Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Sleutelbaard inklappen
De toets
» Afbeelding 13
indrukken en de sleutelbaard inklappen.
4
Ontgrendelen
Het ontgrendelen van de wagen wordt aangegeven door het tweemaal knipperen
van de knipperlichten. Als u de wagen met toets
en daarna binnen 30 seconden geen portier of de achterklep opent, wordt de wa-
gen automatisch weer vergrendeld en wordt de safebeveiliging resp. het alarm-
systeem weer geactiveerd. Hierdoor wordt het ongewild ontgrendelen van de
wagen voorkomen.
Bovendien worden bij het ontgrendelen van de wagen de aan de sleutel toege-
wezen elektrische instelbare stoelen en buitenspiegels ingesteld. De opgeslagen
instelling van de bestuurdersstoel en de buitenspiegels wordt opgeroepen.
Vergrendeling
Een correcte vergrendeling van de wagen wordt aangegeven door het eenmaal
knipperen van de knipperlichten.
Als er bij het vergrendelen van de wagen enkele portieren of de achterklep niet
gesloten zijn, knipperen de knipperlichten pas na het sluiten.
ATTENTIE
Bij een van buitenaf vergrendelde wagen met geactiveerde safebeveiliging
mogen geen personen in de wagen achterblijven, omdat van binnenuit noch
de portieren, noch de ruiten kunnen worden geopend. De vergrendelde por-
tieren maken het hulpverleners in geval van nood moeilijk in de wagen te ko-
men - levensgevaar!
Let op
De afstandsbediening alleen gebruiken als de portieren en de achterklep geslo-
ten zijn en u visueel contact met de wagen hebt.
In de wagen mag de vergrendelingstoets
den ingedrukt als de sleutel nog niet in het contactslot is gestoken, zodat de wa-
gen niet onbedoeld wordt vergrendeld. Als dat toch mocht gebeuren, de ontgren-
delingstoets
van de afstandsbediening indrukken.
» Afbeelding 13
ontgrendelt
1
van de afstandsbediening niet wor-

Synchronisatie

Als de wagen niet met de afstandsbediening kan worden ontgrendeld, is het mo-
gelijk dat de code van de sleutel en het regelapparaat in de wagen niet meer
overeenstemt. Dat kan gebeuren als de knoppen van de sleutel met radiografi-
sche afstandsbediening meerdere malen buiten het werkingsgebied van het sys-
teem zijn ingedrukt of als de batterij van de afstandsbediening is vervangen.
Daartoe moet de code als volgt worden gesynchroniseerd:
een willekeurige toets op de afstandsbediening indrukken,
na het indrukken van de toets moet het portier binnen 1 minuut met behulp van
de sleutel worden ontgrendeld.
Alarmsysteem
Inleidende informatie
Het alarmsysteem verhoogt de beveiliging tegen inbraakpogingen in de wagen.
Het systeem geeft akoestische en optische waarschuwingssignalen bij een po-
ging tot inbraak in de wagen.
Hoe wordt het alarmsysteem geactiveerd?
Het alarmsysteem wordt bij het vergrendelen van de wagen met de afstandsbe-
diening of met de sleutel in het bestuurdersportier geactiveerd. Het systeem
wordt circa 30 seconden na het vergrendelen geactiveerd.
Hoe wordt het alarmsysteem gedeactiveerd?
Het alarmsysteem wordt gedeactiveerd door op de ontgrendelingstoets van de
afstandsbediening te drukken. Als de wagen niet binnen 30 seconden na het ver-
sturen van het radiosignaal wordt geopend, wordt het alarmsysteem weer geacti-
veerd.
Het alarmsysteem wordt ook gedeactiveerd als de wagen binnen 45 seconden na
het vergrendelen met de sleutel in het bestuurdersportier wordt ontgrendeld.
Als de wagen wordt ontgrendeld met behulp van de sleutel in het bestuurder-
Ð
sportier, moet binnen 15 seconden na het ontgrendelen van het portier de sleutel
in het contactslot worden gestoken en het contact worden ingeschakeld om het
alarmsysteem te deactiveren. Als binnen 15 seconden het contact niet wordt in-
geschakeld, zal het alarm afgaan.
Ð
£
31
Openen en sluiten

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave