Inleiding U hebt gekozen voor een Škoda - wij danken u hartelijk voor uw vertrouwen. Met uw nieuwe Škoda krijgt u een auto met ultramoderne techniek en talrijke opties, waarvan u vast en zeker bij dagelijks gebruik maximaal plezier zult beleven. Met het oog hierop adviseren wij u dan ook, dit instructieboekje aandachtig door te lezen, zodat u uw auto snel en grondig leert kennen.
Pagina 3
Inleiding Wagendocumentatie Het serviceplan In de meegeleverde documentatie van uw auto vindt u naast dit ’instructie- bevat: boekje’ ook een ’Beknopte handleiding’, het ’Serviceplan’ en ’Aanwij- gegevens van de auto; zingen voor hulp onderweg’. Bovendien kunnen al naargelang het model ...
Pagina 4
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Structuur van dit instructieboekje Communiceren Elektrische ruitbediening* ........... . Elektrisch schuif-/kanteldak* .
Inhoudsopgave Raad en daad Rijden en milieu ............De eerste 1 500 kilometer en daarna .
Pagina 6
Inhoudsopgave Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het Gebruikvoorschriften Raad en daad Technische gegevens rijden...
Pagina 7
Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen) Structuur van dit instructieboekje (toelichtingen) Dit instructieboekje is systematisch opgebouwd om het vinden en opnemen van de Het hoofdstuk gaat op de volgende bladzijde verder. benodigde informatie te vergemakkelijken. Aanwijzingen Hoofdstuk, inhoudsopgave en trefwoordenregister Alle vier de typen aanwijzingen die in de tekst worden gebruikt staan altijd aan het De tekst van dit instructieboekje is in relatief korte paragrafen ingedeeld, die in over- einde van het betreffende hoofdstuk vermeld.
Beknopte handleiding Beknopte handleiding Basisfuncties en belangrijke aanwijzingen Stuurwielstand instellen Inleiding Het hoofdstuk 'De beknopte informatie' dient alleen voor een snelle kennismaking met de belangrijkste bedieningselementen van de auto. Alle aanwijzingen in de volgende hoofdstukken van de handleiding moeten beslist in acht genomen worden. Auto ont- en vergrendelen Afb.
Beknopte handleiding Voorstoel instellen ATTENTIE! Vervolg Om veiligheidsredenen moet de hendel altijd vast naar boven zijn gedrukt zodat de stand van het stuurwiel onder het rijden niet onbedoeld kan wijzigen - kans op ongevallen! Hoogteverstelling veiligheidsgordels Afb. 6 Bedieningspaneel op stoel Stoel in lengterichting instellen Zittinghoogte instellen*...
Beknopte handleiding Elektrische verstelling buitenspiegel* Verlichting in- en uitschakelen Afb. 7 Binnenzijde portier: Afb. 8 Dashboard: Lichtschake- Draaiknop laar: Buitenspiegelverwarming Alle verlichting uitschakelen Buitenspiegel links en rechts gelijktijdig instellen Stadslicht inschakelen Buitenspiegel rechts instellen Dimlicht en groot licht inschakelen ...
Pagina 14
Beknopte handleiding Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 54, ’Ruitenwisser’. Knipperlicht rechts Knipperlicht links Elektrische ruitbediening* Omschakelen tussen dim- en groot licht Lichtsignaal Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 51, ’De richtingaanwijzer- en groot- lichtschakelaar ’. Ruitenwisserschakelaar Afb. 11 Schakelaars in bestuur- dersportier schakelaar voor de elektrisch bediende ruit in het bestuurdersportier schakelaar voor de elektrisch bediende ruit in het rechter voorportier...
Beknopte handleiding Tanken – Vergrendel de tankdop van de brandstofvulopening door de autosleutel naar rechts te draaien en verwijder de sleutel. – Druk de tankdopklep dicht. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 149, ’Tanken’. Ontgrendeling van de motorkap Afb. 12 Rechterachterzijde: Tankdopklep Afb.
Beknopte handleiding Motorkap openen Motoroliepeil: controleren Afb. 15 Radiateurgrille: Vergrendelingshendel Afb. 17 Oliepeilstok Motorolie mag niet bijgevuld worden. Motorolie mag bijgevuld worden. Motorolie moet bijgevuld worden. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 154, ’Motoroliepeil controleren’. Afb. 16 Borging van de motorkap met behulp van de motorkapsteun –...
Instrumenten en controlelampjes Instrumenten en controlelampjes Overzicht instrumentenpaneel Afb. 18 Instrumentenpaneel Toerenteller bladzijde 16 motor aan. Voor het bereiken van dit vlak moet de eerstvolgende hogere versnelling worden ingeschakeld. Koelvloeistoftemperatuurmeter bladzijde 16 Brandstofmeter bladzijde 17 In een lagere versnelling moet men pas terugschakelen als de motor niet meer mooi Snelheidsmeter ...
Instrumenten en controlelampjes Bereik voor koude motor Als extra waarschuwingssignaal klinkt een pieptoon. Als de wijzer in het linkergedeelte van de meterschaal staat heeft de motor zijn bedrijf- stemperatuur nog niet bereikt. Vermijd hoge motortoerentallen, vol gas en zware Voorzichtig! motorbelastingen.
Instrumenten en controlelampjes Onderste kilometerteller (dagteller) voor afgelegd traject Service-interval-indicatie De dagteller geeft de afstand weer die is afgelegd nadat de kilometerteller voor de Als het service-interval is bereikt, verschijnt dit op de display laatste keer op nul is gezet en wel in stappen van 100 m, resp. 1/10 mijl. De onderste in de display van de kilometerdagteller: teller kunt u door het indrukken van de resetknop voor de dagteller resetten Onderhoud km 1500...
Instrumenten en controlelampjes Uren instellen De service-interval-indicatie kan ook met behulp van de resetknop als volgt bladzijde 16, afb. worden teruggesteld – Draai de terugstelknop naar links. Druk bij uitgeschakeld contact de terugstelknop in en houd deze ingedrukt. ...
Instrumenten en controlelampjes Geheugen Bediening De multifunctionele -indicatie is uitgevoerd met twee automatisch werkende geheu- gens. De gegevens van het ritgeheugen (geheugen 1) worden weergegeven als op de display een 1 verschijnt. Als er een 2 verschijnt worden de gegevens van het reisgeheugen (geheugen 2) weergegeven.
Instrumenten en controlelampjes Gemiddeld brandstofverbruik De multifunctionelde aanduiding indicatie kan alleen bij ingeschakeld contact worden bediend. Na het inschakelen van het contact wordt de functie weergegeven die voor het uitschakelen als laatste werd gekozen. Op de display verschijnt het gemiddelde brandstofverbruik in l/100 km sinds het geheugen voor de laatste keer is gewist ...
Pagina 23
Instrumenten en controlelampjes Informatiedisplay* Gemiddelde snelheid Op de display verschijnt de gemiddelde snelheid in km/u sinds het geheugen voor de Inleiding laatste keer is gewist bladzijde 20. Als u de gemiddelde snelheid voor een bepaalde periode wilt bepalen, moet u het geheugen bij het begin van de nieuwe meetperiode ...
Pagina 24
Instrumenten en controlelampjes Bovendien verschijnen op het display informatie- en waarschuwingsmeldingen bladzijde 26. De tekstmelding is in een van de volgende talen mogelijk: Tsjechisch, Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Portugees. De gewenste taal kan door een servicedealer ingesteld worden. Op het display kunnen (al naargelang de uitrusting) de volgende gegevens worden weergegeven: Afb.
Instrumenten en controlelampjes Portier- en achterklepwaarschuwing Bedien de tuimelschakelaar , om de afzonderlijke storingmeldingen een voor een op te vragen. De portier- en achterklepwaarschuwing licht op wanneer tenminste een portier of de Als er een storing optreedt, klinkt naast de weergave van het symbool en de tekst ook achterklep niet gesloten is.
Pagina 26
Instrumenten en controlelampjes Gele symbolen Een geel symbool geeft een waarschuwing aan. Betekenis van de gele symbolen: bladzijde 30 Weinig brandstof bladzijde 30 Motoroliepeil controleren, motoroliesensor defect bladzijde 30 remvoering versleten bladzijde 30 Ruitensproeiervloeistofpeil laag ...
Instrumenten en controlelampjes Aanwijzing bladzijde 30 Remblokdikte* De plaatsing van de controlelampjes is afhankelijk van het model en het motor- type. De in de volgende beschrijving van de functie weergegeven symbolen vindt u als bladzijde 30 Brandstofreserve controlelampje op het instrumentenpaneel.
Pagina 29
Instrumenten en controlelampjes Dimlicht Uitlaatgascontrolesysteem brandt bij ingeschakeld dimlicht bladzijde 48. Het controlelampje Het controlelampje gaat branden na het inschakelen van het contact. Als het controlelampje na het starten van de motor niet uitgaat of tijdens de rit brandt Mistlichten ...
Pagina 30
Instrumenten en controlelampjes Als het controlelampje tijdens de rit gaat knipperen, is er sprake van een storing ATTENTIE! in het motormanagement. Het door de motorregeling gekozen noodprogramma stelt u in staat voorzichtig naar de dichtstbijzijnde Škoda-dealer te rijden. Als er sprake is van een storing, moet het airbagsysteem direct door een Škoda- dealer worden gecontroleerd.
Pagina 31
Instrumenten en controlelampjes Brandstofreserve Op het informatiedisplay* weergegeven tekst: STOP CHECK COOLANT SERVICE MANUAL (STOP KOELVLOEISTOFPEIL Het controlelampje brandt, zodra er minder dan 7 liter in de brandstoftank CONTROLEREN HANDLEIDING) aanwezig is. Als extra waarschuwingssignaal klinkt een pieptoon. ATTENTIE! ...
Instrumenten en controlelampjes Antiblokkeersysteem (ABS)* Het controlelampje brandt geel* (te weinig olie) Als het controlelampje geel brandt, is de oliehoeveelheid waarschijnlijk niet correct. Het controlelampje geeft de goede werking van het ABS en het elektronisch sper- Controleer zo snel mogelijk het oliepeil, resp. vul olie bij bladzijde 155. differentieel (EDS)* aan.
Pagina 33
Instrumenten en controlelampjes Bij het regelproces knippert het controlelampje tijdens de rit. ATTENTIE! Vervolg Bij uitgeschakeld ESP of bij een storing ervan brandt het controlelampje continu. onder de MIN-markering is gedaald, rijd dan niet verder - kans op ongevallen! Omdat het ESP-systeem met het ABS en EDS werkt, brandt bij het uitvallen van het ABS Roep deskundige hulp in.
Instrumenten en controlelampjes Remsysteem Gordelwaarschuwingslampje* Het controlelampje gaat enkele seconden na het inschakelen van het contact Het controlelampje gaat na het inschakelen van het contact branden, om u eraan te branden. herinneren de veiligheidsgordel om te doen. Als het controlelampje ...
Pagina 35
Ontgrendelen en vergrendelen Ontgrendelen en vergrendelen Sleutel De sleutelhanger met het nummer moet apart en veilig worden bewaard want alleen aan de hand van dit nummer kunnen bij verlies of beschadiging sleutels worden vervangen. Overhandig daarom bij de verkoop van de auto ook deze hanger aan de koper.
Ontgrendelen en vergrendelen Batterij van de radiografische afstandsbediening – Plaats de nieuwe batterij. Let erop dat het ’+’ teken op de batterij naar onderen moet wijzen. De goede poling is op het deksel van de zenderbehuizing aange- vervangen geven. – Deksel met de aangebrachte batterij achter op de zenderbehuizing aanbrengen en dan de beide delen samendrukken.
Ontgrendelen en vergrendelen Kinderslot Vergrendeling van buitenaf Bij het ontgrendelen of vergrendelen gaat de vergrendelingsknop in het portier naar Het kinderslot voorkomt dat de achterportieren van binnenuit kunnen boven of naar beneden. worden geopend. Vergrendeling van binnenuit Alle gesloten autoportieren worden door het naar beneden drukken van de vergren- delingsknoppen van binnenuit vergrendeld.
Ontgrendelen en vergrendelen deld. Dit kan door het indrukken van de handgreep boven de kentekenplaat worden ATTENTIE! bladzijde 39, afb. geopend De vergrendeling van de portieren voorkomt onwillekeurig openen in een De centrale vergrendeling kan worden bediend: ongewone situatie (ongeval). Vergrendelde portieren voorkomen ook het ...
Ontgrendelen en vergrendelen Als de auto is vergrendeld en de Safe-beveiliging is gedeactiveerd, kunnen de Alle portieren worden ontgrendeld. portieren als volgt van binnenuit worden geopend: De kofferklep/achterklep wordt ontgrendeld. door aan de portierkruk te trekken wordt het portier ontgrendeld; De via het portiercontact geschakelde binnenverlichting gaat branden.
Ontgrendelen en vergrendelen Schakelaar voor centrale vergrendeling ATTENTIE! De centrale vergrendeling werkt ook bij uitgeschakeld contact. Alle portieren en de kofferklep/achterklep worden vergrendeld. Omdat echter bij vergren- delde portieren in geval van nood hulpverlening van buitenaf wordt bemoei- lijkt, moeten kinderen nooit zonder toezicht in de auto worden achtergelaten. Vergrendelde portieren maken het hulpverleners in geval van nood moeilijk in de auto te komen - levensgevaar! Aanwijzing...
Ontgrendelen en vergrendelen Na het ontgrendelen van de auto met de sleutel of met behulp van de radiografische ning bedraagt ca. 10 m. Bij zwakke batterijen is het bereik van de afstandsbediening afstandsbediening kan de kofferklep/achterklep worden geopend door op de hand- minder.
Ontgrendelen en vergrendelen Auto vergrendelen ATTENTIE! Vervolg – Druk ongeveer 1 seconde lang op knop maken het hulpverleners in geval van nood moeilijk in de auto te komen - levensgevaar! Safe-beveiliging deactiveren – Druk tweemaal binnen 2 seconden de schakelaar in.
Ontgrendelen en vergrendelen Een geactiveerd alarm wordt door optische en akoestische signalen weergegeven (de Uitschakelen van de interieurbewaking knipperlichten knipperen en de claxon geeft een toon). De procedure voor het uit- en inschakelen van de interieurbewaking is gelijk aan het uit- en inschakelen van de Safe-beveiliging ...
Pagina 44
Ontgrendelen en vergrendelen De elektrische ruitbediening werkt alleen bij ingeschakeld contact. Na het uitschakelen Zodra de schakelaar in de achterportieren buiten werking zijn gesteld brandt het van het contact kan de ruitbediening nog ca. 10 minuten geactiveerd worden wanneer controlelampje ...
Ontgrendelen en vergrendelen Ruiten sluiten Ruit-comfortbediening – Druk de betreffende toets aan de bovenzijde iets in en houd deze in deze stand Bij het ont- en vergrendelen van de auto kunnen de elektrisch bediende ruiten als volgt totdat de ruit de gewenste stand heeft bereikt. worden geopend en gesloten (schuif-/kanteldak alleen sluiten): ATTENTIE! Ruiten openen...
Pagina 46
Ontgrendelen en vergrendelen Houd de sleutel nog eens ca. 3 seconden in de vergrendelingsstand. Als het contact wordt uitgeschakeld, kan het schuif-/kanteldak nog ca. 10 minuten daarna worden geopend, gesloten of gekanteld. Zodra u echter één van de voorpor- Rijden in de winter tieren opent, kan het schuif-/kanteldak niet meer worden bediend.
Ontgrendelen en vergrendelen Sluiten Noodbediening Schuif-/kanteldak dichtschuiven/sluiten bladzijde 45, afb. – Draai de schakelaar in stand Veiligheidssluiting Het schuif-/kanteldak is van een krachtbegrenzer voorzien. Als een hindernis (bijv. ijs) het sluiten verhindert, stopt het schuif-/kanteldak en gaat weer helemaal open. Het schuif-/kanteldak kan zonder krachtbegrenzer geheel worden gesloten door de scha- ...
Pagina 48
Ontgrendelen en vergrendelen Aanwijzing Na elke noodbediening (met behulp van de inbussleutel) moet het schuif-/kanteldak in de basisstand worden gebracht. Daarom moet de draaischakelaar, in de schake- bladzijde 45, afb. 37 laarstand worden gedraaid en circa 10 seconden lang aan de voorzijde worden ingedrukt.
Verlichting en zicht Verlichting en zicht Verlichting Dagrijlicht uitschakelen* – Neem de afdekkap van de zekeringenhouder, links op het dashboard, weg Verlichting in- en uitschakelen bladzijde 181. – Steek de activeringszekering Nr. 17 in de zekeringendoos. Het dimlicht brandt alleen maar bij ingeschakeld contact. Na het uitschakelen van het contact wordt het dimlicht automatisch uitgeschakeld en brandt alleen het stadslicht.
Verlichting en zicht Bij koel of vochtig weer kunnen de koplampen aan de binnenzijde tijdelijk beslaan. Als de auto niet is uitgevoerd met mistlampen* wordt het mistachterlicht ingeschakeld zodra de lichtschakelaar in de stand wordt gedraaid en direct in de stand wordt ...
Verlichting en zicht Lichtbereikverstelling van de koplampen Schakelaar voor alarmlichten Bij ingeschakeld dimlicht kunt u het bereik van de lichtbundel van de koplampen aan de belasting van de auto aanpassen. Afb. 44 Dashboard: Schakelaar gelijktijdige noodknipperlichten Afb. 43 Dashboard: Lichtbun- ...
Pagina 52
Verlichting en zicht De richtingaanwijzer- en grootlichtschakelaar Stadslicht – Contact uitschakelen. Met behulp van de knipperlicht- en grootlichtschakelaar schakelt u ook het stadslicht en het lichtsignaal in. – Druk de hendel naar boven of naar beneden - het rechter- of linkerparkeerlicht wordt ingeschakeld.
Verlichting en zicht – Contact uitschakelen. – Bij uitvoeringen zonder leeslampjes moet de schakelaar in de middenstand worden gedrukt. – Activeer het lichtsignaal éénmaal. – Open en sluit het bestuurdersportier. Leeslampjes* – Druk op één van de schakelaars om het rechter- of linkerleeslampje in of uit te Als het portier open blijft staan, blijft de verlichting nog circa 3 minuten branden.
Verlichting en zicht Zicht Binnenverlichting achter* Achterruitverwarming Afb. 47 Lamp achter Afb. 48 Schakelaar voor achter- afb. 47 De binnenverlichting achter wordt in- en uitgeschakeld door op de inkeping ruitverwarming in het glas te drukken. – De achterruitverwarming wordt door het indrukken van de schakelaar Voor de binnenverlichting achter gelden dezelfde principes als voor de binnenverlich- ...
Verlichting en zicht Ruitenwisser- en ruitensproeier Zonnekleppen Ruitenwisser Met de ruitenwisserschakelaar bedient u de ruitenwissers en de wis- /wasautomaat. Afb. 49 Zonneklep: opzij klappen De zonnekleppen kunnen uit de houders getrokken en naar de zijruit gedraaid worden. De klep boven de binnenspiegel* kan alleen naar beneden worden geklapt. ...
Pagina 56
Verlichting en zicht Wis-/wasautomaat voor de voorruit ATTENTIE! – Trek de hendel naar het stuurwiel toe in de verende stand , de ruitenwisser en Voor helder zicht en veilig rijden zijn goede ruitenwisserbladen beslist de ruitensproeierinstallatie worden direct ingeschakeld. noodzakelijk ...
Verlichting en zicht Wisserblad voor achterruit vervangen (Octavia)* – Druk de borgveer in de richting van de pijl en druk gelijktijdig het wisserblad naar de ruit - attentie, let op dat de voorruit niet wordt beschadigd. bladzijde 55, afb. 51 ...
Verlichting en zicht Basisafstelling voorbereiden Stand R Bediening van de rechter spiegel. – Zet de hendel aan de onderzijde van de spiegel naar voren. Spiegel dimmen ATTENTIE! – Trek de hendel aan de onderzijde van de spiegel naar achteren. Convexe (bolvormige) of asferische (verschillende bollingen) buitenspie- gels vergroten het gezichtsveld.
Zitten en opbergen Zitten en opbergen Stoelen vooraan ATTENTIE! Vervolg Zorg ervoor dat zich geen voorwerpen in de voetenruimte bevinden omdat Basisprincipes deze voorwerpen bij een rij- of remactie tussen de pedalen kunnen komen. U zou dan niet in staat zijn te koppelen, te remmen of gas te geven. De voorstoelen kunnen op vele manieren worden ingesteld en daardoor aan de lichaamsbouw van de bestuurder en de voorpassagier worden aangepast.
Zitten en opbergen Elektrische voorstoelen instellen* Hoek van de rugleuning instellen afb. 54 – Ontlast de leuning (niet tegen de leuning leunen) en draai de knop Stoelen instellen om de juiste hoek van de rugleuning in te stellen. Lendensteun instellen* –...
Pagina 61
Zitten en opbergen bladzijde 57. – Plaats de spiegelschakelaar in de stand ATTENTIE! Vervolg – Schakel de achteruitversnelling in. Tijdens het rijden mag de leuning niet te schuin naar achteren staan, omdat – Stel de rechter buitenspiegel in de gewenste stand in bladzijde 57. anders de werking van de veiligheidsgordels en de airbags in negatieve zin worden beïnvloed - kans op letsel! –...
Pagina 62
Zitten en opbergen – Druk op de ontgrendelingstoets bladzijde 40 en houd deze 1 seconde lang Opvragen via de radiografische afstandsbediening* ingedrukt totdat een akoestisch signaal het opslaan bevestigt. De instelling is onder – AIs het bestuurdersportier is gesloten en het contact is uitgeschakeld, druk dan de gekozen geheugentoets opgeslagen.
Zitten en opbergen Hoofdsteunen Hoofdsteun uit- en inbouwen – Trek de hoofdsteun tot aan de aanslag uit de leuning. afb. 58 – Druk de borgknop in de pijlrichting en trek de hoofdsteun los. – Voor het weer inbouwen de hoofdsteun zo ver naar beneden in de leuning duwen dat de borgknop hoorbaar inklikt.
Zitten en opbergen Stoelen in de uitgangspositie brengen Afb. 60 Leuning ontgrendelen Afb. 61 Rugleuning vergren- delen De bagageruimte kan worden vergroot door de achterstoelen neer te klappen. Om de achterstoelen te kunnen neerklappen moet de positie van de voorstoelen en de armleuning zo aangepast worden dat de stoelen niet kunnen vervormen of zich Stoelen in de uitgangspositie brengen beschadigen.
Zitten en opbergen Verwarming van de voorstoelen* ATTENTIE! Vervolg zijbekleding worden gelegd. Voorkom dat de veiligheidsgordel tussen de leuning en de zijbekleding wordt ingeklemd en daardoor wordt beschadigd. Zitting verwijderen Afb. 63 Dashboard: Draaiknop voor verwarming van de voor- stoelen De zitvlakken en leuningen van de voorstoelen kunt u bij een ingeschakeld contact elektrisch laten verwarmen.
Zitten en opbergen – Verdeel de bagage zo gelijkmatig mogelijk. Voorzichtig! – Zware voorwerpen zo ver mogelijk naar voren leggen Om de verwarmingselementen van de stoelverwarming niet te beschadigen, mag u niet op de stoelen knielen en moet puntbelasting worden voorkomen. –...
Pagina 67
Zitten en opbergen Aan deze ogen kan ook een vloernet* voor het vastzetten van kleine voorwerpen Voorzichtig! worden bevestigd. Let erop dat de verwarmingsdraden van de achterruitverwarming niet door schurende Het vloernet* is samen met de montagehandleiding in een foedraal onder de vloerbe- voorwerpen kunnen worden beschadigd.
Pagina 68
Zitten en opbergen Bevestigingsnetten - netprogramma Octavia* Afb. 67 Bevestigingsnet: dubbele dwarstas, vloerbevesti- gingsnet Afb. 68 Bevestigingsnet: Dubbele langstas Bevestigingsvoorbeelden van het bevestigingsnet als dubbele dwarstas bladzijde 66, afb. 66 afb. en bodemnet Het bevestigingsnet is samen met de montagehandleiding in een foedraal onder de vloerbedekking in de bagageruimte achter het reservewiel aangebracht.
Zitten en opbergen Hoedenplank (Octavia) Voorzichtig! De hoedenplank achter de hoofdsteunen achterin kan alleen worden Plaats in de netten geen voorwerpen met scherpe randen - kans op beschadiging van gebruikt voor het deponeren van lichte voorwerpen. het net. Vloerbedekking van de bagageruimte vastzetten Afb.
Pagina 70
Zitten en opbergen Voorzichtig! ATTENTIE! Let erop dat de verwarmingsdraden van de achterruitverwarming niet beschadigd Op de hoedenplank mogen geen voorwerpen worden neergelegd. raken door op de achterklep neergelegde voorwerpen. Voorzichtig! Aanwijzing Let erop dat de verwarmingsdraden van de achterruitverwarming en de oprolbare Bij het openen van de bagageruimteklep wordt ook de hoedenplank opgetild.
Pagina 71
Zitten en opbergen Variabele laadvloer uitbouwen Bagageruimte m.b.v. variable laadvloer* indelen – Door de borgbouten ca. 90° naar links te draaien wordt de laadvloer ontgren- bladzijde 69, afb. deld – Door het bewegen in pijlrichting kunt u de laadvloer opvouwen en verwijderen. Draagrails uitbouwen –...
Zitten en opbergen Gebruik van het scheidingsnet achter de voorstoelen Het scheidingsnet kan óf achter de achterstoelen óf achter de voorstoelen ingebouwd worden. Voor het gebruik van het scheidingsnet de oprolbare hoedenplank uitbouwen bladzijde 69. Eruit trekken – Trek het scheidingsnet onder een hoek van ca. 45° in de richting van de achterklep aan de lus uit het huis –...
Zitten en opbergen Oprollen – Schuif de scheidingsnetbehuizing tot de aanslag in pijlrichting en verwijder deze in pijlrichting uit de opnames van de rugleuning. – Trek de dwarsstang eerst aan de ene en daarna aan de andere zijde iets naar ...
Zitten en opbergen Daklading Milieu Door de hogere luchtweerstand neemt het brandstofverbruik toe. Verwijder het impe- Verdeel de belading gelijkmatig over de imperiaal. De toegestane dakbelasting (inclu- riaal daarom na gebruik. sief het imperiaalsysteem) van 75 kg en het toegestane totaalgewicht van de auto mogen niet worden overschreden.
Zitten en opbergen Asbak* Na het drukken in pijlrichting komt de bekerhouder eruit en wordt geopend bladzijde 73, afb. Asbak voor Deze is ontworpen om drinken in blikken of andere verpakkingen (met een inhoud van 0,33 l of 0,5 l) vast te houden. ATTENTIE! ...
Zitten en opbergen Sigarettenaansteker*, stopcontacten ATTENTIE! Leg nooit brandbare voorwerpen in de asbak - brandgevaar! Sigarettenaansteker Het stopcontact van de sigarettenaansteker kan ook voor andere elek- Asbak achter trische apparaten worden gebruikt. Afb. 85 Lage middenconsole: Afb. 86 Middenconsole: Siga- Asbak achter renaansteker Asbak wegnemen...
Zitten en opbergen – Steek de steker van het elektrische apparaat in het stopcontact. ATTENTIE! Het stopcontact dat voldoet aan de DIN-norm - ISO 4165 mag alleen maar voor Wees voorzichtig bij het gebruik van de sigarettenaansteker! Door ondoor- aansluitingen van goedgekeurde elektrische accessoires met een opgenomen dacht of ongecontroleerd gebruik van de sigarettenaansteker kunnen verbran- vermogen tot 120 watt worden gebruikt.
Pagina 78
Zitten en opbergen Brillenkoker* ATTENTIE! Vervolg Gebruik de opbergvakken in de portierbekleding uitsluitend voor het bewaren van kleinere voorwerpen die niet uit de vakken mogen steken zodat de werking van de zijairbags niet nadelig wordt beïnvloed. Let erop dat er tijdens het rijden geen voorwerpen vanuit de middenconsole of vanuit andere opbergruimten in de voetruimte terecht kunnen komen.
Zitten en opbergen Armleuningen van de voorstoelen met opbergvak* Armleuning van achterzittingen met opbergvak* Afb. 91 Achterbank: Armleu- Afb. 90 Armleuning: Opbergvak ning De armleuning is in de hoogte instelbaar. Opbergvak openen afb. – Druk op de schakelaar – Open het deksel van de armleuning in pijlrichting. Opbergvak sluiten –...
Pagina 80
Zitten en opbergen Kledinghaakje* Afb. 93 Achterportier: Kleding- haak afb. Boven de achterportieren zijn kledinghaakjes aangebracht ATTENTIE! Zorg ervoor dat opgehangen kleding het zich naar achteren niet belemmert. Hang alleen maar lichte kleding op en let erop dat er geen zware of scherpe voorwerpen in de zakken zitten.
Verwarming en airconditioning Verwarming en airconditioning Luchtuitstroomroosters Verwarming Bediening Het verwarmingssysteem zorgt voor de lucht in het interieur en verwarmt dit naar behoefte. Afb. 94 Luchtuitstroomroosters Luchtuitstroomroosters openen Afb. 95 Verwarming: Bedie- – Draai de staande gekartelde draaiknop (niet in de eindstand). ningselementen Luchtuitstroomroosters sluiten Temperatuur instellen...
