Parameterbeschrijving
installatie, algemene programmering en motorge-
gevens controleren.
2.
Controleer of de startfunctie in
parameter 1-70 Startmodus geschikt is voor de
vereisten van de toepassing.
Rotordetectie
Deze functie is de aanbevolen optie voor toepassingen
waarbij de motor start vanuit stilstand, zoals bij pompen of
transportbanden. Bij sommige motoren is een geluid
hoorbaar wanneer de frequentieregelaar de rotordetectie
uitvoert. Dat is niet schadelijk voor de motor.
Parkeren
Deze functie is de aanbevolen optie voor toepassingen
waarbij de motor met laag toerental draait, zoals bij
windmilling in ventilatortoepassingen.
Parameter 2-06 Parkeerstroom en parameter 2-07 Parkeertijd
kunnen worden gewijzigd. Verhoog de fabrieksinstelling
van deze parameters voor toepassingen met hoge
massatraagheid.
Toepassingsspecifieke aanpassing bij gebruik van VVC
+
VVC
is de meest robuuste regelmodus. Deze biedt in de
meeste situaties optimale prestaties zonder verdere
aanpassingen. Voer een volledige AMA uit voor de beste
prestaties.
Start de motor op het nominale toerental. Controleer de
+
VVC
SynRM-instellingen als de toepassing niet goed
werkt. Tabel 3.5 bevat aanbevelingen voor diverse toepas-
singen.
Toepassing
Instellingen
Toepassingen met lage
Verhoog parameter 1-17 Filtertijdcon-
massatraagheid
stante spanning met een factor 5-10.
I
/I
< 5
Verlaag parameter 1-14 Verst.
Load
Motor
demping.
Verlaag parameter 1-66 Min. stroom
bij lage snelh. (< 100%).
Toepassingen met lage
Handhaaf de standaardwaarden.
massatraagheid
50 > I
/I
> 5
Load
Motor
Toepassingen met hoge
Verhoog parameter 1-14 Verst.
massatraagheid
demping, parameter 1-15 Filtertijdcon-
I
/I
> 50
stante lage snelh. en
Load
Motor
parameter 1-16 Filtertijdconstante
hoge snelh..
Hoge belasting bij laag
Verhoog parameter 1-17 Filtertijdcon-
toerental
stante spanning.
< 30% (nominaal
Verhoog parameter 1-66 Min. stroom
toerental)
bij lage snelh. om het startkoppel
aan te passen. Een stroom van 100%
geeft het nominale koppel als
startkoppel. Gedurende langere tijd
werken bij een stroomniveau hoger
dan 100% kan leiden tot overver-
hitting van de motor.
Tabel 3.5 Aanbevelingen voor diverse toepassingen
MG20OB10
Programmeerhandleiding
Verhoog parameter 1-14 Verst. demping wanneer de motor
bij een bepaald toerental gaat oscilleren. Verhoog de
waarde in kleine stappen. Afhankelijk van de motor kan de
instelling voor deze parameter 10-100% hoger liggen dan
de standaardwaarde.
3.3.6 1-1* VVC
De standaardparameters voor een VVC+ PMSM-regeling
zijn geoptimaliseerd voor toepassingen en traagheidsbelas-
tingen in het bereik van 50 > Jl/Jm > 5. Jl is de
belastingstraagheid van de toepassing en Jm is de
massatraagheid van de machine.
Bij toepassingen met een lage massatraagheid (Jl/Jm < 5)
kunt u parameter 1-17 Filtertijdconstante spanning met een
factor 5-10 verhogen om de prestaties en stabiliteit te
verbeteren. In sommige gevallen kan het ook nodig zijn
om parameter 1-14 Verst. demping te verhogen.
Bij toepassingen met een hoge massatraagheid (Jl/Jm >
50) moet u parameter 1-15 Filtertijdconstante lage snelh.,
parameter 1-16 Filtertijdconstante hoge snelh. en
+
parameter 1-14 Verst. demping verhogen om de prestaties
en stabiliteit te verbeteren.
Voor hoge belastingen bij lage toerentallen (< 30% van het
nominale toerental) moet u parameter 1-17 Filtertijdcon-
stante spanning verhogen vanwege de niet-lineariteit van
de omvormer bij lage toerentallen.
1-11 Motor Model (Motormodel)
Option:
[1]
Std. Asynchron
(Std.
asynchroon)
[2]
Std. PM, non
salient (Std.
PM, niet-
uitspr.)
[10] Danfoss OGD
LA10
[11] Danfoss OGD
V210
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
+
PM/SYN RM
Functie:
Stelt de fabriekswaarden voor de geselec-
teerde motor automatisch in. Als de
standaardwaarde Std. Asynchron (Std.
asynchroon) wordt gebruikt, bepaalt u de
instellingen handmatig op basis van de
instelling van parameter 1-10 Motorcon-
structie.
Standaard motormodel wanneer [0]
Asynchroon is geselecteerd in
parameter 1-10 Motorconstructie.
Beschikbaar wanneer [1] PM, niet-uitspr.
SPM is geselecteerd in
parameter 1-10 Motorconstructie.
Beschikbaar wanneer [1] PM, niet-uitspr.
SPM is geselecteerd in
parameter 1-10 Motorconstructie. Alleen
beschikbaar voor klem 4, klem 5 in 1,5-3
kW. De instellingen voor deze specifieke
motor worden automatisch ingeladen.
Beschikbaar wanneer [1] PM, niet-uitspr.
SPM is geselecteerd in
parameter 1-10 Motorconstructie. Alleen
beschikbaar voor klem 4, klem 5 in 0,75-3
kW. De instellingen voor deze specifieke
motor worden automatisch ingeladen.
3
3
49