Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Resonantiedemping; Resonantiedemping Tijdconstante; Startvertraging; Startaanpassingen - Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving

1-64 Resonantiedemping

Range:
Functie:
LET OP
Size
[0 - 500 %]
related
*
Parameter 1-64 Resonantie-
demping heeft geen effect als
parameter 1-10 Motorcon-
structie = [1] PM, niet-uitspr.
SPM.
Stel de resonantiedempingswaarde
in. Stel parameter 1-64 Resonantie-
demping en
parameter 1-65 Resonantiedemping
tijdconstante in om problemen met
hoogfrequentresonantie te helpen
elimineren. Verhoog de waarde van
parameter 1-64 Resonantiedemping
om resonantietrilling te
verminderen.

1-65 Resonantiedemping tijdconstante

Range:
Functie:
LET OP
5 ms
[5 - 50 ms]
*
Parameter 1-65 Resonantie-
demping tijdconstante heeft
geen effect als
parameter 1-10 Motorcon-
structie = [1] PM, niet-uitspr.
SPM.
Stel parameter 1-64 Resonantie-
demping en
parameter 1-65 Resonantiedemping
tijdconstante in om problemen met
hoogfrequentresonantie te helpen
elimineren. Voer de tijdconstante in
die de beste demping oplevert.
1-66 Min. stroom bij lage snelh.
Range:
Functie:
LET OP
Size
[ 1 - 200 %]
related
*
Parameter 1-66 Min. stroom bij
lage snelh. heeft geen effect
als parameter 1-10 Motorcon-
structie = [0] Asynchroon.
Stel de minimale motorstroom bij
lage toerentallen in.
Het verhogen van deze stroom
verbetert het ontwikkelde
motorkoppel bij lage toerentallen.
Laag toerental heeft hier betrekking
op toerentallen lager dan 6% van
het nominale motortoerental
MG20OB10
Programmeerhandleiding
1-66 Min. stroom bij lage snelh.
Range:

3.3.11 1-7* Startaanpassingen

1-70 Startmodus
Option:
[0]
[1]
[2]

1-71 Startvertraging

Range:
00 s
*

1-72 Startfunctie

Option:
[0]
[2]
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
Functie:
(parameter 1-25 Nom. motorsnelheid)
+
in een VVC
PM-regeling.
Functie:
Rotordetectie
Geschikt voor alle toepassingen
waarbij de motor in principe
stilstaat bij het starten (zoals
transportbanden, pompen, en
ventilatoren zonder windmilling).
Parkeren
Als de motor met een laag
toerental draait (d.w.z. minder dan
2-5% van het nominale toerental),
bijvoorbeeld als gevolg van
ventilatoren met windmilling,
selecteert u [1] Parkeren en past u
parameter 2-06 Parkeerstroom en
parameter 2-07 Parkeertijd overeen-
komstig aan.
Rotor Det. w/
Parking
Functie:
[0 - 300 s]
Voer de tijdsvertraging in tussen
het startcommando en het moment
waarop de frequentieregelaar
vermogen gaat leveren aan de
motor.
Deze parameter verwijst naar de in
parameter 1-72 Startfunctie
ingestelde startfunctie.
Functie:
Selecteer de startfunctie die actief
is tijdens de startvertraging. Deze
parameter is gekoppeld aan
parameter 1-71 Startvertraging.
DC-houd/vertr.
Hierdoor krijgt de motor gedurende
tijd
de startvertraging een DC-
houdstroom (parameter 2-00 DC-
houd/voorverw.stroom).
Vrijloop/vertr.-
De motor loopt vrij tijdens de
tijd
startvertragingstijd (omvormer uit).
De beschikbare opties zijn
afhankelijk van de instelling in
parameter 1-10 Motorconstructie: [0]
Asynchroon:
3
3
61

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave