Wanneer gaat het alarm af?
Van de vergrendelde wagen worden de volgende onderdelen bewaakt:
›
motorkap,
›
achterklep,
›
portieren,
›
contactslot,
›
wagenhelling
» pagina
32,
›
interieur» pagina
32,
›
spanningsdaling in het boordnet,
›
stopcontact van de af fabriek gemonteerde trekhaak.
Als een van de beide accupolen bij geactiveerd alarmsysteem wordt losgemaakt,
gaat het alarm direct af.
Hoe wordt het alarm gestopt?
Het alarm wordt uitgeschakeld als de wagen met de radiografische afstandsbe-
diening wordt ontgrendeld of het contact wordt ingeschakeld.
Let op
De levensduur van de batterij van de alarmsirene bedraagt 5 jaar.
■
Om een correcte werking van het alarmsysteem te waarborgen, moet u voor het
■
verlaten van de wagen controleren of alle portieren, alle ruiten en het elektrische
schuif-/kanteldak zijn gesloten.
Door de codering van de radiografische afstandsbediening en de ontvanger
■
wordt het gebruik van radiografische afstandsbedieningen van andere voertuigen
uitgesloten.
Interieurbewaking en afsleepalarm
32
Bediening
Afbeelding 14
Toets van interieurbewaking en
afsleepalarm
De interieurbewaking activeert het alarm als een beweging in de wagen wordt
geregistreerd.
UItschakelen
›
Het contact uitschakelen.
›
Het bestuurdersportier openen.
›
De toets
» Afbeelding 14
verlichting van het symbool
›
De wagen binnen 30 seconden vergrendelen.
De interieurbewaking en het afsleepalarm worden automatisch weer ingescha-
keld bij de eerstvolgende vergrendeling van de wagen.
Let op
De interieurbewaking en het afsleepalarm uitschakelen als de mogelijkheid be-
■
staat dat het alarm zal afgaan door bewegingen in het interieur (bijvoorbeeld
door kinderen of huisdieren) resp. als de wagen wordt vervoerd (bijvoorbeeld per
spoor of boot) of moet worden afgesleept.
Een geopend brillenvak veroorzaakt een verminderde werking van de interieur-
■
bewaking. Om een ongehinderde werking van de interieurbewaking te waarbor-
gen, moet voor het vergrendelen van de wagen altijd het brillenvak worden ge-
sloten.
Noodvergrendeling van de portieren
Ð
Aan de kopse kant van de portieren die geen slotcilinder hebben, bevindt zich een
noodslotmechanisme; dit is pas zichtbaar na het openen van het portier.
›
Afdekking
verwijderen
» Afbeelding
A
›
De sleutel in de opening onder de afdekplaat steken en de arreteerhendel
tot de aanslag naar binnen drukken.
›
De afdekking weer aanbrengen.
in de B-stijl aan bestuurderszijde indrukken; de
in de toets wijzigt van rood naar oranje.
Afbeelding 15
Achterportier: Noodvergrende-
ling van het portier
15.
Ð
B
£