Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
24-04 Emergency Mode Max Reference
Range:
Size
related
999999.999
*
FireModeUnit]
3
3
24-05 Digitale ref. brandmodus
Range:
0 %
*
100 %]

24-06 Referentiebron brandmodus

Option:
[0]
Geen functie
*
[1]
Anal. ingang
53
[2]
Anal. ingang
54
[7]
Pulsingang 29
[8]
Pulsingang 33
[20]
Dig. potmeter
[21]
Anal. ingang
X30/11
[22]
Anal. ingang
X30/12
242
Functie:
[ par. 24-03 -
Minimumwaarde voor de
referentie/het setpoint (begrenzing
voor de som van de in
parameter 24-05 Digitale ref.
brandmodus ingestelde waarde en
de waarde van het signaal op de
ingang die is geselecteerd in
parameter 24-06 Referentiebron
brandmodus).
Wanneer de calamiteitenmodus
actief is bij een regeling zonder
terugkoppeling wordt de eenheid
bepaald door de instelling van
parameter 0-02 Eenh. motortoerental.
Voor een regeling met terugkop-
peling moet u de eenheid instellen
in parameter 24-02 Eenh.
brandmodus.
Functie:
[-100 -
Voer de gewenste digitale
referentie/het setpoint in als een
percentage van waarde in
parameter 24-04 Emergency Mode
Max Reference. De ingestelde
waarde wordt opgeteld bij de
waarde die wordt vertegen-
woordigd door het signaal op de
analoge ingang die is geselecteerd
in parameter 24-06 Referentiebron
brandmodus.
Functie:
Stel in welke externe referentie-
ingang moet worden gebruikt voor
de calamiteitenmodus. Dit signaal
wordt opgeteld bij de in
parameter 24-06 Referentiebron
brandmodus ingestelde waarde.
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
AQUA Drive FC 202
24-06 Referentiebron brandmodus
Option:
[23]
[24]
[25]
[29]
24-07 Bron terugk. brandmodus
Option:
[0]
*
[1]
[2]
[3]
[4]
[7]
[8]
[9]
[10]
[11]
[99]
[100]
[101]
[102]
Functie:
Anal. ingang
X42/1
Anal. ingang
X42/3
Anal. ingang
X42/5
Anal. ingang
X48/2
Functie:
Selecteer de terugkoppelingsingang
die voor het terugkoppelingssignaal
van de calamiteitenmodus moet
worden gebruikt wanneer de
calamiteitenmodus actief is.
Als de motor ook tijdens normaal
bedrijf wordt geregeld door de
ingebouwde PID-regelaar, kan voor
beide situaties dezelfde transmitter
worden gebruikt door dezelfde
bron te selecteren.
Geen functie
Anal. ingang
53
Anal. ingang
54
Pulsingang 29
Pulsingang 33
Anal. ingang
X30/11
Anal. ingang
X30/12
Anal. ingang
X42/1
Anal. ingang
X42/3
Anal. ingang
X42/5
Normal
Feedback
Busterugk. 1
Busterugk. 2
Busterugk. 3
MG20OB10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave