Instelling
Voorruit en zijruiten ontdooien
Voorruit en zijruiten ontwasemen
De snelste verwarming
Aangename verwarming
Frisse lucht - ventilatie
Let op
Bedieningselementen
» Afbeelding 88
A
■
Luchtroosters 3
» Afbeelding 86
op pagina 82.
■
Wij adviseren u de luchtroosters 4
■
stand te laten.
Circulatiefunctie
In de circulatiefunctie wordt voorkomen dat bijvoorbeeld buitenlucht met sterke
geuren in het interieur kan komen, bijvoorbeeld bij het rijden door tunnels of in
files.
Inschakelen
›
De toets
» Afbeelding 88
op pagina 83 indrukken, in de toets gaat het
1
controlelampje branden.
UItschakelen
›
De toets
» Afbeelding 88
op pagina 83 opnieuw indrukken, het controle-
1
lampje in de toets gaat uit.
Als de luchtverdeelregelaar
» Afbeelding 88
C
wordt de circulatiefunctie automatisch uitgeschakeld. Door opnieuw op toets
te drukken, kan ook in deze stand de circulatiefunctie weer worden ingeschakeld.
84
Bediening
Stand van de draaiknop
A
Tot de aanslag naar
rechts
Gewenste tempera-
2 of 3
tuur
Tot de aanslag naar
rechts
Gewenste tempera-
2 of 3
tuur
Tot de aanslag naar
Gewenste stand
links
op pagina 83,
,
en de toets
B
C
» Afbeelding 86
op pagina 82 in de geopende
op pagina 83 in stand staat,
B
C
3
3
ATTENTIE
.
De circulatiefunctie niet gedurende langere tijd ingeschakeld laten, omdat
1
door de "verbruikte" lucht vermoeidheidsverschijnselen bij de bestuurder en
medepassagiers kunnen optreden, waardoor de oplettendheid vermindert.
Ook kunnen de ruiten beslaan. Het gevaar voor ongevallen neem toe. De cir-
Ð
culatiefunctie uitschakelen, zodra de ruiten beslaan.
Airconditioning (handbediende airconditioning)
Inleidende informatie
De koeling werkt alleen als de toets
gedrukt en aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
›
motor draait,
›
buitentemperatuur hoger dan circa +2 °C,
›
aanjagerschakelaar ingeschakeld (stand 1 t/m 4).
Uit de luchtroosters kan bij ingeschakelde koelfunctie onder bepaalde omstandig-
heden lucht met een temperatuur van circa 5 °C stromen. Bij een langdurige on-
gelijkmatige verdeling van de lucht uit de luchtroosters en grote temperatuurver-
schillen, bijvoorbeeld bij het uitstappen uit de wagen, kunnen bij hiervoor gevoeli-
ge personen verkoudheidsverschijnselen optreden.
Toets
Luchtroosters 3
1
Niet inschakelen
Openen en op de zijruit richten
Niet inschakelen
Openen en op de zijruit richten
Kort inschakelen
Niet inschakelen
Niet inschakelen
» Afbeelding 89
AC
1
Openen
Openen
Openen
Ð
op pagina 85 is in-
£