Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Handleiding pagina 58

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
LET OP
De waarden voor de statorweerstand
(parameter 1-30 Statorweerstand (Rs)) en de inductantie
van de d-as (parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld)) die
door motorfabrikanten in de technische specificaties
3
3
worden vermeld, hebben betrekking op de gemeten
waarde tussen fase en gemeenschappelijke nul (sterpunt)
of tussen twee fasen. Er geldt geen algemene standaard.
De verschillende configuraties voor de weerstand van de
statorwikkeling en inductantie zijn weergegeven in
Afbeelding 3.6. Voor de frequentieregelaars van Danfoss
hebt u altijd de waarde voor fase naar gemeenschap-
pelijk nulpunt nodig. De tegen-EMK voor een PM-motor
is gedefinieerd als de geïnduceerde EMK ontwikkeld over
2 willekeurige fasen van de statorwikkeling van een
vrijlopende motor. Voor frequentieregelaars van Danfoss
hebt u altijd de rms-waarde tussen twee fasen nodig,
gemeten bij een mechanisch toerental van 1000 tpm.
Dat is te zien in Afbeelding 3.7.
Line to common (starpoint)
Afbeelding 3.6 Statorwikkelingconfiguraties
Afbeelding 3.7 Machineparameterdefinities voor de tegen-EMK
van PM-motoren
1-38 q-axis Inductance (Lq)
Range:
Size
related
mH]
*
56
Line-to-line values
Rs and Ld
Permanent magnet motors
Line-to-line back
EMF in RMS value
at 1000 RPM
speed (mech)
Functie:
LET OP
[0.000 - 1000
Deze parameter kan niet
worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
Stel de waarde voor de inductantie
van de q-as in. Zie het motorda-
tablad.
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
®
VLT
AQUA Drive FC 202
1-39 Motorpolen
Range:
Size
related
*
Rs and Ld
1-40 Tegen-EMK bij 1000 TPM
Range:
Size
related
*
1-44 d-axis Inductance Sat. (LdSat)
Range:
Size
related
*
Functie:
LET OP
[2 - 132 ]
Deze parameter kan niet
worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
Stel het aantal motorpolen in.
Pole
~n
bij 50
n
n
Hz
2
2700–2880
4
1350–1450
6
700–960
Tabel 3.7 Aantal polen en
bijbehorende frequenties
Tabel 3.7 geeft het aantal polen
weer voor normale toerentalbe-
reiken voor verschillende typen
motoren. Motoren die voor andere
frequenties zijn ontworpen, moeten
afzonderlijk worden gedefinieerd.
De waarde voor de motorpolen is
altijd een even getal, omdat de
waarde verwijst naar het totale
aantal polen en niet naar het aantal
poolparen. De frequentieregelaar
stelt parameter 1-39 Motorpolen in
eerste instantie in op basis van
parameter 1-23 Motorfrequentie en
parameter 1-25 Nom. motorsnelheid.
Functie:
[ 10 - 9000
Stel de nominale tegen-EMK in voor
V]
een motor die draait op 1000 tpm.
Deze parameter is alleen actief als
parameter 1-10 Motorconstructie is
ingesteld op [1] PM, niet uitspr. SPM.
Functie:
[0 - 1000
Voer het inductantieverzadi-
mH]
gingspunt van L
geval heeft deze parameter
dezelfde waarde als
parameter 1-37 Inductantie d-as (Ld).
Als de motorfabrikant een
inductiecurve heeft vermeld, voert
u de inductiewaarde bij 200% van
de nominale waarde in.
~n
bij 60
n
Hz
3250–3460
1625–1730
840–1153
in. In het ideale
d
MG20OB10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave