Parameterbeschrijving
stelling sneller kan verlopen als vergelijkbare
parameterinstellingen nodig zijn in verschillende setups.
0-10 Actieve setup
Option:
Functie:
Selecteer de setup op basis
waarvan de frequentieregelaar
moet werken.
Kopieer een setup met behulp van
parameter 0-51 Kopie setup naar 1 of
alle andere setups. Om conflic-
terende instellingen van een
bepaalde parameter binnen 2
verschillende setups te voorkomen,
moet u de setups koppelen via
parameter 0-12 Setup gekoppeld aan.
Stop de frequentieregelaar voordat
u schakelt tussen setups waarbij
parameters die zijn gemarkeerd als
niet te wijzigen tijdens bedrijf,
verschillende waarden hebben.
Niet tijdens bedrijf te wijzigen
parameters zijn in de parameter-
lijsten in
hoofdstuk 4 Parameterlijsten
gemarkeerd als FALSE.
[0]
Fabrieksinstell.
Kan niet worden gewijzigd. Deze
setup bevat de dataset van Danfoss
en kan als gegevensbron worden
gebruikt wanneer de andere setups
in een bekende staat moeten
worden teruggebracht.
[1]
Setup 1
[1] Setup 1 tot [4] Setup 4 zijn de 4
*
afzonderlijke parametersetups
waarbinnen alle parameters kunnen
worden geprogrammeerd.
[2]
Setup 2
[3]
Setup 3
[4]
Setup 4
[9]
Multi setup
Dient voor externe setupselectie via
digitale ingangen en de seriële-
communicatiepoort. Deze setup
maakt gebruik van de instellingen
van parameter 0-12 Setup gekoppeld
aan.
0-11 Setup wijzigen
Option:
Functie:
Selecteer de setup die tijdens
bedrijf moet worden bewerkt (dat
wil zeggen geprogrammeerd); dit
kan de actieve setup zijn of 1 van
de inactieve setups. Het nummer
van de setup die wordt gewijzigd,
wordt tussen haakjes weergegeven
op het LCP.
MG20OB10
Programmeerhandleiding
0-11 Setup wijzigen
Option:
[0]
[1]
[2]
[3]
[4]
[9]
*
0-12 Setup gekoppeld aan
Option:
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
Fabrieksinstell.
Deze setup kan niet worden
gewijzigd maar is nuttig als
gegevensbron wanneer de andere
setups in een bekende staat
moeten worden teruggebracht.
Setup 1
[1] Setup 1 tot [4] Setup 4 kunnen
vrij worden gewijzigd tijdens
bedrijf, ongeacht welke setup actief
is.
Setup 2
Setup 3
Setup 4
Actieve setup
De setup op basis waarvan de
frequentieregelaar werkt, kan
worden gewijzigd tijdens bedrijf.
Het wijzigen van parameters in de
geselecteerde setup wordt
gewoonlijk gedaan vanaf het LCP
maar is tevens mogelijk via een
seriële-communicatiepoort.
Functie:
Gebruik deze parameter alleen
wanneer een wisseling van setup
met draaiende motor noodzakelijk
is. Deze parameter zorgt ervoor dat
parameters die niet tijdens bedrijf
kunnen worden gewijzigd, dezelfde
waarde hebben in alle relevante
setups.
Om probleemloos over te kunnen
schakelen naar een andere setup
terwijl de frequentieregelaar in
bedrijf is, moeten setups met
parameters die niet tijdens bedrijf
kunnen worden gewijzigd, aan
elkaar worden gekoppeld. De
koppeling zorgt ervoor dat de niet
tijdens bedrijf te wijzigen parameters
worden gesynchroniseerd wanneer
tijdens bedrijf tussen setups wordt
overgeschakeld. Parameters die in
de parameterlijsten (in
hoofdstuk 4 Parameterlijsten) als
FALSE zijn gemarkeerd, kunnen niet
worden gewijzigd terwijl de
frequentieregelaar in bedrijf is.
De functie parameter 0-12 Setup
gekoppeld aan wordt gebruikt
wanneer parameter 0-10 Actieve
setup is ingesteld op [9] Multi setup.
Gebruik [9] Multi setup om tijdens
3
3
29