•
Controleer regelmatig of de lastdragers en
de lading goed vastzitten. Zet de lading ste-
vig vast met sjorbanden.
•
Verdeel het gewicht van de lading gelijkmatig
over de lastdragers. Leg de zwaarste voor-
werpen onderop.
•
Naarmate u meer lading op het dak vervoert,
vangt de auto meer wind en neemt het
brandstofverbruik toe.
•
Rijd rustig. Trek bij voorkeur niet te snel op,
rem niet te hard en maak niet te scherpe
bochten.
WAARSCHUWING
Bij het vervoer van lading op het dak ver-
schuift het zwaartepunt en treden er wijzigin-
gen op in de rijeigenschappen van de auto.
Lees meer over de toelaatbare dakbelasting
in het gedeelte over Gewichten.
Gerelateerde informatie
•
Verankeringsogen (p. 225)
•
Veiligheidsrek* (p. 230)
•
Bagagenet (p. 228)
•
Bagagerolhoes (p. 226)
•
Gewichten (p. 547)
•
Achterbank (p. 132)
Verankeringsogen
De inklapbare verankeringsogen in de bagage-
ruimte gebruikt u om bagagebanden aan vast te
zetten.
WAARSCHUWING
Harde, scherpe en/of zware voorwerpen die
liggen of uitsteken kunnen bij krachtig afrem-
men letsel veroorzaken.
Zet grote en zware voorwerpen altijd met de
veiligheidsgordel of een spanband vast.
Gerelateerde informatie
•
Bagage vervoeren (p. 223)
•
Veiligheidsrek* (p. 230)
•
Bagagenet (p. 228)
•
Draagtashouders (p. 225)
•
Bagagerolhoes (p. 226)
LAAD- EN OPBERGMOGELIJKHEDEN
Draagtashouders
Met de draagtashouders en de elastische band
kunt u draagtassen vastzetten om te voorkomen
dat ze omvallen en de inhoud op de vloer van de
bagageruimte terechtkomt.
Onder het vloerluik
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
}}
225