Parameterbeschrijving
29-51 Verification Time
Range:
Functie:
LET OP
15 s
[ 0.10 - 255
*
s]
Parameter 29-51 Verification
Time is alleen zichtbaar op het
LCP als een digitale ingang is
ingesteld op [86] Flow Confir-
mation (Flowbevestiging) (zie
parametergroep 5-1* Digitale
ingangen).
Wanneer de in deze parameter
ingestelde tijd is verstreken,
controleert de frequentieregelaar
het signaal vanaf het externe
apparaat. Als het signaal actief is,
werkt de frequentieregelaar
normaal.
29-52 Signal Lost Verification Time
Definieer na hoeveel tijd het signaal als verloren wordt
beschouwd. Deze parameter wordt genegeerd als
parameter 29-53 Flow Confirmation Mode is ingesteld op [0]
Confirmation Only (Alleen bevestiging).
Range:
Functie:
1 s
[0.01 - 255 s]
*
29-53 Flow Confirmation Mode
Selecteer de bedieningsmodus voor de flowbewakingsfunctie.
Option:
Functie:
[0]
Confirmation
De flowbevestigingsfunctie is alleen
*
Only
actief tijdens het opstarten van de
pomp.
[1]
Monitor and
De flowbevestigingsfunctie is actief
Stop
tijdens en na het opstarten van de
pomp. Als het signaal verloren gaat,
laat de frequentieregelaar de pomp
uitlopen tot stop.
[2]
Monitor and
De flowbevestigingsfunctie is actief
Coast
tijdens en na het opstarten van de
pomp. Als het signaal verloren gaat,
laat de frequentieregelaar de pomp
vrijlopen.
MG20OB10
Programmeerhandleiding
3.25.6 29-6* Flow Meter (Flowmeter)
®
VLT
AQUA Drive FC 202 kan de flow in het systeem
meten. De parameters in deze parametergroep worden
met name gebruikt voor irrigatietoepassingen. De
beschikbare functies maken het mogelijk om:
•
•
•
•
•
Ingangen en ondersteunde signaaltypen
De flowmeterfunctie kan de uitgangssignalen van
gangbare flowmeters gebruiken en schalen. De functie
ondersteunt de volgende signaaltypen:
•
•
•
Configureer de schaling van het ontvangen flowmeters-
ignaal als ingang via de beschikbare parameters voor de
ingangsconfiguratie (parameters in parametergroep 6-**
Analoog In/Uit of 5-5* Pulsingang). De flowmeterfunctie
ondersteunt ook ingangen van hardwareopties.
Volumetellers
De flowmeter is uitgerust met 2 verschillende tellers voor
het opslaan van het berekende volume verpompt water:
•
•
De 2 tellers kunnen met verschillende eenheden werken.
Gebruik parameter 29-66 Actual Volume voor kortere
tijdsperioden.
Elke parameter kan afzonderlijk worden gereset op 1 van
de volgende manieren:
•
•
•
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
De flow in systeem te meten.
Het watervolume te berekenen dat gedurende
een bepaalde tijd is verpompt.
Te reageren op flowcondities (zoals een lage
flow).
Het systeem te regelen op basis van het door de
frequentieregelaar berekende watervolume dat is
verpompt (bijvoorbeeld: stop met pompen
wanneer een bepaalde hoeveelheid water is
verpompt, cyclisch pompen van watervolumes).
Gebruik te maken van het uitgangssignaal van
een externe flowmeter die op een ingang van de
frequentieregelaar is aangesloten.
Stroom: 0/4-20 mA.
Spanning: 0-10 V.
Pulssignaal (bijvoorbeeld: schoepenmeter).
Parameter 29-66 Actual Volume: toont het
watervolume dat is verpompt sinds de laatste
tellerreset.
Parameter 29-65 Totalized Volume: toont het
watervolume dat is verpompt sinds de laatste
tellerreset. Gebruik deze parameter voor het
totale watervolume dat is verpompt.
Via parameter 29-67 Reset Totalized Volume of
parameter 29-68 Reset Actual Volume.
Via een digitale ingang.
Via een actie van de Smart Logic Controller.
3
3
287