Parameterbeschrijving
FC 102
Luchtregelklep
luchtventilator
Koel-/
verwarmingsspoel
Luchtregelklep
Luchtregelklep
Afbeelding 3.61 Toepassingsschema multizone
Voorbeeld 2 – Multi-zone, multi-setpoint
Het vorige voorbeeld illustreert het gebruik van een
regeling met meerdere zones en meerdere setpoints. Als
voor elke VAV-kast in de zones een andere druk nodig is,
kunnen de afzonderlijke setpoints worden ingesteld in
parameter 20-21 Setpoint 1, parameter 20-22 Setpoint 2 en
parameter 20-23 Setpoint 3. Als
parameter 20-20 Terugkopp.functie wordt ingesteld op [5]
Multi-setpoint min, verhoogt de PID-regelaar het toerental
van de ventilator als een van de terugkoppelingen onder
het ingestelde setpoint komt. Als alle terugkoppelingen
hoger zijn dan het bijbehorende setpoint, verlaagt de PID-
regelaar het toerental van de ventilator.
20-20 Terugkopp.functie
Option:
Functie:
[0]
Som
Bepaalt dat de PID-regelaar de som
van terugkoppeling 1, terugkop-
peling 2 en terugkoppeling 3 als
terugkoppeling moet gebruiken.
De som van setpoint 1 en andere
referenties die eventueel zijn
ingeschakeld (zie parametergroep
3-1* Referenties) wordt gebruikt als
de setpointreferentie van de PID-
regelaar.
[1]
Verschil
Bepaalt dat de PID-regelaar het
verschil tussen terugkoppeling 1 en
terugkoppeling 2 als terugkop-
peling moet gebruiken.
Terugkoppeling 3 wordt in dat
geval niet gebruikt. Alleen setpoint
1 wordt gebruikt. De som van
setpoint 1 en andere referenties die
eventueel zijn ingeschakeld (zie
MG20OB10
Programmeerhandleiding
Toevoer-
Retourluchtventilator
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
P
P
VAV-
kast
P
P
VAV-
kast
P
P
VAV-
kast
20-20 Terugkopp.functie
Option:
Functie:
parametergroep 3-1* Referenties)
wordt gebruikt als de setpointrefe-
rentie van de PID-regelaar.
[2]
Gemiddelde
Bepaalt dat de PID-regelaar het
gemiddelde van terugkoppeling 1,
terugkoppeling 2 en terugkoppeling
3 als terugkoppeling moet
gebruiken.
[3]
Minimum
Bepaalt dat de PID-regelaar
terugkoppeling 1, terugkoppeling 2
en terugkoppeling 3 met elkaar
moet vergelijken en de laagste
waarde als terugkoppeling moet
gebruiken. Alleen setpoint 1 wordt
gebruikt. De som van setpoint 1 en
andere referenties die eventueel
zijn ingeschakeld (zie parame-
tergroep 3-1* Referenties) wordt
gebruikt als de setpointreferentie
van de PID-regelaar.
[4]
Maximum
Bepaalt dat de PID-regelaar
*
terugkoppeling 1, terugkoppeling 2
en terugkoppeling 3 met elkaar
moet vergelijken en de hoogste
waarde als terugkoppeling moet
gebruiken.
Alleen setpoint 1 wordt gebruikt.
De som van setpoint 1 en andere
referenties die eventueel zijn
ingeschakeld (zie parametergroep
3-1* Referenties) wordt gebruikt als
Zone 1
Zone 2
Zone 3
193
3
3