Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Skoda Octavia 2012 Instructieboekje pagina 41

Inhoudsopgave

Advertenties

Licht en zicht
Licht
ä
Inleiding voor het onderwerp
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de volgende onderwerpen:
Licht in- en uitschakelen
Functie DAY LIGHT (dagrijverlichting)
Automatische aansturing rijverlichting
Bochtenverlichting
Parkeerlicht
COMING HOME/LEAVING HOME-functie
Toeristisch licht
Mistlampen
Mistlampen met CORNER-functie
Mistachterlicht
Dashboardverlichting
Lichtbundelhoogteverstelling 
Schakelaar voor alarmlichten
Hendel voor knipperlicht en grootlicht
Bij auto's met stuur rechts wijkt de plaatsing van de schakelaars voor een deel af
van de in
» Afbeelding 22
op pagina 40 weergegeven plaatsing. De symbolen
die de schakelaarstanden aangeven, zijn echter gelijk.
Het dimlicht brandt zolang het contact is ingeschakeld en de lichtschakelaar in
stand  of  staat. Na het uitschakelen van het contact wordt het dimlicht au-
tomatisch uitgeschakeld en brandt alleen nog het stadslicht. Na het verwijderen
van de contactsleutel dooft ook het stadslicht.
ATTENTIE
Nooit rijden als alleen het stadslicht ingeschakeld is! Het stadslicht is niet fel
genoeg om de weg voor u voldoende te verlichten of om door andere ver-
keersdeelnemers te worden gezien. Het dimlicht bij duisternis of slecht zicht
altijd handmatig inschakelen.
De automatische aansturing rijverlichting  dient alleen als assistent, de
bestuurder wordt daarmee niet van de plicht ontslagen, de verlichting te con-
troleren en eventueel de verlichting afhankelijk van de omstandigheden in te
schakelen. De lichtsensor herkent bijvoorbeeld geen regen of mist. Onder de-
40
ze omstandigheden raden wij u aan om het dimlicht resp. de mistlampen in te
40
schakelen!
40
41
VOORZICHTIG
41
Het inschakelen van de verlichting mag alleen plaatsvinden in overeenstem-
41
ming met de nationale wettelijke bepalingen.
42
De bestuurder is altijd verantwoordelijk voor de juiste instelling en het gebruik
42
van de verlichting.
43
43
Let op
43
44
Als de lichtschakelaar in stand  staat, de contactsleutel is verwijderd en het
bestuurdersportier wordt geopend, klinkt een akoestisch waarschuwingssignaal.
44
Bij het sluiten van het bestuurdersportier (contact uit) wordt het akoestische
45
waarschuwingssignaal via het portiercontact uitgeschakeld, maar het dimlicht
blijft ingeschakeld, om eventueel de geparkeerde wagen te verlichten.
Als er in de lichtschakelaar een storing optreedt, wordt het dimlicht automa-
tisch ingeschakeld.
Bij koel of vochtig weer kunnen de koplampen aan de binnenzijde tijdelijk be-
slaan. Doorslaggevend hierbij is het temperatuurverschil tussen de binnen- en
buitenzijde van het koplampglas. Bij ingeschakelde rijverlichting is het lichtvlak na
korte tijd weer vrij van aanslag, daarbij kan het lampglas aan de binnenzijde even-
tueel bij de randen nog beslagen zijn. Dit geldt ook voor de achterlichten en de
knipperlichten. De condensvorming heeft geen invloed op de levensduur van de
verlichting.
Ð
39
Licht en zicht

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave