Parameterbeschrijving
20-12 Referentie/terugk.eenheid
Deze parameter bepaalt de eenheid voor de setpointreferentie
en de terugkoppeling die door de PID-regelaar worden gebruikt
om de uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar te regelen.
Option:
3
3
[30]
kg/s
[31]
kg/min
[32]
kg/u.
[33]
t/min
[34]
t/u.
[40]
m/s
[41]
m/min
[45]
m
[60]
°C
[70]
mbar
[71]
bar
[72]
Pa
[73]
kPa
[74]
m WG
[75]
mm Hg
[80]
kW
[120]
GPM
[121]
gal/s
[122]
gal/min
[123]
gal/u.
[124]
CFM
[125]
ft3/s
[126]
ft3/min
[127]
ft3/u.
[130]
lb/s
[131]
lb/min
[132]
lb/u.
[140]
ft/s
[141]
ft/min
[145]
ft
[160]
°F
[170]
psi
[171]
lb/in²
[172]
in wg
[173]
ft WG
[174]
in Hg
[180]
pk
192
®
VLT
AQUA Drive FC 202
Functie:
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
3.17.2 20-2* Terugk/setpoint
Deze parametergroep wordt gebruikt om te bepalen hoe
de PID-regelaar de 3 mogelijke terugkoppelingssignalen
gebruikt om de uitgangsfrequentie van de frequentiere-
gelaar te regelen. Deze groep wordt tevens gebruikt om de
3 interne setpointreferenties op te slaan.
Parameter 20-20 Terugkopp.functie
Deze parameter bepaalt hoe de 3 mogelijke terugkoppe-
lingen worden gebruikt om de uitgangsfrequentie van de
frequentieregelaar te regelen.
LET OP
Terugkoppelingen die niet worden gebruikt moeten op
[0] Geen functie worden ingesteld in de bijbehorende
parameter voor de terugkoppelingsbron:
parameter 20-00 Bron terugk. 1, parameter 20-03 Bron
terugk. 2 of parameter 20-06 Bron terugk. 3.
De terugkoppeling die in parameter 20-20 Terugkopp.functie
is ingesteld wordt door de PID-regelaar gebruikt om de
uitgangsfrequentie van de frequentieregelaar te regelen.
Deze terugkoppeling kan ook worden weergegeven op het
display van de frequentieregelaar, worden gebruikt om een
analoge uitgang te besturen en via diverse seriële-
communicatieprotocollen worden verzonden.
De frequentieregelaar kan worden geconfigureerd voor het
afhandelen van toepassingen met meerdere zones. Er
worden 2 multizonetoepassingen ondersteund:
•
Multi-zone, één setpoint.
•
Multi-zone, multi-setpoint.
Het verschil tussen deze 2 wordt duidelijk gemaakt via de
volgende voorbeelden:
Voorbeeld 1 – Multi-zone, één setpoint
In een kantoorgebouw moet een watersysteem met VAV
(variabel luchtvolume) zorgen voor een minimumdruk in
bepaalde VAV-kasten. Vanwege de wisselende drukver-
liezen in elk kanaal kan er niet van worden uitgegaan dat
de druk in elke VAV-kast hetzelfde is. Voor alle VAV-kasten
is dezelfde minimumdruk vereist. Selecteer optie [3]
Minimum in parameter 20-20 Terugkopp.functie om deze
regelmethode te configureren. Voer in
parameter 20-21 Setpoint 1 de druk in. De PID-regelaar
verhoogt het toerental van de ventilator in geval van een
terugkoppelingswaarde onder het setpoint en verlaagt het
toerental als alle terugkoppelingswaarden hoger zijn dan
het setpoint.
MG20OB10