220 Rijden en parkeren
B (Sport Plus)
De onderstelafstelling is nog stugger.
R
De auto wordt op het lage niveau ingesteld.
R
Bij hogere snelheden daalt de auto niet ver‐
R
der.
Voertuighoogte instellen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door te grote voertuighoogte
De rijeigenschappen kunnen nadelig worden
beïnvloed.
De auto kan bijvoorbeeld bij het sturen of bij
het rijden in een bocht naar buiten glijden.
Een voertuighoogte kiezen die overeen‐
#
komt met de rijstijl en de staat van het
wegdek.
& WAARSCHUWING Inklemgevaar door
zakkende auto
Bij het omlaagbrengen van de auto kunnen
lichaamsdelen van personen bekneld raken
die zich tussen de carrosserie en de banden
of onder de auto bevinden.
Bij het omlaagbrengen van de auto mag
#
zich niemand in de directe omgeving
van de spatbordranden of onder de
auto bevinden; dit controleren.
& WAARSCHUWING Inklemgevaar door
zakkende auto
Auto's met AIRMATIC resp. niveaurege‐
ling: Bij het uitladen of uitstappen gaat de
auto eerst iets omhoog en zakt vervolgens na
korte tijd tot de ingestelde hoogte.
Daardoor kunnen u en personen in de buurt
van de spatbordrand of de bodemplaat
bekneld raken.
De auto kan ook na het vergrendelen omlaag
gaan.
Bij het verlaten van de auto controleren
#
dat zich niemand in de omgeving van de
spatbordranden of de bodemplaat
bevindt.
* AANWIJZING Beschadigingen door zak‐
kende auto
Bij het zakken van de auto kunnen carrosse‐
riedelen worden beschadigd.
Bij het zakken van de auto mogen zich
#
geen hindernissen zoals stoepranden
onder of in de buurt van de carrosserie
bevinden.
Voorwaarden
De auto is gestart.
R
De auto mag niet sneller dan 60 km/h rijden.
R