Altijd de correcte ligging van de schoudergor‐
#
del vanaf de gordeldoorvoeropening van de
auto naar de schoudergordelgeleiding van
het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht
nemen.
De schoudergordelband moet vanaf de gor‐
deldoorvoeropening naar voren en omlaag
verlopen.
Aanwijzingen voor auto's zonder automati‐
sche uitschakeling van de passagiersairbag
Sticker zichtbaar bij geopend passagierspor‐
tier
Auto's zonder automatische uitschakeling van de
passagiersairbag hebben aan passagierszijde
een speciale sticker op de cockpit.
Veiligheid voor inzittenden
Beslist de volgende aanwijzingen in acht nemen:
Een naar achteren gericht kinderzitjesbeves‐
R
tigingssysteem nooit op de passagiersstoel
monteren.
Een naar achteren gericht kinderzitjesbeves‐
R
tigingssysteem altijd op een geschikte zit‐
plaats achterin inbouwen.
Geschiktheid van zitplaatsen voor de
-
bevestiging van kinderzitjesbevestigings‐
systemen die met de veiligheidsgordels
worden bevestigd (
pagina 66).
/
Kinderzitjesbevestigingssysteem met de
-
veiligheidsgordel op de zitplaats achterin
bevestigen (
pagina 67).
/
Aanwijzingen met betrekking tot naar achte‐
R
ren en naar voren gerichte kinderzitjesbeves‐
tigingssystemen op de passagiersstoel
(
pagina 70).
/
69