een autotrein of een veerverbinding, moet u de
bewegingsmelder en de niveausensoren tijdelijk
deactiveren. De te volgen procedure is identiek
aan die bij tijdelijke uitschakeling van de Safe-
lock-functie. Dit kan vanaf het functiescherm van
het middendisplay door te drukken op
bescherming
.
Zie voor meer informatie paragraaf "Safelock-
functie".
Gerelateerde informatie
•
Automatische activering/heractivering van
het alarm (p. 263)
•
Alarm deactiveren zonder werkende trans-
pondersleutel (p. 263)
•
Safelock-functie (p. 244)
28
Optie op bepaalde markten.
Optie op bepaalde markten.
31
Automatische activering/
heractivering van het alarm
De automatische heractivering van het alarm
voorkomt dat u de auto verlaat zonder het alarm-
systeem uit te schakelen.
Minder
Als u geen van de portieren noch de achterklep
binnen twee minuten na uitschakeling van het
alarm opent wanneer de auto met de transpon-
dersleutel ontgrendeld (en het alarm gedeacti-
veerd) is, wordt het alarm automatisch opnieuw
ingeschakeld. De auto wordt bovendien opnieuw
vergrendeld.
Op bepaalde markten vindt automatische herin-
schakeling van het alarm plaats, als u na het ope-
nen en sluiten van het bestuurdersportier vergeet
te vergrendelen.
Gerelateerde informatie
•
Alarm (p. 261)
•
Alarm deactiveren zonder werkende trans-
pondersleutel (p. 263)
Alarm deactiveren
28
werkende transpondersleutel
Ook als de transpondersleutel niet werkt, bij-
voorbeeld als de batterij leeg is, kan de auto
worden ontgrendeld en kan het alarmsysteem
worden gedeactiveerd.
1. Open het bestuurdersportier met het
afneembare sleutelblad.
> Het alarm gaat af.
Positie back-uplezer in bekerhouder.
2. Plaats de transpondersleutel in de back-
uplezer, die in de bekerhouder van de tunnel-
console zit.
3. Draai de startknop naar START en laat de
knop los.
> Het alarm wordt uitgeschakeld.
SLOTEN EN ALARM
31
zonder
}}
263