50
Veiligheid voor inzittenden
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel
door verkeerde plaatsing van het naar
voren gerichte kinderzitjesbevestigings‐
systeem
Als een kind in een naar voren gericht kinder‐
zitjesbevestigingssysteem op de passagiers‐
stoel wordt beveiligd en de passagiersstoel
te dicht bij de cockpit wordt geplaatst, kan
het kind bij een ongeval:
Bijvoorbeeld met delen van het interieur
R
in aanraking komen, als het controle‐
lampje PASSENGER AIR BAG OFF brandt.
Door de airbag worden geraakt, als het
R
controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF
gedoofd is.
De passagiersstoel altijd zo ver mogelijk
#
naar achteren plaatsen en de zitting‐
hoogteverstelling in de laagste stand
zetten. Daarbij altijd de correcte ligging
van de schoudergordel vanaf de gordel‐
doorvoeropening van de auto naar de
schoudergordelgeleiding van het kinder‐
zitjesbevestigingssysteem in acht
nemen. De schoudergordelband moet
vanaf de gordeldoorvoeropening naar
voren en omlaag verlopen. Indien nodig
de gordeldoorvoeropening en de passa‐
giersstoel overeenkomstig instellen.
Beslist de montagehandleiding van de
#
fabrikant van het kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem in acht nemen.
Bij de montage van een kinderzitjesbevestigings‐
systeem op de passagiersstoel de voertuigspeci‐
fieke aanwijzingen in acht nemen
(
pagina 70).
/
Er zit een persoon op de passagiersstoel:
PASSENGER AIR BAG OFF kan continu branden
of gedoofd zijn, afhankelijk van het postuur van
de persoon.
Een persoon op de passagiersstoel moet altijd
de volgende aanwijzingen in acht nemen:
Wanneer de passagiersstoel bezet is door
R
een volwassene of een persoon met overeen‐
komstig postuur, moet het controlelampje
PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd zijn. Hier‐
mee wordt aangegeven dat de passagiersair‐
bag ingeschakeld is.
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG
OFF continu brandt, mag een volwassene of
een persoon met overeenkomstig postuur de
passagiersstoel niet gebruiken.
In plaats daarvan een zitplaats achterin
gebruiken.
Wanneer de passagiersstoel bezet is door
R
een persoon met een klein postuur (bijvoor‐
beeld een tiener of een kleine volwassene),
brandt het controlelampje PASSENGER AIR
BAG OFF afhankelijk van het classificatiere‐
sultaat continu of is het gedoofd.
PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd: De
-
passagiersstoel zo ver mogelijk naar ach‐
teren zetten of voor de persoon met klein
postuur een zitplaats achterin gebruiken.
PASSENGER AIR BAG OFF brandt continu:
-
De persoon met klein postuur mag de
passagiersstoel niet gebruiken.