Inleiding
SFAVM
Schakelpatroon genaamd Stator Flux Asynchrone Vector-
modulatie (parameter 14-00 Schakelpatroon).
Slipcompensatie
De frequentieregelaar compenseert voor het slippen van
de motor door verhoging van de frequentie op basis van
de gemeten motorbelasting, waardoor het motortoerental
vrijwel constant wordt gehouden.
SLC
De SLC (Smart Logic Control) is een reeks door de
gebruiker gedefinieerde acties die wordt uitgevoerd
wanneer de bijbehorende, door de gebruiker gedefinieerde
gebeurtenis door de SLC wordt geëvalueerd als true. (Zie
hoofdstuk 3.12 Parameters 13-** Smart Logic).
STW
Statuswoord.
Standaard FC-bus
Omvat een RS485-bus met FC-protocol of MC-protocol. Zie
parameter 8-30 Protocol.
THD
Total Harmonic Distortion – geeft de totale harmonische
vervorming aan.
Thermistor
Een temperatuurafhankelijke weerstand die op de frequen-
tieregelaar of motor wordt aangebracht.
Uitschakeling (trip)
Een toestand die zich voordoet in foutsituaties,
bijvoorbeeld als de frequentieregelaar te maken heeft met
overtemperatuur of wanneer de frequentieregelaar de
motor, het proces of het mechanisme beschermt. De
frequentieregelaar voorkomt een herstart totdat de
oorzaak van de fout is weggenomen. Hef de uitschakeling
(trip) op door de frequentieregelaar opnieuw te starten.
Gebruik de uitschakeling (trip) niet voor persoonlijke
veiligheid.
Uitschakeling met blokkering
De frequentieregelaar gaat in foutsituaties naar deze
toestand om zichzelf te beschermen. Er moet fysiek
worden ingegrepen in de frequentieregelaar, bijvoorbeeld
bij kortsluiting op de uitgang. Een uitschakeling met
blokkering kan alleen worden opgeheven door de
netvoeding te onderbreken, de oorzaak van de fout weg te
nemen en de frequentieregelaar opnieuw aan te sluiten op
het net. Een herstart is niet mogelijk totdat de uitschakel-
ingsstatus is opgeheven door het activeren van de reset of,
in sommige gevallen, doordat een automatische reset is
geprogrammeerd. Gebruik de uitschakeling met blokkering
niet voor persoonlijke veiligheid.
VT-karakteristieken
Variabel-koppelkarakteristieken die worden gebruikt voor
pompen en ventilatoren.
MG20OB10
Programmeerhandleiding
+
VVC
In vergelijking met een standaardregeling van de
spanning-frequentieverhouding zorgt Voltage Vector
Control (VVC
stabiliteit, zowel bij een wijziging van de toerentalrefe-
rentie als met betrekking tot het belastingskoppel.
60° AVM
60° asynchrone vectormodulatie (parameter 14-00 Schakel-
patroon).
Arbeidsfactor
De arbeidsfactor is de verhouding tussen I
Arbeids− factor =
De arbeidsfactor voor 3-faseregeling:
Arbeids− factor =
De arbeidsfactor geeft aan in hoeverre een frequentiere-
gelaar de netvoeding belast.
Hoe lager de arbeidsfactor, hoe hoger de I
dezelfde kW-prestatie.
I
= I
RMS
Bovendien betekent een hoge arbeidsfactor dat de
verschillende harmonische stromen zwak zijn.
De DC-spoelen in de frequentieregelaar zorgen voor een
hoge arbeidsfactor, waardoor de belasting op de
netvoeding wordt geminimaliseerd.
Doelpositie
De uiteindelijke doelpositie zoals gespecificeerd door
positioneringscommando's. De profielgenerator gebruikt
deze positie om het snelheidsprofiel te berekenen.
Aangegeven positie
De huidige positiereferentie die door de profielgenerator is
berekend. De frequentieregelaar gebruikt de aangegeven
positie als setpoint voor positie PI.
Huidige positie
De huidige positie van een encoder, of een waarde die de
motorregeling berekent in een regeling zonder terugkop-
peling. De frequentieregelaar gebruikt de huidige positie
als terugkoppeling voor positie PI.
Positiefout
Positiefout is het verschil tussen de huidige positie en de
aangegeven positie. De positiefout is de invoer voor de
positie-PI-regelaar.
Positie-eenheid
De fysieke eenheid voor positiewaarden.
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
+
) voor betere dynamische prestaties en
3 x U x I
cosϕ
1
3 x U x I
RMS
I
I1 x cosϕ1
1
=
aangezien cosϕ1 = 1
I
I
RMS
RMS
2
2
2
2
+ I
+ I
+ .. + I
1
5
7
n
1
en I
.
1
RMS
voor
RMS
7
1