Parameters 9-** Profibus; Parameters 10-** Can-Veldbus - Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
- Handleiding (204 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (170 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (94 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Parameterbeschrijving
3.10 Parameters 9-** PROFIBUS
®
Zie de VLT
PROFIBUS DP MCA 101 Programming Guide voor
een beschrijving van de PROFIBUS-parameters.
3.11 Parameters 10-** CAN-veldbus
3.11.1 10-0* Alg. instellingen
10-00 CAN-protocol
Option:
Functie:
LET OP
[1]
DeviceNet
*
De parameteropties zijn
afhankelijk van de geïnstal-
leerde optie.
Geef het actieve CAN-protocol weer.
10-01 Gesel. baudsnelh.
Option:
Functie:
Selecteer de overdrachtssnelheid
voor de veldbus. De selectie moet
overeenkomen met de overdrachts-
snelheid van de master en de
andere veldbusnodes.
[16]
10 kbps
[17]
20 kbps
[18]
50 kbps
[19]
100 kbps
[20]
125 kbps
[21]
250 kbps
[22]
500 kbps
[23]
800 kbps
[24]
1000 kbps
10-02 MAC ID
Range:
Functie:
Size
[ 0 - 63 ]
Selecteer het stationadres. Elk
related
station dat is aangesloten op
*
hetzelfde DeviceNet-netwerk, moet
een uniek adres bevatten.
10-05 Uitlez. zend-foutenteller
Range:
Functie:
0
[0 - 255 ]
Geef het aantal zendfouten van de
*
CAN-regelaar sinds de laatste
inschakeling weer.
10-06 Uitlez. ontvangst-foutenteller
Range:
Functie:
0
[0 - 255 ]
Geef het aantal ontvangstfouten
*
van de CAN-regelaar sinds de
laatste inschakeling weer.
MG20OB10
Programmeerhandleiding
10-07 Uitlez. bus-uit-teller
Range:
0
*
3.11.2 10-1* DeviceNet
10-10 Procesdata typeselectie
Option:
[0]
[1]
[2]
[3]
[6]
10-11 Procesdata config. schrijven
Option:
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
[0 - 255 ]
Geef het aantal bus-uit-gebeurte-
nissen sinds de laatste inschakeling
weer.
Functie:
Selecteer de instance (het telegram)
voor dataoverdracht. De
beschikbare instances zijn
afhankelijk van de instelling van
parameter 8-10 Stuurwoordprofiel.
Wanneer
parameter 8-10 Stuurwoordprofiel is
ingesteld op [0] FC-profiel, zijn in
parameter 10-10 Procesdata typese-
lectie de opties [0] GEVAL 100/150
en [1] GEVAL 101/151 beschikbaar.
Wanneer
parameter 8-10 Stuurwoordprofiel is
ingesteld op [5] ODVA, zijn in
parameter 10-10 Procesdata typese-
lectie de opties [2] GEVAL 20/70 en
[3] GEVAL 21/71 beschikbaar.
Instance 100/150 en 101/151 zijn
specifiek voor Danfoss. Instance
20/70 en 21/71 zijn ODVA-
specifieke AC-motorprofielen.
Raadpleeg de VLT
104 Installation Guide voor aanwij-
zingen over het selecteren van
telegrammen.
LET OP
Een wijziging van deze
parameter wordt onmiddellijk
uitgevoerd.
GEVAL
100/150
GEVAL
101/151
GEVAL 20/70
GEVAL 21/71
INSTANCE
102/152
Functie:
Selecteer de te schrijven procesge-
gevens voor I/O-constructie-
instances 101/151. Element 2 en 3
3
3
®
DeviceNet MCA
129
Advertenties
Inhoudsopgave
