Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Parameters 24-** Toep. Functies - Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving

3.21 Parameters 24-** Toep. functies 2

3.21.1 24-0* Brandmodus
VOORZICHTIG
Houd er rekening mee dat de frequentieregelaar slechts 1 onderdeel is van het systeem. Een juiste werking van de
calamiteitenmodus hangt af van een juist ontwerp en de juiste selectie van systeemcomponenten. Ventilatiesystemen
die deel uitmaken van toepassingen voor persoonlijke bescherming, moeten worden goedgekeurd door de lokale
hulpdiensten. Het niet onderbreken van de frequentieregelaar wegens calamiteitenmodusbedrijf kan overdruk
veroorzaken en leiden tot schade aan het systeem en de onderdelen, waaronder luchtregelkleppen en luchtkanalen.
Ook de frequentieregelaar zelf kan worden beschadigd en een bron van gevaar worden. Danfoss kan niet verantwoor-
delijk worden gehouden voor fouten, slecht functioneren, lichamelijk letsel of enige schade aan de frequentieregelaar
zelf of componenten ervan, pompsystemen of componenten ervan, of andere eigendommen wanneer de frequentiere-
gelaar is ingesteld op de calamiteitenmodus. Onder geen enkele voorwaarde kan Danfoss door de eindgebruiker of
enige andere partij aansprakelijk worden gesteld voor directe, indirecte, bijzondere schade of gevolgschade of geleden
verliezen door deze partij die het gevolg zijn van de programmering en werking van de frequentieregelaar in de calami-
teitenmodus.
Achtergrondinformatie
De calamiteitenmodus is bedoeld voor gebruik in kritieke omstandigheden waarbij het essentieel is dat de motor blijft
draaien, waarbij de normale beveiligingsfuncties van de frequentieregelaar worden genegeerd. Bepaalde instellingen voor
de calamiteitenmodusfunctie zorgen ervoor dat alarmen en uitschakelsituaties worden genegeerd, zodat de motor zonder
onderbreking blijft werken.
Activering
De calamiteitenmodus kan alleen via de digitale ingangsklemmen worden geactiveerd. Zie parametergroep 5-1* Digitale
ingangen.
Meldingen op het display
Wanneer de calamiteitenmodus is ingeschakeld, worden op het display de statusmelding Brandmodus en de waarschuwing
Brandmodus weergegeven.
Wanneer de calamiteitenmodus weer wordt uitgeschakeld, verdwijnt de statusmelding en wordt de waarschuwing
vervangen door de waarschuwing Brandmodus was actief. Deze melding kan uitsluitend worden gereset door de spanning
van de frequentieregelaar uit en weer in te schakelen. Als tijdens de periode dat de frequentieregelaar in de calamitei-
tenmodus staat, een alarm wordt gegenereerd dat gevolgen heeft voor de garantie (zie parameter 24-09 Alarmafh.
brandmodus), dan zal het display de waarschuwing Limieten brandmodus overschreden weergeven.
Digitale en relaisuitgangen kunnen worden geprogrammeerd voor de statusmelding Brandmodus actief en de waarschuwing
Brandmodus was actief. Zie parametergroep 5-3* Digitale uitgangen en parametergroep 5-4* Relais.
Toegang tot de melding Brandmodus was actief is ook mogelijk via het waarschuwingswoord, via seriële communicatie. (Zie
relevante documentatie.)
Toegang tot de statusmelding Brandmodus is mogelijk via het uitgebreide statuswoord.
Melding
Brandmodus
Brandmodus
Brandmodus was actief
Limieten brandmodus
overschreden
Tabel 3.32 Meldingen op het display
Log
Een overzicht van gebeurtenissen met betrekking tot de calamiteitenmodus is te bekijken via parametergroep 18-1*
Brandmoduslog of via de [Alarm Log]-toets op het LCP.
De log bevat de laatste 10 gebeurtenissen. Alarmen die van invloed zijn op de garantie, hebben een hogere prioriteit dan
de andere 2 typen gebeurtenissen.
De log kan niet worden gereset.
De volgende gebeurtenissen worden gelogd:
MG20OB10
Programmeerhandleiding
Type
LCP
Status
+
Waarsch.
+
Waarsch.
+
Waarsch.
+
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
Meldingen op het
Waarsch.woord 2
display
+
+
+ (bit 3)
+
3
Uitgebr. statusw. 2
+ (bit 25)
239
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave