Winterbanden
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 174 en volg deze op.
In de winter worden de rij-eigenschappen van de wagen door winterbanden be-
duidend beter. Zomerbanden hebben op ijs, sneeuw en bij temperaturen onder
7 °C vanwege hun constructie (breedte, rubbersamenstelling, profielvorm) minder
grip. Dat geldt vooral voor auto's die voorzien zijn van low-sectionbanden of ho-
gesnelheidsbanden zijn voorzien (codeletter H of V op de flank van de band).
Om de best mogelijke rijeigenschappen te verkrijgen, moeten op alle vier de wie-
len winterbanden worden gemonteerd met een minimale profieldiepte van 4 mm
en mogen de banden niet ouder zijn dan 4 jaar.
Er mogen winterbanden met een lagere snelheidscategorie worden gemonteerd
op voorwaarde dat de toegestane topsnelheid van deze banden niet wordt over-
schreden ook niet als de mogelijke topsnelheid van de wagen hoger ligt.
Milieu-aanwijzing
Tijdig weer de zomerbanden monteren, want met zomerbanden zijn op sneeuw-
en ijsvrije wegen alsmede bij temperaturen boven 7 °C de rijeigenschappen bedui-
dend beter, de remweg is korter, er is minder afrolgeluid en de bandenslijtage is
minder. Ook het brandstofverbruik is lager.
Sneeuwkettingen
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
op pagina 174 en volg deze op.
Sneeuwkettingen mogen alleen op de voorwielen worden gemonteerd.
Bij winterse wegomstandigheden verbeteren sneeuwkettingen niet alleen de
tractie, maar ook het remgedrag.
De montage van sneeuwkettingen is om technische redenen alleen bij de volgen-
de velg-bandcombinaties toegestaan.
Velgmaat
Inpersdiepte (ET)
6J x 15
a)
6,5J x 15
a)
180
Raadgevingen voor het gebruik
Bandenmaat
47 mm
195/65
50 mm
195/65
6J x 16
a)
6J x 17
b)
a)
Alleen sneeuwkettingen gebruiken waarvan de schakels en sloten niet groter zijn dan 15 mm.
b)
Alleen sneeuwkettingen gebruiken waarvan de schakels en sloten niet groter zijn dan 9 mm.
Voor het monteren van de sneeuwkettingen de wieldoppen verwijderen.
De nationale wettelijke voorschriften met betrekking tot het gebruik van snee-
uwkettingen en de maximumsnelheid met sneeuwkettingen in acht nemen.
VOORZICHTIG
Bij het rijden op sneeuwvrije trajecten moeten de sneeuwkettingen worden ver-
wijderd. Anders beïnvloeden ze de wegligging, beschadigen ze de banden en zijn
ze snel versleten.
Ð
50 mm
205/55
45 mm
205/50
Ð