motorruimte De zekeringen in de motorruimte beschermen onder meer de motor- en remfuncties. Achterste gedeelte van de relais- en zekeringenhouder met de zekeringen 1-54.
Pagina 528 55-70 zijn van het type "Micro". van de klimaatregeling den van de automatische trans- • De zekeringen 14-17, 31-34, 38-45 en missie 71-78 zijn van het type "MCase" en moet u laten vervangen in een werkplaats Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 529 ONDERHOUD EN SERVICE Functie Functie Functie Regeleenheid voor de hybride- Elektrische voorruitverwarming* Shunt accu; Hoogspanningsomvormer links voor de gecombineerde hoog- Elektrische voorruitverwarming* spanningsgenerator/startmotor links met spanningsomvormer 500 V-12 V Koplampsproeiers* Ruitenwissers Omvormer voor het regelen van de voeding naar de elektromotor van de achteras Claxon Regeleenheid voor de hybride-...
Pagina 530 ONDERHOUD EN SERVICE Functie Functie Functie Elektrische voorruitverwarming* Shunt rechts Voeding bij ingeschakeld con- tact: Motorregeleenheid; Trans- Regeleenheid voor transmissie- missiecomponenten; Elektrische oliepomp Motorregeleenheid; Actuator; stuurbekrachtiging; Centrale Regeleenheid voor vacuümpomp Gasklepeenheid; Klep voor de elektronicaregeleenheid turbolader Actuator voor transmissie Motorgeluid exterieur (bepaalde Magneetkleppen;...
Pagina 531 "MCase" en moet u laten vervangen In de relais- en zekeringenhouder in de ruimte in een werkplaats motorruimte is tevens plaats voor enkele reser- vezekeringen. Bewegingsmelder* Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 532 ONDERHOUD EN SERVICE Functie Functie Functie Mediaspeler Middendisplay Portiermodule in portier rechts- achter Bestuurdersdisplay Ventilatormodule voor klimaatre- Zekeringen in bagageruimte geling voorin Knoppenset op middenconsole Regeleenheid voor Connected Zonnesensor Car; regeleenheid voor telematica Knopverlichting; interieurverlich- Portiermodule in portier linksach- ting; dimfunctie van achteruitkijk- spiegel*;...
Pagina 533 ONDERHOUD EN SERVICE Gerelateerde informatie Functie • Zekering vervangen (p. 524) Verwarming voorstoel bestuur- • Zekeringen in motorruimte (p. 525) derszijde • Zekeringen in bagageruimte (p. 532) Verwarming voorstoel passagiers- zijde Koelvloeistofpomp Portiermodule in portier linksvoor Actieve chassisregeling Four-C* Regeleenheid Sensus Portiermodule in portier rechts- voor Hoofdzekering voor zekeringen 53...
Pagina 534 "MCase" en moet u laten vervangen In de relais- en zekeringenhouder in de in een werkplaats motorruimte is tevens plaats voor enkele reser- Compressor voor luchtvering* vezekeringen. Elektrisch aangedreven verwar- ming rechtsachter Geadviseerd wordt een erkende Volvo-werkplaats. * Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Pagina 535 ONDERHOUD EN SERVICE Functie Functie Functie Elektrisch bedienbare bestuur- dersstoel* Elektrisch aangedreven verwar- Stoelverwarming rechtsachter * Module voor gordelspanners links ming linksachter Parkeercamera* Ampère Gerelateerde informatie • Elektrische achterklepbediening* Zekering vervangen (p. 524) • Zekeringen onder dashboardkastje (p. 529) Elektrisch bedienbare passagiers- •...
Pagina 536 Volvo-werkplaats. auto zal niet kunnen rollen. N.B. • Spoel het onderstel af.
Pagina 537 (p. 368) dat bij de Volvo-werkplaats verkrijgbaar is. Volg Remmen testen bij het gebruik van dit reinigingsmiddel de Trap zo nu en dan lichtjes op het rempedaal, als gebruiksvoorschriften nauwkeurig op.
