RIJHULP
Beperkingen van de radareenheid
De radareenheid kent een aantal beperkingen,
die ook beperkingen met zich meebrengen voor
de functies die gebruik maken van de eenheid.
Geblokkeerde eenheid
Het gemarkeerde gebied moet vrij blijven van stickers,
voorwerpen, enz.
Oorzaak
Het voorruitoppervlak vóór de camera- en radareenheid is vuil of bedekt met
sneeuw of ijs.
Dichte mist en zware regen- of sneeuwval blokkeren de radarsignalen of het
zicht van de camera.
302
De radareenheid zit aan de binnenkant op het
bovenste deel van de voorruit, samen met de
cameraeenheid van de auto.
BELANGRIJK
Plaats, plak of monteer niets aan de buiten-
of binnenkant van de voorruit, vóór of rond de
camera- en radareenheid - dat kan de op de
camera en radar gebaseerde functies versto-
ren.
Als op het bestuurdersdisplay dit sym-
bool en de melding
Voorruitsensor
Sensor afgedekt, zie handleiding
verschijnen, betekent dit dat de
camera- en radareenheid geen voorliggers kan
ontdekken.
Maatregel
Ontdoe het voorruitoppervlak vóór de camera- en radareenheid van vuil,
sneeuw en ijs.
Valt niets aan te doen. Bij hevige neerslag werkt de eenheid soms niet.
In de volgende tabel staan voorbeelden van
mogelijke oorzaken van het verschijnen van de
melding en passende maatregelen: