Parameterbeschrijving
20-73 Min. terugk.niveau
Range:
Functie:
-999999
[ -999999.999
Geef het minimaal toegestane
ProcessCtrl
- par. 20-74
terugkoppelingsniveau op in de
Unit
ProcessCtrlUnit
eenheid die is geselecteerd in
*
]
parameter 20-12 Referentie/
terugk.eenheid. Als het niveau lager
wordt dan de in
parameter 20-73 Min. terugk.niveau
ingestelde waarde, wordt het
autotuningproces afgebroken en
verschijnt er een foutmelding op
het LCP.
20-74 Max. terugk.niveau
Range:
Functie:
999999
[ par. 20-73 -
Geef het maximaal toegestane
ProcessCtrl
999999.999
terugkoppelingsniveau op in de
Unit
ProcessCtrlUnit
eenheid die is geselecteerd in
*
]
parameter 20-12 Referentie/
terugk.eenheid. Als het niveau hoger
wordt dan de in
parameter 20-74 Max. terugk.niveau
ingestelde waarde, wordt het
autotuningproces afgebroken en
verschijnt er een foutmelding op
het LCP.
20-79 PID autotuning
Option:
Functie:
Deze parameter start het autotu-
ningproces. Wanneer het
automatisch afstellen met succes is
voltooid en de instellingen door de
gebruiker zijn geaccepteerd via [OK]
of zijn afgewezen via [Cancel],
wordt deze parameter teruggezet
op [0] Uitgesch.
[0]
Disabled
*
[1]
PID
Schakelt PID autotuning in.
[2]
Smart Process
Maakt autotuning op basis van een
slimme procesregeling mogelijk.
Hierbij wordt automatisch het
meest geschikte regelprincipe (PID
of DRC) geselecteerd.
[3]
DRC
Deze optie wordt ingeschakeld
door SPC autotuning. Wordt
gewoonlijk niet gebruikt als
handmatige optie.
MG20OB10
Programmeerhandleiding
3.17.4 20-8* PID-basisinstell.
Deze parametergroep wordt gebruikt voor het
configureren van de basiswerking van de PID-regelaar,
waaronder:
•
•
•
20-81 PID normaal/inv regeling
Option:
[0]
*
[1]
20-82 PID startsnelheid [tpm]
Range:
Size
related
*
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
Reactie op terugkoppeling boven of onder het
setpoint.
Het toerental waarbij de regelaar gaat werken.
Het punt waarbij wordt aangegeven dat het
systeem het setpoint heeft bereikt.
Functie:
Normaal
De uitgangsfrequentie van de
frequentieregelaar wordt verlaagd
wanneer de terugkoppeling hoger
is dan de setpointreferentie. Dit
gedrag is gebruikelijk voor toepas-
singen met drukgestuurde
toevoerventilatoren en pompen.
geïnverteerd
De uitgangsfrequentie van de
frequentieregelaar wordt verhoogd
wanneer de terugkoppeling hoger
is dan de setpointreferentie.
Functie:
LET OP
[ 0 - par. 4-13
RPM]
Deze parameter is alleen
zichtbaar als
parameter 0-02 Eenh. motortoe-
rental is ingesteld op [0] TPM.
Wanneer de frequentieregelaar voor
de eerste keer wordt opgestart,
loopt hij eerst in de modus zonder
terugkoppeling op basis van de
actieve aanlooptijd aan tot deze
uitgangssnelheid. Wanneer de
geprogrammeerde uitgangssnelheid
is bereikt, schakelt de frequentiere-
gelaar automatisch over naar de
modus met terugkoppeling en
treedt de PID-regelaar in werking.
Dat is nuttig voor toepassingen
waarbij na het opstarten snel moet
worden versneld naar een
minimumtoerental.
3
3
197