In de volgende gevallen is de functie niet actief:
bij snelheden onder 80 km/h
R
Functie van het uitgebreide mistlicht
Het uitgebreid mistlicht vermindert de eigenver‐
blinding en verbetert de verlichting van de kant
van de weg.
De functie wordt in de volgende situatie automa‐
tisch geactiveerd:
Bij snelheden onder 70 km/h en ingescha‐
R
keld mistachterlicht
De functie wordt in de volgende situatie automa‐
tisch gedeactiveerd:
Na de activering worden snelheden boven
R
100 km/h bereikt.
Het mistachterlicht is uitgeschakeld.
R
%
Het uitgebreid mistlicht kan tot een snelheid
van 100 km/h door het inschakelen van het
mistachterlicht worden geactiveerd.
Functie van de slechtweerverlichting
De slechtweerverlichting vermindert reflecties
bij regen door het doelgericht dimmen van
afzonderlijke LED's van de koplampen. Verblin‐
ding van de bestuurder en andere verkeersdeel‐
nemers wordt gereduceerd.
Functie van het Citylicht
Het Citylicht verbetert de verlichting van de zij‐
kant van de weg binnen de bebouwde kom door
een brede lichtverdeling.
In de volgende gevallen is de functie actief:
bij lage snelheden
R
in verlichte gebieden binnen de bebouwde
R
kom
Licht en zicht 131
Intelligent Light System in- of uitschakelen
Voorwaarden
Het contact is ingeschakeld.
R
Multimediasysteem:
Voertuig
÷ Lichtinstellingen
4
5
Intell. Light System
5
De functie in- O of uitschakelen ª.
#
Adaptieve grootlichtassistent
Werking van de adaptieve grootlichtassistent
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len ondanks adaptieve grootlichtassis‐
tent
De adaptieve grootlichtassistent Plus rea‐
geert niet op:
Verkeersdeelnemers die geen verlichting
R
hebben, bijvoorbeeld voetgangers
Verkeersdeelnemers die een zwakke ver‐
R
lichting hebben, bijvoorbeeld fietsers