226 Rijden en parkeren
woordelijk voor het veilig manoeuvreren en par‐
keren. Bij het manoeuvreren of parkeren mogen
zich onder andere geen personen, dieren of
voorwerpen in het manoeuvreergebied bevinden;
dit controleren.
De hulplijnen op het mediadisplay geven de
afstanden tot de eigen auto aan. De weergege‐
ven afstanden gelden alleen op rijbaanhoogte.
U kunt kiezen tussen de volgende weergaven:
Normale weergave
R
Groothoekweergave
R
Aanhangwagenweergave
R
Het gebied achter de auto wordt net als in de
binnenspiegel in spiegelbeeld weergegeven.
Auto's zonder PARKTRONIC-parkeerassistent
De volgende cameraweergaven zijn beschikbaar
in het multimediasysteem:
Normale weergave
1
Gele hulplijnen, breedte van de auto (vlak
waarover wordt gereden) afhankelijk van de
momentele stuuruitslag (dynamisch)
2
Geel rijspoor van de banden bij actuele
stuuruitslag (dynamisch)
3
Gele hulplijn op circa 1,0 m afstand tot het
achtergedeelte
4
Bumper
5
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het
achtergedeelte
Groothoekweergave
Aanhangwagenweergave (alleen auto's met
aanhangwagenvoorziening)
1
Gele hulplijn, richthulp