Veilig vervoer van kinderen
Kinderzitje
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Gebruik van kinderzitjes op de bijrijdersstoel
Veilig vervoer van kinderen en de zij-airbag
Groepenindeling van kinderzitjes
Geschikheid van zitplaatsen voor kinderzitjes
Kinderzitjes met het ISOFIX-systeem
Kinderzitjes met het TOP TETHER-systeem
Kinderen op de zitplaatsen achterin zitten veiliger dan op de bijrijdersstoel.
In tegenstelling tot volwassenen zijn de spieren en botten van kinderen nog niet
helemaal volgroeid. Kinderen staan daarom bloot aan een groter risico op letsel.
Kinderen dienen in overeenstemming met de betreffende wettelijke voorschrif-
ten te worden vervoerd.
Er dienen kinderzitjes volgens de norm ECE-R 44 te worden gebruikt. De norm
ECE-R betekent: Richtlijn van de Economische Commissie voor Europa (Economic
Commission for Europe - Regulation).
Kinderzitjes conform de norm ECE-R 44 hebben op het stoeltje een niet verwij-
derbaar keurmerk: grote E in een cirkel, daaronder het keuringsnummer.
ATTENTIE
Bij het gebruik van kinderzitjes dienen de nationale wettelijke bepalingen in
■
acht te worden genomen.
In geen geval mogen kinderen - ook geen baby's! - op schoot worden mee-
■
genomen.
Nooit kinderen zonder toezicht in de wagen laten. Bij bepaalde externe kli-
■
matologische omstandigheden kunnen in de wagen levensbedreigende tem-
peraturen ontstaan.
ATTENTIE (vervolg)
Sta nooit toe dat kinderen onbeschermd in de wagen meegaan. Bij een on-
■
geval wordt het kind door de wagen geslingerd en kan zichzelf en andere in-
zittenden daardoor levensgevaarlijk verwonden.
Als kinderen tijdens het rijden naar voren leunen of een verkeerde zithou-
■
ding innemen, staan ze bij een ongeval bloot aan een groter risico op lichame-
lijk letsel. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen die op de bijrijdersstoel wor-
den vervoerd - als het airbagsysteem bij een ongeval wordt geactiveerd kun-
nen ze zwaar gewond raken of zelfs worden gedood!
140
Let voor het goede verloop van de gordels beslist op de gegevens van de fa-
■
brikant van het kinderzitje. Een verkeerd gedragen veiligheidsgordel kan zelfs
140
bij een lichte aanrijding tot letsel leiden.
141
Er moet worden gecontroleerd of de veiligheidsgordels correct over het li-
■
141
chaam lopen. Bovendien moet erop worden gelet, dat de gordel niet door
141
eventuele scherpe randen kan worden beschadigd.
142
Bij gebruik van een naar achteren gericht kinderzitje op de bijrijdersstoel,
■
moet de bijrijdersvoorairbag beslist buiten werking worden gesteld. Meer in-
formatie
» pagina
140, Gebruik van kinderzitjes op de bijrijdersstoel.
Let op
Wij adviseren u kinderzitjes uit het originele ŠKODA accessoireprogramma te ge-
bruiken. Deze kinderzitjes werden voor het gebruik in ŠKODA-wagens ontwikkeld
en getest. Zij voldoen aan de ECE-R 44 norm.
139
Veilig vervoer van kinderen
Ð