Parameterbeschrijving
14-22 Bedrijfsmodus
Option:
Functie:
Afbeelding 3.54 Bedrading
stuurkaarttest
[2]
Initialisatie
Zet alle parameterwaarden terug op
de standaardinstelling, met uitzon-
dering van:
De frequentieregelaar wordt bij de
eerstvolgende inschakeling gereset.
Hierbij wordt ook
Parameter 14-22 Bedrijfsmodus
teruggezet op de standaardin-
stelling [0] Normaal bedrijf.
[3]
Bootmodus
[5]
Clear service
logs
14-24 Uitsch.vertr. bij stroombegr.
Range:
Functie:
60 s
[0 - 60 s]
Stel de uitschakelvertraging bij
*
stroombegrenzing in, in seconden.
Wanneer de uitgangsstroom de
stroombegrenzing
(parameter 4-18 Stroombegr.) bereikt,
wordt er een waarschuwing
gegenereerd. De frequentieregelaar
wordt uitgeschakeld als de stroom-
begrenzingswaarschuwing continu
aanwezig is gedurende de tijd die
in deze parameter is ingesteld. Stel
de parameter in op 60 s om zonder
MG20OB10
Programmeerhandleiding
•
(18, 27 en 32)
•
(19, 29 en 33)
•
(42, 53 en 54)
12
13
18
19
27
29
32
33 20
37
39 42
50
53
54
55
•
Parameter 15-03 Inschake-
lingen.
•
Parameter 15-04 x
Overtemp..
•
Parameter 15-05 x
Overspann..
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
14-24 Uitsch.vertr. bij stroombegr.
Range:
Functie:
uitschakeling (trip) continu op de
stroombegrenzingswaarde te
werken. De thermische bewaking
van de frequentieregelaar blijft
actief.
14-25 Uitsch.vertr. bij Koppelbegr.
Range:
Functie:
60 s
[0 - 60 s]
Stel de uitschakelvertraging bij
*
koppelbegrenzing in, in seconden.
Wanneer het uitgangskoppel de
koppelbegrenzingen
(parameter 4-16 Koppelbegrenzing
motormodus en
parameter 4-17 Koppelbegrenzing
generatormodus) bereikt, wordt er
een waarschuwing gegenereerd. De
frequentieregelaar wordt
uitgeschakeld als de koppelbegren-
zingswaarschuwing continu
aanwezig is gedurende de tijd die
in deze parameter is ingesteld.
Schakel de uitschakelvertraging uit
door de parameter in te stellen op
60 s = UIT. De thermische bewaking
van de frequentieregelaar blijft
actief.
14-26 Uitschakelvertraging bij inverterfout
Range:
Functie:
Size
[0 - 35 s]
Als de frequentieregelaar binnen de
related
ingestelde tijd een overspanning
*
detecteert, wordt hij na het
verstrijken van deze tijd
uitgeschakeld.
3.13.4 14-3* Stroombegr. reg.
De frequentieregelaar is uitgerust met een ingebouwde
stroombegrenzingsregelaar die wordt geactiveerd als de
motorstroom, en daarmee dus het koppel, hoger is dan de
koppelbegrenzingen die zijn ingesteld in
parameter 4-16 Koppelbegrenzing motormodus en
parameter 4-17 Koppelbegrenzing generatormodus.
Wanneer de stroomgrens wordt bereikt tijdens motor- of
generatorwerking probeert de frequentieregelaar het
koppel zo snel mogelijk te verlagen tot onder de vooraf
ingestelde koppelbegrenzingen, zonder de controle over
de motor te verliezen.
Terwijl de stroombegrenzing actief is, kan de frequentiere-
gelaar uitsluitend worden gestopt door middel van een
digitale ingang die is ingesteld op [2] Vrijloop geïnv. of [3]
Vrijloop & reset inv. Een signaal op de klemmen 18-33
3
3
161