Parameterbeschrijving
5-41 Aan-vertr., relais
Array [20]
Range:
0.01 s
*
3
3
Afbeelding 3.29 Aan-vertr., relais
5-42 Uit-vertr., relais
Array [20]
Range:
0.01 s
*
98
Functie:
[0.01 - 600 s] Stel de vertraging voor de inscha-
keltijd van het relais in. Selecteer 1
van de 2 interne mechanische relais
in een arrayfunctie. Zie
parameter 5-40 Functierelais voor
meer informatie.
Functie:
[0.01 - 600 s] Stel de vertragingstijd voor uitscha-
keling van het relais in. Selecteer 1
van de 2 interne mechanische relais
in een arrayfunctie. Zie
parameter 5-40 Functierelais voor
meer informatie. Als de conditie
voor de geselecteerde gebeurtenis
verandert voordat de timer voor de
in- of uitschakelvertraging is
verstreken, blijft de relaisuitgang
ongewijzigd.
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
AQUA Drive FC 202
Afbeelding 3.30 Uit-vertr., relais
Als de conditie voor de geselecteerde gebeurtenis
verandert voordat de timer voor de in- of uitschakelver-
traging is verstreken, blijft de relaisuitgang ongewijzigd.
3.7.5 5-5* Pulsingang
De pulsingangparameters worden gebruikt om een
geschikt raamwerk te definiëren voor de pulsreferenties
door de schaling en filterinstellingen voor de pulsingangen
in te stellen. Ingangsklem 29 of 33 werkt als frequentiere-
ferentie-ingang. Stel klem 29 (parameter 5-13 Klem 29
digitale ingang) of klem 33 (parameter 5-15 Klem 33 digitale
ingang) in op [32] Pulsingang. Als klem 29 wordt gebruikt
als ingang, moet u parameter 5-02 Klem 29 modus instellen
op [0] Ingang.
Afbeelding 3.31 Pulsingang
5-50 Klem 29 lage freq.
Range:
100 Hz
*
Functie:
[0 - 110000
Stel in parameter 5-52 Klem 29 lage
Hz]
ref./terugk. waarde de lage
begrenzing in voor de frequentie
die overeenkomt met het lage
toerental van de motoras (dat wil
zeggen de lage referentiewaarde).
Zie Afbeelding 3.31 in deze sectie.
MG20OB10