Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Handleiding pagina 273

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
Afbeelding 3.100 SBW staging-vertr.
(27-24) Vertraging SBW destaging
Afbeelding 3.101 SBW destaging-vertr.
27-23 Staging Delay
Range:
Functie:
15 s
[0 - 3000 s]
Definieer hoe lang de systeemte-
*
rugkoppeling lager moet zijn dan
het werkbereik voordat een pomp
met vast toerental wordt
ingeschakeld.
parameter 27-20 Normal Operating
Range wordt gebruikt als het
systeem met minstens 1 pomp met
variabel toerental werkt.
parameter 27-22 Fixed Speed Only
Operating Range wordt gebruikt als
er geen pompen met variabel
toerental aanwezig zijn.
27-24 Destaging Delay
Range:
Functie:
15 s
[0 - 3000 s]
Definieer hoe lang de systeemte-
*
rugkoppeling hoger moet zijn dan
het werkbereik voordat een pomp
wordt uitgeschakeld.
parameter 27-20 Normal Operating
Range wordt gebruikt als het
systeem met minstens 1 pomp met
variabel toerental werkt.
parameter 27-22 Fixed Speed Only
Operating Range wordt gebruikt als
er geen pompen met variabel
toerental aanwezig zijn.
MG20OB10
Programmeerhandleiding
27-25 Override Hold Time
Range:
10 s
SBW
(27-20)
Setpoint
SBW
(27-20)
27-27 Min Speed Destage Delay
Range:
Size
related
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
[0 - 300 s]
Voer de minimumtijd in die na het
*
gefaseerd in- of uitschakelen moet
verstrijken voordat er opnieuw een
pomp mag worden in- of
uitgeschakeld omdat het systeem
de waarde in
parameter 27-21 Override Limit
overschrijdt. Deze waarde geeft het
systeem de kans om zich te
stabiliseren nadat er een pomp is
in- of uitgeschakeld. Als deze
vertragingstijd niet lang genoeg is,
kunnen de kortstondige dalen en
pieken als gevolg van het in- of
uitschakelen van een pomp ertoe
leiden dat het systeem een pomp
toevoegt of verwijdert terwijl dat
niet nodig is.
Functie:
[ 0 - 300 s]
Definieer hoe lang de hoofdpomp
op het minimale toerental moet
*
blijven werken terwijl de systeemte-
rugkoppeling nog steeds binnen
het normale werkbereik blijft,
voordat een pomp wordt
uitgeschakeld om energie te
besparen. Energiebesparingen
worden gerealiseerd door een
pomp uit te schakelen als alle
pompen met variabel toerental op
het minimale toerental draaien
terwijl de terugkoppeling binnen
het toegestane bereik blijft. In deze
omstandigheden kan een pomp
worden uitgeschakeld zonder dat
het systeem de controle verliest. De
pompen die aan blijven, werken
efficiënter.
3
3
271

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave