Parameterbeschrijving
3.24 Parameters 27-** Cascade CTL Option
(Cascaderegelaaroptie)
Parametergroep 27-** Cascade CTL Option (Cascaderegelaa-
roptie) is beschikbaar als aan 1 van de volgende
3
3
voorwaarden is voldaan:
•
®
VLT
geïnstalleerd.
•
®
VLT
geïnstalleerd.
•
De frequentieregelaar is besteld met de typecode
LXX1.
Bedradingconfiguratie voor relais bij gebruik van MCO
101 of MCO 102
®
Zie VLT
Cascade Controller Options MCO 101/102 Instal-
lation Guide voor een uitgebreide beschrijving van de
inbedrijfstelling van toepassingen met gemengde pompen
en een master/slave-configuratie (op basis van relais).
Bedradingsconfiguratie voor seriële communicatie
De bedradingsconfiguratie voor seriële communicatie
maakt het mogelijk om een master/slave-cascaderegelaar
te configureren waarbij in totaal 8 pompen kunnen
worden bestuurd.
Voor minstens 1 van de frequentieregelaars in deze
configuratie moeten de functies van parametergroep 27-**
Cascade CTL Option (Cascaderegelaaroptie) zijn
ingeschakeld. Dat maakt het gebruik van de optie Modbus
CASCADE Master in parameter 8-30 Protocol mogelijk.
De frequentieregelaar met het laagste adres en de
cascaderegelaarfunctionaliteit wordt ingesteld als de
primaire master. Aan de overige frequentieregelaars moet
een uniek adres of oplopend volgnummer worden
toegewezen.
Voor slavefrequentieregelaars moet parameter 8-30 Protocol
worden ingesteld op de optie Modbus RTU. De gewenste
reactie bij het wegvallen van de communicatie kunt u
instellen in parameter 8-03 Time-out-tijd stuurwoord en
parameter 8-04 Time-out-functie stuurwoord. Pas deze
instelling toe bij alle frequentieregelaars in het systeem.
Deze configuratie ondersteunt alleen de master/slave-
modus.
LET OP
Sluit de RS485-bus aan beide uiteinden af met een
weerstand. Zet hiervoor schakelaar S801 op de
stuurkaart op 'ON' (aan).
266
Extended Cascade Controller MCO 101 is
Advanced Cascade Controller MCO 102 is
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
AQUA Drive FC 202
1
68
1
Primaire master 1
2
Slave 1
3
Slave 2
4
Slave X (maximaal 7 slaves)
Afbeelding 3.95 Bedrading voor seriële communicatie
3.24.1 Master/slave-configuratie
De master/slave-cascaderegelaarmodus biedt de beste
prestaties, de nauwkeurigste regeling en een maximale
energiebesparing. In deze modus worden meerdere
pompen met hetzelfde vermogen parallel bestuurd, waarbij
alle pompen op hetzelfde toerentaal werken en de
pompen gefaseerd in en uit worden geschakeld op basis
van de systeemvraag.
Anders dan bij een cascaderegeling met terugkoppelingen
worden beslissingen over het gefaseerd in- en uitschakelen
worden genomen op basis van het door de frequentiere-
gelaars berekende toerental.
Stel het toerental voor het gefaseerd inschakelen en
uitschakelen in op basis van de systeemeisen, voor
optimale energiebesparing.
In de master/slave-configuratie werkt de master-frequentie-
regelaar op basis van een regeling met terugkoppeling,
terwijl de slave-frequentieregelaars op basis van een
regeling zonder terugkoppeling werken. Alle slave-frequen-
tieregelaars zijn op dezelfde wijze op het net en de motor
aangesloten als de master-frequentieregelaar. In deze
configuratie wordt elke pomp bestuurd door een frequen-
tieregelaar. Alle pompen en frequentieregelaars moeten
hetzelfde vermogen hebben.
2
3
69
68
69
68
69
4
68
69
MG20OB10