Verwarming en airconditioning Het luchtinlaatrooster vóór de voorruit moet vrij zijn van ijs, sneeuw of bladeren zodat ATTENTIE! Vervolg de verwarming en ventilatie goed kunnen functioneren. vallen neemt toe. Schakel de circulatiefunctie uit zodra de ruiten beginnen te De verwarmingscapaciteit is afhankelijk van de temperatuur van de koelvloeistof, de beslaan.
Verwarming en airconditioning Circulatiefunctie bladzijde 83, afb. 96 De airconditioning werkt alleen als de toets is inge- drukt en aan de volgende voorwaarden is voldaan: Bij de circulatiefunctie wordt de lucht uit het interieur aangezogen en motor draait, hier ook weer ingeblazen.
Verwarming en airconditioning – Om de toevoer van verse lucht te stoppen, schakelaar - circulatiefunctie ATTENTIE! Vervolg gebruiken bladzijde 85. ongevallen neemt toe. Schakel de circulatiefunctie uit zodra de ruiten beginnen Regeling voor de luchtverdeling te beslaan. – Met de luchtverdeelknop wordt de juiste richting van de uitstromende lucht Aanwijzing geregeld ...
Verwarming en airconditioning Airconditioning instellen Geadviseerde instellingen voor de bedieningselementen van de klimaatregeling voor de betrokken functies: Instelling van de draairegelaars knop Instellingen Luchtventielen 3 Luchtventielen 4 Voorruit en zijruiten ontwa- Tot de aanslag Openen en naar de zijruit uitgeschakeld niet inschakelen Sluiten...
Pagina 86
Verwarming en airconditioning Circulatiefunctie Als de gewenste temperatuur in het interieur ook kan worden bereikt zonder de koeling (airco) in te schakelen moet worden gekozen voor verseluchttoevoer. Bij de circulatiefunctie wordt de lucht uit het interieur aangezogen en hier ook weer ingeblazen. Milieu Bij de circulatiefunctie wordt voorkomen dat verontreinigde buitenlucht in het inte- Als u brandstof bespaart, vermindert u ook de uitstoot van schadelijke stoffen.
Verwarming en airconditioning Om het koelende effect te vergroten, kan kortstondig voor de circulatiefunctie worden Aanwijzing gekozen Als de koeling (airco) gedurende een langere periode niet is ingeschakeld, kunnen Het luchtinlaatrooster vóór de voorruit moet vrij zijn van ijs, sneeuw of bladeren, zodat op de verdamper geuren ontstaan ten gevolge van afzettingen.
Verwarming en airconditioning Automatische stand Indicatie van de aanjagerstanden Buitentemperatuur, bij het uitschakelen van de automatische airconditioning met De automatische stand dient ertoe de temperatuur constant te houden de toets 11 wordt op deze plaats OFF weergegeven, andere gegevens worden niet en te voorkomen dat de ruiten aan de binnenzijde beslaan.
Verwarming en airconditioning Als u een temperatuur lager dan +18°C (64 °F) kiest, verschijnt op het display LO. Bij ATTENTIE! temperaturen hoger dan +29°C (84 °F), verschijnt HI op het display. In de stand LO wordt de aangezogen lucht noch verwarmd noch gekoeld. In de stand HI draait de Laat de circulatiestand niet te lang ingeschakeld, omdat de ’verbruikte’...
Verwarming en airconditioning Als de aanjager wordt uitgeschakeld, wordt de Climatronic uitgeschakeld en verschijnt OFF op het display. Het ingestelde aanjagervermogen wordt door het oplichten van het betreffende aantal balken in positie weergegeven. ATTENTIE! De ’verbruikte’ lucht kan tot vermoeidheid leiden bij bestuurder en passa- giers, de aandacht doen verslappen en in bepaalde gevallen leiden tot het beslaan van de ruiten.
Pagina 91
Wegrijden en rijden Wegrijden en rijden Stuurwielstanden instellen ATTENTIE! Het stuurwiel mag nooit tijdens de rit worden versteld! De bestuurder moet een minimale afstand van 25 cm ten opzichte van het afb. stuur aanhouden 99. Als deze minimale afstand niet wordt aange- houden, kan het airbagsysteem u niet beschermen - levensgevaar! ...
Wegrijden en rijden Benzinemotoren ATTENTIE! - contact uitgeschakeld, motor afgezet, de stuurinrichting kan worden geblokkeerd Tijdens het rijden met een stilstaande motor moet de contactsleutel altijd in - contact ingeschakeld stand (contact ingeschakeld) staan. Deze stand wordt door het gaan - motor starten branden van de controlelampjes aangegeven.
Wegrijden en rijden Bij zeer hete motor kan het na het aanslaan van de motor nodig zijn, iets gas te ATTENTIE! geven. Laat de motor nooit in een ongeventileerde of afgesloten ruimte draaien. De uitlaatgassen van de motor bevatten onder andere het geur- en kleurloze kool- Dieselmotoren monoxide, een giftig gas - levensgevaarlijk! Koolmonoxide kan leiden tot bewusteloosheid en zelfs tot de dood.
Wegrijden en rijden Schakel de achteruitversnelling alleen maar bij stilstaande auto in. Trap het koppe- ATTENTIE! lingspedaal in en houd dat helemaal ingetrapt. Wacht een ogenblik voordat u de achteruitversnelling inschakelt om schakelgeluiden te voorkomen. Zet nooit de motor af, voordat de auto stilstaat - kans op ongevallen! ...
Pagina 95
Wegrijden en rijden Parkeerhulp achter* Handrem lossen – Trek de handremhendel iets naar boven en druk gelijktijdig de blokkeerknop De parkeerhulp waarschuwt voor obstakels achter de auto. bladzijde 93, afb. 102 – Druk de hendel met ingedrukte knop helemaal naar beneden Bij aangetrokken handrem en ingeschakeld contact brandt het handremcontrole- ...
Wegrijden en rijden ATTENTIE! Vervolg ATTENTIE! De parkeerhulp kan de aandacht van de bestuurder niet vervangen. De Om een onbedoeld gebruik van het snelheidsregelsysteem te voorkomen, verantwoording bij het parkeren en dergelijke rijmanoeuvres ligt bij de moet dit systeem na het gebruik steeds worden uitgeschakeld. bestuurder.
Wegrijden en rijden Na het loslaten van de wipschakelaar in de stand SET wordt de opgeslagen snel- – Als de tuimelschakelaar bij een lagere snelheid dan 30 km/u wordt losgelaten, heid (meer dan 30 km/h resp. 20 mph) zonder dat het gaspedaal moet worden geac- wordt de snelheid niet meer in het geheugen opgeslagen, het geheugen wordt tiveerd constant aangehouden.
Communiceren Communiceren Mobiele telefoon, handsfreesysteem* – Contact inschakelen. – Wacht circa 20 seconden, zet het contact uit en trek de contactsleutel uit het Universele voorbereiding voor de telefoon contactslot. – Plaats de telefoon in de adapter (volgens de handleiding van de fabrikant) en zet het contact aan.
Pagina 99
Communiceren Daarin staat, welke technische mogelijkheden er zijn om mobiele telefoons en mobi- lofoons naderhand in te bouwen. Bij het gebruik van mobiele telefoons of mobilofoons kunnen storingen in de elektro- nica van uw auto optreden. De oorzaak hiervan kan zijn: ...
Pagina 100
Passieve veiligheid Veiligheid Passieve veiligheid Basisprincipes Gordelkrachtbegrenzers voor voorstoelen*, Gordelspanners voor voorstoelen*, Veiligheid komt op de eerste plaats instelling gordelhoogte voor de voorstoelen, Voorairbags*, Passieve veiligheidsmaatregelen verlagen het risico op letsel in onge- valssituaties. zijairbags*, ...
Passieve veiligheid Juiste zitpositie Zet de meegevoerde bagage goed vast bladzijde 65, ’Bagageruimte beladen’. Controleer of er geen voorwerpen zijn die de bediening van de pedalen kunnen beïnvloeden. Juiste zithouding van de bestuurder Stel de spiegel, de voorstoel en de voorstoel op uw lichaamsgrootte af. De juiste zitpositie van de bestuurder is belangrijk voor veilig en ...
Passieve veiligheid Juiste zitpositie van de voorpassagier Stel de leuning zo af dat u het stuurwiel op het bovenste punt met licht gebogen armen kunt vastpakken. De voorpassagier moet een minimale afstand van 25 cm ten opzichte Stel de hoofdsteun zo af dat de bovenzijde van de hoofdsteun, indien mogelijk, op van het dashboard aanhouden zodat de airbag met de veiligheids- ...
Passieve veiligheid Voorbeelden van een verkeerde zitpositie ATTENTIE! Vervolg Een verkeerde zitpositie kan voor de inzittenden leiden tot ernstig letsel Tijdens het rijden mag de leuning niet te schuin naar achteren staan, omdat of zelfs tot de dood. anders de werking van de veiligheidsgordels en de airbags in negatieve zin worden beïnvloed - kans op letsel! Veiligheidsgordels kunnen alleen als deze op de juiste wijze worden gedragen hun optimale bescherming bieden.
Pagina 104
Passieve veiligheid ATTENTIE! Door een verkeerde zithouding stelt de inzittende zich bloot aan levensge- vaarlijk letsel als de airbag wordt geactiveerd en hem hierbij raakt. Neem voor het begin van de rit de juiste zitpositie in en wijzig deze zithou- ding tijdens de rit niet.
Pagina 105
Veiligheidsgordels Veiligheidsgordels Waarom veiligheidsgordels? Bij het vervoer van kinderen moet u rekening houden met speciale veiligheidsas- pecten bladzijde 119, ’Wat u moet weten als u kinderen vervoert!’. ATTENTIE! Doe de gordel vóór elke rit, ook in stadsverkeer, altijd om! Dat geldt ook voor de mede-inzittenden op de achterbankzittingen - kans op letsel! ...
Veiligheidsgordels Het natuurkundige principe van een frontale en de inzittenden van de auto. Bij toenemende snelheid en toenemend gewicht moet bij een aanrijding meer energie worden geabsorbeerd. aanrijding De snelheid van de auto is echter toch de belangrijkste factor. Als de snelheid bijvoor- beeld van 25 km/h tot 50 km/h wordt verdubbeld, wordt de bewegingsenergie vervier- voudigd.
