Programmeren
Parameter
Parameter 3-41 Ramp 1 aanlooptijd
Parameter 3-42 Ramp 1 uitlooptijd
Parameter 3-13 Referentieplaats
Tabel 2.1 Selectie van parameter
1) Als klem 27 is ingesteld op [0] Niet in bedrijf, is er geen aansluiting
op +24 V nodig voor klem 27.
Selecteer Gemaakte wijz. voor informatie over:
•
De laatste 10 wijzigingen. Doorloop met de
▲
navigatietoetsen [
] [
parameters.
•
De wijzigingen die sinds de standaardinstelling
zijn gemaakt.
2.2.7 Snelmenu, Q3 Functiesetups
De functiesetupparameters voorzien in snelle toegang tot
alle benodigde specifieke parameters voor de meeste
water- en afvalwatertoepassingen:
•
Variabel koppel.
•
Constant koppel.
•
Pompen.
•
Doseerpompen.
•
Bronpompen.
•
Boosterpompen.
•
Mixerpompen.
•
Blowers voor beluchters.
•
Andere pompen.
De functiesetupparameters zijn als volgt onderverdeeld:
Q3-10 Klokinstellingen
Parameter 0-70 Datum en tijd
Parameter 0-71 Datumindeling
Parameter 0-72 Tijdsindeling
Parameter 0-74 DST/zomertijd
Parameter 0-76 DST/zomertijd
start
Parameter 0-77 DST/zomertijd
einde
–
–
Tabel 2.2 Q3-1 Alg. instellingen
MG20OB10
Programmeerhandleiding
Instelling
[s]
[s]
▼
] de laatste 10 gewijzigde
Q3-1 Alg. instellingen
Q3-11 Displayinstellingen
Parameter 0-20 Displayregel 1.1
klein
Parameter 0-21 Displayregel 1.2
klein
Parameter 0-22 Displayregel 1.3
klein
Parameter 0-23 Displayregel 2
groot
Parameter 0-24 Displayregel 3
groot
Parameter 0-37 Displaytekst 1
Parameter 0-38 Displaytekst 2
Parameter 0-39 Displaytekst 3
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
Selecteer Logdata voor informatie over de uitlezingen in de
displayregel. De informatie wordt als grafiek weergegeven.
Alleen de in parameter 0-20 Displayregel 1.1 klein en
parameter 0-24 Displayregel 3 groot ingestelde displaypara-
meters kunnen worden bekeken. Er kunnen maximaal 120
voorbeelden in het geheugen worden opgeslagen voor
later gebruik.
•
Ventilatortoepassingen.
Het functiesetupmenu bevat ook parameters voor het
selecteren van de volgende instellingen:
•
Welke variabelen op het LCP moeten worden
weergegeven.
•
Vooraf ingestelde toerentallen.
•
Schaling van analoge referenties.
•
Toepassingen met één zone of meerdere zones
en een regeling met terugkoppeling.
•
Waterspecifieke functies.
•
Afvalwatertoepassingen.
Q3-12 Analoge uitgang
Parameter 6-50 Klem 42 uitgang
Parameter 6-51 Klem 42 uitgang min.
schaal
Parameter 6-52 Klem 42 uitgang
max. schaal
–
–
–
–
–
Q3-13 Relais
Relais 1 ⇒
Parameter 5-40 Functierelais
Relais 2 ⇒
Parameter 5-40 Functierelais
Optierelais 7 ⇒
Parameter 5-40 Functierelais
Optierelais 8 ⇒
Parameter 5-40 Functierelais
Optierelais 9 ⇒
Parameter 5-40 Functierelais
–
–
–
19
2
2