ATTENTIE (vervolg)
De veiligheidsgordels voor de zitplaatsen achterin kunnen alleen goed func-
■
tioneren als de achterbankrugleuning correct is vergrendeld
plaatsen achterin.
De gordelband moet schoon worden gehouden. Een vervuilde veiligheids-
■
gordel kan de werking van de veiligheidsgordel negatief beïnvloeden
158, Veiligheidsgordels.
De veiligheidsgordels mogen niet worden uitgebouwd en op geen enkele
■
manier worden gewijzigd. Nooit proberen om de veiligheidsgordels zelf te re-
pareren.
De staat van de veiligheidsgordels regelmatig controleren. Als beschadigin-
■
gen van de veiligheidsgordel, de slotgesp, de gordeloprolautomaat of het slot
worden vastgesteld, moet de betreffende veiligheidsgordel door een ŠKODA
erkend reparateur worden vervangen.
Veiligheidsgordels die tijdens een ongeval worden belast en daardoor uitge-
■
rekt worden, moeten worden vervangen - bij voorkeur door een ŠKODA er-
kend reparateur. Tevens moeten de verankeringen van de veiligheidsgordels
worden gecontroleerd.
Let op
Bij het gebruik van de veiligheidsgordels de nationale wettelijke bepalingen in
acht nemen.
Het natuurkundige principe van een frontale aanrijding
Afbeelding 112 Niet-vastgegespte bestuurder / niet-vastgegespte passagier
op zitplaats achterin
130
Veiligheid
ä
Lees eerst de informatie in de inleiding en de veiligheidsaanwijzingen
Het natuurkundige principe van een frontale botsing is gemakkelijk te verklaren.
» pagina
61, Zit-
Zodra de auto in beweging is, ontstaat zowel bij de auto als bij de inzittenden van
de auto bewegingsenergie, de zogenaamde kinetische energie. De mate van ki-
» pagina
netische energie is sterk afhankelijk van de snelheid van de wagen en van het ge-
wicht van de wagen en de inzittenden. Bij stijgende snelheid en toenemend ge-
wicht moet bij een ongeval meer energie worden afgebouwd.
De snelheid van de wagen is echter de belangrijkste factor. Als bijvoorbeeld de
snelheid van 25 km/h naar 50 km/h wordt verdubbeld, wordt de bewegingsener-
gie verviervoudigd!
De veelgehoorde mening dat het mogelijk is het lichaam bij een lichte aanrijding
met de handen tegen te houden, is verkeerd. Al bij geringe aanrijdingssnelheden
worden krachten op het lichaam werkzaam die niet meer kunnen worden opge-
vangen.
Ook al rijdt u maar met een snelheid van 30 tot 50 km/h, bij een botsing komen
krachten vrij op het lichaam die een ton (1.000 kg) te boven kunnen gaan.
Bij een frontale botsing worden niet-vastgegespte inzittenden naar voren geslin-
gerd en stoten zij ongecontroleerd tegen delen in het interieur, zoals het stuur-
wiel, het dashboard of de voorruit
omstandigheden zelfs uit de wagen worden geslingerd, wat levensgevaarlijk of
Ð
zelfs dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Ook voor inzittenden achterin is het belangrijk de gordel juist om te gespen om-
dat zij bij een aanrijding ongecontroleerd door de wagen worden geslingerd. Een
niet-vastgegespte passagier op een van de zitplaatsen achterin die geen gordel
draagt, brengt niet alleen zichzelf in gevaar, maar ook degene die vóór hem
zit
» Afbeelding 112
op pagina 129 en volg deze op.
» Afbeelding 112
- .
- . U kunt onder bepaalde
Ð