Download Print deze pagina

Mercedes-Benz W205 C-Klasse 2020 Handleiding pagina 71

Limousine

Advertenties

68
Veiligheid voor inzittenden
Daardoor wordt de inzittende krachtiger
R
in de veiligheidsgordel gedrukt. De veilig‐
heidsgordel kan niet meer zoals bedoeld
beschermen en extra letsel veroorzaken.
Voorwerpen of bagage in de koffer‑ of
R
bagageruimte kunnen niet door de rugleu‐
ning worden tegengehouden.
Vóór iedere rit opletten dat de achter‐
#
bank, de zitplaats achterin en de rugleu‐
ning vergrendeld is.
Wanneer de linker en rechter rugleuning niet
vastgeklikt en vergrendeld zijn, wordt dit op het
multifunctioneel display van het combi-instru‐
ment weergegeven.
Als de middelste rugleuning niet vastgeklikt en
vergrendeld is, is de rode vergrendelingsindica‐
tor zichtbaar.
Bij de montage van een met een gordel
bevestigd kinderzitjesbevestigingssysteem
het volgende in acht nemen:
O Altijd de montage- en gebruikshandleiding
van de fabrikant van het gebruikte kinderzit‐
jesbevestigingssysteem in acht nemen.
O Voor een kinderzitjesbevestigingssysteem
van de categorie "Universal" of "Semi-Uni‐
versal" controleren of dit voor de zitplaats
van de auto is toegestaan.
De aanwijzingen onder "Geschiktheid van de
zitplaatsen voor de bevestiging van kinder‐
zitjesbevestigingssystemen" in acht nemen
(
pagina 66).
/
O Bij gebruik van een babyschaal van de
groepen 0/0+ en een naar achteren
gericht kinderzitjesbevestigingssysteem
van groep I op een zitplaats achterin: De
voorstoel zo instellen, dat deze het kinder‐
zitjesbevestigingssysteem niet raakt.
O Bij gebruik van een naar voren gericht
kinderzitjesbevestigingssysteem van de
groep I: Indien mogelijk de hoofdsteunen
van de betreffende stoel uitbouwen.
Na het uitbouwen van het kinderzitjesbeves‐
tigingssysteem de hoofdsteun direct aan‐
brengen en alle hoofdsteunen correct instel‐
len.
O De leuning van een naar voren gericht kin‐
derzitjesbevestigingssysteem moet zo volle‐
dig mogelijk tegen de rugleuning van de zit‐
plaats achterin aan liggen.
O Bij bepaalde kinderzitjesbevestigingssyste‐
men van de gewichtsgroepen II of III kan het
gebeuren dat het kinderzitjesbevestigings‐
systeem niet op de maximumgrootte kan
worden ingesteld, bijvoorbeeld door moge‐
lijk contact met het dak.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet onder spanning en/of getordeerd tus‐
sen het dak en het zitvlak worden inge‐
bouwd. Indien mogelijk de zittinghoek over‐
eenkomstig instellen.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet door de hoofdsteun worden belast. De
hoofdsteunen overeenkomstig instellen.
O Ervoor zorgen dat de voeten van het kind de
voorstoel niet kunnen raken. Indien nodig de
voorstoel iets naar voren instellen.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem monte‐
#
ren.
Het draagvlak van het kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem moet volledig op het zitvlak
van de zitplaats achterin rusten.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Glc 2020C205 c-klasse 2020