Pagina 538 Alleen lakbehandelingen uitvoeren die door preparaten bevatten zowel poetsmiddel als was. De corrosiebescherming van de auto hoeft nor- Volvo geadviseerd worden. Andere behande- maal gesproken niet onderhouden te worden, lingen zoals lakconservering, verzegeling, maar door de auto schoon te houden, verkleint u bescherming, glansverzegeling e.d.
Pagina 539 Volvo-dealers verkrijgbaar is. Zorg dat de • Spuit reinigingsmiddelen nooit recht- nodig vaker) op te brengen. U kunt de Volvo Lea- gordel droog is, voordat deze weer wordt opge- streeks op componenten met elektrische ther Care Kit/Wipes kopen bij Volvo-dealers.
Pagina 540 Homeknop voor middendisplay. dient vloermatten te reinigen met de door de nia-oplossingen of schuren reinigingsmidde- 1. Schakel het middendisplay uit door lang op Volvo-dealer geadviseerde producten. len. de homeknop te drukken. Gerelateerde informatie Gebruikt nooit schurende poetsdoeken, 2.
Pagina 541 ONDERHOUD EN SERVICE Lakschade Lakschade herstellen Geringe lakschade herstellen Om roestvorming te voorkomen moet u lak- De lak vormt een belangrijk onderdeel van de Bij reparatie van lakschade moet de auto schoon schade direct herstellen. roestwering van de auto en moet daarom regel- en droog zijn en warmer zijn dan 15 °C.
Pagina 542 Krassen kunt u op de hierboven beschreven manier herstellen, maar dek ter bescherming de onbeschadigde lak rond de kras af. Bijwerkpennen en spuitbussen zijn verkrijgbaar bij de Volvo-dealer. N.B. Als de steenslag niet tot het metalen opper- vlak (blanke plaat) is doorgedrongen en er...
Pagina 543 SPECIFICATIES...
Pagina 544 Positie van stickers en plaatjes Wanneer u contact opneemt met uw erkende Volvo-werkplaats of vervangende onderdelen of accessoires wilt bestellen, kan het handig zijn om de typeaanduiding, het chassisnum- mer en het motornummer bij de hand te hebben.
Pagina 545 SPECIFICATIES Typeaanduiding, chassisnummer, maximaal Sticker A/C-systeem voor auto's met het Motorcode en serienummer van de motor. toelaatbaar gewicht, kleurcode voor lakwerk en koudemiddel R134a. typegoedkeuringsnummer. De sticker zit op de portierstijl en wordt bij het openen van het rech- ter achterportier zichtbaar. Sticker voor motorolie.
Pagina 546 SPECIFICATIES N.B. De in de gebruikershandleiding afgebeelde stickers hoeven niet per definitie overeen te komen met de stickers die in of op uw auto aanwezig zijn. De afbeeldingen zijn alleen bedoeld om aan te geven hoe de stickers er in grote lijnen uitzien en waar u ze ongeveer kunt aantreffen.
Pagina 547 SPECIFICATIES Maten In de tabel ziet u de maten van de auto wat de lengte, hoogte e.d. betreft. Maten Maten Maten Wielbasis 2984 Spoorbreedte vooras 1673 Spoorbreedte achteras 1675 Lengte 4950 1665 1667 Laadlengte, vloer, achterbank 2040 Spoorbreedte vooras 1676 Spoorbreedte achteras 1679 neergeklapt...
Pagina 548 SPECIFICATIES Maten Breedte 1923 1931 1958 Breedte incl. buitenspiegels 2140 Breedte incl. ingeklapte buiten- 2008 spiegels Van de tweede zitrij. Auto zonder luchtvering. Geldt voor wielen van 20, 21 en 22 inch. Geldt voor wielen van 19 inch. Auto met luchtvering. Carrosseriebreedte Breedte voor auto met wielen van 19 inch.
Pagina 549 SPECIFICATIES Gewichten N.B. Het maximale totaalgewicht staat aangegeven Het gedocumenteerde rijklare gewicht geldt op een sticker in de auto. voor een auto in de basisuitvoering, dus een auto zonder extra uitrusting of opties. Dat Inbegrepen bij het rijklaar gewicht zijn het houdt in dat voor elke optie die wordt toege- gewicht van de bestuurder, dat van de brandstof- voegd, de laadcapaciteit van de auto met het...