Veiligheidsgordels ATTENTIE! Vervolg ATTENTIE! Vervolg Met een veiligheidsgordel mogen nooit twee personen gelijktijdig (ook In een aantal landen kunnen veiligheidsgordels worden gebruikt waarvan geen kinderen) worden vastgemaakt . de werking afwijkt van de op de volgende bladzijden beschreven ...
Veiligheidsgordels ATTENTIE! Vervolg Bij zwangere vrouwen moet de heupgordel zo diep mogelijk tegen het bekken aanliggen zodat er geen druk op de onderbuik ontstaat. Let altijd op het goede verloop van de veiligheidsgordels. Een verkeerd gedragen veiligheidsgordel kan zelfs bij een lichte aanrijding tot letsel leiden. ...
Pagina 109
Veiligheidsgordels Wanneer de rugleuning van de achterstoelen niet geborgd is wordt de oprolinrichting ATTENTIE! geblokkeerd en de veiligheidsgordel kan niet uitgerold worden. Stel de hoogte van de gordel zo in, dat de schoudergordel ongeveer over het midden van de schouder - maar in geen geval langs de hals - loopt. Driepunts-veiligheidsgordel midden achter met borging voor een kinderzitje* Aanwijzing...
Veiligheidsgordels Heupgordel* – De overtollige gordellengte wordt door het geleiden in de kunststofschuif gefixeerd. De gordellengte kan men makkelijker instellen door tegelijkertijd de gordeltong en de gordelafdekking in de lengterichting te drukken. ATTENTIE! De heupgordel moet steeds strak tegen de heup liggen, de gordel zo nodig iets natrekken.
Pagina 111
Veiligheidsgordels Aanwijzing Bij het activeren van de gordelspanners komt rook vrij. Dat is geen teken dat de auto in brand staat. Bij het verschroten van de auto of van afzonderlijke onderdelen van het systeem moeten beslist de betreffende veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. Deze voorschriften zijn bij de Škoda-dealers/vakgarages bekend en daar kunt u ook uitvoerige informatie krijgen.
Airbagsysteem Airbagsysteem Beschrijving van het airbagsysteem ATTENTIE! Opdat de inzittenden van de auto bij activering van de airbags maximale Algemene aanwijzingen met betrekking tot het airbagsysteem bescherming genieten, moeten de voorstoelen overeenkomstig de lichaams- grootte correct zijn ingesteld bladzijde 100, ’Juiste zitpositie’. Het voorairbagsysteem biedt in aanvulling op de driepunts-veiligheidsgordels extra ...
Airbagsysteem gaat de binnenverlichting branden (als de schakelaar voor de binnenverlichting Bij een krachtige zijaanrijding wordt de zijairbag* in de voorstoel aan de zijde van de aanrijding van de auto geactiveerd. in de portiercontactstand staat); worden de alarmlichten ingeschakeld; In bijzondere ongevalssituaties kunnen zowel de voor- als ook de zijairbags worden tegelijk geactiveerd.
Airbagsysteem afb. Werking van de voorairbags ondergebracht 118. Beide inbouwplaatsen zijn met het opschrift ’AIRBAG’ gemarkeerd. De kans op letsel voor hoofd en bovenlichaam wordt door de volledig Het voorairbagsysteem biedt in aanvulling op de driepunts-veiligheidsgordels extra opgeblazen airbags verminderd. bescherming voor hoofd en borst van de bestuurder en voorpassagier bij middelzware frontale aanrijdingen ...
Pagina 115
Airbagsysteem Belangrijke veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot het ATTENTIE! Vervolg voorairbagsysteem de voorpassagiersstoel de betreffende nationale voorschriften met betrekking De juiste omgang met het airbagsysteem verkleint aanzienlijk de kans tot het gebruik van kinderzitjes in acht. op letsel! Tussen de voorin zittende personen en het werkingsgebied van de airbag mogen zich geen andere personen, huisdieren of voorwerpen bevinden.
Airbagsysteem Zijairbags* Werking van de zijairbags De kans op letsel voor het bovenlichaam wordt door de volledig opge- Beschrijving van de zijairbags blazen airbags verminderd. De zijairbag verhoogt bij een aanrijding van opzij de bescherming voor de inzittenden. Afb. 122 Gasgevulde zijairbags Afb.
Airbagsysteem Belangrijke veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de ATTENTIE! Vervolg zijairbag U mag in geen geval hoezen over de bestuurders- of voorpassagiersstoel De juiste omgang met het airbagsysteem verkleint aanzienlijk de kans trekken die niet nadrukkelijk door Škoda Auto zijn vrijgegeven. Omdat de op letsel! luchtzak uit de stoelleuning naar buiten komt, zou bij gebruik van niet-vrijge- geven stoel of stoelhoezen de beschermende werking van uw zijairbags...
Pagina 118
Airbagsysteem wettelijke voorschriften als het kind in de rijrichting zit) bladzijde 119, ’Belangrijke Schakelaar voor airbag(s) voorpassagier* veiligheidsinstructies bij de omgang met kinderzitjes’; u, ondanks een correcte bestuurdersstoelinstelling, geen afstand van minimaal 25 cm tussen het midden van het stuurwiel en het borstbeen kunt aanhouden. ...
Pagina 119
Airbagsysteem Airbag inschakelen – Contact uitschakelen. – Verdraai met behulp van de sleutel de sleuf van de airbagschakelaar in de stand bladzijde 117, afb. 123 - horizontale stand. – Controleer of bij ingeschakeld contact het airbagcontrolelampje in de ...
Veilig vervoer van kinderen Veilig vervoer van kinderen Wat u moet weten als u kinderen vervoert! ATTENTIE! Vervolg worden genomen in ’Belangrijke veiligheidsinstructies bij de omgang Inleiding tot het thema met kinderzitjes’. Ongevalsstatistieken tonen aan dat het, in het algemeen gesproken, voor kinderen op de achterbankzitting veiliger is dan op de voorpassa- Aanwijzing giersstoel.
Pagina 121
Veilig vervoer van kinderen Gebruik van kinderzitjes op de voorpassagiersstoel ATTENTIE! Vervolg Kinderzitjes moeten altijd op de achterbankzitting worden bevestigd. Kinderen mogen tijdens het rijden ook nooit in de auto staan of op hun knieën zitten. Bij een aanrijding wordt het kind dan door de auto geslingerd en kan zichzelf en andere inzittenden daardoor levensgevaarlijk verwonden.
Pagina 122
Veilig vervoer van kinderen Veiligheid van kinderen en zijairbag* ATTENTIE! Vervolg Kinderen mogen zich nooit in het gebied bevinden waarin de zijairbags dodelijk letsel oplopen. In enkele landen verlangen de nationale wettelijke worden opgeblazen. voorschriften ook het uitschakelen van de zijairbags. Neem bij het vervoer van een kind op de voorpassagiersstoel de betreffende nationale voorschriften met betrekking tot het gebruik van kinderzitjes in acht.
Pagina 123
Veilig vervoer van kinderen Dit geldt vooral voor kinderen als deze niet volgens de wettelijke voorschriften Kinderzitjes die zijn getest volgens de ECE-R 44 norm, hebben op het stoeltje een niet worden vervoerd. verwijderbaar keurmerk (grote E in een cirkel en daaronder het keuringsnummer). Het kind is op de stoel met een voor zijn leeftijd geschikt kinderzitje beveiligd.
Pagina 124
Veilig vervoer van kinderen Kinderzitjes volgens klasse 0/0+ ATTENTIE! Vervolg Als dit niet wordt opgevolgd kan, bij de activering van de airbag voor de voorpassagier het kind op de voorpassagiersstoel zwaar tot dodelijk letsel oplopen. Zodra het kinderzitje op de voorpassagiersstoel niet meer wordt gebruikt, moet de voorpassagiersairbag weer worden ingeschakeld zodat deze weer functioneert.
Pagina 125
Veilig vervoer van kinderen ATTENTIE! Vervolg ATTENTIE! moeten beslist de airbags voor de voorpassagier buiten gebruik worden Neem bij het vervoer van een kind op de voorpassagiersstoel de betref- gesteld, fende nationale voorschriften met betrekking tot het gebruik van kinderzitjes in acht.
Pagina 126
Veilig vervoer van kinderen ATTENTIE! Neem bij het vervoer van een kind op de voorpassagiersstoel de betref- fende nationale voorschriften met betrekking tot het gebruik van kinderzitjes in acht. Indien nodig, moet de airbag worden uitgeschakeld, door een Škoda-dealer/vakgarage ...
Pagina 127
Veilig vervoer van kinderen ATTENTIE! De bevestigingsogen zijn alleen voor kinderzitjes met het ’ISOFIX’-systeem ontwikkeld. Bevestig daarom nooit andere kinderzitjes, gordels of voorwerpen aan de bevestigingsogen - dat is levensgevaarlijk! Vraag voor het gebruik van een kinderzitje met ’ISOFIX’-systeem dat u voor een andere auto had aangeschaft, aan uw servicedealer of dit kinderzitje voor uw auto geschikt is.
Intelligente techniek Aanwijzingen voor het rijden Intelligente techniek Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)* verwerkt bovendien extra meetgegevens die door de uiterst gevoelige sensoren worden aangeleverd: de giersnelheid van de auto om de topas, de acceleratie in dwarsrichting, de remdruk en de stuuruitslag. Algemeen Op basis van de stuuruitslag en de rijsnelheid wordt de door de bestuurder gekozen rijrichting bepaald, die constant met het werkelijke gedrag van de auto wordt verge-...
Pagina 129
Intelligente techniek Oververhitting van de remmen ATTENTIE! Om te voorkomen dat de schijfrem van het afgeremde wiel te warm wordt, schakelt het De natuurkundige grenzen kunnen ook door het ESP niet worden overwonnen. EDS bij een extreem sterke belasting automatisch uit. Er kan normaal met de auto Ook bij auto's met ESP moet u uw rijstijl steeds aan de staat van het wegdek en worden gereden en deze heeft dezelfde eigenschappen als een auto zonder EDS.
