Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alle Digitale Ingangen Kunnen Worden Ingesteld Op De Volgende Functies - Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
Functie digitale ingang
Optie
Slaapmodus
[66]
Reset prev.
[78]
onderhoudswoord
PTC-kaart 1
[80]
Latched Pump Derag
[85]
(Derag pulspomp)
Start hoofdpomp
[120]
Wisseling hoofdpomp
[121]
Vergr. pomp 1
[130]
Vergr. pomp 2
[131]
Vergr. pomp 3
[132]
Tabel 3.12 Functies voor digitale ingangen
Alle staat voor klem 18, 19, 27, 29, 32, X30/2, X30/3 en
X30/4.
X30/X zijn de klemmen op VLT
101.
Functies die specifiek zijn voor 1 digitale ingang, worden in
de betreffende parameter vermeld.
Alle digitale ingangen kunnen worden ingesteld op de
volgende functies:
[0]
Niet in bedrijf
Geen reactie op signalen die naar de
klem worden gestuurd.
[1]
Alarm resetten
Reset de frequentieregelaar na een trip/
alarm. Niet elk alarm kan worden
gereset.
[2]
Vrijloop geïnv.
Laat de motor vrijlopen. Logische 0 =
vrijloop.
(Standaard digitale klem 27) vrijloop,
geïnverteerde ingang (NC).
[3]
Vrijloop & reset
Reset en vrijloop, geïnverteerde ingang
inv
(NC).
Laat de motor vrijlopen en voert
vervolgens een reset van de frequentie-
regelaar uit. Logische 0 = vrijloop en
reset.
[5]
DC-rem geïnv.
Geïnverteerde ingang voor DC-rem
(NC).
Stopt de motor door gedurende een
bepaalde tijd gelijkstroom toe te
voeren. Zie parameter 2-01 DC-
remstroom tot
parameter 2-03 Inschakelsnelh. DC-rem
[tpm]. Deze functie is alleen actief als
de waarde in parameter 2-02 DC-remtijd
niet 0 is. Logische 0 = DC-rem.
Deze optie is niet beschikbaar als
parameter 1-10 Motorconstructie is
ingesteld op [1] PM, niet uitspr. SPM.
[6]
Stop geïnverteerd
Geïnverteerde stopfunctie. Genereert
een stopfunctie wanneer de geselec-
MG20OB10
Programmeerhandleiding
Klem
Alle
Alle
Alle
Alle
Alle
Alle
Alle
Alle
Alle
®
General Purpose I/O MCB
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
teerde klem van logisch niveau 1 naar 0
gaat. De stop wordt uitgevoerd in
overeenstemming met de geselecteerde
uitlooptijd (parameter 3-42 Ramp 1
uitlooptijd en parameter 3-52 Ramp 2
uitlooptijd).
LET OP
Wanneer de frequentieregelaar de
koppelbegrenzing heeft bereikt en
een stopcommando heeft
ontvangen, zal hij mogelijk niet
vanzelf stoppen. Om ervoor te
zorgen dat de frequentieregelaar
stopt, moet een digitale uitgang
worden ingesteld op [27]
Koppelbegr. & stop en worden
aangesloten op een digitale
ingang die als vrijloop is geconfi-
gureerd.
[7]
Ext. vergrendeling
Dezelfde functie als Vrijloop, geïnv.,
maar Ext. vergrendeling genereert de
alarmmelding Externe storing wanneer
de geprogrammeerde klem voor
Vrijloop, geïnv. logische 0 is. De
alarmmelding is ook actief via digitale
uitgangen en relaisuitgangen als deze
voor een externe vergrendeling zijn
geprogrammeerd. Het alarm kan
worden gereset via een digitale ingang
of de [Reset]-toets nadat de oorzaak
van de externe vergrendeling is
weggenomen. In parameter 22-00 Ext.
vergrendel.vertr. kan een tijdsvertraging
worden geprogrammeerd. Nadat een
signaal op de ingang wordt toegepast,
wordt bovenstaande actie vertraagd
met de ingestelde tijd in
parameter 22-00 Ext. vergrendel.vertr..
[8]
Start
Selecteer de startwaarde voor een
start-/stopcommando. 1 = start, 0 =
stop.
(Standaard voor digitale ingang 18.)
[9]
Pulsstart
Als gedurende minstens 2 ms een puls
wordt gegeven, wordt de motor
gestart. De motor stopt als Stop geïnv.
wordt geactiveerd.
[10] Omkeren
Wijzigt de draairichting van de motoras.
Logische 1 leidt tot omkeren. Het
omkeersignaal wijzigt alleen de
draairichting. Het activeert de
startfunctie niet. Selecteer Bidirectioneel
in parameter 4-10 Draairichting motor.
(Standaard voor digitale ingang 19.)
[11] Start omgekeerd
Gebruikt voor start/stop en voor
omkeren via dezelfde draad. Gelijk-
tijdige startsignalen zijn niet
toegestaan.
3
3
87

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave