Zodra de concentratie schadelijke stoffen naar het normale niveau daalt, wordt
de circulatiefunctie automatisch uitgeschakeld, waardoor weer frisse lucht naar
het interieur kan stromen. In de circulatiefunctie wordt de lucht uit het interieur
aangezogen en weer in het interieur geleid. Als de automatische circulatiefunctie
is ingeschakeld, meet een sensor voor luchtkwaliteit de concentratie schadelijke
stoffen in de aangezogen lucht.
Circulatiefunctie inschakelen
›
Herhaaldelijk op toets
» Afbeelding 90
5
controlelampje aan de linkerzijde van de toets gaat branden.
Automatische circulatiefunctie inschakelen
›
Herhaaldelijk op toets
» Afbeelding 90
5
controlelampje aan de rechterzijde van de toets gaat branden.
Automatische circulatiefunctie tijdelijk uitschakelen
›
Als de sensor voor luchtkwaliteit bij onaangename geuren de circulatiefunctie
niet automatisch inschakelt, kan deze zelf worden ingeschakeld door op de
toets
» Afbeelding 90
op pagina 87 te drukken. In de toets brandt het
5
controlelampje aan de linkerzijde.
Circulatiefunctie uitschakelen
›
Op de toets
» Afbeelding 90
AUTO
8
toets
» Afbeelding 90
op pagina 87 drukken, tot de controlelampjes in
5
de toets uitgaan.
ATTENTIE
De circulatiefunctie niet gedurende langere tijd ingeschakeld laten, omdat
door de "verbruikte" lucht vermoeidheidsverschijnselen bij de bestuurder en
medepassagiers kunnen optreden, waardoor de oplettendheid vermindert.
Ook kunnen de ruiten beslaan. Het gevaar voor ongevallen neem toe. De cir-
culatiefunctie uitschakelen, zodra de ruiten beslaan.
Let op
Als de voorruit beslaat, op toets
■
Nadat de voorruit ontwasemd is, op de toets
87 drukken.
De automatische circulatiefunctie werkt alleen als de buitentemperatuur hoger
■
dan circa 2 °C is.
op pagina 87 drukken, tot het
op pagina 87 drukken, tot het
op pagina 87 drukken of herhaaldelijk op
» Afbeelding 90
op pagina 87 drukken.
1
» Afbeelding 90
AUTO
8
Aanjager regelen
De Climatronic regelt de aanjagerstanden automatisch afhankelijk van de interi-
eurtemperatuur. De aanjagerstanden kunnen echter handmatig aan de persoon-
lijke wensen worden aangepast.
›
Herhaaldelijk op de toets
(aanjagertoerental verlagen) resp. aan de rechterzijde (aanjagertoerental verho-
gen) drukken.
Als de aanjager wordt uitgeschakeld, wordt ook de Climatronic uitgeschakeld.
Het ingestelde aanjagertoerental wordt aangegeven door het aantal brandende
controlelampjes boven de toets
ATTENTIE
De "verbruikte" lucht kan vermoeidheidsverschijnselen bij de bestuurder en
■
medepassagiers veroorzaken, waardoor de oplettendheid vermindert. Ook
kunnen de ruiten beslaan. Het gevaar voor ongevallen neem toe.
De Climatronic niet langer uitschakelen dan noodzakelijk.
■
De Climatronic direct inschakelen, zodra de ruiten beslaan.
■
Voorruit ontwasemen
Inschakelen
›
Toets
» Afbeelding 90
1
UItschakelen
›
Opnieuw op toets
drukken.
De temperatuur wordt automatisch geregeld. Uit de luchtroosters 1
86
op pagina 82 stroomt meer lucht.
op pagina
Ð
» Afbeelding 90
op pagina 87 aan de linkerzijde
10
» Afbeelding 90
op pagina 87.
10
op pagina 87 indrukken.
» Afbeelding 90
op pagina 87 of de toets
1
Verwarming en airconditioning
Ð
AUTO
» Afbeelding
Ð
89