Het sleepoog rechtsom tot de aanslag erin
#
draaien en vastzetten.
Auto's met aanhangwagenvoorziening: Achter
aan de auto bevindt zich geen bevestiging voor
het inschroefbare sleepoog. De sleepkabel of -
stang aan de aanhangwagenvoorziening bevesti‐
gen.
%
Bij het verwijderen van het sleepoog erop
letten dat de afdekking
1
gen in de bumper vergrendelt.
* AANWIJZING Beschadiging van de auto
door verkeerd gebruik van het sleepoog
Bij het bergen van de auto door het lostrek‐
ken met behulp van het sleepoog kan de auto
beschadigd raken.
Het sleepoog alleen gebruiken voor het
#
slepen of aanslepen van de auto.
Auto aanslepen (motornoodstart)
Auto's met automatische transmissie
* AANWIJZING Beschadiging van de auto‐
matische transmissie door aanslepen
Door het aanslepen van auto's met automati‐
sche transmissie kan de automatische trans‐
missie worden beschadigd.
bij het aanbren‐
Auto's met automatische transmissie
#
mogen niet door aanslepen worden
gestart.
Auto's met automatische transmissie mogen
#
niet door aanslepen worden gestart.
Auto's met handgeschakelde versnellingsbak
De aanwijzingen met betrekking tot het sle‐
#
pen in acht nemen (
Eventueel de motor en het uitlaatsysteem
#
laten afkoelen.
Het contact inschakelen.
#
De tweede versnelling inschakelen.
#
De elektrische parkeerrem vrijzetten.
#
#
#
#
#
#
#
#
Elektrische zekeringen
Aanwijzingen met betrekking tot elektrische
zekeringen
pagina 421).
/
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
Wanneer een defecte zekering wordt gemani‐
puleerd, overbrugd of door een zekering met
een hoger amperage wordt vervangen, kan
de elektrische bedrading overbelast worden.
Pechhulp 425
Bij volledig ingedrukt koppelingspedaal de
auto aanslepen.
Het koppelingspedaal langzaam loslaten.
Als de motor aanslaat, direct de neutraal‐
stand inschakelen.
Stoppen; daarbij op de verkeerssituatie let‐
ten.
De sleepkabel of -stang verwijderen.
Het sleepoog verwijderen.
De auto laten controleren bij een gekwalifi‐
ceerde werkplaats.
len en letsel door overbelaste bedrading