Parameterbeschrijving
8-08 Uitlezing filteren
Gebruik deze functie als de uitlezingen van de snelheidsterug-
koppeling op de veldbus fluctueren. Schakel de filtering in als
deze functie vereist is. Een wijziging wordt pas actief nadat de
regelaar uit- en weer ingeschakeld is.
Option:
Functie:
[0]
Motordata
Normale veldbusuitlezingen.
std.filt.
[1]
Motordata LP-
Gefilterde veldbusuitlezingen van
filter
de volgende parameters:
3.9.2 8-1* Stuurwoordinst.
8-10 Stuurwoordprofiel
Stel in op basis van welke geïnstalleerde veldbus de stuur- en
statuswoorden moeten worden geïnterpreteerd. Op het LCP
worden alleen de opties weergegeven die relevant zijn voor de
geïnstalleerde veldbus in sleuf A. Raadpleeg de design guide van
het betreffende product voor aanwijzingen voor het selecteren
van [0] FC-profiel of [1] PROFIdrive-profiel. Raadpleeg de installatie-
handleiding voor de geïnstalleerde veldbus voor extra
aanwijzingen voor het selecteren van [1] PROFIdrive-profiel, [5]
ODVA en [7] CANopen DSP 402.
Option:
Functie:
[0]
FC-profiel
*
[1]
PROFIdrive-
profiel
[5]
ODVA
Alleen beschikbaar voor VLT
DeviceNet MCA 104 en VLT
EtherNet/IP MCA 121.
[7]
CANopen DSP
402
8-13 Instelbaar statuswoord STW
Deze parameter maakt de configuratie van bit 12-15 in het
statuswoord mogelijk.
Array [16]
Option:
Functie:
[0]
Geen functie
MG20OB10
Programmeerhandleiding
•
Parameter 16-10 Verm.
[kW].
•
Parameter 16-11 Verm. [pk].
•
Parameter 16-12 Motorspan
ning.
•
Parameter 16-14 Motorstroo
m.
•
Parameter 16-16 Koppel
[Nm].
•
Parameter 16-17 Snelh.
[RPM].
•
Parameter 16-22 Koppel
[%].
®
®
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
8-13 Instelbaar statuswoord STW
Deze parameter maakt de configuratie van bit 12-15 in het
statuswoord mogelijk.
Array [16]
Option:
Functie:
[1]
Std. profiel
De functie komt overeen met het
*
standaardprofiel dat is geselecteerd
in parameter 8-10 Stuurwoordprofiel.
[2]
Alleen alarm
Alleen in te stellen als alarm 68,
68
Veilige stop optreedt.
[3]
Trip muv
In te stellen als er een uitschakeling
alarm 68
(trip) optreedt, tenzij alarm 68,
Veilige stop eveneens is ingesteld
om de uitschakeling (trip) uit te
voeren.
[10]
T18 DI-status
De bit geeft de status van klem 18
weer.
0 geeft aan dat de uitgang laag is.
1 geeft aan dat de uitgang hoog is.
[11]
T19 DI-status
De bit geeft de status van klem 19
weer.
0 geeft aan dat de uitgang laag is.
1 geeft aan dat de uitgang hoog is.
[12]
T27 DI-status
De bit geeft de status van klem 27
weer.
0 geeft aan dat de uitgang laag is.
1 geeft aan dat de uitgang hoog is.
[13]
T29 DI-status
De bit geeft de status van klem 29
weer.
0 geeft aan dat de uitgang laag is.
1 geeft aan dat de uitgang hoog is.
[14]
T32 DI-status
De bit geeft de status van klem 32
weer.
0 geeft aan dat de uitgang laag is.
1 geeft aan dat de uitgang hoog is.
[15]
T33 DI-status
De bit geeft de status van klem 33
weer.
0 geeft aan dat de uitgang laag is.
1 geeft aan dat de uitgang hoog is.
[16]
T37 DI-status
De bit geeft de status van klem 37
weer.
0 geeft aan dat klem 37 laag is
(Safe Torque Off).
1 geeft aan dat klem 37 hoog is
(normaal).
[20]
CTW Timeout
Toggle Inverse
[21]
Therm.
Een thermische waarschuwing
waarsch.
wordt gegeven als de temperatuur-
begrenzing in de motor,
frequentieregelaar, remweerstand of
thermistor is overschreden.
3
3
117