›
De dwarsstang eerst aan de ene zijde in steun
ken.
›
Op dezelfde wijze de dwarsstang aan de andere wagenzijde in de steun
plaatsen.
Oprollen
›
De dwarsstang eerst aan de ene en daarna aan de andere zijde iets naar ach-
teren trekken en uit de steunen
›
De dwarsstang zo houden, dat het scheidingsnet in behuizing
zonder beschadiging kan oprollen.
›
De achterbank in de uitgangspositie terugklappen.
Scheidingsnetbehuizing uit- en inbouwen
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 68 en volg deze op.
Uitbouwen
›
De achterbank naar voren klappen
›
Het rechterachterportier openen.
›
De scheidingsnetbehuizing
» Afbeelding 61
A
pijlrichting
uit de steun van de achterbank nemen.
2
Inbouwen
›
De uitsparingen van de scheidingsnetbehuizing in de steunen van de rugleu-
ningen plaatsen.
›
De scheidingsnetbehuizing tot de aanslag tegen pijlrichting
schuiven.
›
De achterbank in de uitgangspositie terugklappen.
plaatsen en naar voren druk-
C
» Afbeelding 60
nemen.
C
langzaam en
B
Afbeelding 61
Achterbank: Scheidingsnetbe-
huizing
» pagina
61.
in pijlrichting
schuiven en in
1
1
» Afbeelding 61
Dakdragersysteem
C
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Bevestigingspunten
Daklast
ATTENTIE
Ð
De lading op het dak moet goed worden bevestigd - gevaar voor ongevallen!
■
De lading altijd correct met geschikte en onbeschadigde sjor- of spanbanden
■
vastzetten.
De lading gelijkmatig op het dakdragersysteem verdelen.
■
Bij het vervoeren van zware voorwerpen of voorwerpen met een groot op-
■
pervlak op het dakdragersysteem veranderen de rijeigenschappen door de
verandering van het zwaartepunt resp. door het vergrote oppervlak dat aan
wind onderhevig is - gevaar voor ongevallen! Uw rijstijl en snelheid daarom
aan de omstandigheden aanpassen.
Abrupte of plotselinge rij- en remmanoeuvres vermijden.
■
De snelheid en rijstijl aanpassen aan het weer, het wegdek, het zicht en de
■
verkeersomstandigheden.
De toegestane dakbelasting, de toegestane asbelastingen en het maximaal
■
toelaatbare gewicht van uw wagen mogen in geen geval worden overschre-
den – gevaar voor ongevallen!
VOORZICHTIG
Alleen door ŠKODA goedgekeurde dakdragersystemen gebruiken.
■
Als andere dakdragersystemen worden gebruikt of de dragers niet volgens
■
voorschrift worden gemonteerd, is daardoor ontstane schade aan de wagen uit-
gesloten van de garantie. Daarom moet de bijgeleverde montagehandleiding van
het dakdragersysteem beslist in acht worden genomen.
Bij auto's met elektrisch schuif-kanteldak moet erop worden gelet dat het geo-
■
pende schuif-kanteldak niet tegen de daklading aankomt.
Let erop dat de geopende achterklep niet tegen de lading op het dak stoot.
■
De hoogte van uw wagen verandert door de montage van een dakdragersys-
■
teem en de daarop bevestigde lading. Vergelijk de hoogte van de wagen met de
Ð
aanwezige doorrijhoogtes, bijvoorbeeld van tunnels en garagedeuren.
Het dakdragersysteem vóór het rijden door een wasstraat verwijderen.
■
Let erop dat de dakantenne niet door de bevestigde lading wordt beïnvloed.
■
70
70
£
69
Zitten en opbergen