Parameterbeschrijving
3.14.3 Servicelogboek
De servicelogfunctionaliteit slaat gedetailleerde
loggegevens van een interval van 5 seconden op wanneer
bepaalde alarmen zich voordoen. Servicetechnici kunnen
3
3
deze gegevens analyseren om problemen te verhelpen en
de frequentieregelaar te optimaliseren.
De frequentieregelaar kan maximaal 24 servicelogs opslaan
in het flashgeheugen.
De lijst met alarmen die een servicelogrecord triggeren, is
te vinden in hoofdstuk 3.14.6 Alarmen die een servicelo-
grecord triggeren. Toepassingsspecifieke uitschakelingen/
alarmen, zoals Safe Torque Off, triggeren geen servicelo-
grecord.
Steekproeffrequentie
Er zijn 2 periodes met verschillende steekproeffrequenties:
•
Langzame steekproeven: 20 steekproeven met
een frequentie van 250 ms, wat resulteert in een
geschiedenis van 5 s voorafgaand aan een
uitschakeling (trip).
•
Snelle steekproeven: 50 steekproeven met een
frequentie van 5 ms, wat resulteert in een
geschiedenis van 250 ms voorafgaand aan een
uitschakeling (trip).
LET OP
Gebruik de realtimeklokmodule om de tijdstempel van
de realtimeklok (RTC) in te schakelen. Als er geen realti-
meklok beschikbaar is, wordt de bedrijfstijd in
parameter 15-32 Alarmlog: tijd vastgelegd.
De servicelog bevat de elementen die in Tabel 3.23 worden
weergegeven.
#
Alarmloggegevens
1
Tijd van uitschakeling
(1 van de waarden):
•
prioritaire realti-
meklok (als die
beschikbaar is);
•
prioritaire
bedrijfstijd (als er
geen RTC
beschikbaar is).
2
Alarmcode
3
Frequentie
4
Toerental (tpm)
5
Referentie (%)
7
DC-link spanning
9
Stroom motorfase U
170
®
VLT
AQUA Drive FC 202
Parameternummer
Parameter 0-89 Uitlezing datum en
tijd of parameter 15-32 Alarmlog: tijd
Parameter 15-30 Alarmlog: foutcode
Parameter 16-13 Frequentie
Parameter 16-17 Snelh. [RPM]
Parameter 16-02 Referentie %
Parameter 16-30 DC-aansluitsp.
Parameter 16-45 Motor Phase U
Current
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
#
Alarmloggegevens
Parameternummer
10 Stroom motorfase V
Parameter 16-46 Motor Phase V
Current
11 Stroom motorfase W
Parameter 16-47 Motor Phase W
Current
12 Spanning motorfase
Parameter 16-12 Motorspanning
15 Stuurwoord
Parameter 16-00 Stuurwoord
16 Statuswoord
Parameter 16-03 Statuswoord
Tabel 3.23 Serviceloggegevens
3.14.4 De servicelog wissen
Het flashgeheugen kan maximaal 24 records bevatten. Wis
het geheugen van de servicelog als u meer logs wilt
opslaan.
Om de servicelog te wissen:
1.
Selecteer in parameter 14-22 Bedrijfsmodus de
optie [5] Clear service logs (Servicelogs wissen).
2.
Schakel de voeding naar de frequentieregelaar af
en weer in. Het wissen van de servicelog verlengt
de inschakeltijd met ongeveer 1 s.
Sla de servicelogrecords met behulp van de MCT 10
setupsoftware op voordat u de servicelogs wist.
Wis de servicelog na een inbedrijfstelling om alle alarmen
te wissen die zich tijdens het testen hebben voorgedaan.
Servicelogindicatie
Parameter 16-42 Service Log Counter toont het aantal
servicelogs dat in het geheugen is opgeslagen.
De frequentieregelaar geeft een vol serviceloggeheugen
op 1 van de volgende manieren aan:
•
Het LCP toont de melding:
Clear logs Service log full (Wis logs Servicelog
vol): 28 [M26]
•
Bit 25 in parameter 16-96 Onderhoudswoord wordt
hoog (0x2000000).
Het serviceloggeheugen wordt niet gewist door het
uitvoeren van een initialisatie van de frequentieregelaar.
MG20OB10