Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Handleiding pagina 271

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving
27-11 Number Of Drives
Range:
Functie:
Size
[ 1 - 8 ]
Toont het aantal frequentieregelaars
related
dat door de cascaderegelaar wordt
*
bestuurd. Afhankelijk van de optie
die is geïnstalleerd, kan de cascade-
regelaar het volgende aantal
frequentieregelaars besturen:
27-12 Number Of Pumps
Range:
Functie:
Size
[ 2 - 8 ]
Toont het aantal pompen dat door
related
de cascaderegelaar wordt bestuurd.
*
Afhankelijk van de configuratie kan
de cascaderegelaar het volgende
aantal pompen besturen:
27-14 Pump Capacity
Range:
Functie:
Size
[ 10 - 800 %]
Voer de capaciteit van elke pomp in
related
het systeem in ten opzichte van de
*
eerste pomp. Dit is een
geïndexeerde parameter met één
waarde per pomp. De capaciteit
van de eerste pomp is 100%.
27-16 Runtime Balancing
Definieer de prioriteit van elke pomp ten aanzien van een gelijk-
matige verdeling van het aantal draaiuren. Pompen met dezelfde
prioriteit worden gefaseerd in- en uitgeschakeld op basis van het
aantal draaiuren.
Option:
Functie:
[0]
Balanced
Pomp wordt het eerst ingeschakeld
*
Priority 1
en het laatst uitgeschakeld.
[1]
Balanced
Pomp wordt ingeschakeld als er
Priority 2
geen pompen met prioriteit 1
beschikbaar zijn. Wordt
uitgeschakeld voordat pompen met
prioriteit 1 worden uitgeschakeld.
MG20OB10
Programmeerhandleiding
®
VLT
Extended Cascade
Controller MCO 101: 1-6.
®
VLT
Advanced Cascade
Controller MCO 102: 1-8.
Cascade CTL License
software (typecode LXX1):
1-8.
®
VLT
Extended Cascade
Controller MCO 101: 0-6.
®
VLT
Advanced Cascade
Controller MCO 102: 0-8.
Cascade CTL License
software (typecode LXX1):
1-8.
Danfoss A/S © 05/2018 Alle rechten voorbehouden.
27-16 Runtime Balancing
Definieer de prioriteit van elke pomp ten aanzien van een gelijk-
matige verdeling van het aantal draaiuren. Pompen met dezelfde
prioriteit worden gefaseerd in- en uitgeschakeld op basis van het
aantal draaiuren.
Option:
Functie:
[2]
Spare Pump
Pomp wordt het laatst ingeschakeld
en het eerst uitgeschakeld.
27-17 Motor Starters
Option:
Functie:
Selecteer het type netstarter voor
de pompen met vast toerental. Alle
pompen met vast toerental moeten
gebruikmaken van hetzelfde
startertype.
[0]
Direct Online
*
[1]
Soft Starter
Deze optie zorgt voor een
vertraging bij het gefaseerd in- en
uitschakelen van pompen. De
vertraging wordt ingesteld in
parameter 27-41 Ramp Down Delay
en parameter 27-42 Ramp Up Delay.
[2]
Star/Delta
Deze optie zorgt voor een
vertraging bij het gefaseerd
inschakelen van pompen. De
vertraging wordt ingesteld in
parameter 27-42 Ramp Up Delay.
27-18 Spin Time for Unused Pumps
Range:
Functie:
Size
[ 0 - 99 s]
Voer de rotatietijd voor niet-
related
gebruikte pompen in. Als een
*
pomp met vast toerental in de
afgelopen 72 uur niet actief is
geweest, wordt hij gedurende de
ingestelde tijd ingeschakeld. Deze
functie voorkomt dat de pomp
beschadigd raakt doordat hij te
lang stilstaat. Stel de parameter in
op 0 om de functie uit te
schakelen.
VOORZICHTIG
Zorg dat de waarde in deze parameter geen overdruk in
het systeem veroorzaakt.
27-19 Reset Current Runtime Hours
Selecteer optie [1] Resetten om alle huidige draaiuurtellers terug
te zetten op 0. De draaiuurteller wordt gebruikt om het aantal
draaiuren gelijkmatig te verdelen.
Option:
Functie:
[0]
Niet resetten
*
[1]
Resetten
3
3
269

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave