150 Klimaatregeling
De flacon met origineel Mercedes-Benz parfum
nadat deze opgebruikt is afvoeren en niet
opnieuw vullen.
Flacon om zelf te vullen
De dop
1
van de lege flacon
#
De flacon
2
met maximaal 15 ml vullen.
#
De dop
1
op de flacon
2
#
De lege, zelf te vullen flacon altijd met dezelfde
parfumvloeistof vullen. Het afzonderlijke infor‐
matieblad dat bij de flacon is gevoegd in acht
nemen.
Standverwarming/-ventilatie
Werking van de standverwarming of -ventila‐
tie
De volgende functies worden uitgevoerd:
De lucht in het interieur wordt tot de inge‐
R
stelde temperatuur verwarmd of gekoeld.
De lucht in het interieur kan niet tot onder de
R
buitentemperatuur worden afgekoeld.
Als de buitentemperatuur wijzigt, wordt auto‐
R
matisch omgeschakeld van de verwarmings-
naar de ventilatiefunctie, of van de ventilatie-
naar de verwarmingsfunctie.
De standverwarming en de uitgang van de uit‐
2
losdraaien.
laatgassen bevinden zich bij het rechter voor‐
wiel.
draaien.
Standverwarming/-ventilatie via aircobedie‐
ningseenheid in- of uitschakelen
& GEVAAR Levensgevaar door giftige uit‐
laatgassen
Wanneer de uitlaateindpijp geblokkeerd is of
geen voldoende ventilatie mogelijk is, kunnen
giftige uitlaatgassen, in het bijzonder koolmo‐
noxide, in de auto binnendringen. Dat is bij‐
voorbeeld in gesloten ruimtes het geval, of
als de auto in de sneeuw vastzit.
In gesloten ruimtes zonder afzuiginstal‐
#
latie de standverwarming uitschakelen,
bijvoorbeeld in de garage.
Als de motor of de standverwarming
#
werken, de uitlaateindpijp en de omge‐
ving van de auto sneeuwvrij houden.
Aan de luwzijde van de auto een zijruit
#
openen, om voldoende buitenlucht in
het interieur te laten komen.
& WAARSCHUWING Brandgevaar door
hete onderdelen van de standverwar‐
ming en uitlaatgassen
Brandbaar materiaal, bijvoorbeeld bladeren,
gras of takken, kunnen ontsteken.
Als de standverwarming is ingeschakeld
#
ervoor zorgen dat:
hete onderdelen van de auto niet in
R
contact komen met brandbaar mate‐
riaal.
de uitlaatgassen ongehinderd via de
R
uitlaateindpijp van de standverwar‐
ming naar buiten kunnen treden.
de uitlaatgassen niet met brandbaar
R
materiaal in aanraking komen.