Intelligente techniek Aandrijfslipregeling (ASR) De ASR moet normaliter altijd zijn ingeschakeld. Alleen in bepaalde uitzonderingssitu- aties, als bijv. slip is gewenst, kan het zinvol zijn het systeem uit te schakelen. De aandrijfslipregeling verhindert het doordraaien van de aange- Voorbeelden: dreven wielen bij het accelereren. ...
Pagina 131
Intelligente techniek Vocht of strooizout ATTENTIE! Vervolg In bepaalde situaties, zoals bijv. na het rijden door een diepe plas, bij hevige regenval of na het wassen van de auto, kunnen de remmen door vocht of door ijsvorming op Houd er rekening mee, dat nieuwe remblokken tot ca. 200 km nog niet de de remschijven en de remblokken in de winter later aangrijpen.
Intelligente techniek Antiblokkeersysteem (ABS)* Wijzigingen aan de auto (bijv. aan de motor, de remmen, het onderstel of een andere band-velgcombinatie ) kunnen de werking van het ABS beïnvloeden Het ABS verhindert het blokkeren van de wielen bij het remmen. ...
Rijden en milieu Rijden en milieu De eerste 1 500 kilometer en daarna Voorzichtig! Alle snelheids- en toerentalgegevens gelden alleen bij een op bedrijfstemperatuur Nieuwe motor zijnde motor. Laat een koude motor nooit met een hoog toerental draaien - dit geldt zowel bij een stilstaande auto als bij het rijden in de diverse versnellingen.
Rijden en milieu Katalysator Als u tijdens het rijden merkt dat de motor overslaat, het vermogen terugloopt of dat de motor onregelmatig draait, verlaag dan direct de snelheid en laat de auto door Een correcte werking van het uitlaatgasreinigingssysteem (katalysator) de dichtstbijzijnde Škoda-dealer controleren.
Rijden en milieu worden gebruikt en behouden blijven, is het noodzakelijk, de aanwijzingen in dit Een effectieve wijze om brandstof te besparen, is vroegtijdig opschakelen. Wie tot aan hoofdstuk in acht te nemen. de maximumversnelling de betreffende versnelling accelereert verbruikt onnodig veel brandstof.
Rijden en milieu Stationair draaien reduceren Om lekkages in een vroeg stadium te kunnen opsporen, moet u de grond onder de auto regelmatig controleren. Als daar vlekken van olie of andere bedrijfsvloeistoffen te Ook stationair draaien kost brandstof. zien zijn, laat dan de auto door een Škoda-dealer controleren. In de file, voor spoorbomen en bij verkeerslichten die langdurig op rood staan, is het Minder korte ritten zinvol de motor af te zetten.
Rijden en milieu Let op de bandenspanning Schriftelijke controle van het brandstofverbruik Een correcte bandenspanning spaart brandstof. Wie zijn brandstofverbruik wil controleren, moet een kilometerregistratie bijhouden. Dit kost relatief weinig tijd en is zeker de moeite waard. U kunt een wijziging (positief Let altijd op de juiste bandenspanning.
Rijden en milieu Geen toepassing van fluorkoolwaterstoffen in de productie; De aanpassing van de koplampen met Xenon-licht (geldt voor auto's die voor links of rechts rijdend verkeer gemaakt zijn) wordt door het omschakelen van een afdekplaat Geen gebruik van kwik; in het module van het dimlicht bij een servicedealer uitgevoerd.
Rijden met aanhangwagen Rijden met aanhangwagen Gebruik aanhangwagen Gebruiksinstructies Bij het rijden met een aanhangwagen moet op enkele punten worden Technische voorwaarden gelet. De trekhaak moet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Aanhangwagengewicht Uw auto is voornamelijk bedoeld voor het vervoer van personen en bagage. Hij kan Het toelaatbare aanhangwagengewicht mag in geen geval worden overschreden.
Rijden met aanhangwagen moeten op wegklapbare steunen worden bevestigd. Stel de spiegels zo af, dat deze Rijsnelheid voldoende zicht naar achteren bieden. Met het oog op de veiligheid adviseren wij niet sneller dan 80 km/uur te rijden. Dit geldt ook voor landen waarin hogere snelheden zijn toegestaan. Koplampen Omdat met een toenemende snelheid de rijstabiliteit van de combinatie terugloopt, Controleer voor het begin van de rit bij een aangekoppelde aanhangwagen ook de...
Rijden met aanhangwagen Afneembare trekhaak* Neem bij problemen met betrekking tot de bediening contact op met een Škoda- dealer. Ontgrendel de kogelkop nooit bij een aangekoppelde aanhangwagen. Bij het rijden zonder aanhangwagen moet de kogelkop worden verwijderd. Controleer of de afsluitdop op de bevestigingskoker correct afsluit.
Verzorging en reiniging van de auto Gebruikvoorschriften Verzorging en reiniging van de auto Algemeen gebruiksfrequentie, wijze van parkeren (garage, onder bomen etc.), Verzorging is het behoud van uw auto. tijd van het jaar, Regelmatige, vakkundige verzorging van uw auto zorgt voor het behoud van zijn weersomstandigheden, waarde.
Verzorging en reiniging van de auto Vóór het wassen van de auto in een automatische wasstraat hoeven, behalve de Voorzichtig! gebruikelijke voorzorgsmaatregelen (sluiten van de ruiten en het schuif-/kanteldak, Was uw auto niet in de felle zon - kans op lakschade. het losschroeven/inklappen van de af fabriek ingebouwde antennes e.
Verzorging en reiniging van de auto Conserveren Verchroomde delen Een goede conservering beschermt de lak van de auto goed tegen schadelijke milieu- Reinig de verchroomde delen eerst met een vochtige doek en poets deze daarna met invloeden en lichte mechanische invloeden. een zachte droge doek weer glanzend.
Verzorging en reiniging van de auto Ruiten Pakkingen Gebruik voor het verwijderen van sneeuw en ijs van de ruiten en spiegels alleen maar De afdichtrubbers van portieren, kleppen, schuif-/kanteldak en ruiten blijven soepel een plastic ijskrabber. Om daarbij beschadiging van het ruitoppervlak te voorkomen, en hebben een langere levensduur als deze af en toe met een onderhoudsmiddel voor moet de ijskrabber maar in één richting over de te reinigen ruit heen en weer worden rubber (bijv.
Verzorging en reiniging van de auto Conservering van holle ruimtes worden gebruikt die materiaal wegnemen. Een eventuele beschadiging van de laklaag op de velgen moet direct worden gerepareerd. Alle aan corrosie blootgestelde holle ruimtes van de auto zijn af fabriek van conserve- Wij adviseren, de conserveringsmiddelen uit het originele Škoda-assortiment te ringswas voorzien die permanente bescherming biedt.
Verzorging en reiniging van de auto Normaal reinigen Milieu – Maak vuile leervlakken met een licht vochtige katoenen of wollen doek schoon. Omdat er bij het reinigen van de motor benzine, vet en olieresten worden afgespoeld, moet het vervuilde water met een olieafscheider worden gereinigd. Daarom mag de Sterkere vervuiling motor alleen bij een Škoda-dealer/vakgarage of bij een tankstation (als deze hiervoor tenminste zijn toegerust) worden schoongespoten.
Pagina 148
Verzorging en reiniging van de auto Voorkom dat de auto lange tijd in de felle zon staat om verbleken van het leer te ATTENTIE! Vervolg voorkomen. Als de auto langere tijd buiten moet staan, kunt u het leer tegen directe ...
Brandstof Brandstof Benzine Bij wagens met voorgeschreven loodvrije benzine 95/91 RON brengt het gebruik van benzine met een hoger octaangetal dan 95 noch een merkbare vermogensverhoging, noch een lager brandstofverbruik teweeg. Soort benzine Bij wagens met voorgeschreven loodvrije benzine min. 95 RON kan het gebruik van benzine met een hoger octaangetal dan 95 een vermogensverhoging en een een lager brandstofverbruik opleveren.
Brandstof Voorzichtig! Voorzichtig! Gebrruik daarom alleen dieselbrandstof die voldoet aan de norm EN 590 (in Brandstoftoevoegingen incl. benzine mogen voor de verbetering van de vloeibaarheid Duitsland ook DIN 51628, in Oostenrijk ook ÖNORM C 1590). Al een tankvulling met niet aan de dieselolie worden toegevoegd.
Brandstof – Bij auto's zondere afstandsbediening van de tankdopklep vanuit de bestuurders- Voorzichtig! stoel opent u de tankdop van de brandstofvulopening door de autosleutel naar Voor het tanken is het nodig de extra verwarming (interieurvoorverwarming en - links te draaien. ventilatie)* uit te schakelen.
Controleren en navullen Controleren en navullen Motorruimte Motorkap openen en sluiten Ontgrendeling van de motorkap Afb. 143 Radiateurgrille: Vergrendelingshendel Afb. 142 Ontgrendelingshendel voor motorkap Ontgrendeling motorkap – Trek aan de ontgrendelingshendel onder het dashboard aan de bestuurderszijde afb. 142. De motorkap springt door veerkracht uit zijn vergrendeling.
Controleren en navullen Motorkap sluiten ATTENTIE! Vervolg – Til de motorkap iets op en haak de motorkapsteun los. Druk de motorkapsteun in Laat de motor afkoelen. de daarvoor bestemde klem. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt van de motorruimte kunnen –...
Controleren en navullen Aanwijzing Olie-inhoud met oliefiltervanging. Oliepeil tijdens het vullen controleren, niet te veel bijvullen. bladzijde 154, afb. Het oliepeil moet tussen de markeringen staan 146. Voor het maken van een lange rit adviseren wij motorolie met de specificatie die is voorgeschreven aan te schaffen en mee te nemen.
