Raadgevingen voor het gebruik
Verzorging en reiniging van de wagen
Verzorging van de wagen
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Regelmatig en deskundig onderhoud is belangrijk voor het waardebehoud van de
wagen. Bovendien kan dit één van de voorwaarden zijn voor het behoud van ga-
rantie-aanspraken bij eventuele corrosie- en lakschade aan de carrosserie.
Wij adviseren onderhoudsmiddelen uit het originele ŠKODA accessoireprogramma
te gebruiken, die bij ŠKODA Servicepartners verkrijgbaar zijn. De gebruiksvoor-
schriften op de verpakking in acht.nemen.
152
Raadgevingen voor het gebruik
ATTENTIE
Bij verkeerde toepassing kunnen onderhoudsmiddelen schadelijk zijn voor
■
de gezondheid.
Onderhoudsmiddelen moeten dan ook veilig, buiten het bereik van kinderen
■
worden bewaard - kans op vergiftiging!
Wassen van de wagen in de winter: Vocht en ijs in het remsysteem kunnen
■
een nadelig effect op de remwerking hebben - kans op ongevallen!
De wagen alleen wassen bij uitgeschakeld contact - gevaar voor ongevallen!
■
De handen en armen beschermen tegen delen met scherpe randen, wan-
■
neer u bijvoorbeeld de onderkant of de binnenkant van de wielkasten schoon-
maakt - gevaar voor verwondingen!
Bij hoge interieurtemperaturen kunnen in het interieur aangebrachte parfu-
■
meurs en luchtverfrissers schadelijk voor de gezondheid worden.
153
153
153
VOORZICHTIG
153
Kleding beslist controleren op kleurechtheid, om beschadigingen of zichtbare
■
154
verkleuringen op de stof (leer), bekledingen en bekledingsstoffen te voorkomen.
154
Schoonmaakmiddelen met oplosmiddel kunnen het te reinigen materiaal be-
■
154
schadigen.
154
De wagen niet in de felle zon wassen - gevaar voor lakschade.
■
155
Als de wagen in de winter met een slang of hogedrukreiniger wordt afgespoten,
■
155
mag de waterstraal niet direct op de slotcilinders of op de naden van de portie-
ren, de motorkap of de achterklep worden gericht - gevaar voor bevriezen!
155
Op het lakoppervlak geen insectensponsjes, ruwe keukensponsjes en dergelijke
■
155
gebruiken - gevaar voor beschadiging van de lak.
155
Geen stickers aan de binnenzijde van de achterruit, de achterste zijruiten en de
■
156
voorruit bij de verwarmingsdraden of de ruitantenne plakken. Deze kunnen be-
156
schadigd worden. Bij de antenne kunnen er ontvangststoringen van de radio of
156
het navigatiesysteem optreden.
157
De binnenzijde van de ruiten niet met scherpe voorwerpen of bijtende of zuur-
■
157
houdende schoonmaakmiddelen reinigen - beschadiging van de verwarmingsdra-
157
den of ruitantenne.
Geen parfumeurs en luchtverfrissers op het dashboard aanbrengen - gevaar
158
■
voor beschadiging van het dashboard.
Om de sensoren bij het reinigen met een hogedrukreiniger of stoomreiniger niet
■
te beschadigen, mogen de sensoren niet direct van korte afstand worden bespo-
ten en moet een minimumafstand van 10 cm worden aangehouden.
De hemelbekleding niet met een borstel reinigen - gevaar voor beschadiging
■
van het bekledingoppervlak.
£