Voor het afremmen van de wagen wordt alleen nog het gewone remsysteem
zonder het ABS gebruikt.
De hulp van een ŠKODA erkend reparateur inroepen.
Meer informatie
» pagina
98, Antiblokkeersysteem (ABS).
ATTENTIE
Als om technische redenen moet worden gestopt, parkeer de wagen dan op
■
een veilige afstand van het verkeer, zet de motor af en schakel de alarmlich-
ten in
» pagina
44.
Als het controlelampje
samen met het controlelampje
■
niet voortzetten! De hulp van een ŠKODA erkend reparateur inroepen.
Een storing aan het remsysteem resp. aan het ABS kan leiden tot een lange-
■
re remweg bij het remmen - gevaar voor ongevallen!
Mistachterlicht
Het controlelampje
brandt bij ingeschakeld mistachterlicht
Defecte lamp
Het controlelampje
brandt bij een defecte gloeilamp:
›
binnen 2 seconden na het inschakelen van het contact,
›
bij het inschakelen van de defecte gloeilamp.
Op het informatiedisplay wordt het volgende weergegeven:
Check front right dipped beam! (Dimlicht rechtsvoor controleren!)
Uitlaatgascontrolesysteem
Als het controlelampje
brandt, is er een storing in het uitlaatgascontrolesys-
teem aanwezig. Er kan in de noodloopmodus worden gereden.
De hulp van een ŠKODA erkend reparateur inroepen.
brandt,
» pagina
43.
Voorgloeisysteem
Na het inschakelen van het contact gaat het controlelampje
het doven van het controlelampje voorgloeitijd moet de motor worden gestart.
Als het controlelampje
gloeisysteem aanwezig.
Begint het controlelampje
de motorregeling aanwezig. Er kan in de noodloopmodus worden gereden.
De hulp van een ŠKODA erkend reparateur inroepen.
de rit
Controle van de motorelektronica
Ð
Als het controlelampje
Er kan in de noodloopmodus worden gereden.
De hulp van een ŠKODA erkend reparateur inroepen.
Ð
Roetfilter
(dieselmotor)
Het roetfilter filtert de roetdeeltjes uit het uitlaatgas. De roetdeeltjes worden in
het roetfilter verzameld en worden daar regelmatig verbrand.
Als het controlelampje
Om het roetfilter te reinigen, moet, als de verkeerssituatie dit toelaat
rende minstens 15 minuten of tot het doven van het controlelampje in de 4e of 5e
versnelling (automatische versnellingsbak: in keuzehendelstand S) met een snel-
heid van minstens 60 km/h bij een motortoerental tussen 1.800 - 2.500 1/min
Ð
worden gereden.
Het controlelampje
Als het filter niet succesvol is gereinigd, dooft het controlelampje
gint het controlelampje
Op het informatiedisplay wordt het volgende weergegeven:
Ð
Diesel-particle filter: Owner's manual! (Roetfilter: Instructieboekje!)
De hulp van een ŠKODA erkend reparateur inroepen.
(dieselmotor)
niet of continu brandt, is er een storing in het voor-
tijdens het rijden te knipperen, is er een storing in
(benzinemotor)
brandt, is er een storing in de motorregeling aanwezig.
brandt, is het roetfilter met roet verstopt.
dooft pas na een succesvolle reiniging van het roetfilter.
te knipperen.
Instrumenten en controlelampjes
branden. Direct na
Ð
Ð
»
, gedu-
niet en be-
£
23