Pagina 550 SPECIFICATIES Trekgewicht en kogeldruk Max. gewicht geremde aanhanger Het trekgewicht en de kogeldruk voor het rijden N.B. met een aanhanger staan in de tabellen. Voor aanhangers/caravans zwaarder dan 1800 kg wordt een trillingsdemper op de trekhaak geadviseerd. Motor Versnellingsbak Max. gewicht geremde aanhanger (kg) Max.
Pagina 551 SPECIFICATIES Motorspecificaties De T8 Twin Engine wordt deels aangedreven door een benzinemotor en deels door een elek- De motorspecificaties (vermogen enz.) voor de trische aandrijving (ERAD – Electric Rear Axle verschillende motoralternatieven staan in de Drive). tabel. Motor Vermogen Vermogen Koppel Aantal cilinders Motorcode...
Pagina 552 SPECIFICATIES Specificaties van de motorolie De motoroliekwaliteit en de te hanteren hoeveel- heden voor de verschillende motoralternatieven staan in de tabel. Volvo adviseert: Motor Oliekwaliteit Hoeveelheid, incl. oliefilter Motorcode (liter) T8 Twin Engine B4204T35 Castrol Edge Professional V 0W-20 of VCC RBS0-2AE 0W-20 ca.
Pagina 553 Volvo adviseert: aan de motor gerelateerde onderdelen beschadigd raken. Volvo Cars wijst garantie- aanspraken voor dit type schade af. Volvo adviseert de olie in een erkende Volvo- werkplaats te laten verversen. Gerelateerde informatie • Specificaties van de motorolie (p. 550) •...
Pagina 554 Voorgeschreven kwaliteit: DOT 4 olie TG-81SC N.B. Geadviseerd wordt remvloeistof te laten ver- N.B. versen of bijvullen door een erkende Volvo- werkplaats. In normale rijomstandigheden hoeft de ver- snellingsbakolie niet te worden ververst. De waterkwaliteit dient te voldoen aan de norm STD 1285,1.
Pagina 555 SPECIFICATIES Brandstoftank - inhoud Specificaties van de airconditioning Sticker voor R1234yf De inhoud van de brandstof voor de verschil- De klimaatregeling van de auto maakt, afhanke- lende motoralternatieven staan in de tabel. lijk van de markt, gebruik van het koudemiddel R1234yf of R134a.
Pagina 556 SPECIFICATIES Toelichting symbolen R1234yf Verdamper WAARSCHUWING Symbool Betekenis In de installatie voor airconditioning zit koude- BELANGRIJK middel R134a onder druk. Service en repara- Voorzichtigheid betrachten tie aan het systeem mogen uitsluitend door Het is niet toegestaan de aircocondensor te een erkende werkplaats worden uitgevoerd. repareren of te vervangen door een gebruikte condensor.
Pagina 557 SPECIFICATIES Brandstofverbruik en CO2-uitstoot Combinatierit N.B. Als de gegevens over brandstofverbruik en Het brandstofverbruik voor een auto wordt Automatische versnellingsbak emissie ontbreken, staan deze in het bijgele- gemeten in liter per 100 km en de CO2-uitstoot verde supplement. in gram CO2 per km. de mogelijke actieradius van de Uitleg auto bij elektrische aandrijving (km)
Pagina 558 SPECIFICATIES • De grotere rolweerstand als u kiest voor gro- Gerelateerde informatie N.B. tere wielen dan de standaardwielen op de • Typeaanduidingen (p. 542) De capaciteit van de hybride accu neemt na basisuitvoering van het model. • Gewichten (p. 547) verloop van tijd en met het gebruik af, het- •...