Controleren en navullen Oliepeil in vlak – Vul de geschikte olie bij in porties van 0,5 liter bladzijde 153. – Controleer het oliepeil bladzijde 154. – U mag geen olie bijvullen. – Draai de dop van de vulopening zorgvuldig weer dicht en schuif de peilstok er tot Oliepeil in vlak de aanslag in.
Controleren en navullen Het peil van de hydrauliekolie moet tussen de markeringen ’MIN’ en ’MAX’ liggen Voorzichtig! afb. 147. Wanneer het peil tot de ’MIN’ markering daalt, dan moet de stuurbekrach- U mag aan de motorolie geen dopes toevoegen - kans op motorschade! Schade die tiging bij een servicedealer gecontroleerd worden.
Controleren en navullen Neem bij vragen met betrekking tot de koelvloeistof of als u een andere koelvloeistof Verlies van koelvloeistof wilt bijvullen, contact op met een servicedealer. Koelvloeistofverlies duidt in de eerste plaats op lekkages. Volsta niet met het bijvullen van koelvloeistof.
Controleren en navullen Vul de vloeistof niet tot boven het gearceerde veld! Overtollige koelvloeistof wordt bij Na het afzetten van de motor kan de koelluchtventilator - ook bij uitgeschakeld contact verwarming via de overdrukklep in de afsluitdop van het expansiereservoir uit het - nog ongeveer 10 minuten doordraaien.
Controleren en navullen Een geringe daling van het vloeistofpeil ontstaat bij het rijden door de slijtage en de ATTENTIE! automatische bijstelling van de remblokken en is daarom normaal. Bij gebruik van te oude remvloeistof kunnen bij grote belasting van de remmen Als het vloeistofpeil echter binnen korte tijd duidelijk daalt of tot onder de markering luchtbellen in het remsysteem ontstaan.
Pagina 161
Controleren en navullen Het uit- en inbouwen van de accu wordt niet geadviseerd, omdat deze onder bepaalde ATTENTIE! Vervolg omstandigheden kan worden beschadigd. Neem contact op met een Škoda-dealer. Open vuur en licht, roken en bezigheden waarbij vonken ontstaan, zijn Bij werkzaamheden aan de accu en aan het elektrische systeem kunnen letsel, verboden.
Controleren en navullen Accu met tweekleurig display Aanwijzing Accu's met tweekleurig display, die af fabriek gemonteerd zijn, zijn met een code gemarkeerd die altijd met 5K0 begint. De precieze code kan b.v. 5K0 915 105 D zijn. Reserve-accu's met tweekleurig display die bij de originele Škoda-onderdelen gekocht worden, hebben de code 000 915 105 Dx, waarbij ’x’...
Controleren en navullen Accu laden ATTENTIE! Een geladen accu is een absolute voorwaarde voor goed starten van de Laad nooit een bevroren of ontdooide accu op - kans op explosie en bijtende motor. zuren. Vervang een bevroren accu. – Lees de waarschuwingsaanwijzingen in ’Werkzaamheden aan de accu’...
Controleren en navullen Ruitensproeiersysteem Voorzichtig! U mag de ruitensproeiervloeistof in geen geval mengen met antivries voor de radi- ateur of andere dergelijke middelen. Als de auto is uitgevoerd met koplampsproeiers, mag aan de ruitensproeiervloei- stof alleen een reinigingsmiddel worden toegevoegd dat de polycarbonaatcoating van de koplamp niet aantast.
Wielen en banden Wielen en banden Wielen ATTENTIE! Nieuwe banden leveren tijdens de eerste 500 km nog niet de optimale grip, Algemene aanwijzingen rijd dan ook voorzichtig - kans op ongevallen! Nieuwe banden hebben in het begin nog niet de optimale grip en moeten dan ook Rijd nooit met beschadigde banden - kans op ongevallen! de eerste 500 km met een matige snelheid en een hierbij behorende voorzichtige rijstijl worden ingereden.
Wielen en banden Slijtage-indicator De bandenspanningswaarden voor zomerbanden staan aan de binnenzijde van de bladzijde 164, afb. tankdopklep 153. De bandenspanningswaarden voor winter- banden zijn 20 kPa (0,2 bar) hoger dan die voor de zomerbanden bladzijde 167. Voor de bandenspanning van het reservewiel moet de hoogste bandenspanning die voor de auto is voorgeschreven, worden aangehouden.
Wielen en banden Wielen verwisselen delen, heeft de vereiste vakkennis en is ingesteld op de opslag en het afvoeren van oude banden. Vele servicedealers beschikken bovendien over een ruim assortiment velgen en banden. De voor uw auto vrijgegeven band-velgcombinaties staan in de documentatie die bij de auto hoort.
Wielen en banden Wielbouten betekent bijvoorbeeld, dat de band in de 50e week van het jaar 2008 is geproduceerd. Als het reservewiel* qua uitvoering afwijkt van de gemonteerde banden (bijv. bij De velgen en de wielbouten zijn constructief op elkaar afgestemd. Bij het monteren winter- of low-sectionband), mag het reservewiel* alleen in geval van pech kort- van andere velgen - bijv.
Wielen en banden Om de best mogelijke rijeigenschappen te verkrijgen, moeten op alle vier de wielen - kortere remweg, minder afrolgeluid, minder bandenslijtage en lager brandstofver- winterbanden worden gemonteerd. bruik. Er mogen alleen winterbanden worden gemonteerd, die voor de auto zijn vrijgegeven. Aanwijzing De toegestane winterbandmaten staan vermeld in de documentatie die bij de auto hoort.
Pagina 170
Wielen en banden Voorzichtig! Bij het rijden op sneeuwvrije trajecten moeten de sneeuwkettingen worden verwij- derd. Deze hebben invloed op de rijeigenschappen, beschadigen de banden en slijten zeer snel. Aanwijzing Wij adviseren sneeuwkettingen uit het originele Škoda-accessoireprogramma te gebruiken. Bediening Veiligheid Aanwijzingen voor het Gebruikvoorschriften...
Accessoires, wijzigingen en vervanging van onderdelen Accessoires, wijzigingen en vervanging van onderdelen Accessoires en onderdelen ATTENTIE! Vervolg delen. Voor deze originele Škoda-onderdelen wordt de betrouwbaarheid, Škoda-auto's zijn volgens de nieuwste inzichten van de veiligheidstechniek geconstru- veiligheid en geschiktheid gecontroleerd. eerd. Om dit te behouden mag de uitvoering zoals deze af fabriek is geleverd niet ...
Raad en daad Raad en daad Raad en daad Verbanddoos*, Gevarendriehoek* en lampenset* ATTENTIE! Als de brandblusser niet correct is bevestigd zou deze bij een plotselinge In een ruimte van het kunststof deel onder de vloerbekleding van de bagageruimte manoeuvre of bij een aanrijding door het interieur kunnen worden ’geslingerd’ achter het reservewiel is een opbergvak voor de verbanddoos en lampenset.
Raad en daad Spuitbus voor bandenreparatie* Het boordgereedschap en de krik* bevinden zich in een kunststofbox in het reserve- bladzijde 171, afb. wiel* 157; hier is er ook plaats voor de verwijderbare trekhaak van de aanhangwagen*. De box is met een bandje op het reservewiel* bevestigd. Tot het boordgereedschap behoren de volgende delen (al naargelang de uitrusting): ...
Raad en daad Reservewiel* Gebruik dit reservewiel alleen tot aan de dichtstbijzijnde Škoda-dealer, omdat dit wiel niet voor continu gebruik is bestemd. Wiel verwisselen Voorbereidingen Voor de eigenlijke verwisseling van het wiel moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd. – Parkeer de auto bij een lekke band zo ver mogelijk weg van het rijdende verkeer. De plaats waar de auto wordt geparkeerd moet vlak zijn.
Raad en daad – Berg het boordgereedschap op zijn plaats op. Aanwijzing – Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning van het gemonteerde reserve- Neem de wettelijke nationale voorschriften in acht. wiel*. – Laat het aantrekmoment van de wielbouten zo snel mogelijk met een moment- Wiel verwisselen sleutel controleren.
Pagina 176
Raad en daad Lostrekken Lostrekken – Haak de draadbeugel uit het boordgereedschap vast aan de versterkte rand van de – Schuif de kunststofklem zo ver op de afdekkap, dat de groeven aan de binnenzijde wielkuip. van de klem op de kraag van de afdekkap liggen en trek de afdekkap los. –...
Raad en daad Wielbouten los- en vastdraaien Aanwijzing Voordat de auto wordt opgekrikt, moeten de wielbouten een slag los Als de bouten niet met de hand kunnen worden losgedraaid, kunt u voorzichtig met de worden gedraaid. voet op het uiteinde van de wielsleutel* drukken. Houdt u zich daarbij vast aan de auto en neem een veilige stand aan.
Raad en daad – Breng na het lostrekken van de adapter de wieldop weer aan of schuif de afdekkap ATTENTIE! op de veiligheidswielbout. Krik de auto altijd op terwijl de portieren zijn gesloten - kans op letsel! – Laat het aantrekmoment zo snel mogelijk met een momentsleutel controleren. ...
Raad en daad Pluspolen met elkaar verbinden Pluskabel - kleurcodering, over het algemeen rood. afb. 166 Minkabel - kleurcodering, meestal zwart – Sluit het ene uiteinde aan op de pluspool van de ontladen accu – Sluit het andere uiteinde aan op de pluspool van de stroom leverende accu ATTENTIE! Minpool en het motorblok met elkaar verbinden...
Raad en daad Weg- en aanslepen U dient er altijd op te letten dat er geen ontoelaatbare trekkracht en schokkende belas- ting optreden. Bij het slepen over onverharde wegen bestaat altijd het gevaar dat de bevestigingsdelen worden overbelast en worden beschadigd. Algemeen Bij het gebruik van een sleepkabel moet op het volgende worden gelet: Voorzichtig!
Raad en daad – Bij het inbouwen eerst de nokken van het rooster in de geleidingen van de auto ATTENTIE! plaatsen en dan het rooster erin drukken. Het beschermrooster moet goed vastklikken. Bij het aanslepen bestaat er meer kans op een ongeval, bijv. door achterop de trekkende auto te rijden.
Zekeringen en gloeilampen Zekeringen en gloeilampen Elektrische zekeringen – Breng het zekeringdeksel weer aan. Wij adviseren steeds een doosje met reservezekeringen in de auto mee te nemen. Zekeringen vervangen Reservezekeringen kunt u uit het assorciment van Škoda-accessoires resp. bij uw Defecte zekeringen moeten worden vervangen.
Zekeringen en gloeilampen Deksel zekeringhouder in motorruimte Zekeringenoverzicht in motorruimte - uitvoering 1 De zekeringenbox in de motorruimte wordt in twee uitvoeringen gele- verd. Welke uitvoering in uw auto is gemonteerd kan worden vastge- steld na het verwijderen van het deksel voor de zekeringhouder aan de hand van indeling van de zekeringen.
Pagina 184
Zekeringen en gloeilampen Zekeringenoverzicht in motorruimte - uitvoering 2 Zekeringenoverzicht op dashboard Afb. 172 Schematische weer- Afb. 173 Schematische weer- gave van de zekeringhouder in gave van de zekeringhouders in de motorruimte - uitvoering 2 het dashboard Enkele van de genoemde verbruikers behoren alleen standaard bij bepaalde model- Enkele van de genoemde verbruikers behoren alleen standaard bij bepaalde model- uitvoeringen of zijn alleen voor bepaalde modellen als meeruitvoering leverbaar.
Zekeringen en gloeilampen Verbruiker Ampère Verbruiker Ampère Remlichten Contactdoos trekhaak, stopcontact in bagageruimte Binnenverlichting, centrale vergrendeling, binnenverlich- Mistlichten ting (zonder centrale vergrendeling) Benzinemotor: Regelapparaat Combi-instrument, ruitenwisserhendel en buitenspiegel dieselmotor: Regelapparaat Airconditioning Verlichting bagageruimte, centrale vergrendeling, binnen- verlichting Verwarmde ruitensproeiers dagrijlicht Alarmlichten Groot licht, rechts Claxon:...
Pagina 186
Zekeringen en gloeilampen andere delen van de auto worden gedemonteerd. Dit geldt vooral voor gloeilampen Overige Lamp (Octavia) Lamp (Combi) die alleen vanuit de motorruimte bereikbaar zijn. Zijknipperlichten WY5W WY5W Wij adviseren dan ook deze gloeilampen door een servicedealer te laten vervangen of een specialist te hulp te roepen.
Zekeringen en gloeilampen Koplampen met afdekking Stadslicht voor Afb. 175 Gloeilamp voor stads- Afb. 174 Afdekkap uitbouwen licht vervangen Gloeilamp voor stadslicht vervangen Voor het vervangen van de gloeilamp voor dim- en groot licht of de gloeilamp voor stadslicht de beschermkap van het achterste gedeelte van de koplamp verwijderen. –...
Zekeringen en gloeilampen Groot licht en dimlicht Mistlichten* Afb. 176 Gloeilampen voor Afb. 177 Gloeilampen voor groot licht en dimlicht vervangen mistlampen vervangen Gloeilamp voor groot licht en dimlicht vervangen Gloeilampen voor mistlampen vervangen – Schakel het contact en de verlichting uit. –...
Zekeringen en gloeilampen Knipperlicht vóór Achterlichteenheid (Octavia) Afb. 178 Uitbouwen van de gloeilamp voor het knipperlicht, Afb. 179 Bagageruimte: Gloei- voor lamphouder Gloeilamp voor knipperlicht, voor, vervangen Gloeilampen in de lamphouder vervangen – Schakel het contact en de verlichting uit. –...
Zekeringen en gloeilampen Achterlichteenheid (combi) Kentekenplaatverlichting Afb. 180 Bagageruimte: Gloei- Afb. 181 Kentekenplaatverlich- lamphouder ting: Gloeilamp vervangen Gloeilampen in de lamphouder vervangen Gloeilampen van kentekenplaatverlichting vervangen – Schakel het contact en de verlichting uit. – Schakel het contact en de verlichting uit. –...
Technische gegevens Technische gegevens Technische gegevens Algemene aanwijzingen Identificatiegegevens De gegevens van het kentekenbewijs hebben voorrang op de gegevens in het instruc- tieboekje. Met welke motor uw auto is uitgerust, ziet u op het kentekenbewijs of kunt u navragen bij uw servicedealer. Gebruikte afkortingen Afkorting Betekenis...
Technische gegevens Motornummer Gecombineerd verkeer Het motornummer is in het motorblok ingeslagen. De verbruikswaarde in het gecombineerde verkeer bestaan voor 37% uit stadsverkeer en 63% uit verkeer buiten de bebouwde kom. Typeplaatje (productieplaatje) Het typeplaatje bevindt zich in de motorruimte, voor op de linker veerpootsteun. Homologatieplaatje Het homologatieplaatje bevindt zich op de slotplaat.
Technische gegevens 1,4 l/55 kW - EU4 Motor Vermogen kW bij 1/min 55/5000 Max. koppel Nm bij 1/min 126/3800 Aantal cilinders Cilinderinhoud 1389 Rijprestaties OCTAVIA - M5 COMBI - M5 Maximale snelheid km/u Acceleratie 0 - 100 km/h 15,3 15,5 Brandstofverbruik (in l/100 km) en CO -uitstoot (in g/km) OCTAVIA - M5...
Pagina 196
Technische gegevens Inhouden (in liter) Tankinhoud/waarvan reserve 55/7 Reservoir voor de ruitensproeierinstallatie/met koplampsproeiers 3/5,5 Motorolie Koelsysteem van de auto Olie-inhoud met oliefiltervanging. Oliepeil na het vullen controleren - zie instructieboekje. Gewichten (in kg) OCTAVIA - M5 COMBI - M5 Maximum toegelaten gewicht 1750 1770 Gewicht in lege toestand, rijklaar...
Technische gegevens 1,6 l/75 kW - EU4/EU2 DDK Motor Vermogen kW bij 1/min 75/5600 Max. koppel Nm bij 1/min 148/3800 Aantal cilinders Cilinderinhoud 1595 Rijprestaties OCTAVIA - M5 COMBI - M5 Maximale snelheid km/u Acceleratie 0 - 100 km/h 11,8 11,9 Brandstofverbruik (in l/100 km) en CO -uitstoot (in g/km)
Technische gegevens Inhouden (in liter) Tankinhoud/waarvan reserve 55/7 Reservoir voor de ruitensproeierinstallatie/met koplampsproeiers 3/5,5 Motorolie Koelsysteem van de auto Olie-inhoud met oliefiltervanging. Oliepeil na het vullen controleren - zie instructieboekje. Gewichten (in kg) OCTAVIA - M5 COMBI - M5 Maximum toegelaten gewicht 1790 1805 Gewicht in lege toestand, rijklaar...
Pagina 199
Technische gegevens Rijprestaties OCTAVIA - M5 COMBI - M5 Maximale snelheid km/u Acceleratie 0 - 100 km/h Brandstofverbruik (in l/100 km) en CO -uitstoot (in g/km) OCTAVIA - M5 COMBI - M5 EU3D EU3D Verbruik in de stad 10,7 10,9 10,7 10,9 Verbruik buiten de bebouwde kom...
Pagina 200
Technische gegevens Inhouden (in liter) Tankinhoud/waarvan reserve 55/7 Reservoir voor de ruitensproeierinstallatie/met koplampsproeiers 3/5,5 Motorolie Koelsysteem van de auto Olie-inhoud met oliefiltervanging. Oliepeil na het vullen controleren - zie instructieboekje. Gewichten (in kg) OCTAVIA - M5 COMBI - M5 Maximum toegelaten gewicht 1845 1865 Gewicht in lege toestand, rijklaar...
Technische gegevens 1,9 l/74 kW TDI PD - EU4 Motor Vermogen kW bij 1/min 74/4000 Max. koppel Nm bij 1/min 240/1800 Aantal cilinders Cilinderinhoud 1896 Rijprestaties OCTAVIA - M5 COMBI - M5 Maximale snelheid km/u Acceleratie 0 - 100 km/h 11,8 11,9 Brandstofverbruik (in l/100 km) en CO...
Pagina 202
Technische gegevens Inhouden (in liter) Tankinhoud/waarvan reserve 55/7 Reservoir voor de ruitensproeierinstallatie/met koplampsproeiers 3/5,5 Motorolie Koelsysteem van de auto Olie-inhoud met oliefiltervanging. Oliepeil na het vullen controleren - zie instructieboekje. Gewichten (in kg) OCTAVIA - M5 COMBI - M5 Maximum toegelaten gewicht 1855 1875 Gewicht in lege toestand, rijklaar...
Pagina 205
Trefwoordenlijst Brandstofverbruik ......133 Dieselmotoren Energie besparen ......133 Motor starten .
Pagina 206
Trefwoordenlijst Inrijden ........132 Koelvloeistoftemperatuur/koelvloeistofpeil Mistlampen .
Pagina 207
Trefwoordenlijst Opbergvak Remmen ........129 Sneeuwkettingen .
Pagina 208
Trefwoordenlijst Verlichting Wegrijblokkering ......35 Controlelampjes ......26 Controlelampjes .
Pagina 209
Skoda Auto werkt continue aan de doorontwikkeling van alle typen modellen. Heeft u Nadruk, kopiëren, vertaling of een ander gebruik, ook uitzonderingen, is zonder schrif- er alstublieft begrip voor, dat daarom ten alle tijde veranderingen van de levering in telijk toestemming van Skoda Auto niet toegestaan.
Pagina 210
SIMPLY CLE VER ŠkodaService ŠkodaOriginele Onderdelen ŠkodaOriginele Accessoires...
Pagina 211
Meer informatie hierover vindt u in het hoofdstuk „Milieu“. Let bovendien op de in deze handleiding met een gemarkeerde teksten. Doe mee - uit respect voor het milieu. www.skoda-auto.com Návod k obsluze Octavia Tour holandsky 05.10 S63.5610.35.32 1U0 012 003 MJ...