Pagina 559 SPECIFICATIES Goedgekeurde bandenspanningswaarden De goedgekeurde bandenspanningen voor de verschillende motoralternatieven staan in de tabel. Motor Bandenmaat Snelheid Belading, 1–3 inzittenden Max. belading ECO-bandenspanning (km/h) Voor Achter Voor Achter Voor/achter (kPa) (kPa) (kPa) (kPa) (kPa) 235/55 R 19 Tot 160 275/45 R 20 T8 Twin Engine (B4204T35) 275/40 R 21 160 +...
Pagina 560 SPECIFICATIES Specificaties van de hybride-accu De hybride-accu (accu voor aandrijfmotor) wordt gebruikt voor aandrijving van de elektromotor bij ritten in de elektrische stand. Soort: Lithiumion Energiecapaciteit: 9,2 kWh. Gerelateerde informatie • Hybride-accu opladen (p. 407)
Pagina 561 ALFABETISCH REGISTER Achterbank Beperkingen 1, 2, 3 ... elektrische verwarming functie **** hellingshoek ruggedeelte aanpassen Symbolen en meldingen hoofdsteun Adaptieve bochtverlichting instappen/uitstappen Adaptieve cruisecontrol Klimaat 184, 186 functie langsverstelling inhalen ruggedeelten omklappen 136, 138 Radarsensor Temperatuur Aandrijflijn snelheid instellen 283, 284 Ventilator Versnellingsbak stand-bystand...
Pagina 562 bestuurderszijde media Automodem passagierszijde 68, 70 media spelen auto aansluiten op internet Telefoon Instellingen Airconditioning Autoberging Auto opnemen Airconditioning, vloeistof hoeveelheid en kwaliteit Autofuncties Autostatus op middendisplay Bandenspanning alarm beperkt alarmniveau Autogordel, zie Veiligheidsgordel Autoverzorging deactiveren Leren bekleding Automatische hervergrendeling Alarm Automatische rem automatische herinschakeling...
Pagina 563 profieldiepte Bestuurdersdisplay slijtage-indicator applicatiemenu spanning 470, 557 Informatie specifiek voor de hybride Camerasensor specificaties Meldingen Cd-speler Winterbanden Bestuurdersprestatie City Safety™ 318, 321, 323, 326 Bandenmaat 484, 492 BLIS 354, 355, 356 Claxon Banden oppompen Bluetooth Clean Zone Interior Package Bandenspanningscontrole aansluiten -uitstoot Kalibreren...
Pagina 564 CZIP (Clean Zone Interior Package) Drive-E Elektrisch systeem Milieubeleid Elektronische startblokkering Driver Alert Control Ethanolgehalte bediening max. 10 volumeprocent Etiketten DAB-radio Extra verwarming (Hulpverwarming) Dagrijlicht Dagteller op nul stellen ECO-bandenspanning Dagtellers Eerste hulp Dakbelasting, max. gewicht EHBO-kit Fietserdetectie Dashboardkastje Elektrisch bedienbare ruiten Flitskast Data resetten...
Pagina 565 Geïntegreerde stoelverhoger Hoge motortemperatuur Resetten inklappen Systeeminstellingen ® HomeLink uitklappen Instellingen herstellen Hoofdsteun Gelaagd glas Instrumenten, schakelaars en Hoogte lichtbundel koplampen aanpassen 142 Gereedschap 405, 490 bediening 92, 93 Hoogteregeling Gevarendriehoek Instrumentenoverzicht Houder voor boodschappentassen auto met stuur links Gewichten Hulpverwarming auto met stuur rechts rijklaar gewicht...
Pagina 566 temperatuurregeling Lading vervoeren ventilatieregeling algemene informatie Kachel zones bagageruimte hulpverwarming lange lading Klimaatregeling 180, 184 Standverwarming verankeringsogen Achterbank Katalysator middendisplay Lage accuspanning Bergen reparatie Startaccu Keuzehendelblokkering Klok, instellen kleurcode Kilometerstand Koelsysteem lakschade en herstel ervan Elektrische aandrijving oververhitting Lampen Kinderslot Koelvloeistof Lane Departure Warning - LDW 330, 332, Kinderveiligheid...
Pagina 567 Lichtbundel koplampen Meldingen BLIS Motorolie, bijvullen aanpassen Meldingen en symbolen Motoroliepeil controleren hoogteregeling Adaptieve cruisecontrol Motorrem, automatisch Lichtbundel koplampen aanpassen Collision Warning with Auto Brake Motorremregeling Lane Departure Warning LKA - Lane Keeping Aid 330, 332, 334 Motorruimte Metr., Imper., VS Loopvlak koelvloeistof Middenconsole...
Pagina 568 octaangetal PACOS (Passenger Airbag Cut Off Switch) 70 Queue Assist Olie, zie ook Motorolie 550, 551 Panoramadak openen en sluiten Ondergelopen weg Ventilatiestand Onderhoud zonnescherm roestwering Radarsensor PAP - Actieve parkeerhulp Ontdooien Beperkingen Park Assist 336, 338, 340 Ontgrendelen Radio functie 336, 338 met sleutelblad...
Pagina 569 Remlichten Rijstand Schakelstanden Automatische versnellingsbak Remmen Rijstanden antiblokkeerremsysteem, ABS Op bestuurdersdisplay sensoren automatisch bij stilstand Klimaat Ritstatistiek noodremlichten Luchtkwaliteit Ritten op lage snelheden parkeerrem 383, 385 Sensus Roestwering remkrachtverhoging, BAS aansluiting en entertainment Remlichten Roll Stability Control Serviceprogramma remsysteem RSC-systeem (Roll Stability Control) Servicestand Remstand Rugleuning...
Pagina 570 Spiegels Startaccu Storingzoeken buiten- overbelasting Adaptieve cruisecontrol Spin control Startblokkering Stroombesparingsfunctie Spraakherkenning Starten met hulpaccu Stuurkracht, snelheidsafhankelijk Instellingen Steenslagplekken en krassen Stuurkrachtniveau, zie Stuurkracht kaartnavigatie Stembediening Stuurpaddle Klimaat Stickers Stuurpaddles radio en media Telefoon Stoel, zie Stoelen en achterbank Stuurslotfout Sproeien voorruit Stoelen en achterbank Stuurwiel...
Pagina 571 Trekhaak Veiligheidsgordel in- en uitklapbaar gordelspanner Tanken specificaties gordelwaarschuwing Bijvullen omdoen/afdoen Trillingsdemper zwangerschap Telefoon TSA, Trailer Stability Assist 267, 404 aansluiten Veiligheidsrek Tunneldetectie Displaymelding Velg, maten Twin Engine Gesprek Velgen algemene informatie spraakherkenning Reinigen Symbolen en meldingen Temperatuur Ventilatie 196, 197 Typeaanduidingen gevoels- Stoelen en achterbank...
Pagina 572 Koplamphoogteregeling Lage oliedruk Vloeistoffen en oliën 552, 553 mistachterlicht parkeerrem ingeschakeld Stadslicht Volgtijd instellen startaccu wordt niet opgeladen Verlichting display Volvo ID storing in remsysteem Verlichting instrumentenpaneel Waarschuwing Voorruit verlichting van bedieningselementen elektrische verwarming Waarschuwingssymbolen Verlichting, gloeilampen vervangen geprojecteerd beeld veiligheid dagrijlicht/stadslichten vóór...
Pagina 573 Wielen en banden Zuinigheid lastindex en snelheidsklasse Zuinig rijden Wiel vervangen Wifi auto aansluiten op internet internetaansluiting delen, hotspot netwerk verwijderen techniek en veiligheid Winterbanden Wisserblad Servicestand vervangen Wissers en -sproeiers Zekeringen algemene informatie in bagageruimte in motorruimte onder het dashboardkastje vervangen Zekeringenkastje Zonneklep...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Xc90 twin engine 2016

Volvo XC90 Twin Engine 2015 Gebruikershandleiding

Quick Links

Gerelateerde Handleidingen voor Volvo XC90 Twin Engine 2015

Samenvatting van Inhoud voor Volvo XC90 Twin Engine 2015

Deze handleiding is ook geschikt voor: